Motie : Motie van het lid Peters c.s. over een coulanceregeling
35 605 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op het voortgezet onderwijs en enkele andere wetten vanwege de vereenvoudiging van de bekostiging van de scholen voor primair onderwijs en samenwerkingsverbanden
Nr. 10
MOTIE VAN HET LID PETERS C.S.
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 18 januari 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat scholen met een negatief herverdeeleffect van 3% of meer na de overgangsperiode
van drie jaren, in het vierde jaar een beroep kunnen doen op een extra financiƫle
tegemoetkoming voor het bedrag dat het negatieve herverdeeleffect van 3% overstijgt;
overwegende dat het volgens de Minister naar verwachting zal gaan om een zeer beperkte
groep scholen die een beroep zal moeten doen op deze derde component in het vierde
jaar;
verzoekt het kabinet, proactief de plannen en begrotingen van scholen met het grootste
negatieve herverdeeleffect te volgen, deze scholen indien nodig te adviseren en zo
vrijwel uit te sluiten dat de effecten binnen drie jaar niet zouden kunnen worden
opgevangen;
verzoekt het kabinet, te onderzoeken of het nodig en mogelijk is om te komen met een
coulanceregeling voor de enkele scholen die ook na het vierde jaar na invoering van
de wet nog last hebben van het negatieve herverdeeleffect, mits zij kunnen aantonen
dat zij er alles aan hebben gedaan om deze effecten zo goed mogelijk op te vangen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Rudmer Heerema
Van Meenen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid