Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Raan over de duurzaamheid van houtige biomassa
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de duurzaamheid van houtige biomassa (ingezonden 14 december 2020).
Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 13 januari
2021).
Vraag 1
Kent u de berichten «Sjoemelhout uit Estland» en «Why British biomass energy is a
burning issue for Estonia»?1 2
Vraag 2
Bent u het eens met de conclusie van het onderzoek «Sjoemelhout uit Estland' dat de
houtkap tussen 2014 en 2019 is verdubbeld en zelfs drie keer zo groot was in Natura
2000-gebieden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Bent u het eens met de conclusie van het onderzoek «Sjoemelhout uit Estland' dat houtkap
is toegenomen door een aanpassing van de wet in 2015, waardoor kappen vergemakkelijkt
is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Klopt het dat uw uitspraak, gedaan tijdens het notaoverleg Klimaat en energie van
26 november 2020 met voortzetting op 3 december 2020, dat het bosareaal van Estland
op het niet-beschermde deel toeneemt, was gebaseerd op cijfers van het Estse Ministerie
van milieu, dat aangeeft dat het bosareaal tussen 2015 en 2018 is toegenomen van 2.309.500
hectare naar 2.330.800 hectare? Zo nee, op welke bron(nen) is uw uitspraak gebaseerd?
Vraag 5
Kunt u aangeven of onder het bovengenoemde niet-beschermde deel ook Natura 2000-gebieden
vallen? Zo ja, hoeveel hectare Natura 2000-gebied valt onder het niet-beschermde deel
en hoeveel valt er onder het beschermde deel?
Vraag 6
Kunt u aangeven wat u bedoelt met bosareaal? Klopt het dat bosareaal niet hetzelfde
is als bosoppervlakte, bosbedekking of hoeveelheid bomen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Beaamt u dat het bosareaal is toegenomen, maar dat de bosbedekking niet is toegenomen,
zoals blijkt uit data van Global Forest Watch, die aantonen dat bosbedekking gemiddeld
met 28.412 hectare is afgenomen per jaar en in totaal met 446.000 hectare tussen 2011
en 2019, waarin de periode 2015 tot 2019 vier-vijfde voor haar rekening heeft genomen?
Vraag 8
Kunt u aangeven of u het verschil tussen bosareaal en bosbedekking relevant vindt?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe de verdeling van bezit van bosgronden (beschermd, niet-beschermd
en Natura 2000-gebied) in Estland is? Hoeveel grond is er in handen van de overheid
en hoeveel van particuliere eigenaren, zoals Graanul Invest en alle dochterbedrijven?
Kunt u dit uitsplitsen naar beschermd, niet-beschermd en Natura 2000-gebied? Kunt
u hierbij aangeven op welke bron(nen) u zich baseert?
Vraag 10
Is het aandeel Natura 2000, beschermd en niet-beschermd bosareaal, dat in handen is
van particuliere eigenaren, in de afgelopen vijf jaar toe- of afgenomen? Kunt u dit
uitsplitsen per gebied?
Vraag 11
Kunt u aangeven welke van de volgende publicaties leidend is voor het Nederlandse
houtige biomassa beleid: 1) Duurzaamheidskader biogrondstoffen, 2) «bioScope: Toepassingen
en beschikbaarheid van duurzame biomassa» van CE-Delft en 3) «Duurzaamheidscertificatie
van vaste biomassa voor energiedoeleinden' van de Rijkdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO)?3 4
Vraag 12
Klopt het dat het Sustainable Biomass Program (SBP) het enige keurmerk is dat volgens
de Nederlandse overheid de duurzaamheid van bos tot energiecentrale garandeert? Zo
nee, welke andere keurmerken zijn volgens de Nederlandse overheid goedgekeurd?
Vraag 13
Kunt u de volgende vragen beantwoorden per goedgekeurd keurmerk (hierbij kunt u ook
verwijzen naar een geldige publicatie):
– Wat zijn de eisen van het programma?
– Wat zijn de definities van resthout en afvalstromen?
– Kunt u aangeven of het certificatiesysteem is gebaseerd op een vrijblijvend convenant
of een handhavende afspraak?
– Hoe wordt behoud van biodiversiteit meegenomen in dit programma?
– Wordt hierbij kaalkap toegestaan en hoeveel hectare kaalkap mag er plaatsvinden?
– Moeten bomen worden teruggeplant? Hoe wordt dit gecontroleerd en door wie?
– Hoe werkt het terugplanten in Natura 2000-gebieden, waar bomen geen commodity zijn,
maar een onderdeel van het landschap dat ook de biodiversiteit, die afhankelijk is
van bomen, beschermt?
Vraag 14
Wie controleert of een bedrijf, met zo’n certificering, zich houdt aan de eisen van
het keurmerk? Hoe vaak worden deze controles uitgevoerd? Bestaan er sancties wanneer
er bij controles onregelmatigheden worden gevonden? Kunt u aangeven of er een accreditatie
door een onafhankelijke derde partij is geweest in de gebieden waar gekapt wordt in
Estland? Zo nee, waarom niet? Hoe controleert een raad en een toezichthouder de private
auditbureaus en wat zijn de resultaten van deze controles? Kunt u een recent voorbeeld
geven waarbij dit aan de orde was met hierbij de vermelding van alle stappen?
Vraag 15
Beaamt u de conclusie van het onderzoek «Why British biomass energy is a burning issue
for Estonia' dat Graanul Invest zes jaar na dato nog steeds geen bomen heeft teruggeplant
in een gebied dat het kaal gekapt had, ondanks de belofte om dat wel te doen?
Vraag 16
Is een SBP-certificaat nog wel geldig, als uit het onderzoek naar voren komt dat ook
hele bomen worden gekapt, specifiek voor het verbranden van hout voor energie, of
dat blijkt dat terugplanten van bomen niet plaatsvindt, en dat er dus niet voldaan
wordt aan de eisen van het SBP-certificaat?
Vraag 17
Klopt het dat de Nederlandse overheid de Forest Stewardship Council (FSC)- en Programme
for Endorsement of Forest Certification Schemes (PEFC)-keurmerken niet vindt voldoen
aan de Nederlandse eisen voor biomassa? Zo ja, waarom niet?
Vraag 18
Kan hiermee gesteld worden dat FSC en PEFC niet in lijn zijn met de duurzaamheidseisen
van Nederland met betrekking tot houtige biomassa?
Vraag 19
Klopt het dat in 2019 een uitzonderingsregel in het leven is geroepen om ook hout
met het FSC- of PEFC-keurmerk te mogen gebruiken voor het verbranden van hout?
Vraag 20
Beaamt u dat dit lijnrecht staat tegenover uw uitspraken, waarin u stelt dat Nederland
zich aan de meest strikte duurzaamheidseisen houdt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat
gaat u eraan doen?
Vraag 21
Kunt u aangeven welke certificaten RWE en Uniper gebruiken en in welke percentages,
en welke certificaten het meest in Nederland worden gebruikt?
Vraag 22
Beaamt u dat zestig procent van de biomassa (500.000 ton) in de Nederlandse centrales
niet hoeft te voldoen aan de strengere duurzaamheidseisen en certificaten, omdat het
gaat om secundaire residuen uit de agro-food en houtindustrie en tertiaire residuen
zoals houtafval?
Vraag 23
Kunt u ons vertellen waar deze resten precies vandaan komen en hoe gegarandeerd wordt
dat er niet hele bomen in verdwijnen, bijvoorbeeld omdat zij een lage economische
kwaliteit hebben?
Vraag 24
Deelt u de conclusie van het onderzoek «Sjoemelhout uit Estland' dat de Nederlandse
duurzaamheidseisen, transparantie en betrouwbaarheid zouden moeten garanderen, maar
dat ze in feite het zicht op wat er in de praktijk gebeurt vertroebelen en dat ze
de verantwoordelijke instanties kansen bieden om naar elkaar te wijzen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 25
Kunt u een process flowchart geven van alle stappen die doorlopen worden voor het
behalen van een SBP-certificaat, van boom tot oven, met vermelding van de bijhorende
instanties? Zo nee, waarom niet?
Vraag 26
Beaamt u, dat u bovengenoemde flowchart zou moeten kunnen opstellen en indien dit
niet het geval is, beaamt u dan dat de duurzaamheidseisen niet transparant en democratisch
zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 27
Kunt u een concreet recent voorbeeld noemen waarbij het SBP-traject in zijn geheel
heeft plaatsgevonden met daarbij expliciet de vermelding van alle stappen en onderdelen
(wanneer, waar, waarom, door wie en hoe)?
Vraag 28
Staat u nog steeds achter uw uitspraak dat er geen hele bomen worden verbrand voor
biomassa? Zo ja, op basis van welke bron(nen)?
Mededeling
Het lid van Raan (PvdD) heeft mij op 14 december jl. vragen gesteld over de duurzaamheid
van houtige biomassa. Vanwege de voor beantwoording benodigde internationale afstemming
kunnen deze vragen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden
beantwoord. Ik zal u de beantwoording zo spoedig mogelijk doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.