Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat afstand tussen scholieren wel belangrijk is
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat afstand tussen scholieren wel belangrijk is. (ingezonden 15 januari 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 25 januari
2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het onderzoek van Nieuwsuur waaruit blijkt dat er nog veel vragen
leven over de wetenschappelijke onderbouwing van het advies van het Outbreak Management
Team (OMT) om de anderhalvemetermaatregel op scholen los te laten afgelopen zomer?1 Is over deze uitzending contact geweest met het OMT?
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van de berichtgeving van Nieuwsuur en ik begrijp dat dit vragen
oplevert bij leraren, leerlingen en ouders. Het OMT baseert zijn adviezen op de meest
recente epidemiologische inzichten en weegt hier tevens het effect van maatregelen
op de ontwikkeling en het welzijn van betrokkenen in mee. De in het onderzoek van
Nieuwsuur genoemde uitspraken zijn afkomstig van individuele OMT-leden. Het beleid
van het kabinet ten aanzien van de bestrijding van het coronavirus, ook in relatie
tot het onderwijs, is altijd gebaseerd op de adviezen van het OMT als geheel. Nieuwe
of bijgestelde inzichten kunnen derhalve tot bijgestelde maatregelen leiden.
Vraag 2
Wist het kabinet afgelopen zomer al dat het juist beter was om de anderhalvemetermaatregel
op scholen te handhaven, zoals leden van het OMT nu aangeven? Zo ja, vanaf wanneer
was het kabinet hiervan op de hoogte? Waarom is de Kamer hiervan niet op de hoogte
gesteld en is hier verder niets mee gedaan?
Antwoord 2
Nee, dit werd het kabinet ook niet geadviseerd. Het kabinet is met het 94ste OMT-advies op de hoogte gesteld van deze bijstelling. De adviezen van het OMT worden
na publicatie altijd gedeeld met de Kamer. Zie voorts het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Waarom werd in oktober en november nog door het kabinet gesteld dat aanvullende maatregelen
niet nodig waren op scholen en dat kinderen en jongeren een beperkte rol speelden
in de besmetting, terwijl zij nu gezien worden als drijvende kracht achter de tweede
golf? Waren er toen niet al aanwijzingen dat het aantal besmettingen onder jongeren
rap toenam?
Antwoord 3
Als eerder vermeld baseert het kabinet zich op de adviezen van het OMT. Nieuwe inzichten
en adviezen kunnen aanleiding geven tot bijstelling van beleid; hierbij is het verloop
van de verspreidingscijfers onder verschillende leeftijdsgroepen nauwgezet in de gaten
gehouden. Het was al eerder bekend dat kinderen jonger dan 18 een rol kunnen spelen
bij de verspreiding van het virus. De inschatting was dat die rol beperkt is, maar
in de gaten gehouden moest worden. Ten aanzien van kinderen geldt dat transmissie
binnen de huidige dominante variant nog steeds beperkt is. Deze informatie verscheen
ook op de website van het RIVM2. Met deze inschatting en het meewegen van het evidente negatieve effect van schoolsluiting
op de ontwikkeling en welzijn van kinderen, zijn scholen destijds voor de zomer volledig
open gegaan en gebleven.
Vraag 4
Welke consequenties heeft het niet eerder nemen van maatregelen op scholen gehad voor
de verspreiding van het virus?
Antwoord 4
Er zijn gedurende de bestrijding van de pandemie nagenoeg altijd maatregelen van kracht
geweest op scholen. Zoals eerder door het OMT is gememoreerd, is het effect van het
al dan niet nemen van één of enkele maatregelen altijd moeilijk te bepalen omdat maatregelen
over het algemeen als pakket genomen worden.
Vraag 5
Hoe verhoudt uw stellingname dat scholen «enkel tot het best haalbare» tot de anderhalve
meter worden verplicht zich tot dit inzicht dat de anderhalve meter sowieso gehouden
dient te worden? Zou een uitbreiding van de mondkapjesplicht hier soelaas kunnen bieden?3
Antwoord 5
Wanneer fysiek onderwijs wordt gegeven, zal het niet altijd mogelijk zijn om in onderwijssituaties
anderhalve meter afstand te houden; ook het gebruik van mondneusmaskers zal niet altijd
praktisch uitvoerbaar zijn. Hierbij kan het gaan om leerlingen met een beperking,
leerlingen in het speciaal onderwijs, of praktijkgerichte vakken. Het OMT-advies laat
ook ruimte voor deze aanvullende maatregelen of de praktisch haalbare afstand tussen
leerlingen. De aanvullende bescherming die mondneusmaskers kunnen bieden op plekken
waar dit nu niet verplicht is, is onderdeel van de afweging om onder verantwoorde
omstandigheden fysiek onderwijs mogelijk te maken voor zoveel mogelijk leerlingen.
Vraag 6
Is een volledig digitaal programma voor examenleerlingen niet beter dan een half programma
in de klas, wanneer klassen nu opgesplitst moeten worden en docenten zich niet in
tweeën kunnen splitsen of er niet eens voldoende docenten zijn? Kunt u uw antwoord
toelichten? Lukt het naar uw inzicht nu voldoende om anderhalve meter afstand te houden
voor examenleerlingen?
Antwoord 6
Nagenoeg elk onderzoek wijst uit dat fysiek onderwijs voor verreweg de meeste leerlingen
het beste is voor hun cognitieve ontwikkeling. Het kabinet heeft afgesproken dat examenleerlingen
op school onderwijs krijgen, op dit moment gebeurt dit op anderhalve meter. Mijn beeld,
zoals ik vorige week onder andere begreep van onderwijsprofessionals tijdens een digitaal
werkbezoek, is dat hier soms organisatorische aanpassingen voor nodig zijn, maar dat
dit overwegend lukt.
Vraag 7
Kunt u elke vraag afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Kunt u de antwoorden op deze schriftelijke vragen naar de Kamer sturen voorafgaand
aan het notaoverleg Onderwijs en corona VIII, funderend onderwijs, leraren, examens
en curriculum van 25 januari aanstaande?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.