Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over stalking
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over stalking (ingezonden 15 december 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), (ontvangen 25 januari
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1231.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de berichtgeving over de stalkingszaak in Vogelenzang, «Acht
jaar gestalkt en bedreigd door een jeugdvriendje: «Mijn jeugd vergald en niemand die
wat doet»»?1
Antwoord 1
Het verhaal van Esmee en Jan Dusseljee laat zien dat de impact van stalking groot
is. Mensen verdienen bescherming als er een dusdanige inbreuk wordt gemaakt op hun
privéleven.
Vraag 2
Erkent u dat deze zaak niet op zichzelf staat, maar dit soort stalkingszaken nog steeds
geregeld voorkomen?
Antwoord 2
Stalking komt helaas nog regelmatig voor in Nederland. In 2019 heeft de politie 4010
aangiftes van belaging (art. 285b Wetboek van Strafrecht) opgenomen of ambtshalve
opgemaakt.2 De aandacht voor stalking is de afgelopen periode sterk toegenomen. Naar aanleiding
van het rapport van de Inspectie van Justitie en Veiligheid over de aanpak van de
stalking door Bekir E. (het Inspectierapport) zijn er maatregelen genomen door politie,
Openbaar Ministerie (OM), Veilig Thuis en Reclassering Nederland. Deze maatregelen
zien er onder meer op dat stalking sneller wordt herkend, de risico’s juist worden
ingeschat en de slachtofferveiligheid wordt versterkt. Hiermee moet worden voorkomen
dat slachtoffers niet beschermd worden tegen stalking en de stalker geen consequenties
ondervindt van zijn acties.
Vraag 3
Wat is uw reactie op het bericht dat de slachtoffers in deze zaak ervaren hebben dat
het doen van aangifte ontmoedigd werd in deze zaak?
Antwoord 3
Iedereen moet de mogelijkheid hebben om van strafbare feiten aangifte te doen. Zoals
de politie zelf ook aangeeft in dit bericht, heeft de politie in deze zaak in eerste
instantie niet adequaat gehandeld. Stalking heeft binnen de politie een hoge prioriteit
en ik heb tijdens verschillende werkbezoeken gezien dat politieagenten zijn doordrongen
van de ernst van dit delict. De politie werkt ook aan deskundigheidsbevordering op
gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling, waaronder ex-partnerstalking. Dit
moet er onder meer toe leiden dat slachtoffers niet worden ontmoedigd om aangifte
te doen.
Vraag 4
Bent u bekend met het bestaan van de stalkings-app die onzichtbaar op de telefoons van slachtoffers van stalking worden geïnstalleerd?3 Wat wordt er gedaan om grote gevolgen van het bestaan en de inzet van dergelijke
apps te voorkomen?
Antwoord 4
Ik ben bekend met het bestaan van spy-apps die gebruikt kunnen worden om iemand te
stalken. Als een slachtoffer van stalking zich bij de politie meldt, dan bespreekt
de politie welke beschermende maatregelen het slachtoffer zelf of de politie kan nemen.
Digitale veiligheid is onderdeel van dit gesprek, waarbij ook aandacht is voor het
gebruik van zogenoemde spy-apps. Waar nodig wordt digitale recherche ingezet.
Vraag 5
Wat zijn de resultaten met de SASH-formulieren tot op heden?
Antwoord 5
Sinds 1 maart 2019 kan het SASH-formulier worden geregistreerd in het registratiesysteem
van de politie. Met het SASH-instrument wordt het risico ingeschat dat een slachtoffer
loopt. In 2020 heeft de politie in totaal 6.663 SASH-formulieren opgemaakt. Hieronder
kunnen zich ook enkele SASH-formulieren bevinden die zijn gekoppeld aan een incident
van een voorgaand jaar.
Vraag 6
Welke beleidswijzigingen zijn nog onderweg om ernstige vormen van stalking aan te
pakken?
Antwoord 6
Voor de stand van zaken van de uitvoering van de maatregelen zoals genoemd in mijn
reactie op het Inspectierapport verwijs ik u naar de vijfde voortgangsrapportage Geweld
hoort nergens thuis.4 In het bijzonder wijs ik erop dat het OM haar richtlijnen voor strafvordering belaging
en huiselijk geweld heeft herzien en dat deze per 1 maart 2021 in werking treden.
Belangrijke wijziging is dat het OM in (ex-partner)stalkingzaken in beginsel zal dagvaarden
waarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf gevorderd wordt. Dit biedt de mogelijkheid
om voorwaarden te vorderen die kunnen bijdragen aan de veiligheid van het slachtoffer.
Vraag 7
Is er volgens u voldoende aandacht voor slachtoffers van stalking bij de politie en
is er voldoende capaciteit om alle signalen serieus in behandeling te nemen?
Antwoord 7
Het Inspectierapport heeft geleid tot een verhoogde aandacht bij zowel de politie
als andere betrokken partijen, zoals Veilig Thuis, OM en de Reclassering. Dit zie
ik ook tijdens de werkbezoeken die ik afleg om te kunnen zien hoe de maatregelen zoals
genoemd in mijn reactie op het Inspectierapport worden geïmplementeerd. Bij de politie
is deze aandacht onder meer geborgd in de werkinstructie stalking. Onderdeel hiervan
is dat als een slachtoffer aangifte doet, het risico wordt ingeschat met behulp van
de SASH. Afhankelijk van de uitkomst van deze risicoscreening wordt de opvolging in
de zaak met netwerkpartners bepaald. Indien wordt ingeschat dat het gaat om een midden
of hoog risico, wordt binnen het politiebasisteam van het gebied waar het slachtoffer
woont altijd een casusregisseur aangewezen. Deze heeft het overzicht en de regie binnen
de politie. Hiermee is er voldoende aandacht voor slachtoffers van stalking. Het is
aan de lokale driehoek om prioriteiten te bepalen en keuzes te maken over de inzet
van de capaciteit van de politie.
Vraag 8
Wat is uw reactie op de notitie van de SP-fractie over stalking5 ter onderbouwing van de aangehouden motie Van Nispen c.s.6? Wat is nu uw reactie op het voorstel om met een voorstel te komen om ervoor te zorgen
dat contact-, locatie- en gebiedsverboden eenvoudiger kunnen worden opgelegd aan stalkers
en bedreigers om zo sneller te kunnen reageren op bedreigingen en stalkingen en slachtoffers
sneller bescherming te bieden?
Antwoord 8
De wens om snel een contact- of locatieverbod op te kunnen leggen is begrijpelijk,
nu stalking een grote impact heeft op het slachtoffer. De gedragsaanwijzing (art.
509hh Wetboek van Strafvordering) is een geschikt instrument om het voortduren van
stalken te stoppen, dat ook in de praktijk regelmatig wordt ingezet. Zoals aangegeven
in antwoord op vraag 7, vult de politie bij een melding of aangifte van stalking altijd
de SASH in. Indien er sprake is van een hoog risico, neemt de politie direct contact
op met onder meer het OM om veiligheidsmaatregelen te bespreken. De officier van justitie
zal de zaak beoordelen en zo nodig direct maatregelen treffen, bijvoorbeeld in de
vorm van een contact- of locatieverbod. Indien iemand wordt aangehouden wegens stalking
wordt de zaak op ZSM behandeld. Hier wordt ook expliciet gekeken naar de veiligheid
en of het slachtoffer bescherming behoeft aan de hand van het SASH. Waar nodig, kan
de officier van justitie snel een contact- of locatieverbod opleggen. In de praktijk
kan dus al snel een contact- en locatieverbod worden opgelegd, ook kort na het moment
dat het slachtoffer aangifte doet. Hiervoor is de geadviseerde wetswijziging niet
nodig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.