Schriftelijke vragen : De Ranglijst Christenvervolging 2021 van Open Doors
Vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (ChristenUnie) en Van Helvert (CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Ranglijst Christenvervolging 2021 van Open Doors (ingezonden 14 januari 2021).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de Ranglijst Christenvervolging 2021?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de bevinding van Open Doors dat vervolging van christenen intensiveert,
dat nu alle 50 landen van de Ranglijst vallen in de categorieën «zeer zware» of «extreme»
vervolging, en dat dit in totaal gaat over 309 miljoen christenen?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u dat volgens Open Doors in 2020 (meetperiode 1 oktober 2019–30 september
2020) ruim 4.700 christenen vanwege hun geloofsovertuiging zijn vermoord, 4.488 kerken
en christelijke gebouwen (zoals scholen, ziekenhuizen en begraafplaatsen) werden aangevallen,
4.277 christenen zonder vorm van proces gearresteerd, veroordeeld of gevangengezet
werden, en dat ruim 1.700 christenen gekidnapt werden?
Vraag 4
Herkent u de negatieve invloed van de COVID-19-pandemie op de positie van religieuze
minderheden, waaronder christenen, en wat doet u hieraan?
Vraag 5
Hoe verhouden de talloze voorbeelden van uitsluiting of discriminatie bij de uitdeling
van (voedsel)hulp in met name Aziatische en Afrikaanse landen en van het aanwijzen
van christenen als schuldigen van de pandemie, zich tot de vier «quick scans» die
u begin oktober presenteerde? Zijn er reeds concrete resultaten te benoemen op basis
van de daarin opgenomen aanbevelingen?
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat er de laatste jaren sprake is van een verwoestende toename
van geweld door islamitische extremistische groepen zoals Boko Haram, ISWAP, ADF en
Anwar al-Sunna tegen christenen in landen in de sub-Sahara Afrika regio zoals Nigeria,
Mozambique en de Democratische Republiek Congo (DRC)?
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u bilateraal en in Europees en internationaal verband voor
het nemen van (verdere) initiatieven om dit geweld uit te bannen?
Vraag 8
Herkent u een voortgaande verslechtering van de situatie in Nigeria, waar vorig jaar
3.530 christenen werden vermoord vanwege hun geloofsovertuiging en niet hoofdzakelijk
om sociaaleconomische redenen, zoals u aangaf in antwoord op eerdere schriftelijke
vragen?2
Vraag 9
Onderschrijft u dat de Nigeriaanse overheid onvoldoende bij machte is om haar burgers
te beschermen tegen deze aanvallen en dat de overheid het laat gebeuren dat het noorden
van het land verder islamiseert? Bent u bereid hierover rechtstreeks in gesprek te
gaan met de Nigeriaanse overheid?
Vraag 10
Volgens Open Doors zijn er sterke argumenten dat Boko Haram en ISWAP zich schuldig
maken aan misdaden tegen de menselijkheid en aan genocide; bent u bereid in VN-verband
het initiatief te nemen tot een nader internationaal onderzoek?
Vraag 11
Herkent u een verdere toename van de inzet van digitale controlemiddelen zoals camera’s,
apps en online monitoring – soms onder de noemer van coronabestrijding – in met name
China om de bevolking en in het bijzonder minderheden als christenen en moslims in
de gaten te houden, onder druk te zetten en buiten te sluiten?
Vraag 12
Spant u zich ervoor in dat dit niet gebeurt met (behulp van) technologie afkomstig
van bedrijven uit Nederland en andere Europese landen? Kunt u een overzicht geven
van de huidige (export)regels op dit vlak, en vergen deze regels nadere aanscherping?
Vraag 13
Ziet u ook mogelijkheden om op te treden tegen de toenemende sinificatie («verchinezing»)
van religies zoals het christendom en de islam en de staatsbemoeienis met geloofsuitingen
in China? Beaamt u dat ook dit fundamenteel indruist tegen internationaalrechtelijke
principes op het vlak van godsdienstvrijheid? Wilt u hiertegen protest aantekenen
in uw diplomatieke contacten met het land?
Vraag 14
In hoeverre bent u van mening dat het EU-China Investeringsakkoord (CAI) rekening
houdt met de ernstige mensenrechtenschendingen in het land? Deelt u de mening van
een groep China-experts dat de EU, mede in het licht van bovenstaande vraagstukken,
geen haast zou moeten maken met het sluiten van dit akkoord?3
Vraag 15
Herkent u een groeiend nationalisme op basis van religieuze identiteit in landen als
Turkije en India met verstrekkende gevolgen voor religieuze minderheden zoals christenen?
Bent u bereid om de ontwrichtende rol die Turkije vaak speelt in de regio, waaronder
Nagorno-Karabach, Noord-Irak, Syrië en Libië, te benoemen en waar mogelijk actie te
ondernemen?
Vraag 16
Welke mogelijkheden ziet u om de aanhoudende aanvallen van Hindoe-extremisten tegen
christenen in India en de bijbehorende straffeloosheid aan de orde te stellen?
Vraag 17
Welke mogelijkheden ziet u, ook in het licht van de motie-Stoffer/Voordewind (Kamerstuk
35 000 XVII, nr. 49) voor het versterken en stimuleren van de rechtsorde en het tegengaan van straffeloosheid
van onder andere criminele organisaties in Midden- en Latijns-Amerika?
Vraag 18
Wat kunt u doen om de dubbele kwetsbaarheid van meisjes en vrouwen uit religieuze
minderheden, waaronder christenen, te adresseren? Waar ziet u mogelijkheden om te
waarborgen dat meisjes en vrouwen gelijk worden gezien volgens de wet en dat geweld
tegen hen, zoals verkrachting, ontvoering en gedwongen huwelijken, niet ongestraft
blijft?
Vraag 19
Welke mogelijkheden ziet u om landen van de Ranglijst, en prioritair de top-25, aan
te spreken op internationale verdragen die zij ondertekend hebben en in de praktijk
soms met de voeten treden?
Vraag 20
Deelt u, aangezien uit onderzoek blijkt dat religieuze minderheden bij hulpprogramma’s
van overheden worden buitengesloten of gediscrimineerd, de mening datlocal faith actors (LFA’s) een belangrijke rol kunnen spelen bij de verspreiding van noodhulp en de
wederopbouw van hun land, bijvoorbeeld in Syrië?
Vraag 21
Kunt u aan de hand van data laten zien dat door Nederland ondersteunde hulpprogramma’s
gebruik maken van LFA’s?
Vraag 22
Stuurt u, samen met uw collega voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
bij noodhulpoperaties rondom onder meer COVID-19 op hulpverlening voor iedereen, zodat
niet geselecteerd wordt op religieuze identiteit? Bent u bereid misstanden tegen te
gaan?
Vraag 23
Waar ziet u mogelijkheden om samen te werken met andere speciaal gezanten voor de
vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (FoRB) binnen en buiten Europa om samen
de schendingen van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging aan te kaarten, zoals
gesignaleerd in de rapportage van de Ranglijst? Deelt u – in het licht van de alarmerende
informatie die de Ranglijst Christenvervolging 2021 biedt – de mening dat de reeds
één jaar bestaande vacature van speciaal gezant FoRB in Europa dringend vervuld dient
te worden?
Vraag 24
Waar en hoe bieden de Ranglijst Christenvervolging 2021 en de onderliggende landendossiers
verdere aanknopingspunten voor het mensenrechtenbeleid van Nederland en voor de toekomstige
inzet van de Mensenrechtenambassadeur en de Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging?
Indieners
-
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.