Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de mogelijke terugtrekking van de Corman-Drosten paper inzake de PCR-test
Vragen van het lid Van Haga (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de mogelijke terugtrekking van de Corman-Drosten paper inzake de PCR-test (ingezonden 1 december 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 8 januari
2021).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bestaan van de Corman-Drosten paper «Detection of 2019 novel coronavirus (2019-nCov) by real-time RT-PCR»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit wetenschappelijke artikel.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat er SARS-CoV-2 (Polymerase Chain Reaction) PCR
test-kits in gebruik zijn, welke zijn ontworpen op basis van de voornoemde paper?
Antwoord 2
Ja
Vraag 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
Bent u op de hoogte van het intrekkingsverzoek (Retraction Request Letter) ingediend door een «International Consortium of Scientists in Life Sciences (ICSLS)»?2
Bent u op de hoogte van de conclusie die ICSLS heeft getrokken in haar peer-review
van de Corman-Drosten paper, te weten dat er zoveel fouten in de paper zitten, dat
de Editorial Board van Eurosurveillance geen andere keuze heeft dan het intrekken van de paper?
Bent u het eens dat, wanneer ICSLS gelijk heeft in haar peer-review en intrekkingsverzoek
dat de corona PCR-testen dusdanig slecht in staat zijn om SARS-CoV-2 aan te tonen,
alle PCR-testen op basis van de Corman-Drosten paper met onmiddellijke ingang moeten
worden stopgezet, omdat we simpelweg niet weten wat we testen?
Bent u het eens met het feit dat wanneer het ICSLS gelijk heeft, dit enorme gevolgen
heeft voor het test- en diagnostiekbeleid en daarom alle Nederlanders recht hebben
op een eerlijke, transparante en inhoudelijke reactie op de peer-review en het intrekkingsverzoek
van het ICSLS?
Bent u bereid om – aangezien er maar liefst zes auteurs van het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) hebben meegewerkt aan de Corman-Drosten paper – het
RIVM dringend te verzoeken om te reageren op de peer-review en het voornoemde intrekkingsverzoek,
indien Eurosurveillance niet eerlijk, transparant en inhoudelijk zal reageren op de
peer-review en het intrekkingsverzoek van het ICSLS?
Bent u het eens met de stelling dat zonder de Corman-Drosten paper de PCR-test niet
gebruikt zou mogen worden voor het testen op COVID-19?
Bent u het eens met de conclusies in voornoemde Retraction Request Letter, waarin wordt gesteld dat vanwege de geconstateerde fouten en onvolkomenheden in
de Corman-Drosten paper, de SARS-CoV-2 PCR-test onbruikbaar is?
Mocht de Retraction Request Letter leiden tot de terugtrekking van de Corman-Drosten paper, wat zou dat voor gevolgen
hebben voor het coronabeleid in Nederland, dat in belangrijke mate gestoeld is op
positieve PCR-testen gebaseerd op dit Corman-Drosten protocol?
Antwoord 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
Ik ben ervan op de hoogte dat een aantal wetenschappers kritiek heeft op het genoemde
wetenschappelijke artikel en dit verwoord heeft in een retraction paper. Het betreffende
artikel is op basis van peer-review in het wetenschappelijke tijdschrift Eurosurveillance
gepubliceerd. Via het RIVM heb ik begrepen dat het tijdschrift momenteel haar eigen
onafhankelijk onderzoek verricht om te bezien of de kritiek terecht is. Dit is een
gebruikelijke werkwijze bij een wetenschappelijk tijdschrift. Ik wacht de uitkomsten
hiervan af.
Vraag 11
Heeft u enig idee of de Corman-Drosten paper door een externe peer-review werd goedgekeurd
en vindt u niet dat wanneer dit niet het geval is, het absoluut de moeite waard is
om dit te laten onderzoeken?
Antwoord 11
Dit artikel is gepubliceerd in Eurosurveillance. Dit wetenschappelijke tijdschrift
publiceert artikelen op basis van collegiale toetsing (peer-review)3.
Vraag 12
Bent u op de hoogte van de recente verklaring van een lid van uw eigen Outbreak Management
Team (OMT), mevrouw Koopmans, die tevens stelt dat de uitslag van een PCR-test niets
zegt over daadwerkelijke besmettingen, noch het besmettelijk zijn? Zo ja, hoe duidt
u deze verklaring?
Antwoord 12
In reactie op eerdere vragen van uw Kamer over de PCR-test heb ik u een toelichtend
memo van het RIVM gestuurd, waarin nadere ingegaan wordt op wat de PCR meet en wat
de PCR zegt over besmet en besmettelijk zijn. Dit toelichtende memo is tevens gepubliceerd
op de website van het RIVM. Dit staat binnen het OMT niet ter discussie.
Vraag 13
Bent u op de hoogte van de recente publicatie van onderzoek in het gezaghebbende wetenschappelijke
tijdschrift NATURE, welke concludeert dat PCR-positief geteste mensen zónder symptomen
(asymptomaten) niet besmettelijk zijn? Indien ja, hoe duidt u deze conclusie?
Antwoord 13
Ik ben niet bekend met wetenschappelijke publicaties die concluderen dat met het virus
besmette asymptomaten per definitie niet besmettelijk zijn. In haar recente adviezen
onderschrijft het OMT de meerwaarde van het testen van mensen zonder klachten.
Vraag 14, 15
Bent u op de hoogte van het feit dat de rechterlijke macht in Portugal heeft geconcludeerd
dat de PCR-test niet deugt en dat deze geen grondslag vormt om aan te tonen of iemand
besmet of besmettelijk is? Zo ja, hoe duidt u dit feit?
Bent u het op basis van de nu beschikbare kennis eens dat het huidige testbeleid met
de PCR-test niet kan worden voortgezet, dat op deze test positief geteste personen
niet als «besmet» mogen worden bestempeld en dat voor het vaststellen van een besmetting
met COVID-19 voortaan een wetenschappelijk onderbouwde diagnostiek noodzakelijk is?
Antwoord 14, 15
Nee, Ik constateer dat het ECDC en de WHO de PCR-test als de gouden standaard zien
om een besmetting met het SARS-CoV-2 virus aan te tonen.
Vraag 16, 17
Deelt u de mening dat de diagnostisering traditioneel weer naar de eerstelijnszorg
moet worden teruggebracht, te beginnen bij de huisarts?
Deelt u de mening dat alleen echt zieken met COVID-19 symptomen moeten worden getest
als verlengstuk van de door de eerstelijnszorg opgestelde diagnose?
Antwoord 16, 17
Nee. In de GGD-teststraten ligt de focus niet op diagnostiek maar op zicht houden
op het virus en adequate infectiebestrijding. Daarbij is het testen van mensen en
het opsporen van contacten van positief geteste mensen essentieel. Dit is een wettelijke
taak van GGD’en zoals bepaald in de Wet publieke gezondheid.
Wanneer patiënten ernstige klachten hebben dienen zij uiteraard door een arts gezien
te worden, waarbij de arts bepaalt of er voor het stellen van een diagnose specifieke
testen en andere onderzoeken, zoals een anamnese en lichamelijk onderzoek, nodig zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.