Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de second opinion voor nabestaanden
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over de second opinion voor nabestaanden (ingezonden 5 januari 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 26 januari 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich nog de motie van het lid Van Nispen en de motie van het lid Van Toorenburg
die aanleiding hebben gegeven tot de pilot met een second opinion bij het Openbaar
Ministerie in Noord-Holland?1 2 3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer kan de Kamer de evaluatie van die pilot tegemoetzien?
Antwoord 2
De pilot is zeer recent, op 31 december 2020, afgerond. De resultaten van de pilot
worden nu nader geduid en besproken. Ik zal u over de resultaten van de pilot informeren
in de volgende voortgangsbrief Slachtofferbeleid, die ik naar verwachting in het voorjaar
2021 aan de Tweede Kamer zal sturen.
Vraag 3
Is de bejegening van nabestaanden bij het verkrijgen van een second opinion bij twijfel
aan de doodsoorzaak de laatste jaren volgens u verbeterd? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Kent u de signalen dat deze bejegening van nabestaanden nog steeds te wensen overlaat?
Antwoord 3
Ik vind het van belang dat nabestaanden die vragen of twijfels hebben over de doodsoorzaak
van hun familielid zoveel mogelijk antwoord op hun vragen krijgen. Het kan in zijn
algemeenheid tot de taak van het Openbaar Ministerie worden gerekend om zo open mogelijk
te zijn naar nabestaanden. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het tijdig
en adequaat informeren van nabestaanden bij overlijdensonderzoeken. Het Openbaar Ministerie
heeft in 2018 een tweetal Aanwijzingen aangepast in die zin dat ruimhartig wordt omgegaan
met verzoeken van nabestaanden tot inzage in het dossier. Daarnaast is op 1 september
2019 de pilot second opinion van start gegaan bij het Openbaar Ministerie in Noord-Holland.
De pilot is er mede op gericht geweest om te bekijken op welke manier vragen van nabestaanden
zoveel mogelijk beantwoord kunnen worden en twijfel over de conclusie van het Openbaar
Ministerie over de doodsoorzaak zoveel als mogelijk kan worden weggenomen. Binnen
de pilot is ook aandacht geweest voor de (wijze van) communicatie met nabestaanden
en hun eventuele raadslieden.
De pilot wordt op dit moment geëvalueerd. Bij het beoordelen van resultaten van de
pilot zal ook, waar opportuun, de slachtofferadvocatuur worden bevraagd op haar ervaringen
ten aanzien van de bejegening van nabestaanden in de pilot.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat een tweede inzagemoment van het politiedossier door
nabestaanden, hun raadspersoon en eventuele deskundigen geregeld verhinderd wordt,
omdat daar vaak de noodzaak niet van in wordt gezien? Bent u ervan op de hoogte dat
deskundigen niet namens de nabestaanden inzage krijgen in het politiedossier, met
het argument dat niet uitgesloten zou kunnen worden dat deze deskundigen – al dan
niet publiekelijk – (ongefundeerde) beschuldigingen zouden uiten? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 4
Nabestaanden kunnen verzoeken om inzage in het dossier op grond van de Wet justitiële
en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) als zij vragen of twijfels over de doodsoorzaak
van een familielid hebben. Ook is inzage mogelijk ten behoeve van rouw- en traumaverwerking.
Het Openbaar Ministerie gaat in beginsel ruimhartig om met verzoeken tot inzage van
nabestaanden. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de privacybelangen van derden
in het dossier, de aanwezigheid van mogelijk schokkende afbeeldingen en andere (opsporings)belangen.
Ik vind het van belang dat nabestaanden voldoende gelegenheid krijgen om het dossier
in te zien, ook als zij dat een tweede keer willen. Ik heb hier aandacht voor gevraagd
bij het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie heeft daarop aangegeven dat een
tweede inzagemoment in beginsel tot de mogelijkheden behoort.
Indien nabestaanden verzoeken om inzage van het dossier door een deskundige om andere
redenen dan persoonlijke rouw- of traumaverwerking, bijvoorbeeld voor het laten verrichten
van extern onderzoek door een deskundige, dan maakt de officier van justitie per geval
een belangenafweging. Aan de ene kant is er het belang van de nabestaanden. Anderzijds
wordt meegewogen of er risico’s verbonden zijn aan de inzage van de documenten uit
het dossier. Het gaat hier om een beoordeling die per zaak moet worden gemaakt, waarbij
de feiten en omstandigheden van de individuele zaak moeten worden afgewogen.
Vraag 5
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat deze behandeling van nabestaanden verbeterd
wordt, inclusief het recht op een second opinion en inzage in het politiedossier,
niet alleen op papier maar vooral ook in de praktijk?
Antwoord 5
Ik heb het Openbaar Ministerie verzocht om de mogelijkheid tot een tweede inzagemoment
en het beleid ten aanzien van de inzage door een deskundige intern onder de aandacht
te brengen. Ten aanzien van de pilot second opinion wacht ik eerst de resultaten daarvan
af, waarna ik de Kamer daarover zal informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.