Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ploumen en Gijs van Dijk over menstruatiearmoede in Nederland
Vragen van de leden Ploumen en Gijs van Dijk (beiden PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over menstruatiearmoede in Nederland (ingezonden 27 november 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van ‘t Wout (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede
namens de Minister voor Medische Zorg (ontvangen 11 januari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Gratis tampons van overheid zou eerlijk zijn»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van de uitkomsten en aanbevelingen van de onderzoeken van Plan
International2 en het feministisch platform De Bovengrondse3, die onderzoek hebben gedaan naar menstruatiearmoede in Nederland?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Heeft het vervolggesprek met Plan Internationaal en De Bovengrondse reeds plaatsgevonden,
waarover u in eerdere beantwoording van schriftelijke vragen aangaf om dit aan te
gaan «om met hen de opbrengsten van hun acties naar aanleiding van dit onderzoek verder
te bezien»? Wat zijn de uitkomsten van dit gesprek?4
Antwoord 3
Het gesprek met Plan Internationaal en De Bovengrondse heeft plaatsgevonden. In dit
gesprek hebben de onderzoekers een toelichting gegeven op het onderzoek en de plannen
en acties die De Bovengrondse en Plan Internationaal voornemens zijn uit te voeren.
Zo gaf De Bovengrondse aan dat een drietal gemeenten gaat bekijken in hoeverre de
aanschaf van de menstruatieproducten kan lopen via de welbekende stadspassen voor
minima.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het beschikbaar stellen van menstruatieproducten op openbare
plekken zoals buurtcentra, apothekers, scholen en andere openbare plekken een bijdrage
kan leveren om menstruatiearmoede uit te bannen in Nederland? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, hoe zou dit in Nederland kunnen worden ingevoerd?
Antwoord 4
Die mening deel ik niet. Omstandigheden en behoeften van vrouwen verschillen, maar
voor de meeste vrouwen vormen de kosten van menstruatieproducten geen probleem. Natuurlijk
zijn er, zoals het onderzoek ook laat zien, vrouwen die wel financiële drempels ervaren
om producten aan te schaffen en dat is schrijnend.
Om dit aan te pakken neemt het kabinet doorlopend maatregelen voor een evenwichtig
koopkrachtbeleid. Zoals mijn voorganger, mede namens de Minister voor Medische Zorg,
al aangaf in de beantwoording op de vragen die u gezamenlijk stelde op 4 maart 2020
over menstruatie-armoede in Nederland5 is dit kabinet voorstander van een decentrale en integrale aanpak, die zich zoveel
mogelijk richt op de verscheidenheid aan oorzaken van armoede.
Het kabinet heeft op basis van het regeerakkoord diverse maatregelen genomen om de
structurele oorzaken van armoede aan te pakken. Daarbovenop heeft het kabinet extra
middelen voor het voorkomen van schulden en het bestrijden van armoede beschikbaar
gesteld. Met het derde steun- en herstelpakket zijn nog eens extra middelen (€ 146
miljoen) vrij gemaakt voor het tegengaan van armoede en problematische schulden. Een
groot deel van deze middelen gaat naar gemeenten.
Bij de aanpak van armoede hebben gemeenten een belangrijke rol. Zij kennen de lokale
situatie en kunnen maatwerk bieden. Zoals in de beantwoording van vraag 3 is aangegeven
is uit het gesprek met vertegenwoordigers van de Bovengrondse en Plan Internationaal
gebleken dat een drietal gemeenten gaat bekijken in hoeverre de aanschaf van de menstruatieproducten
kan lopen via de welbekende stadspassen voor minima. Ik zal bij de VNG extra aandacht
voor menstruatiearmoede vragen en ook gemeenten via het gemeentenieuws oproepen om
aandacht te hebben voor dit onderwerp en goede voorbeelden te delen.
Er zijn tevens landelijke en lokale organisaties en initiatieven die mogelijk ondersteuning
kunnen bieden bij de geschetste problematiek. De gemeente kan inzicht geven in de
lokale mogelijkheden.
Vraag 5
Op welke wijze gaat u zelf actief een rol spelen in het doorbreken van taboes rond
menstruatie en het vergroten van kennis over het goed gebruik van menstruatiemiddelen?
Volgens de door de Bovengrondse aangehaalde definitie bestaat menstruatiearmoede uit
drie aspecten; toegang tot menstruatieproducten, toegang tot sanitaire voorzieningen
en kennis over menstruatie. Het onderzoek van het platform De Bovengrondse en Plan
Internationaal laat zien dat er rond menstruatie anno nu soms nog schaamte en taboe
heersen en dat er onder bepaalde doelgroepen behoefte bestaat aan meer kennis. Het
is van belang dat taboes rond menstruatie worden doorbroken en de kennis over goed
gebruik van menstruatiemiddelen wordt vergroot.
Antwoord 5
Een geschikte plek om taboes te doorbreken en kennis te vergroten is op school. Scholen
in het basis- en voortgezet onderwijs zijn op grond van het kerndoelonderdeel seksualiteit
en seksuele diversiteit verplicht om in hun lesaanbod aandacht te besteden aan seksuele
vorming en gezondheid, relaties en seksuele diversiteit. Scholen zijn vrij om zelf
te kiezen welke methoden of lespakketten ze hiervoor gebruiken. Binnen het thema seksuele
gezondheid besteden diverse lesmethoden aandacht aan menstruatie(welzijn). De Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft hierover op 14 november 2019 een brief
gestuurd naar uw Kamer naar aanleiding van een petitie van de Endometriose Stichting
en GirlsTalk.Period!6 Daarnaast kunnen professionals zoals de huisarts, apotheker of drogisterijhouder
advies geven over het gebruik van zelfhulpmiddelen, zoals menstruatieproducten.
Vraag 6
Bent u bereid om, in navolging van het Schotse voorbeeld, menstruatiearmoede uit te
bannen, door menstruatieproducten gratis aan te bieden aan vrouwen die dat niet kunnen
betalen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie hiervoor het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.