Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden El Yassini en Yesilgöz-Zegerius over het bericht ‘Ministerie OCW heeft geen geld voor herkomstonderzoek naziroofkunst’
Vragen van de leden El Yassini en Yeşilgöz-Zegerius (beiden VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Ministerie OCW heeft geen geld voor herkomstonderzoek naziroofkunst» (ingezonden 10 december 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
19 januari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat een woordvoerder van het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap heeft laten weten dat er op dit moment geen geld is om het onderzoek
naar naziroofkunst te financieren?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Bent u het met de Raad voor Cultuur eens dat roofkunst een belangrijk symbool is geworden
voor wat Joodse burgers tijdens de oorlog is afgenomen: niet alleen hun bezit, maar
ook hun rechten als burger, hun waardigheid als mens en, in verreweg de meeste gevallen,
hun leven en dat nu deze kunst een van de laatste tastbare kansen op rechtsherstel
voor de oorspronkelijke eigenaren of hun erfgenamen betekent? Zo ja, hoe gaat u zich
inzetten om onderzoek te laten doen naar de herkomst en restitutie van naziroofkunst?
Klopt het dat u, na in ontvangstneming van het rapport «Streven naar rechtvaardigheid»,
heeft gezegd dat «het geld geen probleem zal zijn»? Zo ja, waarom spreekt uw woordvoerder
u dan tegen? Zo nee, wat heeft u dan hierover gezegd?
Klopt het bericht dat er momenteel geen geld is om het onderzoek naar naziroofkunst
te financieren? Zo ja, hoe kan dat?
Antwoord 2, 3 en 4
De Tweede Wereldoorlog laat nog altijd haar sporen na in het heden. Onderdeel daarvan
is dat niet alle kunstwerken die door de Nazi’s geroofd zijn, terug zijn gegaan naar
de oorspronkelijke eigenaren of hun erfgenamen. Dit geeft de Staat een grote verantwoordelijkheid.
De Staat beheert immers de kunst die na de oorlog door de geallieerden naar Nederland
werd teruggebracht, de zogenaamde NK-collectie. Ik vind het belangrijk dat we hier
eerlijk en rechtvaardig mee omgaan, want restitutie is meer dan alleen een teruggave
van een kunstwerk. Het is erkenning van het onrecht dat de oorspronkelijke eigenaren
is aangedaan.
Het restitutiebeleid maakt nu ruim twintig jaar de restitutie van geroofde cultuurgoederen
in Nederland aan rechthebbenden mogelijk. Op 7 december 2020 heb ik van de Raad voor
Cultuur het advies Streven naar Rechtvaardigheid ontvangen. Dit is een evaluatie van het restitutiebeleid. De commissie adviseert
onder meer dat in aanvulling op het grootschalige herkomstonderzoek uitgevoerd door
(project)Bureau Herkomst Gezocht tot 2007, het project Museale Verwervingen van de
Museumvereniging en het herkomstonderzoek dat doorlopend wordt uitgevoerd naar aanleiding
van restitutieverzoeken door het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken
onder het NIOD, extra onderzoek moet worden gedaan naar de NK-collectie.
Het klopt dat er momenteel geen extra geld gereserveerd is voor additioneel onderzoek
naar de NK-collectie, in aanvulling op de structurele uitgaven op mijn begroting voor
de Restitutiecommissie en het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken.
De begroting was immers al opgesteld voor de publicatie van het advies van de Raad
voor Cultuur. Ik zal in mijn beleidsreactie op het advies ingaan op het voorstel van
de Raad voor Cultuur en de financiële dekking ervan. U ontvangt mijn beleidsreactie
hierover dit voorjaar.
Vraag 5
Wat zijn de rijksuitgaven voor het jaar 2021 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap in totaal? Hoeveel daarvan wordt er vrijgemaakt voor het onderdeel Cultuur
voor het jaar 2021?
Antwoord 5
De rijksuitgaven voor het jaar 2021 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
zijn in totaal circa 43,7 miljard. Daarvan is ongeveer 1 miljard beschikbaar voor
Cultuur (artikel 14).
Vraag 6
Klopt het dat de geraamde kosten voor een herkomstonderzoek van naziroofkunst neerkomt
op ongeveer 3 miljoen euro over vier jaar? Hoeveel is dat procentueel binnen de rijksbegroting
van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021?
Antwoord 6
Het klopt dat de Raad voor Cultuur een inschatting heeft gemaakt van de kosten voor
herkomstonderzoek. Het gaat hier om extra herkomstonderzoek, bovenop de bestaande
financiering van het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken en
van de rijksmusea, waarmee het beheer van de rijkscollectie (waar herkomstonderzoek
onderdeel van is) gefinancierd wordt. Het geadviseerde extra onderzoek naar de NK-collectie
kost naar inschatting van de commissie 3 miljoen over vier jaar, wat neerkomt op 0,75
miljoen per jaar. Dit betekent 3,72% van de geraamde uitgaven in het jaar 2021 aan
subsidies voor het specifiek cultuurbeleid. Op deze post staan onder meer de uitgaven
voor het al lopende herkomstonderzoek door het Expertisecentrum in het kader van het
restitutiebeleid.
Vraag 7
Klopt het dat er nu naar schatting 3750 door de nazi’s geroofde kunstwerken zich in
Nederland bevinden? En dat daarvan ongeveer 167 werken met dubieuze herkomst zich
zouden bevinden in museumcollecties? Als u daar geen antwoord op kunt geven, onderstreept
dit niet de noodzaak van het onderzoek?
Antwoord 7
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is beheerder van de NK-collectie. Dit is
een diverse collectie van ongeveer 4000 objecten, bestaande uit schilderijen, werken
op papier en toegepaste kunst zoals meubelen en keramiek. De herkomstgeschiedenis
van deze collectie is onderzocht door Bureau Herkomst Gezocht. Informatie over de
collectie is te vinden op de website www.herkomstgezocht.nl, die in beheer is van het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken.
Het kan echter zijn dat er intussen nieuwe informatie beschikbaar is gekomen, waardoor
een actualisatie van het toenmalige onderzoek mogelijk is.
Daarnaast zijn er in het project Museale verwervingen 173 objecten geïdentificeerd
waarvan de herkomstgeschiedenis verwijst naar roof, confiscatie, gedwongen verkoop
of naar andere verdachte omstandigheden die hebben plaatsgevonden vanaf 1933 tot en
met het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ook hier geldt dat de onderzoeksresultaten
online zijn gepubliceerd, en wel op www.musealeverwervingen.nl, wat in sommige gevallen ook al tot restitutie heeft geleid.
Vraag 8
Ziet u het als uw taak als Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om zo snel
mogelijk een onderzoek in te stellen naar de 3750 door de nazi’s geroofde kunstwerken
die zich in Nederland zouden bevinden, waarvan ongeveer 167 werken in museumcollecties?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het is inderdaad de taak van de Staat om onderzoek naar roofkunst mogelijk te maken.
Daarom is de NK-collectie van 1999–2007 uitvoerig onderzocht door Bureau Herkomst
Gezocht. Deze resultaten zijn online terug te vinden en in de publicatie Herkomst gezocht: eindrapportage. Daarnaast verricht het genoemde expertisecentrum herkomstonderzoek in het geval
van een restitutieverzoek. Er zijn inmiddels nieuw onderzoek en nieuwe digitale technieken
beschikbaar, die extra inzet op het herkomstonderzoek mogelijk maken. Vandaar ook
de oproep het structurele herkomstonderzoek te hervatten.
Vraag 9
Deelt u de mening dat er uiterst zorgvuldig te werk moet worden gegaan als het gaat
om naziroofkunst, gezien de grote emotionele betrokkenheid van de restitutieverzoekers?
En dat het dus van groot belang is dat het herkomstonderzoek voor naziroofkunst op
korte termijn gaat plaatsvinden? Zo ja, hoe gaat u dat onderzoek vormgeven? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 9
Het leed dat door de Nazi’s vervolgde bevolkingsgroepen is aangedaan is onmenselijk
groot. Dit geeft de Staat een grote verantwoordelijkheid om zorgvuldig om te gaan
met mogelijke roofkunst in rijksbezit, zeker gezien de vaak emotionele betrokkenheid
van mogelijke rechthebbenden. Ik ben de commissie-Kohnstamm en de Raad voor Cultuur
erkentelijk voor de zeer waardevolle en kritische evaluatie van het restitutiebeleid.
Ik kom terug op de invulling van het extra herkomstonderzoek in mijn beleidsreactie
op het advies.
Vraag 10
Gaat u er zorg voor dragen dat de gevraagde financiering voor het onderzoek naar naziroofkunst
er komt? En op welke manier gaat u dit dekken binnen de begroting van het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021? Zo niet, waarom?
Antwoord 10
In mijn beleidsreactie op het advies van de Raad voor Cultuur zal ik ingaan op de
uitvoering van het onderzoek en de financiële dekking ervan. U ontvangt mijn beleidsreactie
hierover in het voorjaar.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.