Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Roon en Wilders over miskenning door Nederlandse regering van de Joodse relatie met de Tempelberg te Jerusalem
Vragen van de leden De Roon en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over miskenning door Nederlandse regering van de Joodse relatie met de Tempelberg te Jerusalem (ingezonden 14 december 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 januari 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich de in de Eerste Kamer aangenomen motie1 om «zoveel mogelijk tegen de VN-resoluties te stemmen waarin naar de Tempelberg verwezen
wordt met alleen de Arabische naam» en dat u heeft gezegd «met die motie te kunnen
leven»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u dat het Jodendom een historische en religieuze relatie heeft met de
Tempelberg? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het kabinet onderschrijft de historische, religieuze en culturele connectie van alle
drie monotheïstische religies, waaronder het Jodendom, met de heilige plaatsen in
Jeruzalem. Op aandringen van Nederland en de EU is vorig jaar in resolutie A/RES/74/89,
de voorganger van A/RES/75/98, een paragraaf opgenomen die het belang van Jeruzalem
en de heilige plaatsen voor deze religies onderstreept (zie ook Kamerbrief d.d. 26 november
2019, met kenmerk 23 432, nr. 475).
Vraag 3
Waarom was het naar uw mening onmogelijk om in de Algemene Vergadering van de VN te
stemmentegen de resolutie A/Res/75/98 (ingediend door Cuba e.a.), waarin de Tempelberg uitsluitend
met de naam Haram al-Sharif werd aangeduid?2
Antwoord 3
Nederland beoordeelt iedere resolutie op zijn totale inhoud en merites. Op basis van
deze beoordeling heeft Nederland, samen met het overgrote deel (22) van de andere
EU-lidstaten, vóór resolutie A/RES/75/98 gestemd. De term Haram al-Sharif betreft
één aspect van deze resolutie, die voorts dankzij de inzet van Nederland en de EU
het belang van Jeruzalem en de heilige plaatsen voor de drie monotheïstische religies
bevestigt. De paragraaf staat in de preambule, en bevat geen oproep tot handelen.
Zoals tevens benoemd tijdens de recente Begrotingsbehandeling hangt het van de totale
inhoud van de resolutie af of Nederland deze per saldo steunt (zie stenogram Begroting
Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 35 570-V) voortzetting). Inhoudelijk roept de resolutie in de operationele paragrafen onder
meer Israël op af te zien van de sloop van Palestijnse huizen en te stoppen met uitbreidingen
van nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Het kabinet ondersteunt deze oproepen,
die noodzakelijk blijven in het kader van de recente ontwikkelingen zoals de aankondiging
van nederzettingenuitbreidingen in Givat Hamatos en de sloop van het Palestijnse dorp
Khirbet Hamsa al-Foqa. Daarnaast veroordeelt de resolutie tevens uitingen van terrorisme
en raketbeschietingen door Hamas. In het licht van deze evenwichtige inhoudelijke
aspecten, die aansluiten bij het Nederlandse en Europese beleid inzake het MOVP, en
waar Nederland zowel bilateraal als in multilateraal verband beide partijen op aanspreekt,
heeft Nederland op 4 november jl. in de Vierde Commissie van de Algemene Vergadering
vóór resolutie A/RES/75/98 gestemd (zie ook Kamerbrief van 1 december jl. met kenmerk
35 570-V, nr. 63).
Op 10 december jl. vond in de plenaire Algemene Vergadering de herbevestiging plaats
van de resoluties die eerder op 4 november in de Vierde Commissie waren aangenomen.
Deze stemming betreft normaliter een bevestiging van de eerdere stemming, terugkomen
op reeds uitgebrachte stem is ongebruikelijk en tevens onwenselijk. Nederland stemde
hier, evenals andere EU-lidstaten, conform stemposities in de Vierde Commissie en
herhaalde derhalve de voorstem t.a.v. resolutie A/RES/75/98.
Vraag 4
Heeft Nederland pogingen ondernomen om voor de stemming een tekstwijziging in de resolutie
aan te laten brengen door daarin (ook) de benaming Tempelberg op te laten nemen? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, welke pogingen zijn dan in het werk gesteld en waarom werden
deze niet overgenomen?
Antwoord 4
Nederland heeft in EU-verband met de Palestijnse delegatie onderhandeld over de concept-resoluties
(zie tevens de Kamerbrief van 17 november jl. (2020D46407). Onderdeel van deze onderhandelingen betrof de benaming van de heilige plaatsen,
waarbij Nederland en de EU zich hebben ingezet voor een formulering die recht doet
aan de belangen van de drie monotheïstische religies. Concreet is aan de Palestijnse
delegatie het verzoek voorgelegd de term Haram al-Sharif te verwijderen. In het kader
van deze onderhandelingen over het totale pakket van resoluties heeft de Palestijnse
delegatie een aantal voorstellen van EU-zijde geaccepteerd, doch dit specifieke verzoek
niet.
Vraag 5
Bent u bereid uw excuses aan Israël aan te bieden voor uw laakbare stemgedrag?
Antwoord 5
Nee. Nederland beoordeelt, als soeverein land, iedere resolutie op zijn inhoud en
merites. Dat laat onverlet dat Nederland nauwe en warme relaties onderhoudt met Israël.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.