Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Molen en Amhaouch over het bericht 'Amsterdam op achterstand in opmars kunstmatige intelligentie'
Vragen van de leden Van der Molen en Amhaouch (beiden CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Amsterdam op achterstand in opmars kunstmatige intelligentie» (ingezonden 2 december 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 19 januari 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1065.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Amsterdam op achterstand in opmars kunstmatige intelligentie»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het genoemde bericht.
Vraag 2
Hoeveel mensen worden er momenteel jaarlijks opgeleid op het gebied van kunstmatige
intelligentie? Wat is daarbij de verhouding man/vrouw? Hoe is de regionale spreiding
met bijbehorende aantallen waar mensen worden opgeleid? In hoeverre is er sprake van
een groei in de studentenaantallen de afgelopen jaren?
Antwoord 2
Het is lastig om een compleet cijfermatig beeld te geven van het aantal mensen dat
wordt opgeleid op het gebied van kunstmatige intelligentie, omdat opleidingen in het
mbo, hbo en wo veelal een bredere focus hebben dan kunstmatige intelligentie alleen.
Het hoger onderwijs kent wel een aantal specifieke bacheloropleidingen Kunstmatige
intelligentie, maar daarnaast ook diverse bachelor- en masteropleidingen, bijvoorbeeld
op het gebied van datascience, of delen van opleidingen, waarin er aandacht is voor
kunstmatige intelligentie. De instroom in de bacheloropleidingen Kunstmatige intelligentie
is, na een stijging, de afgelopen drie jaar stabiel op circa 700 studenten. De verhouding
man/vrouw is 70/30. Vijf universiteiten, verspreid over het land, bieden een bacheloropleiding
Kunstmatige intelligentie aan.
In het mbo zijn er geen specifieke opleidingen voor kunstmatige intelligentie. Het
onderwerp is wel beknopt opgenomen in de recent vernieuwde opleiding Software developer.2
Vraag 3
In hoeverre deelt u het pleidooi van de Nederlandse AI Coalitie dat er de komende
tien jaar 800.000 Nederlandse werknemers moeten worden bij- of omgeschoold, wil Nederland
niet verder achterop raken met kunstmatige intelligentie?
Antwoord 3
Voorspellen hoe de arbeidsmarkt er over 10 jaar precies uitziet is lastig. We zien
wel dat er een grote digitale transitie in de samenleving gaande is, waarbij het belang
van om-, bij- en herscholing verder toeneemt. Mensen krijgen steeds vaker te maken
met toepassingen waar kunstmatige intelligentie in zit, werknemers moeten daarmee
in veranderende takenpakketten kunnen omgaan en specialisten moeten kunstmatige intelligentie
op een verantwoorde manier kunnen ontwikkelen. Die toenemende behoefte aan kennis
en vaardigheden wordt ook bevestigd door de werkgroep human capital (150 deelnemers)
van de Nederlandse AI Coalitie. We begrijpen het pleidooi van de Nederlandse AI Coalitie,
dat er de komende jaren veel moet gebeuren om technologisch gedreven ontwikkelingen
bij te houden en internationaal niet achterop te raken. Dat geldt overigens niet alleen
voor kunstmatige intelligentie. Dit staat ook in de Kamerbrief over de Groeistrategie.3
Vanuit EZK wordt de aanpak van de Nederlandse AI Coalitie financieel ondersteund.
Dit is er onder meer op gericht om in 2021 het cursus- en trainingsaanbod op het gebied
van kunstmatige intelligentie inzichtelijk te maken, de kwaliteit van dat aanbod te
verbeteren en de bewustwording bij bedrijven, docenten (teach the teacher) en sectoren
te bevorderen. Het midden- en kleinbedrijf is hierbij een speerpunt.
Vraag 4
Hoeveel mensen zijn de afgelopen jaren bij- of omgeschoold op het gebied van kunstmatige
intelligentie? Welke type bij- of omscholing op het gebied van kunstmatige intelligentie
kennen we in Nederland? Bent u van mening dat dit voldoende is om te voldoen aan het
pleidooi van de Nederlandse AI Coalitie?
Antwoord 4
Onderwijs en scholing staan hoog op de agenda. Zie bijvoorbeeld de Kamerbrief over
de Groeistrategie. Of de Nederlandse Digitaliseringsstrategie waarin veel aandacht
is voor digitale vaardigheden. Een mooi non-profit initiatief op dit gebied is de
gratis (online) nationale cursus voor kunstmatige intelligentie voor het algemene
publiek waaraan verschillende private en publieke partijen hebben bijgedragen. Inmiddels
hebben meer dan 170.000 Nederlanders, volwassenen en kinderen, deze training gevolgd.
De verwachting is dat in 2021 nog veel meer Nederlanders van deze cursus gebruik zullen
maken.
In de mbo opleiding Software developer, waar recent een onderdeel over kunstmatige
intelligentie in is opgenomen, zijn er voor schooljaar 2020/2021 ongeveer 3900 studenten
ingestroomd. Als bij een beroep structureel kunstmatige intelligentie-tools worden
toegepast, komt dit bij de herziening van het kwalificatiedossier vanzelf aan bod,
zoals ook is gebeurd bij Software developer.
Vanuit het hoger onderwijs is er steeds meer aanbod op het gebied van leven lang ontwikkelen,
en daarmee voor om- en bijscholing. Hogescholen zijn actief bezig (onder meer via
de door OCW opgezette pilots flexibilisering) om het deeltijdonderwijs zo aan te bieden
dat het beter past bij de vraag vanuit de maatschappij. De Vereniging van Universiteiten
(VSNU) heeft het leven lang ontwikkelen aanbod op het gebied van kunstmatige intelligentie
op hun website inzichtelijk gemaakt.4
Belangrijk startpunt is dat vaardigheden voor ICT en voor kunstmatige intelligentie
onderdeel zijn van onderwijs en van om- en bijscholing. Ook is het belangrijk dat
omscholing laagdrempelig en kortdurend is. Kijk naar het succes van Make IT work, een halfjarig programma waarin afgestudeerden worden omgeschoold naar ICT’ers. Zeker
nu veel mensen in de coronatijd hun baan verliezen, helpt dit programma hen om zich
snel tot IT-specialist om te scholen én werk te vinden. EZK draagt actief bij. In
het voorjaar van 2021 treedt hiervoor een subsidieregeling in werking met in totaal
€ 37,5 miljoen. Die regeling is bedoeld voor bedrijven die willen investeren in de
omscholing van mensen naar beroepen waarin te weinig aanbod is, zoals in de ICT-sector.
Vraag 5
Hoezeer bent u het met de AI Coalitie eens dat Nederland thans niet langer tot «de
leiders in de ontwikkeling en toepassing van kunstmatige intelligentie» behoort en
extra investeringen en onderzoek nodig zijn? Welke rol ziet u hierbij voor uzelf weggelegd?
Antwoord 5
De boodschap in verschillende rapporten van de Nederlandse AI Coalitie is om Nederland
naar de internationale top te brengen en te houden. Dat dit thans niet langer zo zou zijn is niet de boodschap van de Nederlandse AI Coalitie en dit is ook niet
ons beeld. Nederland heeft nog steeds een goede uitgangspositie voor kansen met digitalisering
en kunstmatige intelligentie. We hebben topkennis over kunstmatige intelligentie in
huis. Er is een hoogwaardige ICT-infrastructuur, het vestigingsklimaat voor bedrijven
is goed, er is veel ervaring met publiek-private samenwerking en er is kabinetsbeleid
voor digitalisering en kunstmatige intelligentie.
De overheid is bezig om extra investeringen in kunstmatige intelligentie mogelijk
te maken. Deze middelen worden ingezet voor wetenschappelijk onderzoek en voor economische
en maatschappelijke toepassingen. Belangrijk daarbij is dat we dit onderzoek naar
en de implementatie van toepassingen voor kunstmatige intelligentie verantwoord willen
laten verlopen. Kunstmatige intelligentie kan namelijk een grote invloed hebben op
de werking van de maatschappij en daarop moeten we voorbereid zijn. We steunen daarom
het Witboek AI van de Europese Commissie van harte, waarin de EC uiteenzet dat de
ontwikkeling van kunstmatige intelligentie moet worden getoetst aan Europese wetten
en normen in een «ecosysteem van vertrouwen».
Zoals uit het kamerstuk van 15 november 2019 blijkt,5 investeert het kabinet met het onderzoekssectorplan bètatechniek ook in het domein
van de informatica. Dit gebeurt door middel van het creëren van vaste posities van
onderzoekers aan deze opleidingen. Vanuit het sectorplan onderzoek bèta en techniek
worden er over de breedte van bèta en techniek 340 vaste wetenschappelijke posities
verwezenlijkt, hiervan zijn 63 posities (50 tenure track, Universitair Docent, Universitair
Hoofddocent, en 13 hoogleraar) specifiek voor de informatica. Daarbij is het belangrijk
om te benadrukken dat universiteiten, met OCW-middelen uit de eerste geldstroom, ook
bottom-up kiezen voor investeringen in AI-onderzoek en onderwijs.
Een ander mooi voorbeeld van investeringen die departementen doen in onderzoek naar
AI is de op handen zijnde interdisciplinaire AI-call binnen actielijn twee van de
Nationale Wetenschapsagenda (NWA). De NWA koppelt wetenschappelijke doorbraken aan
het oplossen van maatschappelijke opgaven en draagt zo bij aan de kennismaatschappij
van morgen. De kennisketenbrede aanpak van de NWA is in de afgelopen jaren, onder
de hoede van NWO en OCW, succesvol gebleken in het verbinden van de publieke kennisketen
met maatschappelijke partners en private partijen. Op AI ontstaat er, met een maximale
bijdrage vanuit de NWA van € 7,5 miljoen en door cofinanciering vanuit andere ministeries
een nieuw en groot onderzoeksprogramma voor kunstmatige intelligentie.
Waar het om gaat is dat we de dingen die we doen verder verbeteren en nationaal en
internationaal kansen pakken. Samenwerking tussen alle schakels in de kennis- en innovatieketen
voor kunstmatige intelligentie is daarbij essentieel. En dat is juist de kracht van
de Nederlandse AI Coalitie; het is een sterk publiek-privaat samenwerkingsverband.
Binnen de AI Coalitie, waarin het kabinet dus actief deelneemt, gebeurt enorm veel
om de onderlinge samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie te verbeteren.
Zo wordt er, in de werkgroep Research en Innovatie, gewerkt aan een «hubs en spokes»-model,
waarmee (regionale) initiatieven op het gebied van kunstmatige intelligentie in Nederland
versterkt en met elkaar verbonden worden. Hierbij wordt ingezet op een ketenbrede
aanpak, van fundamenteel onderzoek tot innovatie. Hieronder volgen twee recente en
inspirerende voorbeelden, die illustreren dat we op de goede weg zijn. Het eerste
voorbeeld is de start van een nieuw onderzoeks- en innovatielab voor kunstmatige intelligentie
in de culturele sector met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Rijksmuseum,
TNO, KNAW Humanities Cluster, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam
en Centrum Wiskunde & Informatica (CWI). Hier wordt onder andere multidisciplinair
onderzoek gedaan naar het benutten van analyses met kunstmatige intelligentie van
manuscripten, publicaties, foto’s, video’s en taal. Dit initiatief is mede mogelijk
gemaakt door OCW en EZK. Het tweede voorbeeld is een Nederlandse startup die in Noordwijk
onlangs een Europese (ruimtevaart)prijs heeft gewonnen. Zij gebruiken kunstmatige
intelligentie en satellietdata om zo preventief, real time en wereldwijd, de gezondheid
van koraalriffen te monitoren.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken m.b.t. de acties uit het Strategisch Actieplan voor Artificiële
Intelligentie, in het bijzonder die op pag. 24 en 32, gericht op het benutten van
kennis en toepassingsgericht onderzoek door bedrijven (inclusief mkb) en op het opleiden
van meer studenten met talent om te werken met AI door het beroeps- en hoger onderwijs?
Ligt de opvolging van deze acties voldoende op schema om als Nederland een inhaalslag
te kunnen maken en weer bij de internationale koplopers in kunstmatige intelligentie
te gaan horen?6
Antwoord 6
De kamer wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de realisatie van de acties
op het gebied van digitalisering in het algemeen en het Strategisch Actieplan voor
Artificiële Intelligentie in het bijzonder. Dit gebeurt via de voortgangsrapportage
van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). De volgende voortgangsrapportage
wordt in het voorjaar van 2021 uitgebracht. Voorbeelden van initiatieven gericht op
het MKB zijn de inmiddels 10 digitale en regionale werkplaatsen voor het MKB. Daarnaast
richt het ICT-lectorenplatform Praktijkgericht ICT-onderzoek (PRIO), een actief collectief
van ICT-(gerelateerde) lectoren van alle hogescholen, zich o.a. op verantwoorde toepassing
van grote hoeveelheden data en kunstmatige intelligentie. Het doet dit in samenwerking
met onderzoeksinstellingen, universiteiten en bedrijven. Dit platform maakt het mogelijk
dat HBO-studenten steeds meer MKB-bedrijven helpen bij het verantwoord toepassen van
kunstmatige intelligentie.
Vraag 7
Welke mogelijkheden, binnen bestaande of via nieuwe programma’s, ziet u nog meer om
versneld mensen op te leiden voor kunstmatige intelligentie? Hoe kunt u initiatieven
daartoe vanuit de AI Coalitie en MKB-Nederland maximaal ondersteunen?
Antwoord 7
Zoals uit voorgaande beantwoording blijkt gebeurt er al veel op het gebied van Human
Capital (leven lang leren beleid). De uitdaging voor de komende jaren is niet om steeds
met nieuwe HCA-programma’s te komen maar om programma’s en initiatieven die al succesvol
zijn verder te versterken en uit te bouwen. Het gaat hierbij om een integrale HCA-aanpak
en niet om voor elke nieuwe technologie met een nieuwe HCA ICT-agenda te komen. Anders
dreigt versplintering en lopen we het risico dat iedere keer het wiel opnieuw moet
worden uitgevonden door onderwijsinstellingen, bedrijven, overheden, regio’s en kennisinstellingen.
Opschaling kan op drie manieren worden gedaan. De eerste manier is «uitbreiding van
het bereik» van huidige activiteiten om een schaalsprong te realiseren, bijvoorbeeld
door andere regio’s of meer bedrijven te betrekken bij de aanpak. Een tweede manier
is «verbreding van de doelgroep» te realiseren door meer meiden enthousiast te maken
voor techniek en digitalisering. Tenslotte is de derde wijze van opschaling «verdieping»
van de aanpak, door meer specialisatie van kansrijke initiatieven mogelijk te maken,
bijvoorbeeld op het gebied van kunstmatige intelligentie, of door voor meer sectoren
relevant te worden.
Binnen de Human Capital Agenda ICT worden hiervoor eerste stappen gezet. In 2021 zal
een inventarisatie worden gemaakt van initiatieven, die kansrijk zijn voor verdere
opschaling. Te denken valt aan programma’s als het eerder genoemde Make IT Work, Brightlands
Services Campus en de Cloud IT Academy. Synergie aanbrengen met de aanpak van de Nederlandse
AI Coalitie, waarin ook VNO/NCW en MKB-Nederland actief zijn en met het Smart Industry
programma loopt ook. Voor financiering van deze ambitie wordt o.a. gekeken naar het
Recovery and Resilience Fund van de Europese Commissie en naar Europese programma’s
zoals Digital Europe en Horizon Europe, waarin ook aandacht wordt gegeven aan kunstmatige
intelligentie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.