Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over over de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad van 28-29 januari 2021 (onderdeel vreemdelingen- en asielbeleid) (Kamerstuk 32317-669)
32 317 JBZ-Raad
Nr. 671
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 1 februari 2021
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over:
– brief van 20 januari 2021 inzake de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad
van 28–29 januari 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 669),
– de brief van 11 december 2020 inzake de inzet Voorzitterschap van de informele JBZ-raad
14 december a.s.(Kamerstuk 32 317, nr. 665) en
– de brief 11 december 2020 met de antwoorden op vragen van de commissie inzake de geannoteerde
agenda van de informele JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 666).
De vragen en opmerkingen zijn op 25 januari 2021 aan de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van 26 januari 2021 zijn de vragen, voorzien van
een inleiding, beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
Adjunct-griffier van de commissie, Burger
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
1.
Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie
2
2.
Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie
3
3.
Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
4
4.
Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
5
5.
Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks-fractie
6
6.
Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
7
7.
Vragen en opmerkingen vanuit de CU-fractie
8
8.
Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie
9
II.
Reactie van de bewindspersoon
11
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie
Algemeen
De leden van de VVD-fractie willen allereerst het belang onderstrepen van de onverminderde
inzet van dit demissionaire kabinet in het Europees asieldebat bij herziening van
het Europees asielstelsel. Deze leden zijn dan ook positief dat het kabinet bij de
fiches en in eerdere AO-JBZ-Raden heeft benadrukt zich in te spannen voor een strenge
buitengrensprocedure en de koppeling van de herziening van het Europees asielstelsel
aan de terugkeerrichtlijn en zij gaan ervan uit dat dit kabinet zich hier continue
voor blijft inspannen.
Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 28–29 januari 2021
1. Hernieuwd Europees beleid voor Migratie en Asiel – de weg voorwaarts
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, van
28–29 januari 2021. Deze leden constateren dat het nog wachten is op een discussiestuk
van het Portugese voorzitterschap over de voortzetting van de discussie, nadat onder
Duits voorzitterschap nog niet tot een voortgangsrapportage kon worden gekomen. Hoewel
deze leden eveneens van mening zijn dat het Commissievoorstel een goed startpunt voor
de discussie is, vinden zij het teleurstellend dat er nog geen noemenswaardige stappen
konden worden gezet. Het belang van een strenge buitengrensprocedure met zorgvuldige
screening en een sterk verbeterde terugkeerrichtlijn blijft onverminderd hoog.
De leden van de VVD-fractie zijn positief over de eerste voorzichtige opmerkingen
dat de Zuid-Europese lidstaten er niet meer per se op gebrand zijn dat solidariteit
altijd herverdeling zou moeten inhouden. Deze leden benadrukken daarom nogmaals dat
een financiële, logistieke of personele bijdrage aan grensbewaking ook onder solidariteit
valt en dat dergelijke ondersteuning Nederlandse prioriteit zou moeten genieten. De
voorgenoemde leden vragen hoe u aankijkt tegen de keuze van het Portugese voorzitterschap
de prioriteit te leggen bij het onderhandelen over solidariteit? Bent u het eens dat
het vermoedelijk eenvoudiger is een overeenkomst te bereiken op een strenge buitengrensprocedure
en kunt u zich ervoor inspannen dat de onderhandelingen hierover in de tussentijd
niet stil komen te liggen? Wat is ondertussen de stand van zaken over de herziening
van de terugkeerrichtlijn, met name op de onderdelen vreemdelingenbewaring en het
vastzetten bij het risico op onttrekken aan toezicht?
De leden van de VVD-fractie kijken daarnaast met zorg naar de ontwikkeling van het
aantal bootmigranten wat aankomt op de Canarische eilanden. Uit welke landen komen
deze migranten? Welke stappen zetten betrokken lidstaten om de instroom te beperken?
Is er contact met de landen van herkomst over de aanpak van de migratiestromen en
de mogelijkheid tot terugkeer?
Voorts vragen deze leden op dit punt waarom is gekozen voor een kwantitatieve terugkeerafspraak
van 500 afgewezen Afghaanse asielzoekers per maand in plaats van de afspraak dat alle
afgewezen Afghaanse asielzoekers moeten worden teruggenomen. Hoeveel Afghaanse asielzoekers
komen per maand aan in Europa? Hoeveel bevinden zich op dit moment in de EU en in
Nederland? Wat is het afwijzingspercentage voor Afghanen en wat betekent het aantal
van 500 per maand voor de terugkeer van alle afgewezenen?
2. Schengengebied – stand van zaken en blik op de toekomst
De leden van de VVD-fractie hechten grote waarde aan een discussie over de toekomstige
ontwikkelingen van het Schengengebied. Schengen biedt Nederland grote kansen op de
interne markt. Maar tegelijkertijd zorgt het er ook voor dat de grip op migratie en
het belang van veiligheid binnen het Schengengebied alleen gerealiseerd kan worden
met een gezamenlijke inspanning de buitengrenzen te bewaken. Deze leden lezen met
grote belangstelling dat Frankrijk zich inspant voor de uitbreiding van Frontex met
het opsporen van terroristen. Hoe kansrijk acht u dit voorstel? Wat zou dit betekenen
voor de benodigde capaciteit van Frontex? Hoe het staat met de werving en de inzet
van de grenswachten voor het standing corps van Frontex en de bijdrage die Nederland hieraan levert, zowel financieel als in Fte’s?
Daarnaast vragen de aan het woord zijnde leden hoe het staat met de uitvoering van
de motie van het lid Becker (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 31) die oproept met omringende landen te werken aan een sterker Schengen. Wordt met
gelijkgestemde landen op of om de informele JBZ-raad gesproken over versterking van
het Schengengebied ter voorkoming van een migratiecrisis, met inbegrip van een mini-Schengen
in tijden van crisis? Wat zijn de eerste reacties daarop, nu een structurele Europese
oplossing met een strenge buitengrensprocedure en effectieve terugkeer nog niet nabij
is?
2. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie willen, ondanks dat dit een informele JBZ-Raad is, de
toezegging dat, gezien de demissionaire status van het kabinet, er namens Nederland
geen beslissingen worden genomen op het gebied van asiel- en immigratie in Europees
verband. Deze leden zijn verbaasd dat ondanks de lockdown er nog iedere week 300 tot
400 asielzoekers naar Nederland komen. Deze leden vragen of asielzoekers ook een negatieve
coronatest moeten overleggen om Nederland binnen te komen? Zo nee, waarom niet?
Kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat Nederlanders door middel van een avondklok
in hun eigen huis worden opgesloten, maar dat wij al jaren lang horen dat u illegalen,
overlastgevers en andere nep-asielzoekers niet zou kunnen vastzetten?
De leden van de PVV-fractie vragen u een reactie op de uitspraak van het Europese
Hof van Justitie dd. 14 januari 2021, 441/19, TQ, waarin staat dat niet-begeleide
minderjarige asielzoekers alleen mogen worden uitgezet als in het land van terugkeer
adequate opvang is. Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat Nederland alleenstaande
minderjarige vreemdelingen (amv’s) kan blijven uitzetten, zo vragen deze leden.
3. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
Algemeen
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
geagendeerd voor het schriftelijk overleg over de Informele JBZ-Raad d.d. 28 en 29 januari
2021 (vreemdelingen- en asielbeleid)
Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 28–29 januari 2021
De leden van de CDA-fractie begrijpen dat het Portugese voorzitterschap zich eerst
vooral zal richten op het uitwerken van het concept «flexibele, verplichte solidariteit».
Deze leden vragen wat u vindt van deze strategie? Verwacht u verdere beweging op dit
dossier? Bent u voornemens eventuele beweging van Nederland op dit dossier te koppelen
aan beweging van andere lidstaten op andere dossiers, zoals bijvoorbeeld het voorstel
voor een aangescherpte grensprocedure? Of de ontwikkeling van grenscentra om daar
de grensprocedure te laten plaatsvinden?
Voorts vragen de leden van de CDA-fractie naar uw reactie op het (interne) onderzoek
naar Frontex wegens vermeende betrokkenheid bij pushbacks aan de Griekse buitengrens.
Wanneer zal dit onderzoek zijn afgerond? Welke consequenties kunnen er zitten aan
een dergelijk onderzoek? Heeft het onderzoek uitsluitend betrekking op de rol van
Frontex, of wordt ook de rol van de Griekse autoriteiten bij de vermeende pushbacks
onderzocht?
De leden van de CDA-fractie vragen of u voornemens bent in te stemmen met de nieuwe
Europese terugkeerafspraken met Afghanistan? Zijn er grote verschillen met de thans
geldende afspraken? Deze leden vragen of u kunt aangeven hoe de thans geldende afspraken
in de praktijk functioneren, hoeveel Afghanen worden middels dit akkoord ieder jaar
teruggestuurd? Verwacht u dat de nieuwe afspraken invloed hebben op de staande praktijk?
De leden van de CDA-fractie vragen u naar de voorbereidingen van één nationale uitvoeringswet
in het kader van de implementatie van diverse verordeningen op het gebied van grenzen
en veiligheid, hoe vordert het met deze voorbereidingen? Bent u voornemens deze uitvoeringswet
nog deze kabinetsperiode aan de Tweede Kamer aan te bieden?
Voortgang Grieks-Nederlandse samenwerkingsverband
De leden van de CDA-fractie vragen of het derde opvanghuis voor amv’s in Griekenland
inmiddels gereed is? Zijn de vrijgekomen plekken in de andere opvanglocaties inmiddels
ook weer gevuld? Kunt u voorts aangeven of de beloofde juridische ondersteuning voor
de kinderen in de opvanghuizen inmiddels tot concrete ondersteuning heeft geleid?
Gaat dit in de toekomst er ook tot leiden dat geen kinderen meer weglopen uit de opvanglocaties?
Hoe bent u van plan te voorkomen dat kinderen weglopen uit de opvanghuizen?
De leden van de CDA-fractie zijn verheugd te lezen dat een groot deel van de kwetsbare
personen die in het kader van herplaatsing van Griekenland naar Nederland zijn gehaald,
inmiddels in Nederlandse gemeenten zijn gehuisvest. Tegelijkertijd zitten in Nederlandse
COA-locaties veel statushouders te wachten op huisvesting. Kunt u aangeven hoeveel
statushouders wachten op huisvesting? Hoeveel minderjarigen met een status zitten
er momenteel in de opvang in Nederland? Neemt dit aantal toe of af?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de situatie in de kampen op de Griekse
eilanden uitermate zorgelijk is. Zij zijn van mening dat het in de waarde gemeenschap
van Europa toch niet zo kan zijn dat mensen onder dergelijke omstandigheden worden
opgevangen. Kunt u, in samenwerking met andere EU-landen, bezien wat ervoor nodig
is de situatie daar snel te verbeteren en actie te ondernemen? Bent u bereid de Kamer
te informeren over de uitkomst hiervan?
4. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
Algemeen
De leden van de D66-fractie hebben de geannoteerde agenda gelezen en hebben daarover
nog enkele vragen.
Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 28–29 januari 2021
1. Voorzitterschap Portugal en voortgang migratiepact
De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat tijdens de laatste JBZ-raad in
december 2020 geconcludeerd is dat overeenstemming bestaat tussen de lidstaten dat
zij zich alleen zullen inzetten op hervorming van regelgeving inzake kenniswerkers,
en nauwelijks op andere initiatieven wat betreft legale migratie. Deze leden zijn
echter wel te spreken over de inzet van het Portugese voorzitterschap, die juist stelt
dat legale migratie een nadrukkelijk onderdeel is van de Europese aanpak om de uitdagingen
op het gebied van migratie aan te gaan. Hoe beoordeelt u deze inzet, en in bredere
zin de inzet van het Portugese voorzitterschap wat betreft het migratiepact? Bent
u het met deze leden en het Portugese voorzitterschap eens dat legale migratie inderdaad
een essentieel onderdeel moet zijn van het Europese migratiebeleid? Bent u bereid
de inzet van dit voorzitterschap op dit punt te steunen? Kunt u uw antwoord toelichten?
De leden van de D66-fractie constateren dat UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van
de VN, positief is over het Europese migratiepact. Kunt u een reactie geven op de
aanbevelingen die UNHCR doet met betrekking tot het pact en het bredere Europese migratiebeleid?
Bent u het met deze leden en UNHCR eens dat de EU meer moet inzetten op nood- en ontwikkelingshulp
aan landen die nu veel vluchtelingen opvangen, en ook meer moet inzetten op legale
migratieroutes zoals hervestiging? Kun u uw antwoord toelichten?
2. Schengen
De leden van de D66-fractie zijn kritisch ten aanzien van de discussie over de hervorming
van Schengen, en dan met name vanwege het feit dat de huidige problematiek rondom
Schengen enkel vanuit een veiligheidsperspectief lijkt te worden bekeken. Deelt u
de mening dat in het belang van het hele Schengengebied het belangrijk is dat de discussie
verbreed wordt in plaats van enkel toegespitst op de veiligheidsdimensie, en dat de
open binnengrenzen een groot goed zijn binnen de EU en dus ten allen tijde verdedigd
moeten blijven worden?
3. Overig
Frontex
De leden van de D66-fractie blijven zorgen houden over de afwikkeling van de problematiek
bij Frontex. Wat heeft u namens Nederland gedaan om de feiten op tafel te krijgen
over de vermeende pushbacks en de nasleep daarvan, sinds het Vragenuur van 12 januari
2021? Wat is uw inzet bij de werkgroep die is ingesteld om advies uit te brengen over
de manier waarop beter verzekerd kan worden dat Frontex operaties uitvoert in lijn
met de mensenrechten? Deelt u de mening dat hier forse verbeteringen nodig zijn? Zo
ja, aan welke verbeteringen denkt u? Zo nee, waarom niet?
Buitengrenzen
De situatie aan de buitengrenzen van Europa blijft de leden van de D66-fractie zorgen
baren, of zij nu kijken naar de situatie op de Griekse eilanden, de Kroatisch-Bosnische
grens of de Canarische eilanden. Overal bevinden zich migranten in benarde situaties,
met vaak gebrek aan voedsel, medische hulp en andere noodzakelijkheden. De COVID-19
pandemie maakt hen extra kwetsbaar. In hoeverre wordt op Europees niveau in bredere
zin gekeken naar deze problematiek aan de buitengrenzen en wat is uw inzet, samen
met uw Europese collega’s, om deze situaties te verbeteren? Welke concrete acties
heeft u al ondernomen om de problematiek te verminderen en op te lossen?
Uitspraak Europese hof inzake alleenstaande minderjarige vreemdelingen
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de uitspraak van het Europese
hof waarin wordt geconcludeerd dat het Nederlandse beleid wat betreft de terugkeer
van amv’s van 15 jaar en ouder niet aan het EU-recht voldoet. Wat is uw reactie op
deze uitspraak? Hoe gaat u het beleid aanpassen om te voldoen aan deze uitspraak?
Deze leden vragen u voorts om hoeveel zaken het gaat waarbij niet in lijn met Europese
regelgeving is gehandeld, en wat de voornaamste herkomstlanden zijn van de vreemdelingen
die het betreft? In hoeveel procent van deze zaken is de betrokkene ook daadwerkelijk
uitgezet na aanvang van het 18de levensjaar? Kunt u toezeggen dat voor amv’s van 15
tot en met 17 jaar oud die zich nu en in de toekomst in Nederland bevinden, voortaan
wel onderzoek wordt gedaan naar de beschikbaarheid van adequate opvang in landen van
herkomst voordat een terugkeerbesluit genomen wordt? Zo nee, waarom niet?
5. Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks-fractie
Griekse eilanden
De leden van de GroenLinks-fractie hebben zich verbaasd over de uitvoering van de
zogenaamde «Moria-deal», waarmee kwetsbare vluchtelingen in kampen in de regio zouden
worden ingeruild met alleenstaande kinderen op de Griekse eilanden. Deze leden lezen
dat slechts twee alleenstaande minderjarigen vanuit Griekenland naar Nederland zijn
gehaald. Deze leden nemen aan dat dat in ieder geval betekent dat weer 98 plaatsen
aan het UNHCR-hervestigingsquotum zullen worden toegevoegd, of dat alsnog 98 alleenstaande
kinderen van de Griekse eilanden worden gehaald. Indien dit niet het geval is, vragen
de leden van de GroenLinks-fractie u op te helderen waarom niet.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen waarom u geen alleenstaande minderjarigen
tussen de 16 en 18 jaar heeft willen selecteren die afkomstig zijn uit Afghanistan,
omdat deze kinderen niet altijd aanspraak maken op een verblijfsvergunning. Deze leden
vragen of u zich realiseert dat dit direct verband houdt met uw hardvochtige opstelling
inzake het terug willen blijven sturen van alleenstaande minderjarigen naar Afghanistan,
ondanks het totale gebrek aan bescherming voor alleenstaande kinderen in dat land
en de vele risico’s op uitbuiting.
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat u de inspanningen van de regering
om het Griekse eiland Lesbos bewoonbaar te maken voor migranten roemt. U geeft aan
dat de tenten in het nieuwe kamp «winterklaar» zijn gemaakt. Deze leden vragen wat
hier precies onder verstaan moet worden. Ook vragen deze leden of iedereen op Lesbos
en de andere Griekse eilanden inmiddels toegang heeft tot acceptabele vormen van sanitair,
voedsel, een droge en warme leefomgeving en noodzakelijke zorg.
Europees Migratiepact
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat er, ook blijkens de geannoteerde
agenda, geen schot zit in de onderhandelingen over het Europese Migratiepact. Deze
leden vragen of u deze analyse deelt, en wat u doet om de onderhandelingen te versnellen.
De leden van de GroenLinks-fractie zien een aantal humanitaire noodsituaties aan de
grenzen van Europa die niet kunnen wachten op de uitkomst van de onderhandelingen
over het Europese Migratiepact. Migranten verkeren nog steeds in zeer kwetsbare omstandigheden
op de Griekse eilanden en zitten daar maandenlang in een limbo, migranten blijven
verdrinken op de Middellandse Zee, zoals dit weekend helaas weer voor de kust van
Libië 43 mensen verdronken (https://edition.cnn.com/2021/01/20/europe/43-people-drown-mediterranean…), en ook in Bosnië-Herzegovina leven migranten in erbarmelijke omstandigheden en
zonder basisvoorzieningen in de vrieskou (https://nos.nl/artikel/2364059-migranten-in-bosnische-vrieskou-luiden-d…). Deze leden vragen of u bereid bent om, vooruitlopend op de onderhandelingen over
het Europese migratiepact, het initiatief te nemen tot samenwerking tussen Europese
lidstaten om deze humanitaire crises het hoofd te bieden. Concreet vragen deze leden
of u namens Nederland het initiatief wilt nemen te komen tot gemeenschappelijke evacuatie
en overname van migranten van de Griekse eilanden, het gezamenlijk organiseren van
adequate voorzieningen in kamp Lipa in Bosnië-Herzegovina en het inzetten van een
marine-taskforce in de Middellandse-Zee met een breed search & rescue mandaat. Indien
u hiertoe niet bereid bent, vragen deze leden of u zich realiseert dat geen actie
op deze punten een moreel failliet van de EU dichterbij brengt.
6. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de aangedragen stukken voor de
JBZ-raad van 28 en 29 januari. Zij hebben enkele vragen.
Migratiepact
De leden van de SP-fractie hopen dat er snel weer beweging komt in de onderhandelingen
over het asiel-en migratiepact. Het is nog de vraag wat het Portugese voorzitterschap
het komende halfjaar kan bereiken op dit onderwerp, tot nu toe lijkt het overleg in
een impasse beland. Het is van belang voor zowel de Europese grenslanden als de mensen
die asiel zoeken in de Europese Unie dat er snel een solidair pact wordt gesloten.
Bent u van plan Portugal te helpen tijdens de onderhandelingen met de Oost-Europese
lidstaten? Wanneer is er volgens u een akkoord bereikt waar u niet mee in zou willen
stemmen? Welke aanpassingen in het asiel- en migratiepact zijn voor u acceptabel?
Kunt u bijvoorbeeld instemmen met een pact zonder solidariteitsclausule?
De leden van de SP-fractie willen bij u benadrukken dat een asiel- en migratiepact
zonder solidariteitsregeling niet de inzet van Nederland zou moeten zijn. De leden
van de SP-fractie denken dat alleen een Europees pact inclusief opvang en/of het helpen
bij terugkeer een passende oplossing kan bieden voor de migratiecrisis die zich nog
steeds bij de Europese grenzen afspeelt.
Moriadeal
De leden van de SP-fractie willen ook gebruikmaken van dit schriftelijk overleg om
een aantal vragen te stellen over de uitvoering van de Moriadeal. Na publicatie van
een artikel in het NRC afgelopen maandag 18 januari bleek dat ondertussen 50 amv’s
naar Nederland gehaald zullen worden, waarvan 2 uit het kamp Moria. Opnieuw bleek
dat het voor u moeilijk was om amv’s te vinden die voldoen aan de door u gestelde
eisen. Waarom heeft u er niet gekozen om de door veel organisaties als onmogelijk
en onrealistisch geziene eisen aan te passen zodat meer amv’s uit Moria zouden voldoen
aan de eisen? Hoe voldoet dit aan de intentie van de Moriadeal die in de coalitie
is afgesproken? Welk overleg heeft er met de oude coalitiepartijen plaatsgevonden
om deze afwijking van de deal te realiseren? Welke hulp heeft de Europese Commissie
geboden voor het vinden van amv’s die aan de Nederlandse eisen voldoen? Wat heeft
de Europese Commissie aangeraden toen bleek dat er maar weinig amv’s voldoen aan de
Nederlandse eisen? Is er contact geweest met andere lidstaten van de Europese Unie
om advies in te winnen hoe er wel hulp kon worden geboden aan amv’s uit kamp Moria?
Ondertussen bereiken deze leden ook berichten over ondergelopen tenten uit het besneeuwde
kamp Kara Tepe. Deelt u de mening dat de huidige situatie in dit kamp onmenselijk
en onacceptabel is?
7. Vragen en opmerkingen vanuit de christenUnie-fractie
Algemeen
De leden van de fractie van de ChristenUnie in de Tweede Kamer hebben kennisgenomen
van de stukken behorende tot de agenda van het schriftelijk overleg over de informele
Raad JBZ.
Griekse eilanden
Ten aanzien van de situatie op de Griekse eilanden zijn deze leden van mening dat
de leefomstandigheden en de veiligheid al deze winter substantieel verbeterd moeten
worden, gezien de aanhoudende wind, regen en mogelijk sneeuw en de veiligheidsincidenten
die er plaats vinden, met als dieptepunt de (vermoedelijke) verkrachting van een driejarig
Afghaans meisje.
De Minister voor ontwikkelingssamenwerking heeft eerder een bescheiden financiële
bijdrage toegezegd van 1,7 miljoen (2020) en 750.000 euro (januari 2021) om de hulpverlening
te verbeteren op de Griekse eilanden. U stelt zelf in uw brief van 19 januari 2021
vast dat de opvangfaciliteiten voor vluchtelingen op met name Lesbos maar ook op Samos
en Chios, nog altijd ontoereikend en schrijnend zijn en aanleiding geven tot zorgen.
Substantiële verbeteringen op Lesbos en Chios zijn bovendien pas voorzien zijn in
respectievelijk september en december 2021. Bepaalde elementaire voorzieningen als
warm water zijn er nog steeds niet in het nieuwe kamp. Wanneer zal er wel warm water
zijn? Bent u bereid met uw collega’s bij de task force van de Europese Unie aan te
dringen op meer spoed?
De leden van de ChristenUniefractie vragen of het met al het geld dat aan Griekenland
is toegewezen voor hulp bij de opvang van vluchtelingen en wat afgelopen jaar ook
nog extra is toegezegd, echt niet mogelijk is een degelijk kamp met wooncontainers
in plaats van tenten neer te zetten. Kunt u aangeven op welke termijn er voldoende
wooncontainers geplaatst zullen zijn? Is geld hierbij het probleem? Zo niet, wat is
het dan? Deze leden vragen of een deel van de toegezegde hulp of aanvullende hulp
voor de situatie op de Griekse eilanden nu al naar de al aanwezige Nederlandse NGOs
kan gaan zodat er snel substantiële verbetering kan komen in de leefomstandigheden
van de vluchtelingen op Lesbos.
Deze leden hebben verder kennisgenomen van een uitgebreid onderzoek in de NRC van
zaterdag 23 januari naar de uitzettingen naar Soedan. Zij vragen hoe u de eerder gegeven
antwoorden op schriftelijke vragen hierover weet te rijmen met de uitkomsten van dit
onderzoek. Bent u van mening dat u voldoende zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar
deze uitzettingen?
8. Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie
Geannoteerde Agenda informele JBZ-Raad van 28–29 januari 2021
1. Hernieuwd Europees beleid voor Migratie en Asiel – de weg voorwaarts
De leden van de SGP-fractie zijn geïnteresseerd in de huidige stand van zaken ten
aanzien van de onderhandelingen voor het Europese migratie- en asielpact. Kunt u aangeven
wat de stand van zaken is op dit punt? Hoe beoordeelt u dit, mede gelet op de inzet
van de Nederlandse regering? Hoe zet u daarbij in op opvang en de mogelijkheden van
het aanvragen van asiel in de regio en het versterken van alternatieve, legale routes
door middel van samenwerking met derde landen? Deelt u de mening dat dit essentiële
onderdelen zijn van een nieuw vast te stellen migratie- en asielpact?
De leden van de SGP-fractie vragen welke concrete stappen u nu gaat zetten ten aanzien
van de terugkeerregeling, nu gebleken is dat een ruime meerderheid van de lidstaten
zich committeert aan terugkeer. Kunt u toezeggen dat u geen genoegen zult nemen met
een migratiepact zonder dat er een bindende en dwingende terugkeerregeling komt? Wanneer
is in uw ogen de terugkeer van migranten voldoende geborgd?
De leden van de SGP-fractie lezen dat uw inzet is dat gedwongen terugkeer tot de mogelijkheden
moet behoren, ook als stok achter de deur om de keuze voor vrijwillige terugkeer te
bevorderen. U dringt aan op betere terugkeersamenwerking met herkomstlanden als onderdeel
van de partnerschappen benadering. De eerste gesprekken tussen de Europese Commissie
en een aantal belangrijke herkomstlanden over terugkeersamenwerking hebben inmiddels
plaatsgevonden. Wat hebben deze gesprekken opgeleverd, en brengen deze gesprekken
ook uiteindelijk de mogelijkheden van de gedwongen terugkeer dichterbij? Welke rol
kan de EU-visumcode hierin vervullen?
2. Schengen gebied – stand van zaken en blik op de toekomst
De leden van de SGP-fractie vinden dat de lijst van veilige landen moet worden uitgebreid,
zodat uitzetting naar deze landen versneld kan gebeuren. Alle Schengen-lidstaten zouden
dezelfde lijst van veilige landen moeten hanteren. Bent u bereid zich hiervoor bij
uw Europese collega’s in te zetten? Zo nee, waarom niet?
Griekse eilanden
De leden van de SGP-fractie vragen u in te gaan op de situatie in de vluchtelingenkampen
op de Griekse eilanden. Vindt u niet met deze leden dat aan de erbarmelijke omstandigheden
van de vluchtelingen in deze kampen een einde moet komen? Kunt u aangeven of en hoe
u zich in EU-verband inspant om deze situatie zo spoedig mogelijk te verbeteren? Vindt
u nu nog niet dat het tijd is voor een speciale civiel-militaire noodoperatie onder
leiding van Frontex, gezien de nog altijd erbarmelijke omstandigheden van de asielzoekers
in deze kampen? Bent u bereid zich hier bij uw Europese collega’s voor in te zetten?
Nieuw akkoord tussen EU en Afghanistan over terugkeer
De leden van de SGP-fractie constateren dat een akkoord met Afghanistan over de terugkeer
van uitgeprocedeerde Afghanen in de maak is. Bent u voornemens in te stemmen met de
nieuwe Europese terugkeerafspraken met Afghanistan? Kunt u aangeven hoe het nieuwe
beleid inzake families en zieken verschilt ten opzichte van het oude beleid? In hoeverre
wil Nederland gebruik gaan maken van het nieuwe EU-Afghanistan akkoord om uitgeprocedeerde
Afghanen uit te zetten? Hoeveel Afghanen zijn vanuit Nederland uitgezet onder het
oude akkoord, en wat is de verwachting hiervan onder het nieuwe akkoord?
Inleiding
Hierbij bied ik u een afschrift van de beantwoording van de vragen van vaste commissie
voor Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer die zijn gesteld in het kader van
de informele JBZ-Raad van 28–29 januari 2021 per videoconferentie. De vragen betreffen
het asiel- en migratiedeel van de Geannoteerde Agenda (Kamerstuk 32 317, nr. 669).
De toekomst van Schengen
In de Geannoteerde Agenda die ter voorbereiding op de informele JBZ-Raad met uw Kamer
is gedeeld, is uw Kamer geïnformeerd over de werksessie over de toekomst van Schengen.
Echter is deze insteek, met de recent verschenen discussiepapers van het voorzitterschap,
gewijzigd. De bespreking zal nu zien op maatregelen inzake reisbewegingen ten gevolge
van COVID-19. Op 15 januari jl. Heeft de Minister van Justitie en Veiligheid opgeroepen
tot meer coördinatie van nationale reismaatregelen en dit onderwerp te bespreken op
de JBZ-raad. Ook andere lidstaten waaronder Duitsland hebben in de Raad Algemene Zaken
en in de informele Europese Raad van 21 januari, en in een brief ondertekend door
de Europese transportministers het belang van meer coördinatie onderstreept bij het
Portugese voorzitterschap en de Commissie.
Zoals aangegeven bij brief van 20 januari1 zet het kabinet ten aanzien van het testregime en inreisbeperkingen, mede op verzoek
van uw Kamer, zoveel mogelijk in op de samenwerking en afstemming met de omringende
landen en andere EU-lidstaten. Een zoveel mogelijk gecoördineerde aanpak in EU verband
is te prefereren is boven sterk uiteenlopend beleid als het aankomt op het bestrijden
van de negatieve gevolgen van reizen in reactie op de COVID-19-pandemie.
De Commissie heeft op 25 januari jl. twee conceptvoorstellen voorgesteld tot herziening
van Raadsaanbeveling 2020/912 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen
naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking en de herziening van Raadsaanbeveling
2020/1475 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer
in reactie op de COVID-19-pandemie. Een inhoudelijke bespreking van de herziening
van de Raadsaanbevelingen zal plaatsvinden tijdens de Coreper van woensdag 27 januari
jl. met het oog op een spoedige afronding.
In de JBZ-Raad zal het kabinet aangeven er voorstander van te zijn nationale reis-
en transportmaatregelen tegen virusmutaties op Europees niveau gecoördineerd aan te
pakken. Het kabinet zal de Commissievoorstellen voor aanpassing van Raadsaanbevelingen
2020/912 en 2020/1475 die op 25 januari jl. zijn uitgekomen verwelkomen en streven
naar goede aansluiting bij het Nederlands beleid. Uw Kamer wordt op korte termijn
nader geïnformeerd over de voorstellen van de Commissie.
II Reactie van de bewindspersoon
1. Hernieuwd Europees beleid voor Migratie en Asiel – de weg voorwaarts
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Geannoteerde
agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, van
28–29 januari 2021. Deze leden constateren dat het nog wachten is op een discussiestuk
van het Portugese voorzitterschap over de voortzetting van de discussie, nadat onder
Duits voorzitterschap nog niet tot een voortgangsrapportage kon worden gekomen. Hoewel
deze leden eveneens van mening zijn dat het commissievoorstel een goed startpunt voor
de discussie is, vinden zij het teleurstellend dat er nog geen noemswaardige stappen
konden worden gezet. Het belang van een strenge buitengrensprocedure met zorgvuldige
screening en een sterk verbeterde terugkeerrichtlijn blijft onverminderd hoog.
De leden van de VVD-fractie zijn positief over de eerste voorzichtige opmerkingen
dat de Zuid-Europese lidstaten er niet meer per se op gebrand zijn dat solidariteit
altijd herverdeling zou moeten inhouden. Deze leden benadrukken daarom nogmaals dat
een financiële, logistieke of personele bijdrage aan grensbewaking ook onder solidariteit
valt en dat dergelijke ondersteuning Nederlandse prioriteit zou moeten genieten. De
leden vragen hoe u aankijkt tegen de keuze van het voorzitterschap om de prioriteit
te leggen bij het onderhandelen over solidariteit? Bent u het met de leden van de
VVD-fractie eens dat het vermoedelijk eenvoudiger is een overeenkomst te bereiken
op een strenge buitengrensprocedure en kunt u zich ervoor inspannen dat de onderhandelingen
hierover in de tussentijd niet stil komen te liggen? Wat is ondertussen de stand van
zaken over de herziening van de terugkeerrichtlijn, met name op de onderdelen vreemdelingenbewaring
en het vastzetten bij het risico op onttrekken aan toezicht?
Het is duidelijk dat de verplichtende eisen die een groep lidstaten in het kader van
het solidariteitsvraagstuk stelt voor een andere groep lidstaten te ver gaan. De verschillende
discussies hierover in de vorige JBZ-raden maakten duidelijk dat zich hiervoor nog
geen overeenstemming aftekent. Dat het Portugese Voorzitterschap deze discussie probeert
voort te zetten, ligt wat het kabinet betreft dan ook voor de hand. Daaruit blijkt
niet dat eerst sprake zou moeten zijn van overeenstemming over het solidariteitsvraagstuk.
Integendeel, het op technisch niveau uitwerken van de ontwerpregelgeving van een verplichte
screening- en grensprocedure gaat onverminderd door, ook in het kader over de versterking
van Schengen. Het kabinet acht het nog steeds van belang dat prioriteit wordt gegeven
aan een efficiënter Europees migratie- en asiel managementsysteem en dat daarnaast
wordt gekeken naar vraagstukken omtrent solidariteit, ter ontlasting van de lidstaten
die in een nieuw Europees migratie- en asiel managementsysteem een verantwoordelijkheid
gaan dragen.2
Ten aanzien van de herziening van de Terugkeerrichtlijn merkt het kabinet op dat het
primair aan het Europees Parlement is om een standpunt in te nemen waarop de triloog
kan worden gestart.
De leden van de VVD-fractie kijken daarnaast met zorg naar de ontwikkeling van het
aantal bootmigranten wat aankomt op de Canarische eilanden. Uit welke landen komen
deze migranten? Welke stappen zetten betrokken lidstaten om de instroom te beperken?
Is er contact met landen van herkomst over de aanpak van de migratiestromen en de
mogelijkheid tot terugkeer?
In 2020 was het totale aantal aankomsten in Spanje bijna 42.000, waarvan meer dan
23.000 aankomsten op de Canarische Eilanden. Het aantal aankomsten op de Canarische
Eilanden was hiermee bijna 9 keer zo hoog als in 2019. Deze grote stijging is met
name zichtbaar in het aantal personen dat vanuit Mauritanië, Senegal en Marokko aankomt
op de eilanden. De belangrijkste landen van herkomst van migranten (zowel aankomsten
per land als per zee) in Spanje in 2020 betroffen Algerije, Marokko, Guinea, Mali,
Ivoorkust, Senegal, Bangladesh, Gambia en de Comoren.
Spanje heeft bilaterale terug- en overnameovereenkomsten met o.a. Mauritanië, Senegal
en Marokko. Dit zijn bredere samenwerkingsverbanden, waarvan migratie een onderdeel
is. In de afgelopen periode zijn veel van deze overeenkomsten, vanwege de COVID-maatregelen
waarbij o.a. de grenzen werden gesloten, onuitvoerbaar geworden. De Minister van Binnenlandse
Zaken en andere leden van het Spaanse kabinet reizen regelmatig naar landen in de
regio om deze samenwerking te doen hervatten. Daarin wordt Spanje ook actief ondersteund
door de Europese Commissie. Zo heeft Commissaris Johansson eind 2020 Marokko bezocht
en is uitgebreid gesproken over de migratiesamenwerking waaronder terugkeer, tussen
de EU en Marokko.3 Ook wordt de operationele samenwerking tussen Spanje en de landen in kwestie verder
versterkt. Het gaat hierbij om extra inzet van mensen en materiaal ten behoeve van
versterking van de grensbewaking.
Tot slot vragen de leden zich op dit punt af waarom is gekozen voor een kwantitatieve
terugkeerafspraak van 500 afgewezen Afghaanse asielzoekers per maand in plaats van
de afspraak dat alle afgewezen Afghaanse asielzoekers moeten worden teruggenomen.
Hoeveel Afghaanse asielzoekers komen er per maand aan in Europa? Hoeveel bevinden
zich op dit moment in de EU en Nederland? Wat is het afwijzingspercentage voor Afghanen
en wat betekent het aantal van 500 per maand voor de terugkeer van alle afgewezenen?
Het kabinet gaat ervan uit dat de leden van de VVD-fractie met de verwijzing naar
500 terugkerende vreemdelingen naar Afghanistan doelen op de Joint Declaration on Migration Cooperation between Afghanistan and the EU. Daarin is opgenomen dat op verzoek van de Afghaanse zijde, en in lijn met de staande
praktijk, een maximum van 50 terugkeerders per onaangekondigde terugkeervlucht wordt
aangehouden, met een plafond van 500 per maand. In overleg kan dit worden aangepast,
zo luidt de tekst.
Nederland verwelkomt de nieuwe afspraken en de dialoog tussen Afghanistan en de EU.
Voor Nederland vormt het bestaande MoU tussen Nederland en Afghanistan het raamwerk
voor de terugkeer, en dit zal niet veranderen met de nieuwe afspraken. Toelating wordt
uiteraard vooral bepaald door het nationale beleid en de beoordeling door Nederland
van de situatie in Afghanistan en de veiligheid in het individuele geval. Er wordt
niet verwacht dat de Europese afspraken tot significante veranderingen in de Nederlandse
praktijk zullen leiden, gezien het voorgaande. Gegeven de korte termijn voor de beantwoording,
kan helaas niet worden ingegaan op de cijfermatige vragen.
2. Schengengebied – stand van zaken en blik op de toekomst
De leden van de VVD-fractie hechten grote waarde aan een discussie over de toekomstige
ontwikkelingen van het Schengengebied. Schengen biedt Nederland grote kansen op de
interne markt. Maar tegelijkertijd zorgt het er ook voor dat de grip op migratie en
het belang van veiligheid binnen het Schengengebied alleen gerealiseerd kan worden
met een gezamenlijke inspanning om de buitengrenzen te bewaken. Deze leden lezen met
grote belangstelling dat Frankrijk zich inspant voor de uitbreiding van Frontex met
opsporen van terroristen. Hoe kansrijk acht het kabinet dit voorstel? Wat zou dit
betekenen voor de benodigde capaciteit van Frontex? Hoe het staat met de werving en
inzet van de grenswachten voor het standing corps van Frontex en de bijdrage die Nederland hieraan levert(zowel financieel als in Fte’s)?
Nederland beziet het voorstel van Frankrijk binnen de context van het mandaat van
het agentschap. Bij de herziening van de Frontex verordening is dit mandaat ten behoeve
van aanpak van de georganiseerde (migratie)criminaliteit en terrorisme versterkt.
In Frontexoperaties aan de buitengrenzen kunnen relevante opsporingsdatasystemen zoals
het SIS geraadpleegd worden om te na te gaan of personen een gevaar zijn voor de openbare
orde of nationale veiligheid. Daarnaast is er in de debriefing van Frontexoperaties
ook meer aandacht voor signalen van counterterrorisme en zijn hierover werkafspraken
gemaakt met Europol.
Tijdens de Management Board van 20 januari jl. een update gegeven over de voortgang
van de werving en inzet voor het standing corps. Er is aangegeven dat er vertragingen zijn opgelopen met de werving. De inzet is
daarnaast beïnvloed door de omstandigheden in verband met COVID-19. In de Europese
Grens en Kustwacht (EGKW)-verordening is de bijdrage per lidstaat vastgesteld. De
van Nederland gevraagde bijdrage voor 2021 is gereed.
Daarnaast vragen deze leden zich af hoe het staat met de uitvoering van de motie Becker
(Kamerstuk 35 570 VI, nr. 31) die oproept met omringende landen te werken aan een sterker Schengen. Wordt met
gelijkgestemde landen op of om de informele JBZ-raad gesproken over versterking van
het Schengen ter voorkoming van een migratiecrisis, met inbegrip van een mini-Schengen
in tijden van crisis? Wat zijn de eerste reacties daarop nu een structurele Europese
oplossing met een strenge buitengrensprocedure en effectieve terugkeer nog niet nabij
is?
Zoals eerder aangegeven in reactie op de genoemde motie, vindt regelmatig overleg
plaats met buurlanden en gelijkgezinden lidstaten. Zo hebben vertegenwoordigers van
Nederland verschillende overleggen bijgewoond tussen lidstaten die interne grenscontroles
hebben ingevoerd. Doel van deze overleggen is om gezamenlijke standpunten en voorstellen
te ontwikkelen die bijdragen aan de versterking van Schengen. Op dit moment worden
door de Commissie zogenoemde expertbijeenkomsten georganiseerd waar experts van alle
Schengen lidstaten deelnemen om de Commissie van input te voorzien op de Commissie
Strategie voor de Toekomst van Schengen die nog dit kwartaal wordt verwacht.4 Voorafgaand aan deze overleggen vindt eveneens afstemming plaats met gelijkgezinden.
Inzet van alle gesprekspartners is er op gericht om Schengen te versterken om de bestaande
ruimte van vrij verkeer te behouden. Over het algemeen bestaat brede overeenstemming
over de noodzaak om de buitengrenzen te versterken en terugkeer te verbeteren. Over
een verplichte grensprocedure bestaat (nog) geen overeenstemming. Een groep lidstaten
heeft hiertegen uitgesproken bezwaren.
2. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie
Ondanks dat dit een informele JBZ-Raad is willen de leden van de PVV-fractie van de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de toezegging dat, gezien de demissionaire
status van het kabinet, er namens Nederland geen beslissingen worden genomen op het
gebied van asiel- en immigratie in Europees verband.
Tijdens deze informele JBZ-Raad worden per definitie geen besluiten genomen. Het is
– zoals de leden van de PVV-fractie terecht opmerken – tenslotte een informele JBZ-raad
van het Portugese Voorzitterschap. Gelet op de posities die verschillende groepen
lidstaten hebben ingenomen, ligt het overigens niet voor de hand dat op korte termijn
enige besluitvorming over de Commissievoorstellen zal plaatsvinden. Mocht dat onverwacht
wel het geval zijn, zal het kabinet uw Kamer conform de gemaakte informatieafspraken
n.a.v. het door uw Kamer geplaatste behandelvoorbehoud hier zo snel mogelijk over
informeren.
De leden van de PVV-fractie zijn verbaasd dat ondanks de lockdown er nog iedere week
300 tot 400 asielzoekers naar Nederland komen. Deze leden vragen de Staatssecretaris
of asielzoekers ook een negatieve coronatest moeten overleggen om Nederland binnen
te komen? Zo nee, waarom niet?
Voor asielzoekers gelden bij inreis in Nederland in principe dezelfde regels als voor
andere reizigers. Dat betekent onder andere dat ook asielzoekers een negatieve PCR-uitslag
moeten kunnen laten zien als zij per vliegtuig, schip, bus of trein uit een hoog-risicogebied
naar Nederland reizen. Voor reizen per ferry en vliegtuig vanuit een hoog-risicogebied
geldt eveneens dat een negatieve sneltest-uitslag moet worden overlegd. Voor de meest
actuele regels en uitzonderingssituaties voor inreis in Nederland verwijs ik naar
de site van de rijksoverheid.
Zoals de Staatssecretaris in haar brief aan uw kamer van 8 januari jl. heeft medegedeeld
is er in het kader van de volksgezondheid op de opvangcentra sprake van een goede
samenwerking tussen GGD, GZA en COA op het gebied van het geven van voorlichting aan
asielzoekers, het testen bij klachten of naar aanleiding van bron- en contactonderzoek,
het isoleren van besmette asielzoekers en het nemen van quarantainemaatregelen voor
asielzoekers die mogelijk in contact zijn geweest met besmette personen.5 Verder werkt de Staatssecretaris momenteel aan de invoering van een covid-19 test
bij aanvang van het asielproces.
Kan de Staatssecretaris uitleggen hoe het mogelijk is dat Nederlanders door middel
van een avondklok in hun eigen huis worden opgesloten, maar dat we al jaren lang horen
dat de Staatssecretaris illegalen, overlastgevers en andere nep-asielzoekers niet
zou kunnen vastzetten?
Met betrekking tot de vraag van de leden van de PVV over de avondklok wijst de regering
erop dat de avondklok op gelijke wijze geldt voor vreemdelingen, daaronder begrepen
de door de PVV genoemde doelgroepen.
De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
om een reactie op de uitspraak van het Europese Hof van Justitie dd. 14 januari 2021,
441/19, TQ, waarin staat dat niet-begeleide minderjarige asielzoeker alleen mogen
worden uitgezet als in het land van terugkeer adequate opvang is. Wat gaat de Staatssecretaris
doen om ervoor te zorgen dat Nederland amv’s kan blijven uitzetten, zo vragen deze
leden voorts.
Het is nu ook al zo dat amv’s alleen mogen worden uitgezet als in het land van terugkeer
sprake is van adequate opvang. In de Hofuitspraak waar de leden van de PVV-fractie
naar verwijzen, stelt het Hof echter dat een lidstaat zich reeds voorafgaand aan het
nemen van een terugkeerbesluit, ervan dient te vergewissen dat adequate opvang beschikbaar
is. In de huidige uitvoeringspraktijk gaat de Dienst Terugkeer en Vertrek eerst na
het nemen van een terugkeerbesluit onderzoeken of er adequate opvang is om terugkeer
te realiseren. De Staatssecretaris is de uitspraak aan het bestuderen en beziet wat
dit betekent voor de inrichting van het terugkeerproces van amv’s. Deze Hofuitspraak
doet niet aan af het beginsel in ons asielsysteem dat iedere vreemdeling wiens asielverzoek
is afgewezen, Nederland dient te verlaten
3. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
geagendeerd voor het schriftelijk overleg over de Informele JBZ-Raad d.d. 28 en 29 januari
2021 (vreemdelingen- en asielbeleid)
De geannoteerde agenda voor de informele JBZ-raad d.d. 28 en 29 januari 2021
De leden van de CDA-fractie begrijpen dat het Portugese voorzitterschap zich eerst
vooral zal richten op het uitwerken van het concept «flexibele, verplichte solidariteit».
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris wat zij vindt van deze strategie?
Verwacht u verdere beweging op dit dossier? Bent u voornemens eventuele beweging van
Nederland op dit dossier te koppelen aan beweging van andere lidstaten op andere dossiers,
zoals bijvoorbeeld het voorstel voor een aangescherpte grensprocedure? Of de ontwikkeling
van grenscentra om daar de grensprocedure te laten plaatsvinden?
Kortheidshalve verwijst de Staatssecretaris naar de beantwoording van een vergelijkbare
vraag van leden van de VVD-fractie. Inzet van het kabinet volgt uit de BNC-fiches
die met uw Kamer zijn gedeeld. Het kabinet steunt de inspanningen om te komen tot
een effectief, realistisch en voorspelbaar solidariteitsmechanisme. Daarbij geldt
wel dat het kabinet van alle lidstaten verwacht dat zij de verantwoordelijkheid nemen
voor goed werkende, effectieve nationale asiel – en migratiestelsels. De verschillende
voorstellen van de Commissie moeten in samenhang met elkaar worden bezien. Gelet op
de stellingen die verschillende groepen lidstaten hebben ingenomen, ligt het overigens
niet voor de hand dat op korte termijn besluitvorming over de Commissievoorstellen
zal plaatsvinden. Mocht dat onverwacht wel het geval zijn, dan zal het kabinet uw
Kamer conform de gemaakte afspraken n.a.v. het door uw Kamer geplaatste behandelvoorbehoud
hier zo snel mogelijk over informeren.
Voorts vragen de leden van de CDA-fractie naar een reactie van de Staatssecretaris
op het (interne) onderzoek naar Frontex wegens vermeende betrokkenheid bij pushbaks
aan de Griekse buitengrens. Wanneer zal dit onderzoek zijn afgerond? Welke consequenties
kunnen er zitten aan een dergelijk onderzoek? Heeft het onderzoek uitsluitend betrekking
op de rol van Frontex, of wordt ook de rol van de Griekse autoriteiten bij de vermeende
pushbacks onderzocht?
De Frontex Management Board heeft de speciale sub-groep Fundamental Rights and Legal and Operational Aspects of Operations verzocht een finaal rapport te presenteren op 26 februari 2021. Het onderzoek ziet
specifiek op de rol van Frontex. De aanbevelingen uit het tussentijdse rapport zijn
na de Management Board meeting van 20 januari jl. openbaar gemaakt6 en de Management Board heeft de Executive Director verzocht om updates en een roadmap
te verstrekken ten behoeve van de voortgang en implementatie. Daarnaast vinden er
ook onderzoeken plaats door OLAF, de EU ombudsman en de Commissie. De (definitieve)
resultaten moeten worden afgewacht voordat de Staatssecretaris uitspraken kan doen
over de uitkomsten en eventuele consequenties hiervan.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris of zij voornemens is in te
stemmen met de nieuwe Europese terugkeerafspraken met Afghanistan? Zijn er grote verschillen
met de thans geldende afspraken? De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris
aan te geven hoe de thans geldende afspraken in de praktijk functioneren, hoeveel
Afghanen worden er middels dit akkoord ieder jaar worden teruggestuurd? Verwacht u
dat de nieuwe afspraken invloed hebben op de staande praktijk?
Nederland verwelkomt de nieuwe afspraken en de dialoog tussen Afghanistan en de EU.
Voor Nederland vormt het bestaande MoU tussen Nederland en Afghanistan het raamwerk
voor de terugkeer, en dit zal niet veranderen met de komst van de nieuwe afspraken.
Toelating wordt uiteraard vooral bepaald door het nationale beleid en de beoordeling
door Nederland van de situatie in Afghanistan en de veiligheid in het individuele
geval. Er wordt niet verwacht dat de Europese afspraken tot significante veranderingen
in de Nederlandse praktijk zal leiden, gezien het voorgaande. Vanwege de korte termijn
voor de beantwoording van deze vragen, konden nu helaas geen cijfers worden verkregen.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris naar de voorbereidingen van
één nationale uitvoeringswet in het kader van de implementatie van diverse verordeningen
op het gebied van grenzen en veiligheid, hoe vordert het met deze voorbereidingen?
Bent u voornemens deze uitvoeringswet nog deze kabinetsperiode bij de Tweede Kamer
aan te bieden?
Het wetsvoorstel ligt sinds begin januari jl. voor advies bij consultatie instanties.
Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat het wetsvoorstel voor de verkiezingen
aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Voortgang Grieks-Nederlandse samenwerkingsverband
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris of het derde opvanghuis voor
AMV’s in Griekenland inmiddels gereed is? Zijn de vrijgekomen plekken in de andere
opvanglocaties inmiddels ook weer gevuld? Kunt u voorts aangeven of de beloofde juridische
ondersteuning voor de kinderen in de opvanghuizen inmiddels tot concrete ondersteuning
heeft geleid? Gaat dit in de toekomst er ook tot leiden dat er geen kinderen meer
weglopen uit de opvanglocaties? Hoe bent u van plan te voorkomen dat er kinderen weglopen
uit de opvanghuizen?
De laatste hand wordt gelegd aan de derde locatie. Deze is begin volgende week gereed
om kinderen te verwelkomen. De Griekse autoriteiten zijn hiervan op de hoogte gesteld.
In de opvanglocatie voor meisjes worden nu 16 kinderen opgevangen, dat is de volledige
bezetting. Naar verwachting worden eind deze week drie jongens overgebracht naar de
tweede opvanglocatie waarmee ook deze weer volledig bezet is. Ten aanzien van de juridische
ondersteuning, verwijst de staatsecretaris u kortheidshalve naar haar laatste brief
van 19 januari jl. Zoals daarin is toegelicht, heeft de ondersteuning onder andere
geleid tot de gezinshereniging van een minderjarig meisje en lopen er voor nog eens
vijf meisjes vergelijkbare procedures. In de lopende herplaatsingsprocedures van meerdere
jongens is nog geen uitsluitsel.
Helaas is het weglopen van kinderen uit dergelijke open opvanglocaties niet uniek
voor Griekenland. Dat gebeurt, zoals uw Kamer bekend, helaas ook in Nederland. Alle
bijdit programma betrokken partners doen er alles aan om te voorkomen dat dit gebeurt.
Zo worden er voortdurend gesprekken gevoerd met de bewoners, individueel en collectief,
waarin de risico's van zelfstandig doorreizen worden besproken, wordt er gecheckt
op eventuele signalen, en krijgt elke bewoner de al eerder genoemde juridische begeleiding.
Desondanks blijft de kans bestaan dat bewoners vrijwillig besluiten om zelfstandig
door te reizen.
De leden van de CDA-fractie zijn verheugd te lezen dat een groot deel van de kwetsbare
personen die in het kader van herplaatsing van Griekenland naar Nederland zijn gehaald,
inmiddels in Nederlandse gemeenten zijn gehuisvest. Tegelijkertijd zitten er in Nederlandse
COA-locaties veel statushouders te wachten op huisvesting. Kan de Staatssecretaris
aangeven hoeveel statushouders wachten op huisvesting? Hoeveel minderjarigen met een
status zitten er momenteel in de opvang in NL? Neemt dit aantal toe of af?
Op peildatum 26 januari verbleven er ca. 8.900 vergunninghouders in de COA-opvang,
waarvan 2.400 minderjarige vergunninghouders (inclusief amv´s). Minderjarige vergunninghouders
die worden opgevangen onder verantwoordelijkheid van Nidos zijn, vanwege de beperkte
tijd die beschikbaar was om deze vragen te beantwoorden, niet meegenomen. Het aandeel
vergunninghouders op de totale bezetting van het COA neemt toe en bedraagt op dit
moment meer dan 30 procent.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de situatie in de kampen op de Griekse
eilanden uitermate zorgelijk is. De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat het
in de waarde gemeenschap van Europa toch niet zo kan zijn dat mensen onder dergelijke
omstandigheden worden opgevangen. Kunt u, in samenwerking met andere EU-landen, bezien
wat ervoor nodig is om de situatie daar snel te verbeter en actie te ondernemen? Bent
u bereid de Kamer te informeren over de uitkomst hiervan?
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld is recentelijk een Taskforce van de Europese Commissie
operationeel geworden in Griekenland ten behoeve van het doorvoeren van structurele
verbeteringen op het gebied van asiel, terugkeer, opvang en integratie. De Taskforce
zal met name toezien op de realisatie van een nieuwe opvanglocatie op Lesbos en de
overige vier hotspoteilanden. Daarvoor zijn reeds substantiële stappen gezet. Kortheidshalve
verwijst de Staatssecretaris uw Kamer voor verdere informatie naar haar recente brief
van 19 januari jl.7
4. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben de geannoteerde agenda gelezen en hebben daarover
nog enkele vragen.
Voorzitterschap Portugal en voortgang migratiepact
De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat er tijdens de laatste JBZ-raad
in december 2020 geconcludeerd is dat er overeenstemming bestaat tussen de lidstaten
dat ze zich alleen zullen inzetten op hervorming van regelgeving inzake kenniswerkers,
en nauwelijks op andere initiatieven wat betreft legale migratie. Deze leden zijn
echter wel te spreken over de inzet van het Portugese voorzitterschap, die juist stelt
dat legale migratie een nadrukkelijk onderdeel is van de Europese aanpak om de uitdagingen
op het gebied van migratie aan te gaan. Hoe beoordeelt de regering deze inzet, en
in bredere zin de inzet van het Portugese voorzitterschap wat betreft het migratiepact?
Is de regering het met D66 en het Portugese voorzitterschap eens dat legale migratie
inderdaad een essentieel onderdeel moet zijn van het Europese migratiebeleid? Is zij
bereid de inzet van dit voorzitterschap op dit punt te steunen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
In lijn met de integrale migratieagenda van dit kabinet onderstreept het kabinet de
notie dat legale migratie onderdeel moet zijn van een integrale, alomvattende aanpak.
Ten aanzien van de kabinetsinzet op het gebied van legale migratie, verwijst het kabinet
kortheidshalve naar de appreciatie van de overkoepelende Commissiemededeling van 23 september
2020 en de daarin toegelichte kabinetsinzet.8
De leden van de D66-fractie constateren dat UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van
de VN, positief is over het Europese migratiepact. Kan de regering een reactie geven
op de aanbevelingen die UNHCR doet met betrekking tot het pact en het bredere Europese
migratiebeleid? Bent u het met D66 en UNHCR eens dat de EU meer moet inzetten op nood-
en ontwikkelingshulp aan landen die nu veel vluchtelingen opvangen, en ook meer moet
inzetten op legale migratieroutes zoals hervestiging? Kun u uw antwoord toelichten?
Het kabinet heeft kennis genomen van de aanbevelingen van UNHCR. Gelet op de zeer
beperkte tijd die beschikbaar is voor de beantwoording van deze vragen, kan het kabinet
geen reactie geven op alle aanbevelingen. Specifiek ten aanzien van de inzet van nood-
en ontwikkelingshulp aan landen die grootschalige vluchtelingengroepen opvangen, verwijst
het kabinet kortheidshalve naar het regeerakkoord, de integrale migratieagenda en
de inspanningen van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
om daaraan uitvoering te geven. Daaruit moge blijken dat het kabinet dit belang onderstreept.
Over de inzet op hervestiging en het bieden van andere legale alternatieve routes,
verwijst het kabinet naar het BNC-fiche inzake de overkoepelende Commissiemededeling
van 23 september 2020.9
Schengen
De leden van de D66-fractie zijn kritisch op de discussie over de hervorming van Schengen,
en dan met name vanwege het feit dat de huidige problematiek rondom Schengen enkel
vanuit een veiligheidsperspectief lijkt te worden bekeken. Is de regering het eens
met D66 dat in het belang van het hele Schengengebied het belangrijk is dat de discussie
verbreed wordt in plaats van enkel toegespitst op de veiligheidsdimensie, en dat de
open binnengrenzen een groot goed zijn binnen de EU en dus ten allen tijde verdedigd
moeten blijven worden?
Het kabinet onderschrijft de waarde van de interne markt. Het versterken van Schengen
zou deze juist moeten waarborgen. In de discussie over de hervorming van Schengen
wordt over meerdere onderwerpen gesproken, het kabinet bekijkt dit zeker niet alleen
als veiligheidsvraagstuk. Het gaat ook om de mogelijke maatregelen en gevolgen voor
de interne markt en de gevolgen van secundaire migratie voor de vreemdelingen/migratieketen
in de Schengenlidstaten. Daarnaast is, gelet op de covid-19 pandemie in de lidstaten,
het gezondsheidsvraagstuk een belangrijk onderwerp in de discussie over hervorming
van Schengen.
Frontex
De leden van de D66-fractie blijven zorgen houden over de afwikkeling van de problematiek
bij Frontex. Wat heeft de regering namens Nederland gedaan om de feiten op tafel te
krijgen over de vermeende pushbacks en de nasleep daarvan, sinds het Vragenuur van
12 januari 2021? Wat is de inzet van de regering bij de werkgroep die is ingesteld
om advies uit te brengen over de manier waarop beter verzekerd kan worden dat Frontex
operaties uitvoert in lijn met mensenrechten? Is de regering het met D66 eens dat
hier forse verbeteringen nodig zijn? Zo ja, aan welke verbeteringen denkt u? Zo nee,
waarom niet?
De speciale sub-groep Fundamental Rights and Legal and Operational Aspects of Operations is opgericht om o.a. de berichten rondom pushbacks te onderzoeken. Een samenvatting van het tussentijds rapport is gepresenteerd tijdens
de Management Board raad van 20 januari, en daarna gepubliceerd.10 Een van de conclusies is dat er nog informatie ontbreekt t.a.v. vijf incidenten.
De Management Board heeft erop aangedrongen om nog nader onderzoek te verrichten over
deze incidenten. In de Frontex Management Board zijn zowel Europese lidstaten als
de Europese Commissie vertegenwoordigd. De leden hebben een controlerende rol ten
aanzien van de uitvoering van het mandaat van Frontex. Nederland heeft tijdens de
Frontex Management Board eerder al benadrukt dat een serieus onderzoek noodzakelijk
is. De Staatssecretaris kan niet vooruitlopen op de lopende onderzoeken.
Buitengrenzen
De situatie aan de buitengrenzen van Europa blijft de leden van de D66-fractie zorgen
baren, of ze nu kijken naar de situatie op de Griekse eilanden, de Kroatisch-Bosnische
grens of de Canarische eilanden. Overal bevinden zich migranten in benarde situaties,
met vaak gebrek aan voedsel, medische hulp en andere noodzakelijkheden. De COVID-19
pandemie maakt hen extra kwetsbaar. In hoeverre wordt er op Europees niveau in bredere
zin gekeken naar deze problematiek aan de buitengrenzen en wat is uw inzet, samen
met uw Europese collega’s, om deze situaties te verbeteren? Welke concrete acties
heeft de regering al ondernomen om de problematiek te verminderen en op te lossen?
Het kabinet sluit zich bij uw Kamer dat de situatie op de Griekse eilanden, Kroatische-Bosnische
grens en de Canarische eilanden zorgelijk zijn, mede in het licht van covid-19. Het
is en blijft in beginsel de verantwoordelijkheid van een (kandidaat) lidstaat om een
adequate de asielprocedures en opvangomstandigheden te realiseren. De EU en EU lidstaten
ondersteunen de land om de nodige verbeteringen door te voeren en de opvangomstandigheden
te verbeteren.
Momenteel vinden de onderhandelingen plaats met betrekking tot de nieuwe asiel- en
migratievoorstellen van de Europese Commissie. Deze nieuwe voorstellen zien ook op
het verbeteren van de situatie aan de EU buitengrenzen. Het kabinet is voorstander
van een grensprocedure aan de EU buitengrenzen, waarbij snel een onderscheid wordt
gemaakt tussen kansarme en kansrijke asielaanvragen van migranten. Door een effectieve
grensprocedure wordt de druk aan de EU buitengrenzen, zoals de Griekse of Canarische
eilanden, verlicht.
Daarnaast worden momenteel stappen ondernomen om de omstandigheden structureel te
verbeteren. Zo heeft de Europese Commissie een Taskforce opgericht die toeziet op
het verbeteren van de migratiesituatie op de Griekse eilanden, met name door verbetering
van de asiel- en terugkeerprocedures en de opvangomstandigheden. In dit licht worden
op de vijf Griekse hotspoteilanden nieuwe faciliteiten gerealiseerd. Over de voortgang
hieromtrent is uw Kamer recent geïnformeerd.11 Ook met betrekking tot de situatie op de Canarische eilanden worden in EU en bilateraal
verband stappen ondernomen. De Europese Commissie heeft 43 miljoen Euro toegezegd
om de opvang op de Canarische eilanden te verbeteren. Streven is om eind januari a.s.
in totaal zes locaties op Gran Canaria en twee opvanglocaties op Tenerife gereed te
hebben. Op Gran Canaria zijn deze reeds in gebruik genomen. Daarnaast is EASO een
operating plan overeengekomen met Spanje om de autoriteiten verder te ondersteunen in het doorvoeren
van verbeteringen in de opvang. Recent heeft een needs assessment plaatsgevonden m.b.t. de opvang op Gran Canaria, waarbij ook een Nederlandse expert
is aangesloten. Tot slot heeft de Europese Commissie recent 3,5 miljoen Euro extra
toegezegd aan Bosnië-Herzegovina, wat de totale steun op meer dan 88 miljoen Euro
brengt. Met deze EU steun zijn onder andere vijf opvanglocaties gefinancierd, waarvan
nota bene het opvangkamp Bira niet wordt gebruikt. De EU roept de autoriteiten van
Bosnië-Herzegovina op om volledige verantwoordelijkheid te nemen, urgente actie te
ondernemen en te doen wat nodig is om de situatie te verbeteren.
Uitspraak Europese hof inzake alleenstaande minderjarige vreemdelingen
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de uitspraak van het Europese
hof waarin wordt geconcludeerd dat het Nederlandse beleid wat betreft de terugkeer
van alleenstaande minderjarige vreemdelingen van 15 jaar en ouder niet aan het EU-recht
voldoet. Wat is de reactie van de regering op deze uitspraak? Hoe gaat de regering
het beleid aanpassen om te voldoen aan deze uitspraak? Deze leden ragen voorts aan
de regering om hoeveel zaken het ongeveer gaat waarbij niet in lijn met Europese regelgeving
is gehandeld, en wat de voornaamste herkomstlanden zijn van de vreemdelingen die het
betreft? In hoeveel procent van deze zaken is de betrokkenen ook daadwerkelijk uitgezet
na aanvang van het 18de levensjaar? Kan de regering toezeggen dat er voor alleenstaande
minderjarige vreemdelingen van 15 tot en met 17 jaar oud die zich nu en in de toekomst
in Nederland bevinden, voortaan wel onderzoek wordt gedaan naar de beschikbaarheid
van adequate opvang in landen van herkomst voordat een terugkeerbesluit genomen wordt?
Zo nee, waarom niet?
In de uitspraak stelt het Hof dat een lidstaat zich reeds voorafgaand aan het nemen
van een terugkeerbesluit, ervan dient te vergewissen dat adequate opvang beschikbaar
is. In de huidige uitvoeringspraktijk gaat de Dienst Terugkeer en Vertrek eerst na
het nemen van een terugkeerbesluit onderzoeken of er adequate opvang is om terugkeer
te realiseren, maar dit wordt niet in het terugkeerbesluit vastgelegd. In beide gevallen
kan er alleen sprake zijn van terugkeer als er adequate opvang is, en dit is de geldende
werkwijze in alle amv-zaken. De Staatssecretaris is de uitspraak aan het bestuderen
en beziet wat de Hofuitspraak betekent voor de inrichting van het terugkeerproces
van amv’s. De uitspraak doet niet aan af het beginsel in ons asielsysteem dat een
vreemdeling wiens asielverzoek is afgewezen, Nederland dient te verlaten.
Gelet op de korte termijnen voor dit schriftelijk overleg, is het niet mogelijk om
de cijfervragen van de leden van D66 te beantwoorden.
5. Vragen en opmerkingen vanuit de Groenlinks-fractie
Griekse eilanden
De leden van de GroenLinks-fractie hebben zich verbaasd over de uitvoering van de
zogenaamde «Moria-deal», waarmee kwetsbare vluchtelingen in kampen in de regio zouden
worden ingeruild met alleenstaande kinderen op de Griekse eilanden. Deze leden lezen
dat slechts twee alleenstaande minderjarigen vanuit Griekenland naar Nederland zijn
gehaald. Deze leden nemen aan dat dat in ieder geval betekent dat weer 98 plaatsen
aan het UNHCR-hervestigingsquotum zullen worden toegevoegd, of dat alsnog 98 alleenstaande
kinderen van de Griekse eilanden worden gehaald. Indien dit niet het geval is, vragen
de leden van de GroenLinks-fractie de Staatssecretaris op te helderen waarom niet.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Staatssecretaris waarom zij geen alleenstaande
minderjarigen tussen de 16 en 18 jaar heeft willen selecteren die afkomstig zijn uit
Afghanistan, omdat deze kinderen niet altijd aanspraak maken op een verblijfsvergunning.
Deze leden vragen aan de Staatssecretaris of zij zich realiseert dat dit direct verband
houdt met haar hardvochtige opstelling inzake het terug willen blijven sturen van
alleenstaande minderjarigen naar Afghanistan, ondanks het totale gebrek aan bescherming
voor alleenstaande kinderen in dat land en de vele risico’s op uitbuiting.
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat de Staatssecretaris de inspanningen
van de regering om het Griekse eiland Lesbos bewoonbaar te maken voor migranten roemt.
De Staatssecretaris geeft aan dat de tenten in het nieuwe kamp «winterklaar» zijn
gemaakt. Deze leden vragen wat hier precies onder te verstaan moet worden. Ook vragen
deze leden of iedereen op Lesbos en de andere Griekse eilanden inmiddels toegang heeft
tot acceptabele vormen van sanitair, voedsel, een droge en warme leefomgeving en noodzakelijke
zorg.
In de brief aan uw Kamer van 10 september 202012 is uw Kamer geïnformeerd over het besluit om Griekenland aan te bieden in totaal
100 asielzoekers op te vangen in Nederland. Hierbij is verder gemeld dat de met deze
herplaatsing gepaard gaande totale aantallen personen – dat wil zeggen inclusief eventuele
nareizende familieleden – in mindering worden gebracht op het hervestigingsquotum.
In het overleg met uw Kamer op diezelfde 10 september13 heeft de Staatssecretaris vervolgens toegezegd dat alleen uit Griekenland herplaatste
personen die in Nederland een asielvergunning krijgen in mindering zullen worden gebracht
op het hervestigingsquotum. Op geen moment is er sprake van geweest dat alleen naar
Nederland herplaatste amv in mindering zouden worden gebracht van het hervestigingsquotum.
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld, heeft het kabinet de voordracht van kwetsbare personen
en amv’s voor herplaatsing ook gekoppeld aan de inschatting dat zij in Nederland in
aanmerking komen voor een asielvergunning. Hiermee moet worden voorkomen dat kinderen
naar Nederland worden gehaald waarvan de kans reëel is dat zij na het doorlopen van
de asielprocedure niet in aanmerking komen voor een asielvergunning en uiteindelijk
moeten terugkeren naar hun herkomstland. Niemand is daarbij gebaat.
In dit verband wijzen de leden van de GroenLinks-fractie naar het landgebonden asielbeleid
Afghanistan. Op 23 november 2020 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een nieuw
ambtsbericht uitgebracht over de veiligheidssituatie in Afghanistan. Dit ambtsbericht
heeft geen aanleiding gegeven om het huidige landgebonden asielbeleid aan te passen.
Gelet op het geldende landgebonden asielbeleid voor Afghanistan en de inwilligingspercentages
van asielaanvragen van personen afkomstig uit Afghanistan is in het algemeen de kans
reëel dat personen met de Afghaanse nationaliteit niet in aanmerking komen voor een
asielvergunning in Nederland. Het kabinet wilde daarom niet het risico lopen om dan
alsnog Afghaanse amv van 16 tot 18 jaar te herplaatsen. In het Algemeen Overleg op
10 september 2020 is met uw Kamer gewisseld dat het moet gaan om personen uit bepaalde
gebieden waarvan we nagenoeg zeker weten dat ze in de Nederlandse asielprocedure een
status kunnen krijgen. De Staatssecretaris heeft beaamd dat dit in beginsel mensen
uit Syrië, Jemen, Eritrea betreft.14 Uiteindelijk zijn het ook voornamelijk Syrische vluchtelingen die naar Nederland
zijn herplaatst.
Specifiek ten aanzien van de situatie op Lesbos, verwijst de Staatssecretaris uw Kamer
naar de recente brief van 19 januari jl. waarin meerder inspanningen van zowel de
Griekse autoriteiten als die van de Europese en internationale organisaties worden
toegelicht. Ook Commissaris Johansson heeft tijdens het plenaire debat van het Europese
Parlement op 19 januari jl. benadrukt dat de situatie op de Griekse eilanden verbeterd
is, maar nog steeds zorgen baart en verder verbeterd moet worden. Sinds de verschrikkelijke
branden in Moria zijn circa 6.000 kwetsbare migranten en vluchtelingen vanaf Lesbos
overgebracht naar het vasteland. De overige migranten en vluchtelingen zijn elders
op het eiland in het nieuwe tijdelijke opvangkamp Mavrovouni ondergebracht. Waar zich
destijds in en rond Moria ongeveer 13.000 bewoners bevonden, is dit aantal in het
nieuwe kamp teruggebracht tot 7.200, een reductie van 45%.
De Griekse autoriteiten hebben zich, samen met de Europese Commissie, de VN en diverse
NGO’s, ingespannen om het nieuwe opvangkamp Mavrovouni op Lesbos beter op te zetten
dan destijds Moria. Ook de hygiënische situatie is beter dan op Moria: de Europese
Commissie en de UNHCR melden dat het kamp over meer wc’s, douches en waterpunten beschikt,
de afwatering – na aanvankelijke problemen – naar behoren functioneert en ook het
afvalmanagement op orde is.
Bovenstaande neemt niet weg dat de omstandigheden in de opvangfaciliteiten op de Griekse
eilanden, waaronder in het nieuwe opvangkamp Mavrovouni, niet aan alle standaarden
voldoen en verdere structurele verbeteringen doorgevoerd dienen te worden, mede gezien
de recente winterse omstandigheden.
Europees Migratiepact
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat er, ook blijkens de geannoteerde
agenda, geen schot zit in de onderhandelingen over het EC- Migratiepact. Deze leden
vragen of de regering deze analyse deelt, en wat zij doet om de onderhandelingen te
versnellen.
Het kabinet stelt samen met de leden van de GroenLinks-fractie vast dat met name t.a.v.
solidariteit en verantwoordelijkheid nog geen oplossing is gevonden. Dat geldt echter
niet voor bepaalde niet-wetgevende onderdelen zoals de partnerschappen met derde landen
en het versterken van de terugkeerinfrastructuur door middel van de terugkeer coördinator.
Binnen de kaders van de BNC-fiches inzake de verschillende voorstellen15, zal het kabinet op constructieve wijze bijdragen aan de lopende discussies. Volgens
het kabinet zou het de discussies ten goede komen wanneer meer gebruik wordt gemaakt
van cijfermatige simulaties opdat er een beter gezamenlijk beeld ontstaat van de mogelijke
werking van de beoogde procedures.
De leden van de GroenLinks-fractie zien een aantal humanitaire noodsituaties aan de
grenzen van Europa die niet kunnen wachten op de uitkomst van de onderhandelingen
over het EC-Migratiepact. Migranten verkeren nog steeds in zeer kwetsbare omstandigheden
op de Griekse eilanden en zitten daar maandenlang in een limbo, migranten blijven
verdrinken op de Middellandse Zee – zoals dit weekend helaas weer voor de kust van
Libië 43 mensen verdronken (https://edition.cnn.com/2021/01/20/europe/43-people-drown-mediterranean…), en ook in Bosnië-Herzegovina leven migranten in erbarmelijke omstandigheden en
zonder basisvoorzieningen in de vrieskou (https://nos.nl/artikel/2364059-migranten-in-bosnische-vrieskou-luiden-d…). De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om,
vooruitlopend op de onderhandelingen over het EC-migratiepact, het initiatief te nemen
tot samenwerking tussen Europese lidstaten om deze humanitaire crises het hoofd te
bieden. Concreet vragen deze leden of de Staatssecretaris namens Nederland het initiatief
wil nemen om te komen tot gemeenschappelijke evacuatie en overname van migranten van
de Griekse eilanden, het gezamenlijk organiseren van adequate voorzieningen in kamp
Lipa in Bosnië-Herzegovina en het inzetten van een marine-taskforce in de Middellandse-Zee
met een breed search & rescue mandaat. Indien de Staatssecretaris hiertoe niet bereid
is, vragen de leden van de GroenLinks-fractie of zij zich realiseert dat inactie op
deze punten een moreel failliet van de EU dichterbij brengt.
Ten aanzien de situatie van migranten en vluchtelingen op de Griekse eilanden verwijst
de Staatssecretaris naar de voorgaande beantwoording van vergelijkbare vragen ne het
bestaande beleid van de Griekse overheid om met steun van de EU kwetsbare personen
van de eilanden te evacueren naar het vasteland. Het kabinet is niet voornemens een
aanvullende bijdrage te doen op het gebied van herplaatsing. Naast de vrijwillige
inzet van het kabinet en die van meerdere andere Europese landen, is een toenemend
mensen vanuit Griekenland herplaats, bovenop het grote aantal asielzoekers dat als
gevolg van secundaire migratie vanuit Griekenland nog altijd andere lidstaten bereikt.
Het moge evenwel duidelijk zijn dat de situatie in Bosnië-Herzegovina zorgwekkend
is. Daarom wordt deze ook nauwlettend gevolgd door de Europese Commissie en wordt
daarover ook met enige regelmaat gesproken in verschillende Raadsformaties. De Europese
Unie biedt Bosnië al jaren steun om de opvang van vluchtelingen en irreguliere migranten
te verbeteren, inclusief asielprocedures. Zo heeft de Europese Commissie recentelijk
3,5 miljoen Euro extra toegezegd, bovenop de gealloceerde 4,5 miljoen Euro in april
2020 en een extra bijdrage in november 2020 aan het IOM van 25 miljoen Euro. Hiermee
komt de EU steun aan Bosnië-Herzegovina meer dan 88 miljoen Euro in totaal. Met deze
EU steun zijn onder andere 5 opvanglocaties gefinancierd, waarvan het opvangkamp Bira
momenteel helaas niet wordt gebruikt. De centrale autoriteiten weigeren een structureel
binnenlands herverdelingsmechanisme op te zetten en bepaalde plaatselijke autoriteiten
weigeren nog langer vluchtelingen op te vangen om de druk op de centrale en andere
plaatselijke autoriteiten op te voeren. De EU roept de autoriteiten van Bosnië-Herzegovina
op om volledige verantwoordelijkheid te nemen, urgente actie te ondernemen en te doen
wat nodig is om de situatie te verbeteren. Ook op de lange termijn. Nederland sluit
zich volledig aan bij deze oproep van de EU en neemt dus geen initiatief tot het gezamenlijk
organiseren van voorzieningen waarvoor Bosnië-Herzegovina verantwoordelijk is en waarvoor
het van de EU ook de middelen uitgereikt heeft gekregen.
Wat betreft de voorgestelde maritieme missie in de Middellandse Zee verwijst het kabinet
naar de lopende Europese maritieme missies zoals EUNAVFOR Med Irini en de verschillende
maritieme Frontexoperaties. Hoewel dat geen specifieke reddingsoperaties op zee zijn,
geldt voor deze missies de internationale plicht om mensenlevens in nood op zee te
redden.
De afgelopen jaren heeft de EU op grootschalige wijze geïnvesteerd in lidstaten en
derde landen, maar ook door middel van missies van de Europese agentschappen om meer
grip te krijgen op de irreguliere migratiestromen naar de EU, smokkel aan te pakken
terugkeer te bevorderen en de situatie van vluchtelingen en kwetsbare (irreguliere)
migranten in verschillende landen te verbeteren. Hoewel er nog altijd sprake is zorgelijke
situaties, blijkt wat het kabinet betreft uit het bovenstaande dan ook dat er geen
sprake is van inactie aan de zijde van de EU of de lidstaten.
6. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de aangedragen stukken voor de
JBZ-raad van 28 en 29 januari. Zij hebben enkele vragen voor de Staatssecretaris.
Migratiepact
De leden van de SP-fractie hopen dat er snel weer beweging komt in de onderhandelingen
over het asiel-en migratiepact. Het is nog de vraag wat het Portugese voorzitterschap
het komende halfjaar kan bereiken op dit onderwerp, tot nu toe lijkt het overleg in
een impasse beland. Het is van belang voor zowel de Europese grenslanden als de mensen
die asiel zoeken in de Europese Unie dat er snel een solidair pact wordt gesloten.
Is de Nederlandse regering van plan om Portugal te helpen tijdens de onderhandelingen
met de Oost-Europese lidstaten? Wanneer is er volgens de Nederlandse regering een
akkoord bereikt waar de Nederlandse regering niet mee in zou willen stemmen? Welke
aanpassingen in het asiel- en migratiepact zijn voor de Nederlandse regering acceptabel?
Zou het kabinet bijvoorbeeld instemmen met een pact zonder solidariteitsclausule?
De leden van de SP-fractie willen bij het kabinet benadrukken dat een asiel- en migratiepact
zonder solidariteitsregeling niet de inzet van Nederland zou moeten zijn. De leden
van de SP-fractie denken dat alleen een Europees pact inclusief opvang en/of het helpen
bij terugkeer een passende oplossing kan bieden voor de migratiecrisis die zich nog
steeds bij de Europese grenzen afspeelt.
Ten aanzien van de inzet van het kabinet wordt kortheidshalve verwezen naar vergelijkbare
vorengaande vragen. Op korte termijn wordt geen besluitvorming verwacht. Wat betreft
de inzet van het kabinet en welke aanpassingen het kabinet graag zou zien, verwijst
het kabinet naar de BNC-fiches over de verschillende voorstellen. 16 Zowel solidariteit als partnerschappen die voor alle partijen gunstig zijn maken
onderdeel uit van de Nederlandse inzet.
Moriadeal
De leden van de SP-fractie willen ook gebruikmaken van dit schriftelijk overleg om
een aantal vragen te stellen over de uitvoering van de Moriadeal. Na publicatie van
een artikel in het NRC afgelopen maandag 18 januari bleek dat ondertussen 50 alleenstaande
minderjarige vluchtelingen naar Nederland gehaald zullen worden, waarvan 2 uit het
kamp Moria. Opnieuw bleek dat het voor de Staatssecretaris moeilijk was om alleenstaande
minderjarige vluchtelingen te vinden die voldoen aan de door de Nederlandse regering
gestelde eisen. Waarom heeft de Staatssecretaris er niet gekozen om de door veel organisaties
als onmogelijk en onrealistisch geziene eisen aan te passen zodat meer alleenstaande
minderjarige vluchtelingen uit Moria zouden voldoen aan de eisen? Hoe voldoet dit
aan de intentie van de Moriadeal die in de coalitie is afgesproken? Welk overleg heeft
er met de oude coalitiepartijen plaatsgevonden om deze afwijking van de deal te realiseren?
Welke hulp heeft de Europese Commissie geboden voor het vinden van alleenstaande minderjarige
vluchtelingen die aan de Nederlandse eisen voldoen? Wat heeft de Europese Commissie
aangeraden toen bleek dat er maar weinig alleenstaande minderjarige vluchtelingen
voldoen aan de Nederlandse eisen? Is er contact geweest met andere lidstaten van de
Europese Unie om advies in te winnen hoe er wel hulp kon worden geboden aan alleenstaande
minderjarige vluchtelingen uit kamp Moria?
Ondertussen bereiken ons ook berichten over ondergelopen tenten uit het besneeuwde
kamp Kara Tepe. Is de Staatssecretaris het met de SP eens dat de huidige situatie
in dit kamp onmenselijk en onacceptabel is?
Over de afwegingen die zijn gemaakt door het kabinet ten aanzien van het herplaatsingsaanbod
heeft veelvuldig overleg met uw Kamer plaatsgevonden. Deze zijn ook toegelicht in
de brief van 19 januari jl. Ten aanzien van de rol van de Europese Commissie merkt
het kabinet op dat de Commissie geen rol speelt in het «vinden» van amv. Het kabinet
wijst er op dat het aan de Griekse autoriteiten is om dossiers van mogelijke herplaastingskandidaten
voor te leggen die aan de eisen voldoen van de lidstaten die hier vrijwillig aan deelnemen.
EASO voert daarbij een beoordeling uit ten aanzien van het belang van het kind. Om
recht te doen aan de wens van uw Kamer om zo snel mogelijk 100 kwetsbare personen
vanuit Griekenland naar Nederland te herplaatsen en doordat het niet mogelijk bleek
om binnen dat gewenste tijdsbestek nieuwe kandidaten voor te dragen, is besloten de
inzet te richten op kwetsbare gezinnen met minderjarige kinderen.
Ten aanzien de huidige situatie op Lesbos verwijst de Staatssecretaris naar de voorgaande
beantwoording van vergelijkbare vragen.
7. Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie
De leden van de fractie van de ChristenUnie in de Tweede Kamer hebben kennis genomen
van de stukken behorende tot de agenda van het schriftelijk overleg over de informele
Raad JBZ.
Ten aanzien van de situatie op de Griekse eilanden zijn deze leden van mening dat
de leefomstandigheden en de veiligheid al deze winter substantieel verbeterd moeten
worden, gezien de aanhoudende wind, regen en mogelijk sneeuw en de veiligheidsincidenten
die er plaats vinden, met als dieptepunte de (vermoedelijke) verkrachting van een
driejarig Afghaans meisje.
De Minister voor ontwikkelingssamenwerking eerder een bescheiden financiele bijdrage
heeft toegezegd van 1,7 miljoen (2020) en 750.000 euro (januari 2021) om de hulpverlening
te verbeteren op de Griekse eilanden. De staatsecretaris stelt zelf in haar brief
van 19 januari 2021 vast dat de opvangfaciliteiten voor vluchtelingen op met name
Lesbos maar ook op Samos en Chios, nog altijd ontoereikend en schrijnend zijn en aanleiding
geven tot zorgen. Substantiële verbeteringen op Lesbos en Chios zijn bovendien pas
voorzien zijn in respectievelijk september en december 2021. Bepaalde elementaire
voorzieningen als warm water zijn er nog steeds niet in het nieuwe kamp. Wanneer zal
er wel warm water zijn? Is de Staatssecretaris bereid om met haar collega’s bij de
task force van de Europese aan te dringen op meer spoed?
De leden van de ChristenUniefractie vragen zich af of het met al het geld dat aan
Griekenland is toegewezen voor hulp bij de opvang van vluchtelingen en wat afgelopen
jaar ook nog extra is toegezegd, echt niet mogelijk is een degelijk kamp met woon
containers in plaats van tenten neer te zetten. Kan de Staatssecretaris aangeven op
welke termijn zullen er voldoende woon containers geplaatst zijn? Is geld hierbij
het probleem? Zo niet, wat is het dan?
Deze leden vragen of een deel van de toegezegde hulp of aanvullende hulp voor de situatie
op de Griekse eilanden nu al naar de al aanwezige Nederlandse NGOs kan gaan zodat
er snel substantiële verbetering kan komen in de leefomstandigheden van de vluchtelingen
op Lesbos.
Kortheidshalve verwijst het kabinet in algemene zin naar de voorgaande beantwoording
van vergelijkbare vragen over de situatie op de eilanden en de toelichting van de
genomen maatregelen om de situatie op Lesbos te verbeteren in de brief van de Staatssecretaris
van 19 januari jl.17 Over de besteding van de bijdragen die door de Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking beschikbaar zijn gesteld aan UNICEF en IRC verwijst het
kabinet kortheidshalve naar de brief van de Minister van 14 januari jl.18 Hoewel het kabinet de suggestie om (tijdelijke) wooncontainers te plaatsen in het
tijdelijke kamp Mavrovouni zou kunnen steunen, zij wel opgemerkt dat een besluit daartoe
alleen door de relevante autoriteiten kan worden genomen. Bovendien is het het kabinet
bekend dat op dit moment verschillende praktische beperkingen dit in de weg staan.
Zo moeten eerst nog meer voorzieningen worden getroffen voor afwatering en elektriciteit.
Daar wordt nu hard aan gewerkt.
Deze leden hebben verder kennis genomen van een uitgebreid onderzoek door NRC in de
krant van zaterdag 23 januari naar de uitzettingen naar Soedan. Zij vragen zich af
hoe de Staatssecretaris de eerder gegeven antwoorden op schriftelijke vragen hierover
weet te rijmen met de uitkomsten van dit onderzoek. Is zij van mening dat zij voldoende
zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar deze uitzettingen?
Zoals u weet kan in een openbare beantwoording niet ingegaan worden op de inhoudelijke
achtergrond van individuele zaken. Bij besluitvorming op de asielaanvraag maakt de
Staatssecretaris gebruik van het algemene ambtsbericht over Sudan en van andere gezaghebbende
bronnen ten aanzien van de situatie in Sudan. Een ambtsbericht wordt opgesteld op
basis van feitelijke en objectieve informatie; daarbij wordt gebruik gemaakt van zowel
openbare bronnen als informatie verkregen uit vertrouwelijke bronnen. Hierbij wordt
informatie zoveel mogelijk geverifieerd door een breed scala aan objectieve bronnen
te gebruiken. Uit de afweging van de beschikbare informatie uit deze bronnen is gebleken
dat de situatie in Sudan in algemene zin veilig genoeg is om tot uitzetting over te
gaan en dat er geen reden is om aan te nemen dat Sudanezen die terugkeren naar hun
land van herkomst enkel om deze reden in de bijzondere aandacht van de Sudanese autoriteiten
staan.
Een asielzoeker wordt niet eerder uitgezet dan nadat diens asielmotieven individueel
zijn beoordeeld. Indien de IND de asielaanvraag heeft afgewezen heeft de vreemdeling
altijd de mogelijkheid om hiertegen rechtsmiddelen (beroep en hoger beroep) in te
stellen. Is de asielaanvraag afgewezen en blijft deze in rechte onaangetast dan is
terugkeer aan de orde. Voorts heeft een vreemdeling bij veranderende omstandigheden
altijd de mogelijkheid om een herhaalde asielaanvraag in te dienen. Met deze zorgvuldige
asielprocedure is er voorafgaand aan terugkeer vastgesteld dat hij/zij geen voorzienbaar
en reëel individueel risico loopt op ernstige schade of vervolging bij terugkeer.
Nederland heeft op dat moment aan al haar verplichtingen voldaan in het kader van
het (internationaal) vreemdelingenrecht. Er is op deze wijze sprake van een zorgvuldig
onderzoek voordat er wordt overgegaan tot uitzetting. In dit kader is het tevens van
belang op te merken dat dat eventuele problemen die een asielzoeker ondervindt na
terugkeer naar het herkomstland, dus niet zonder meer in causaal verband staan met
de asielprocedure in Nederland.
8. Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie
Geannoteerde Agenda informele JBZ-Raad van 28–29 januari 2021
1. Hernieuwd Europees beleid voor Migratie en Asiel – de weg voorwaarts
De leden van de SGP-fractie zijn geïnteresseerd in de huidige stand van zaken ten
aanzien van de onderhandelingen voor het Europese migratie- en asielpact. Kunt u aangeven
wat de stand van zaken op dit punt is? En hoe beoordeelt u dit, mede gelet op de inzet
van de Nederlandse regering? Hoe zet u daarbij in op opvang en de mogelijkheden van
het aanvragen van asiel in de regio en het versterken van alternatieve, legale routes
door middel van samenwerking met derde landen? En bent u het deze leden eens dat dit
essentiële onderdelen zijn van een nieuw vast te stellen migratie- en asielpact?
Kortheidshalve verwijst het kabinet naar het verslag van de JBZ-raad van 14 december
jl. Over de inzet van het kabinet wordt uw Kamer verwezen naar de verschillende BNC-fiches
hierover. Het kunnen indienen van een asielaanvraag in een derde land maakt daar geen
onderdeel van uit. Wat het kabinet betreft biedt hervestiging een veilig en legaal
alternatief.19
De leden van de SGP-fractie vragen de regering welke concrete stappen u nu gaat zetten
ten aanzien van de terugkeerregeling, nu gebleken is dat een ruime meerderheid van
de lidstaten zich committeert aan terugkeer. Kunt u toezeggen dat u geen genoegen
zult nemen met een migratiepact zonder dat er een bindende en dwingende terugkeerregeling
komt? Wanneer is in uw ogen de terugkeer van migranten voldoende geborgd?
Het kabinet zet zich in om blijvend goede terugkeersamenwerking met derde landen te
bewerkstelligen op EU niveau. Het verbeteren van de terugkeerssamenwerking wordt ook
door de Europese Commissie benadrukt. Een belangrijke ambitie uit het Migratiepact
is dat de huidige 24 Europese Terugkeer en Overname Overeenkomsten met derde landen
beter gaan werken in de praktijk. Het kabinet dringt aan op een systematische uitwerking
van deze belangrijke ambitie in EU-verband.
De leden van de SGP-fractie lezen dat inzet van de regering is dat gedwongen terugkeer
tot de mogelijkheden moet behoren, ook als stok achter de deur om de keuze voor vrijwillige
terugkeer te bevorderen. Het kabinet dringt aan op betere terugkeersamenwerking met
herkomstlanden als onderdeel van de partnerschappen benadering. De eerste gesprekken
tussen de Europese Commissie en een aantal belangrijke herkomstlanden over terugkeersamenwerking
hebben inmiddels plaatsgevonden. Wat hebben deze gesprekken opgeleverd, en brengen
deze gesprekken ook uiteindelijk de mogelijkheden van de gedwongen terugkeer dichterbij?
En welke rol kan de EU-visumcode hierin vervullen?
De herziening van de terugkeerrichtlijn hangt samen met, maar maakt geen onderdeel
uit van, het recente pakket voorstellen van de Commissie op het gebied van asiel en
migratie. Ten aanzien van de herziening van de Terugkeerrichtlijn merkt het kabinet
op dat het primair aan het Europees Parlement is om een standpunt in te nemen waarop
de triloog kan worden gestart. Nederland is van mening dat terugkeer moet worden versterkt,
zowel in de context van het pact als daarbuiten. Waar mogelijk zal dan ook worden
aangedrongen op het zetten van alle stappen die terugkeer kunnen versterken, zoals
het versterken van de samenwerking tussen de lidstaten om een betere terugkeersamenwerking
met derde landen te realiseren.
2. Schengen gebied – stand van zaken en blik op de toekomst
De leden van de SGP-fractie vinden dat de lijst van veilige landen moet worden uitgebreid,
zodat uitzetting naar deze landen versneld kan gebeuren. Alle Schengen-lidstaten zouden
dezelfde lijst van veilige landen moeten hanteren. Bent u bereid zich hiervoor bij
uw Europese collega’s in te zetten? Zo nee, waarom niet?
Nederland kent reeds een uitgebreide nationale lijst van veilige landen van herkomst.
Hierop staan de lidstaten van de EER en dertig andere landen. De Europese Commissie
heeft in 2016 een voorstel voor een Procedureverordening uitgebracht. Hierin is ook
opgenomen een voorstel voor een Europese lijst van veilige landen van herkomst en
een voorstel om te komen tot een Europese lijst van veilige derde landen. Dit onderdeel
van het Commissievoorstel is niet gewijzigd door het amenderingsvoorstel van 2020.
Het Commissievoorstel gaat uit van een stelsel waarin uiteindelijk alleen nog Europese
lijsten van veilige landen van herkomst en veilige derde landen zouden bestaan. Nederland
heeft destijds in de onderhandelingen aangegeven positief te staan tegenover het voorstel
dat in de toekomst alleen nog een Europese lijst wordt gebruikt. Dit sluit aan bij
de doelstelling van een verdergaande harmonisering van het Europese asielbeleid en
kan secundaire migratie tegengaan. Nederland heeft in dat verband wel gepleit voor
een grotere invloed van de individuele lidstaten op die lijst, omdat de instroom vanuit
sommige landen dermate specifiek is voor een bepaalde lidstaat, dat die op Europees
niveau minder snel in beeld zal zijn. In het voorstel zoals dat nu in de Raad voorligt,
is voor de lidstaten de mogelijkheid opgenomen om naast een Europese lijst ook om
een nationale lijst te hanteren. Het kabinet kan dit steunen, nu er geen mogelijkheid
bleek te zijn om de lidstaten een grotere invloed te geven op samenstelling van de
Europese lijsten.
Overig
Griekse eilanden
De leden van de SGP-fractie vragen de Staatssecretaris in te gaan op de situatie in
de vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden. Vindt u niet met deze leden dat aan
de erbarmelijke omstandigheden van de vluchtelingen in deze kampen een einde moet
komen? Kunt u aangeven of en hoe u zich in EU-verband inspant om deze situatie zo
spoedig mogelijk te verbeteren? Vindt u nu nog niet dat het tijd is voor een speciale
civiel-militaire noodoperatie onder leiding van Frontex, gezien de nog altijd erbarmelijke
omstandigheden van de asielzoekers in deze kampen? Bent u bereid zich hier bij uw
Europese collega’s voor in te zetten?
Het kabinet is het met uw Kamer eens dat verbeteringen moeten worden doorgevoerd om
de migratiesituatie op de Griekse eilanden te verbeteren. Over de Nederlandse inzet
hieromtrent wordt uw Kamer regelmatig geïnformeerd, ook recent nog. De Taskforce van
de Europese Commissie ondersteunt Griekenland bij het doorvoeren van structurele verbeteringen
op het gebied van o.a. asiel- en terugkeerprocedures, opvang en integratie. Het kabinet
levert regelmatig experts aan de Taskforce om dit verder te bevorderen. Frontex is
hier als EU Agentschap ook bij betrokken. Daarnaast is Frontex zeer actief in Griekenland,
met meerdere operaties waarmee het Griekenland ondersteunt. Het betreft de inzet van
verschillende soorten experts, waaronder grenswachters, tolken en terugkeerexperts,
om de Griekse grens beter te bewaken maar ook om te helpen bij identificatie en registratie
van migranten.
Gezien de inspanningen van de Griekse regering, de ondersteuning die hierbij wordt
geboden door de Europese Commissie, EASO, Frontex, UNHCR en anderen en de recente
verbeteringen van de situatie van asielzoekers op de Griekse eilanden die hiervan
het resultaat zijn, ziet de Staatssecretaris op dit moment geen aanleiding voor genoemde
civiel-militaire noodoperatie onder leiding van Frontex.
Nieuw akkoord tussen EU en Afghanistan over terugkeer
De leden van de SGP-fractie constateren dat een akkoord met Afghanistan over de terugkeer
van uitgeprocedeerde Afghanen in de maak is. Bent u voornemens in te stemmen met de
nieuwe Europese terugkeerafspraken met Afghanistan? Kunt u aangeven hoe het nieuwe
beleid inzake families en zieken verschilt ten opzichte van het oude? In hoeverre
wil Nederland gebruik gaan maken van het nieuwe EU-Afghanistan akkoord om uitgeprocedeerde
Afghanen uit te zetten? Hoeveel Afghanen zijn vanuit Nederland uitgezet onder het
oude akkoord, en wat is de verwachting hiervan onder het nieuwe akkoord?
Nederland verwelkomt de nieuwe afspraken en de dialoog tussen Afghanistan en de EU.
Voor Nederland vormt het bestaande MoU tussen Nederland en Afghanistan het raamwerk
voor de terugkeer, en dit zal niet veranderen met de komst van de nieuwe afspraken.
Toelating wordt uiteraard vooral bepaald door het nationale beleid en de beoordeling
door Nederland van de situatie in Afghanistan en de veiligheid in het individuele
geval. Er wordt niet verwacht dat de Europese afspraken tot significante veranderingen
in de Nederlandse praktijk zal leiden, gezien het voorgaande. Gegeven de korte termijn
voor de beantwoording, kan helaas niet worden ingegaan op de cijfermatige vragen.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
M.C. Burger, adjunct-griffier