Schriftelijke vragen : Vismonitoring in het Eems-estuarium
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over vismonitoring in het Eems estuarium (ingezonden 11 januari 2021).
Vraag 1
            
Bent u op de hoogte van de pilot die de Waddenvereniging heeft gedaan naar frequentere
               vismonitoring in het Eems estuarium, «Vis in het Eems estuarium: beter in beeld»?1
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat het voor zowel het Eems estuarium als de Waddenzee van groot
               belang is dat de staat van de natuur goed gemonitord wordt zodat deze effectief beschermd
               en verbeterd kan worden indien dit nodig blijkt?
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat een goede monitoring frequent is en aansluit op het migratiepatroon
               van de vissen die functioneren als graadmeter voor de beschermde Natura 2000-habitats?
            
Vraag 4
            
Kunt u toelichten waarom op dit moment voor de huidige frequentie en meetmomenten
               is gekozen? Passen deze bij het migratiepatroon van de typische vissoorten van de
               beschermde Natura 2000-habitats? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 5
            
Deelt u de zorgen die aanleiding gaven tot het onderzoek dat de huidige meetfrequentie
               onder het meetprogramma van de Kaderrichtlijn Water onvoldoende is om een goed beeld
               te geven van de visfauna?
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat ook de typische soorten (indicatorsoorten) van de Natura 2000-habitats
               gemonitord moeten worden?
            
Vraag 7
            
Kunt u reflecteren op de resultaten, conclusies en aanbevelingen van de pilot die
               is uitgevoerd door de Waddenvereniging, vooral met betrekking tot de meetfrequentie?
            
Vraag 8
            
Hoe kijkt u aan tegen de conclusie van het onderzoek dat jaarrond meten, dus vier
               keer per jaar, een ander en completer beeld geeft «van de visfauna dan monitoring
               op twee tijdstippen in het jaar als het gaat om aantallen, soortensamenstelling en
               lengte-opbouw van de vispopulaties»?2
Vraag 9
            
Ziet u in dit onderzoek aanleiding om de monitoringsfrequentie uit te breiden? Zo
               nee, waarom niet?
            
Vraag 10
            
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Indiener
T.C. de Groot, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.