Schriftelijke vragen : Onderzoeken naar het veilig houden van asbestdakensanering
Vragen van de leden Lacin en Van Kent (beiden SP) aan de Staatssecretarissen van Infrastructuur en Waterstaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over onderzoeken naar het veilig houden van asbestdakensanering (ingezonden 19 januari 2021).
Vraag 1
            
Bent u op de hoogte van de brief van VERAS, VVTB en Fenelab aan uw beiden departementen
               (Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Infrastructuur (IenW) en Waterstaat) d.d. 30 december
               2020 waarin de asbestbranche haar zorgen uit over een veilige en gezonde versnellingsaanpak
               asbestdakensanering? Zo ja, wat is uw reactie op deze brief?
            
Vraag 2
            
Is het juist dat de rapportage van het Blootstellingsonderzoek Asbestdaken van Arcadis,
               dat in opdracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat is uitgevoerd,
               al sinds oktober 2020 beschikbaar is en nog steeds niet is aangeboden aan de Tweede
               Kamer? Zo ja, want is daarvan dan de reden? Per wanneer kan de Kamer dit belangrijke
               rapport wel inzien?
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat het onbegrijpelijk is dat in de kamerbrief van de Staatssecretaris
               van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) d.d. 9 november jl. wordt aangegeven dat
               het saneren van asbestdaken zal worden vrijgesteld van de certificatieplicht, terwijl
               uit de resultaten van het in vraag 2 genoemde Arcadis rapport blijkt dat er substantiële
               vezelconcentraties optreden en dat differentiatie in het veiligheidsregime niet mogelijk
               is? Kunt u aangeven hoe u hier tegenaan kijken?
            
Vraag 4
            
Klopt het dat het beleidsvoornemen in de kamerbrief van 9 november 2020, waaronder
               de indeling van asbestdaken in Groep A, is gebaseerd op het TNO onderzoek «Aanknopingspunten
               voor differentiatie in risico's van werkzaamheden met asbest ten behoeve van beheersregimes»
               d.d. 5 september 2019? Klopt het dat in opdracht van de Staatssecretaris van SZW door
               vijf wetenschappers een onafhankelijke review is gedaan van dit onderzoek en dat vier
               van de vijf wetenschappers zeer kritisch zijn over het TNO rapport en vraagtekens
               zetten bij de vrijstelling van de sanering van asbestdaken van de certificatieplicht?
            
Vraag 5
            
Wat vindt u van de reviews van deze wetenschappers? Op welke wijze is het oordeel
               van deze wetenschappers betrokken bij het beleidsvoornemen in de kamerbrief van de
               Staatssecretaris van SZW d.d. 9 november jl.? Wilt u de volledige reviews naar de
               Kamer sturen?
            
Vraag 6
            
Deelt u de zorgen dat als de borging van het saneren van asbestdaken via certificatie
               en onafhankelijke eindbeoordeling door laboratoria wordt losgelaten, er een negatieve
               kwaliteitsspiraal ontstaat en dat er een groot handhavingstekort zal ontstaan?
            
Vraag 7
            
Kunt u aangeven welk reële probleem er wordt opgelost door niet gecertificeerde bedrijven
               en dakeigenaren (zelf) hun asbestdak te laten saneren?
            
Vraag 8
            
Deelt u de stelling dat door de onduidelijkheid van het asbestbeleid er veel onduidelijkheid
               in het werkveld en de samenleving is over de risico’s van asbest en de toekomstige
               asbestregels, waardoor dakeigenaren nog meer een afwachtende houding aannemen en de
               Versnellingsaanpak Asbestdakensanering, vertraging oploopt in plaats van versnelling?
               Wat is het oordeel van het kabinet hierover en in hoeverre bent u bereid dit op te
               lossen? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
            
Vraag 9
            
Deelt u de mening dat het haaks staat op het beleid dat door asbestdaken zonder kwaliteitsborging
               te laten saneren, ook het zicht via het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) – en daarmee
               de handhaafbaarheid – verdwijnt? Welk doel wordt hiermee gediend?
            
Vraag 10
            
Klopt het dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) al een aantal jaar het
               Productenbesluit asbest en daarmee het verbod op het bewerken van asbest niet handhaaft
               omdat het Productenbesluit Asbest strijdig is met de EU wetgeving REACH? Zo ja, kunt
               u toelichten hoe deze situatie is ontstaan en hoe lang dit al speelt?
            
Vraag 11
            
Klopt het dat het Ministerie van IenW al sinds dit probleem bestaat werkt aan een
               update van of een nieuw Productenbesluit Asbest? Zo ja, hoe staat het hiermee?
            
Vraag 12
            
Wat zijn de redenen dat het uitwerken van het nieuwe Productenbesluit Asbest zoveel
               tijd kost en wanneer zal het nieuwe besluit aan de Kamer voorgelegd worden? Deelt
               u de mening dat het zeer onwenselijk is dat het Productenbesluit Asbest momenteel
               niet geldig is?
            
Vraag 13
            
Wat zijn in de praktijk de precieze gevolgen en effecten op toezicht en handhaving
               door de ILT in het kader van asbest? Hoe zorgt het Ministerie van IenW en de ILT ervoor
               dat de samenleving beschermd wordt tegen de negatieve gevolgen van de huidige situatie
               en in het bijzonder tegen het bewerken van asbesthoudend materiaal?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C. Laçin, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 Bart van Kent, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
          