Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met versterking van het toekomstperspectief van de publieke omroep (Kamerstuk 35554-30)
2021D01000 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 2 december 2020 inzake voorhang
ontwerpbesluit tot wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met versterking
van het toekomstperspectief van de publieke omroep (Kamerstuk 35 554, nr. 30).
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Inhoud
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
2
II
Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
2
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstellingen kennisgenomen van de voorhang
ontwerpbesluit tot wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met versterking
van het toekomstperspectief van de publieke omroep. Deze leden hebben de volgende
vragen en opmerkingen.
Taak NTR
De leden van de CDA-fractie lezen in de visiebrief van de Minister1 dat onder paragraaf 4.1 wordt gesproken over het scherper positioneren van de NTR2. Deze leden lezen dat de Minister er in het mediabesluit voor kiest om consumentenvoorlichting
te schrappen als taak en culturele programmering slechts na afstemming te laten plaatsvinden.
De visiebrief rept echter ook over aanscherping van de taak rond de programmering
voor etnische en culturele minderheden. Wat is de reden dat dit niet terugkeert in
het mediabesluit, zo vragen deze leden. De leden lezen verder dat de NTR vanaf de
komende concessieperiode alleen na overleg met andere omroepen, over op welke aspecten
de NTR aanbod van culturele aard kan verzorgen, programmering in die richting verzorgt.
De Nederlandse Publieke Omroep behoudt daarbij een coördinerende rol. Vatten deze
leden de zinsneden goed op als zij concluderen dat de NTR pas dan een programma van
culturele aard verzorgt als geen ledenomroep zich bereid heeft verklaard om de productie
van het beoogde programma op zich te nemen? Of spelen nog andere factoren een rol
bij de toekenning van het programma aan de NTR? In de visiebrief beoogt de Minister
een verdergaande bestuurlijke samenwerking en/of samengaan van de twee taakomroepen
om bestuurlijke kosten en drukte te verminderen. Beide hebben daartoe voornemens gepresenteerd.
Heeft de Minister overwogen om de doelstelling in de visiebrief als een evaluatiebepaling
toe te voegen aan artikel 3c lid 3? Zo nee, waarom niet, zo vragen de leden.
II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.