Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag : Nota naar aanleiding van het verslag
35 621 Samenvoeging van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk
Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 13 januari 2021
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor
Binnenlandse Zaken waartoe de fracties van de VVD, het CDA, de SP, de ChristenUnie
en de SGP inbreng hebben geleverd. De verschillende vragen die zijn gesteld, worden
hierna beantwoord in de volgorde waarin de inbreng is geleverd.
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
1
2.
Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies
2
3.
Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling
4
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
Samenvoeging van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk. Graag willen zij de regering
daarover een paar vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel tot samenvoeging
van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk. Deze leden hebben een aantal vragen over
het voorliggende wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie hebben het voornemen tot herindeling gelezen en hebben
daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben onder dankzegging kennisgenomen van voorliggend
voorstel. Genoemde leden zijn zich er van bewust dat een samenvoeging van gemeenten
niet enkel een bestuurlijke exercitie is, maar ook een grote impact heeft op de inwoners
van de betrokken gemeenten. Dat is in het geval van voorliggende herindeling niet
anders. De leden van de ChristenUnie-fractie spreken de hoop uit dat de samenvoeging
van gemeente Langedijk en Heerhugowaard bijdraagt aan de bloei van de gemeenschap
in deze gemeenten en wensen bewoners en bestuurders daarbij veel succes.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel.
2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies
De leden van de CDA-fractie constateren, dat het voorliggende wetsvoorstel gebaseerd is op het herindelingsadvies van de betrokken gemeenten en de positieve
zienswijze daarop van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland van 1 juli
2020. In de memorie van toelichting wordt bij herhaling verwezen naar het herindelingsadvies.
Daarom zijn deze leden van mening dat het niet juist is, dat het herindelingsadvies
met de bijbehorende documenten en de zienswijze van de provincie niet als bijlagen
zijn opgenomen bij de memorie van toelichting. Deze leden verzoeken de regering het
herindelingsadvies met de bijbehorende documenten en de zienswijze van de provincie
alsnog als bijlagen op te nemen bij de nota naar aanleiding van het verslag.
Het herindelingsadvies en de zienswijze van gedeputeerde staten zijn gericht aan de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en maken als zodanig geen onderdeel
uit van het wetsvoorstel. Sinds 2017 worden deze stukken niet meer met het betreffende
wetsvoorstel gezonden maar in aanvulling op de beschikbaarstelling via gemeenten en
provincies, op rijksoverheid.nl gepubliceerd. Op de eerste pagina van de memorie van
toelichting is in een voetnoot een link opgenomen naar de vindplaats van het herindelingsadvies.
Achtergrond van de nieuwe werkwijze is dat het meezenden van deze documenten in fysieke
vorm – die in de loop der jaren omvangrijker zijn geworden en mede door de bijlage
soms wel honderden pagina’s betreffen – op verschillende momenten in het wetgevingsproces
leidt tot een papierproductie die niet past in het streven van de rijksoverheid om
papierverspilling tegen te gaan. Omdat de leden van de CDA-fractie te kennen geven
deze stukken toch graag te ontvangen, stuur ik bij deze als bijlagen mee de documenten, zoals deze door de gemeenten en provincie bij mij zijn aangeleverd1.
«Het realiseren van meer publieke waarde, ofwel maatschappelijk resultaat, staat centraal
bij deze herindeling.» De leden van de CDA-fractie vragen, wat hiermee concreet bedoeld
wordt.
Met het realiseren van meer publieke waarde of maatschappelijk resultaat wordt blijkens
het herindelingsadvies gedoeld op de opbrengsten van de wisselwerking tussen overheidsinzet
enerzijds en acties van de samenleving anderzijds. De betrokken gemeenten hebben de
ambitie om na de herindeling een betere invulling te geven aan de (maatschappelijke)
opgaven en dit meer in samenspraak te doen met haar inwoners en maatschappelijke partners.
In het herindelingsadvies (en de onderliggende onderzoeken die in het voortraject
zijn uitgevoerd) is onderbouwd waarom deze gemeenten menen dat ze na een herindeling
meer voor hun inwoners zouden kunnen betekenen, dan dat het geval zou zijn als ze
zelfstandig blijven. Concreet gaat het over onder andere de kwaliteit van de dienstverlening,
de rol die de nieuwe gemeente kan spelen bij regionale vraagstukken en over de ambtelijke en bestuurlijke capaciteit die ontstaat om
specifiek met het betrekken van inwoners en het kernenbeleid aan de slag te gaan.
Met de fusie kan de kwaliteit van de organisatie verhoogd worden (o.a. aantrekken
meer strategisch vermogen, meer perspectief bieden voor werknemers). Ook wordt met
de fusie de kwetsbaarheid van de gemeentelijke organisatie verlaagd.
Op 26 februari 2019 hebben de gemeenteraden van Langedijk en Heerhugowaard het principebesluit
genomen voor de bestuurlijke fusie, zo stellen de leden van de CDA-fractie vast. De
kernen Sint Pancras en Koedijk binnen de gemeente Langedijk hebben daarbij gepleit
voor aansluiting bij Alkmaar, hetgeen bij Alkmaar op steun kan rekenen. De besluitvorming
heeft – na uitvoerig lokaal debat hierover – geresulteerd in een voorstel voor een
ongedeelde herindeling, wat betekent dat alle kernen van de betrokken gemeenten onderdeel
worden van de nieuw te vormen gemeente Dijk en Waard. De regering schetst dat «de
kernen Sint Pancras en Koedijk» hebben gepleit voor aansluiting bij Alkmaar. Kan de
regering aangeven, welke argumenten gewisseld zijn in het bedoelde «uitvoerig lokaal
debat», anders dan dat het belang van een ongedeelde samenvoeging nader is onderbouwd?
Naar het oordeel van de regering is het herindelingsadvies tot stand gekomen na een
zorgvuldig proces. Een belangrijke indicator voor deze zorgvuldigheid is de waarneming
dat de argumenten van zowel de voor- als tegenstanders onderdeel zijn geweest van
het debat en een plek hebben gekregen in de belangenafweging die de gemeenteraden
van de betrokken gemeenten hebben gemaakt. Ook op provinciaal niveau zijn de verschillende
geluiden gehoord en gewogen.
In onderstaand schema zijn de belangrijkste (clusters van) argumenten voor en tegen
een gedeelde samenvoeging uiteengezet:
Argumenten voor een gedeelde samenvoeging
Argumenten voor een ongedeelde samenvoeging
1
Maatschappelijke oriëntatie
Het gaat hierbij vooral om de vraag in welke gemeente de betrokken inwoners wonen,
werken en recreëren. Dit bleek (ook in de huidige bestuurlijke constellatie) regelmatig
Alkmaar te zijn.
1
Maatschappelijke opgave
De maatschappelijke opgaven in Koedijk en Sint Pancras kunnen prima het hoofd worden
geboden bij een ongedeelde samenvoeging. Qua opgaven is er dus geen sprake van een
probleem dat door een gedeelde samenvoeging zou moeten worden opgelost.
2
Identiteit
Een deel van de inwoners geeft aan gevoelsmatig meer bij Alkmaar te horen.
2
Identiteit
Een deel van de inwoners geeft aan gevoelsmatig meer bij de nieuwe gemeente Dijk en
Waard te horen.
3
Uitkomst inwonerspeiling
Uit de inwonerpeilingen die zijn gehouden bleek een meerderheid van de geënquêteerden
in Koedijk en Sint Pancras voor een herindeling met Alkmaar te zijn.
3
Lokaal bestuurlijk draagvlak
In de gemeenteraden van zowel Heerhugowaard als Langedijk is geen draagvlak voor een
gedeelde herindeling.
4
Herindelingsproces
Inwoners gaven in het participatietraject (totstandkoming herindelingsadvies) aan
dat zij zich onvoldoende bediend voelden door de gemeente Langedijk
4
Omvang van de nieuwe gemeente
Met name zonder de kern Sint Pancras wordt niet het ideale schaalniveau bereikt (te
groot financieel nadeel, gevolgen voor de robuustheid van de ambtelijke organisatie).
5
Gedeelde samenvoeging leidt tot bestuurlijk-organisatorische en financiële problemen
Een gedeelde samenvoeging zorgt ervoor dat de ambtelijke organisatie ontvlecht moet
worden; een deel zal immers naar Alkmaar moeten. Dit terwijl de ambtelijke fusie net
is afgerond. Bij Sint Pancras moet de gemeente Alkmaar ook in een herindelingsprocedure
worden betrokken, hetgeen op zijn minst leidt tot vertraging.
6
Het open landschap
Het behoud van het open landschap wordt bij een herindeling met Heerhugowaard beter
gewaarborgd.
De colleges van Langedijk en Heerhugowaard hebben op basis van de reacties vanuit
de inwoners het streven geuit om het unieke karakter van de kernen Sint Pancras en
Koedijk (en overigens ook van alle andere kernen) een expliciete positie te geven
in het ontwerp van de nieuwe gemeente. Dit krijgt vorm in het «kernenbeleid» van de
nieuwe gemeente. Dit kernenbeleid wordt uitdrukkelijk in samenspraak met de inwoners
van de kernen ontwikkeld, en heeft tot doel om het unieke karakter van alle kernen
in de nieuwe gemeente de kern te bewaken én te versterken.
3. Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling
3.1 Draagvlak
De leden van de VVD-fractie wijzen er op dat gebleken is dat de kernen Sint Pancras
en Koedijk graag aansluiting zien bij de gemeente Alkmaar in plaats van het samengaan
met Heerhugowaard. Het draagvlak in deze kernen voor samengaan met Heerhugowaard lijkt
niet groot. Daar komt bij dat de gemeente Alkmaar graag ziet dat de kernen Sint Pancras
en Koedijk bij Alkmaar worden gevoegd. Is de optie om Sint Pancras en Koedijk aan
te laten sluiten bij de gemeente Alkmaar serieus onderzocht? Zo ja, wat waren de bezwaren?
Zoals aangegeven bij de beantwoording van de voorgaande vraag van de leden van de
CDA-fractie heeft er naar mijn oordeel een zorgvuldig proces plaatsgevonden. Meerdere
varianten zijn hierbij door verschillende partijen in het debat ingebracht, waarbij
ook de consequenties van een gedeelde herindeling zijn geïnventariseerd. De belangrijkste
bezwaren tegen een gedeelde herindeling lagen daarbij op het vlak van de omvang van
de nieuwe gemeente (Langedijk en Heerhugowaard hebben onderbouwd waarom een schaalniveau
van circa 85.000 inwoners passend is voor hun maatschappelijke opgaven), de financiële
consequenties (de startsituatie voor Dijk en Waard zou negatief worden beïnvloed,
daarnaast zou een sociaal plan nodig zijn omdat Langedijk en Heerhugowaard al ambtelijk
zijn gefuseerd), het ontbreken van een duidelijk maatschappelijk probleem dat zou
worden opgelost door een gedeelde samenvoeging en op het vlak van het tijdspad (in
deze fase Alkmaar betrekken op zijn minst zou leiden tot vertraging). Daarnaast wijzen
de gemeenten erop dat in (met name) Sint Pancras ook een ander geluid te horen is,
namelijk van een groep inwoners die de herindeling met Heerhugowaard wel degelijk
positief waardeert: de voorgestelde herindeling zou in hun ogen een betere waarborg
voor het landelijke karakter van de kern zijn, dan een samenvoeging met de gemeente
Alkmaar. Tot slot is er bij de gemeenten de oprechte overtuiging dat aan (een deel
van) de bezwaren tegemoet wordt gekomen en vindt men dat ze er «bij horen».
Voorts vragen deze leden in hoeverre er mogelijkheden zijn voor een grenscorrectie,
zowel nu als later.
In artikel 1, onderdeel d, van de Wet algemene regels herindeling (hierna: Wet arhi)
is geregeld dat een grenscorrectie een wijziging van de gemeentegrens is die naar
verwachting het inwonertal van geen van de betrokken gemeenten met 10 procent of meer
zal doen toe- of afnemen. Het inwoneraantal van Sint Pancras (ca. 6000 inwoners) gaat
ruim de 10 procent van het aantal inwoners van de huidige gemeente Langedijk (ruim
27.000 inwoners) te boven. Het aantal inwoners van Koedijk-Noord (ca. 250 inwoners)
bedraagt echter circa 1 procent van het aantal inwoners van Langedijk en valt dus
binnen de mogelijkheid van een grenscorrectie. Het voorgaande betekent dat een grenscorrectie
waarbij Koedijk aan Alkmaar wordt toegevoegd in theorie mogelijk is, maar een grenscorrectie
waarbij Sint Pancras aan Alkmaar wordt toegevoegd, niet. Ná de datum van herindeling
zal het aantal inwoners van de nieuwe gemeente Dijk en Waard circa 85.000 inwoners
bedragen. In dat geval wordt wel voldaan aan de criteria van artikel 1, onderdeel
d, Wet arhi. Na samenvoeging in de voorgestelde variant maakt dan niet alleen Koedijk-Noord
maar ook de kern Sint Pancras qua inwonertal minder dan 10 procent uit van de gemeente
Dijk en Waard. Ingevolge artikel 3, tweede lid, onder a, Wet arhi, kunnen de gemeenten
Alkmaar en Dijk en Waard dan bij gelijkluidende besluiten overgaan tot een grenscorrectie,
zowel inzake Koedijk-Noord en Sint Pancras afzonderlijk of tezamen.
Naast bepalingen over het maximale aantal inwoners bij grenscorrecties, bevat de Wet
arhi ook bepalingen over het proces hoe een grenscorrectie tot stand dient te komen
om een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen (wie stelt de grenscorrectie vast, wat is het democratische proces hoe dergelijke
besluiten tot stand komen). Gelet op het uitgangspunt uit het beleidskader gemeentelijke
herindeling dat het initiatief tot herindelingen primair is voorbehouden aan de gemeenten
zelf, heb ik ook een voorkeur voor grenscorrecties die op draagvlak bij de betrokken
gemeentebesturen kunnen rekenen. Voor een grenscorrectie zoals gesuggereerd is dat
draagvlak er thans niet bij de gemeenteraad van Langedijk (en Heerhugowaard).
In het kader van de onderhavige herindeling is door de gemeenten Heerhugowaard en
Langedijk gewerkt aan een kernenbeleid om Sint Pancras en Koedijk beter aan te laten
haken bij de te vormen gemeente. De leden van de VVD-fractie vragen of het de regering
bekend is in hoeverre nu al vorm en inhoud wordt gegeven aan dat kernenbeleid. Wat
zijn de resultaten tot nu toe? In hoeverre neemt dit kernenbeleid de bezwaren van
de inwoners weg, zo vragen deze leden.
De eerste resultaten van het kernenbeleid in Sint Pancras en Koedijk zijn naar het
oordeel van de betrokken gemeenten positief. Wat naar hun oordeel opviel in de gesprekken
met inwoners, is dat aan het belang van een fusie voor een sterkere gemeente niet
wordt getwijfeld. Inwoners willen vooral verbeteringen zien in hun directe leefomgeving
en in de communicatie en participatie met de gemeente. Hiermee zijn de gemeenten direct
aan de slag gegaan. Voorbeelden die door de gemeenten zijn aangedragen, zijn:
• In samenspraak met inwoners uit Koedijk is besloten de opknapbeurt van een bepaalde
weg naar voren te halen. Een belangrijk onderwerp is de verkeersveiligheid, waar inmiddels
met 20 inwoners het gesprek over wordt gevoerd.
• In Sint Pancras is en wordt er met inwoners gewerkt aan een verkeersplan en is gewerkt
aan een plan rond het Integraal Kind Centrum (IKC). Voor het IKC kwam er op het oorspronkelijke
plan weerstand vanuit de omgeving. Er is een begeleidingsgroep gevormd met deelname
vanuit de Dorpsraad en omwonenden. Vanaf juni is de begeleidingsgroep in gesprek gegaan
over een plan dat wel gedragen kon worden. Vanuit college en raad zijn spelregels
en randvoorwaarden (financieel) meegegeven en de gemeente heeft het proces ondersteund.
Het plan was in november gereed. Dit plan is voorgelegd aan college en raad. De gemeenteraad
heeft ingestemd met het plan. De Dorpsraad en inwoners geven aan tevreden te zijn
over het gelopen proces en het bereikte resultaat.
• In Sint Pancras is ook de verkeerssituatie een belangrijk gespreksonderwerp. Er is
uitgebreid onderzoek gedaan, waarna de resultaten in een «ontwerpsessie» zijn gedeeld
met inwoners. Op basis van die ontwerpsessie zijn aangedragen oplossingen en ideeën
geconcretiseerd. Het uitgewerkte plan wordt binnenkort gepresenteerd aan alle inwoners.
Bij beide trajecten is de gemeente Langedijk blij met de houding van de Dorpsraad
Sint Pancras; hij is een kritisch klankbord en doet constructief mee.
De regering stelt, zo lezen de leden van de CDA-fractie, dat in de gemeente Langedijk
het merendeel van de inwoners uit de diverse kernen positief of neutraal staat tegenover
de fusie. De leden van de CDA-fractie constateren dat deze stelling niet juist kan
zijn, gezien de constatering in dezelfde alinea: «Voor de kernen Sint Pancras (circa
6000 inwoners) en Koedijk (circa 250 inwoners) ligt dat anders.» Kan de regering de
interne tegenstrijdigheid tussen deze beide uitspraken rechtzetten?
Anders dan de leden van deze fractie ben ik van mening dat hier geen sprake is van
een interne tegenstrijdigheid. In de aangehaalde passages wordt een onderscheid gemaakt
tussen het draagvlak op het niveau van de gehele gemeente en het draagvlak per kern.
Indien gekeken wordt naar de gehele gemeente Langedijk blijkt het merendeel van de
inwoners (die in verschillende kernen wonen) positief of neutraal te staan tegenover
deze samenvoeging. Indien naar het draagvlak per kern wordt gekeken blijkt dat niet
alle kernen voorstander zijn van de onderhavige herindeling. Dit is het geval bij
de kernen Sint Pancras en Koedijk. Er is in die zin dus sprake van een specificering.
De regering stelt, dat een argument voor de wens van de kernen Sint Pancras en Koedijk
de maatschappelijke oriëntatie op Alkmaar is. Kan de regering deze maatschappelijke
oriëntatie nader uiteenzetten? Deelt de regering de mening van de leden van de CDA-fractie,
dat maatschappelijke oriëntatie in de context van een herindeling een zwaarwegend
argument is?
Sint Pancras en Koedijk-Noord liggen beide in het westen van de gemeente Langedijk,
dicht tegen de bebouwing aan van de gemeente Alkmaar. Bij Koedijk is er sprake van
een «dubbeldorp»: een deel van Koedijk ligt in de gemeente Alkmaar, een deel in de
gemeente Langedijk. Deze ligging zorgt ervoor dat een deel van deze inwoners méér
georiënteerd is op de gemeente Alkmaar, dan op de voorzieningen in de gemeente Langedijk
of Heerhugowaard. Dit uit zich bijvoorbeeld in waar men werkt, waar de kinderen naar
school gaan of waar het openbaar vervoer gebruikt wordt. Ik deel de mening van de
leden van de CDA-fractie dat maatschappelijke oriëntatie belangrijk kan zijn bij gemeentelijke
herindelingen. Het is goed als gebruikers van voorzieningen (bv. bibliotheek, zwembad)
ook een zekere mate van zeggenschap hebben over deze voorzieningen. Het criterium
speelt dus zeker een rol, en wordt als zodanig ook beoordeeld bij het beleidscriterium
«interne samenhang». In dit geval zijn er echter andere argumenten om toch voor de
ongedeelde samenvoeging te gaan. Belangrijk is in dat geval dat gemeenten hun best
doen om ervoor te zorgen dat het voor inwoners zo min mogelijk uitmaakt in welke gemeente
ze wonen en dat overheden daartoe zoveel als mogelijk werken als één overheid. Dit
geldt zowel inter- als intrabestuurlijk. En juist op dit vlak geven de gemeenten aan
hoge ambities te hebben. Overigens maken de inwoners van Sint Pancras en Koedijk dus
nu ook al gebruik van bepaalde voorzieningen in een andere gemeente (en vice versa).
De voorgestelde gemeentelijke herindeling zal hierin geen verandering brengen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat een meerderheid van de inwoners van de
kernen Sint Pancras en Koedijk zich heeft uitgesproken tegen de herindeling met Heerhugowaard.
Deze leden waarderen de inzet van de betrokken gemeenten zeer om daarnaar een objectieve
meting te laten verrichten. Het roept bij deze leden evenwel vragen op, dat er «vanuit
beide gemeenten initiatieven ondernomen [zijn] om met de tegenstanders van de voorgenomen
samenvoeging in gesprek te gaan tijdens bijvoorbeeld «spreekuren».» Zonder overgang
volgt daarna: «Dit heeft geleid tot de keuze voor ongedeeld herindelen». Deze leden
vragen de regering hierop een nadere toelichting.
Het woord «dit» heeft niet alleen betrekking op de voorafgaande zin, maar op alles
wat in de betreffende alinea is beschreven. Beoogd is om aan te geven dat betrokken
gemeenten een voornemen hadden om ongedeeld samen te gaan, dat ze vervolgens met voor-
en tegenstanders over dit voornemen in gesprek zijn gegaan (onder andere tijdens spreekuren)
en dat na deliberatie is besloten om het voornemen te handhaven. Bij de beantwoording
van voorgaande vragen is op de inhoudelijke onderbouwing van deze keuze ingegaan.
De regering stelt, dat de nieuwe gemeente Dijk en Waard zonder Sint Pancras een minder
robuuste, financieel gezonde en organisatorisch krachtige gemeente is. Kan de regering
deze stelling nader onderbouwen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. De leden van
de SGP-fractie lezen dat zonder het meegaan van het Langedijkse deel van Koedijk en
van Sint Pancras een minder robuuste, financieel gezonde en krachtige gemeente Dijk
en Waard zou ontstaan. Ook deze leden vragen of de regering deze stelling nader zou
willen onderbouwen gelet op de beperkte schaal en het gewicht van deze kernen, in
ieder geval voor zover het betreft het deel van Koedijk. Kan de regering eveneens
aangeven in hoeverre een afzonderlijke overgang van Koedijk naar de gemeente Alkmaar
voldoende is besproken?
Een belangrijk motief voor de gemeente Langedijk om te opteren voor een samenvoeging
met Heerhugowaard is gelegen in de financiële positie van de gemeente. Het «huishoudboekje
op orde» is derhalve een belangrijk uitgangspunt geweest. De gemeenten hebben door
een onafhankelijk onderzoeksbureau laten becijferen wat de financiële gevolgen zouden
zijn van een herindeling, zonder Koedijk-Noord en Sint Pancras. Uit dit onderzoek
blijkt een structureel nadeel voor de nieuwe gemeente van circa 2 miljoen euro. In
deze berekening zijn de afname in opbrengsten en de afname in kosten gesaldeerd. Dit
negatieve effect wordt onder andere veroorzaakt door overheadkosten die niet lager
uitvallen bij een kleinere gemeente, de verwachte geringe afname van de kapitaallasten
en de gevolgen voor de OZB-opbrengst (afgezet tegen het gemiddelde van de gehele gemeente
is de waarde van het onroerend goed in Sint Pancras relatief hoog). Incidenteel is
er ook minder geld beschikbaar voor de herindeling zelf en zal de ambtelijke organisatie
opnieuw gereorganiseerd moeten worden. De ambtelijke organisaties van Langedijk en
Heerhugowaard zijn immers reeds gefuseerd; als een deel van de gemeente naar Alkmaar
overgaat, zal ook een deel van de ambtenaren over moeten gaan. Het mag duidelijk zijn
dat het enkel toevoegen van Koedijk aan de gemeente Alkmaar minder ingrijpende financiële
gevolgen heeft voor de nieuw te vormen gemeente Dijk en Waard, dan als ook Sint Pancras
daarbij wordt betrokken.
Heerhugowaard en Langedijk hebben voorgesteld, zo lezen de leden van de CDA-fractie,
om gezamenlijk een bestuurlijk arrangement uit te werken onder de noemer «grenzeloos
besturen». Beide gemeenten willen daarmee, dat wat voor de inwoners van Sint Pancras
en Koedijk belangrijk is om te realiseren, centraal stellen, in plaats van welke gemeentelijke
organisatie dat doet. De leden van de CDA-fractie vragen, in hoeverre dit afwijkt
van het dagelijks werk van gemeentebesturen in het algemeen.
Ik deel de opvatting van de leden van de CDA-fractie dat de inwoners altijd centraal
dienen te staan bij de belangenafweging die de gemeenteraad maakt. In de praktijk
blijken gemeentegrenzen echter bij zowel grote als kleine vraagstukken toch van belang
te zijn. Op welke voorzieningen kan een inwoner aanspraak maken? Waar vraagt men een
vergunning voor de gondeltocht aan? Waar mag het grofvuil weg worden gebracht? Nieuw
aan het bestuurlijk arrangement is de waarde en het belang dat wordt gehecht aan het
grenzeloos besturen en de mate waarin de regio Alkmaar als geheel dit uitgangspunt
onderschrijft.
De leden van de SP-fractie lezen dat de weerstand in Koedijk en Sint Pancras groot
is en dat deze inwoners zich liever zouden willen aansluiten bij Alkmaar. Hoe verhoudt
zich dit tot de voorwaarde dat herindelingen van onderaf moeten komen?
Het kabinet heeft een voorkeur voor herindelingen van onderop, die kunnen rekenen
op een zo groot mogelijk draagvlak. Dit betreft zowel maatschappelijk als bestuurlijk
draagvlak. In dit geval gaat het om draagvlak voor een ongedeelde herindeling (over
de gehele gemeente bezien). Gemeenteraden spelen als volksvertegenwoordiging een cruciale
rol in het beoordelen van dat draagvlak. Gemeenteraden zijn ingevolge de Wet arhi
bevoegd een herindelingsadvies vast te stellen. Het is aan de gemeenteraden om te
onderzoeken of er in hun gemeente voldoende draagvlak is voor een voornemen tot herindelen.
Het staat de gemeenteraden vrij om te bepalen op welke wijze ze de aan- of afwezigheid
van draagvlak willen vaststellen. Uit het onderzoek dat in opdracht van de gemeenten
is gedaan, waar 48 procent van de inwoners van Koedijk en 47 procent van de inwoners
van Sint Pancras op hebben gereageerd, bleek dat in beide kernen een meerderheid afwijzend
tegenover de fusie staat. In Koedijk betrof dit percentage 55 procent van de respondenten,
in Sint Pancras betrof dit percentage 63 procent van de respondenten. (totaal aantal
respondenten: 2287). De voorkeur voor herindelingen «van onderop» betekent echter
niet dat er in iedere straat, wijk of kern volledig draagvlak voor een herindeling
moet zijn. Het is aan de gemeenteraad om een afweging in het kader van het algemene
belang van de gehele gemeente te maken.
Genoemde leden vragen of er nader kan er worden ingegaan op de vraag waarom er geen
referendum in alle deelnemende gemeenten is gehouden.
Het is op grond van het Beleidskader gemeentelijke herindeling primair aan het gemeentebestuur
om te bepalen hoe het maatschappelijk draagvlak voor een herindeling wordt onderzocht.
Voor de beoordeling van het maatschappelijk draagvlak is niet vereist dat een referendum
heeft plaatsgevonden. Het is steeds aan de betrokken gemeentebesturen zelf om te bepalen
op welke wijze zij tot oordeelsvorming en besluitvorming overgaan, daarmee rechtdoend
aan de vertegenwoordigende functie die de gemeenteraad uitoefent. Dat is een lokaal-autonoom
proces. Op basis van verschillende methoden die in de memorie van toelichting en in
het herindelingsadvies zijn beschreven, zijn de gemeenten van oordeel dat het maatschappelijk
draagvlak voor deze herindeling over het algemeen voldoende is, al is het draagvlak
in de kernen Koedijk en Sint Pancras beperkt.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat met name de positie van de kernen
Sint Pancras en Koedijk punt van aandacht is. Zij lezen dat vanuit de nieuw te vormen
gemeente Dijk en Waard grote inspanningen worden geleverd om beter recht te doen aan
deze kernen in beleid. Met de leden van de gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland,
zijn de leden van de ChristenUnie-fractie van mening dat de redenen voor een ongedeelde
samenvoeging, in combinatie met de aanvullingen en wijzigingen die zijn doorgevoerd
in het herindelingsadvies, tegemoet komen aan de zorgen en wensen voor de inwoners
van Sint Pancras en Koedijk én perspectief voor hen bieden. Genoemde leden spreken
de hoop uit dat vanuit gemeente Dijk en Waard tot een succesvolle samenwerking met
de gemeente Alkmaar wordt gekomen, die inwoners van beide gemeenten – en Sint Pancras
en Koedijk in het bijzonder – ten goede komt.
Naar mijn oordeel is er sprake geweest van een zorgvuldig proces, waarbij de verschillende
varianten en hun consequenties deel hebben uitgemaakt van het debat. Het mag duidelijk
zijn dat het enkel toevoegen van Koedijk aan de gemeente Alkmaar, minder ingrijpende
gevolgen heeft voor de nieuw te vormen gemeenten Dijk en Waard, dan als ook Sint Pancras
daarbij wordt betrokken. Wat blijft is dat ook die grenscorrectie – hoe beperkt qua
omvang ook – expliciet afwijkt van de wens van de gemeenteraad van Langedijk (en Heerhugowaard).
Naar mijn mening is er onvoldoende grond om op dit punt de zorgvuldige belangenafweging
die de gekozen volksvertegenwoordigers hebben gedaan, naast mij neer te leggen.
3.2. Bestuurskracht
De leden van de SP-fractie vragen of er nader gereflecteerd kan worden op de vraag
hoe het kan dat er meer bestuurskracht bij de gemeenten nodig is. Waarom waren zij
eerder wel en nu niet meer in staat de taken voor hun inwoners uit te voeren? Welke
taken kunnen zij niet meer uitvoeren?
Met de voortdurend veranderende samenleving, veranderen ook de maatschappelijke opgaven
waar gemeenten zich voor gesteld zien. Onderdeel van die veranderingen zijn dat het
takenpakket waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn, substantieel is gegroeid. Gemeenten
willen in hun werkwijzen en organisatie meebewegen met veranderende omstandigheden;
soms achten zij een herindeling daarbij de beste oplossing voor hun inwoners. Het
aanwijzen van specifieke taken die gemeenten dan zonder herindeling niet meer zouden
kunnen uitvoeren, is niet eenvoudig. Doorgaans is de constatering namelijk dat voor
het geheel aan taken de gemeente onvoldoende bestuurskrachtig is. Wanneer er slechts
op een enkele taak versterking noodzakelijk is, kan dit vaak ook met samenwerking
worden opgevangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties