Schriftelijke vragen : Belemmeringen voor verduurzaming van de financiële sector
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Financiën over belemmeringen voor verduurzaming van de financiële sector (ingezonden 22 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «ForFarmers neemt risico's met kwetsbare natuur én de
belangen van zijn investeerders» van Follow the Money van 4 december 2020,1 waarin staat dat transparantie in de sojaketen ver te zoeken is, dat ForFarmers»
claim over ontbossingsvrije soja misleidend is, dat institutioneel belegger APG, die
voornamelijk voor het duurzaamst beleggend pensioenfonds APB2 belegt, desondanks 10% van de aandelen van ForFarmers bezit, en dat zelfregulering
de Braziliaanse bossen en savannes niet gaat redden?
Vraag 2
Bent u bekend met het rapport «Beef, Banks, and the Brazilian Amazon»,3 waaruit blijkt dat banken, waaronder de ING, ondanks eerdere waarschuwingen en misstanden,
vleesbedrijven die zorgen voor ontbossing en mensenrechtenschendingen blijven financieren,
en dat deze banken zoals ING dit straffeloos kunnen blijven doen door het gebrek aan
noodzakelijke wet- en regelgeving «in consumer countries and financial hubs like Europe
and the US», waaronder Nederland?
Vraag 3
Kent u het bericht «Investor group makes net-zero carbon pledge to tackle climate
crisis» uit The Guardian van 11 december 2020?,4 waarin het feit naar voren wordt gebracht dat ondanks vrijwillige klimaatcommitments
zoals de «net-zero carbon pledge» het uitsluiten van kool, olie en gas hier geen onderdeel
van uitmaakt?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat klimaatbeleid meer dan alleen de productie van fossiele brandstoffen
behelst, maar onder meer ook de ontbossing voor de sojateelt en de veeteelt, die hun
weerslag hebben op de uitstoot van broeikasgassen en het klimaat?5 Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het belang van de biodiversiteit nog steeds onvoldoende erkend
wordt in de financiële sector, zoals DNB-onderzoeker en coauteur van het PBL-rapport
«Biodiversiteit en de financiële sector: een kruisbestuiving?», Joris van Toor, in
het artikel van Follow the Money stelt, terwijl we ook in een biodiversiteitscrisis
verkeren zoals diverse recente onderzoeksrapporten6 laten zien? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Beaamt u dat Nederlandse financiële instellingen voor honderden miljarden euro’s aan
financieringen hebben uitstaan waarop ze mogelijk risico’s lopen als gevolg van biodiversiteitsverlies?7
Vraag 7
Beaamt u tevens dat het voor de Nederlandse financiële sector van belang is om de
risico’s van biodiversiteitsverlies in beeld te brengen, zowel vanuit economische
als ecologische redenen?
Vraag 8
Erkent u dat ecocide, de grootschalige vernietiging van ecosystemen, mogelijk gemaakt
wordt door de financiële sector, die ondanks afspraken en beloftes, leningen verstrekken
voor zeer schadelijke projecten aan bedrijven die met dit geld activiteiten uitvoeren
die ecocide tot gevolg hebben? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat Nederland, dat in de wereld een omvangrijke en belangrijke
financiële sector heeft,8 juist met zijn financiële sector een belangrijke bijdrage in de wereld kan leveren
aan de verduurzaming van de economie wereldwijd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 10
Onderschrijft u de logische gevolgtrekking dat als ForFarmers zelf geen gegevens heeft
over de CO2-impact van de eigen hoofdactiviteiten in de keten van veevoer en nog geen
kritieke prestatie-indicatoren (kpi’s) heeft,9 ook zijn financiers onvoldoende inzicht hebben in de klimaateffecten en de duurzaamheidsrisico’s?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 11
Heeft u zicht op de transparantie en de inzichtelijkheid van andere productieketens,
hoe is het hiermee gesteld en kunt u garanderen dat alle productieketens transparant
en inzichtelijk zijn voor financiers?
Vraag 12
Erkent u de mogelijkheid dat financiële instellingen niet in staat zijn om te bepalen
wat duurzame investeringen zijn als productieketens niet transparant en beheersbaar
zijn, zoals het geval is bij ForFarmers, maar ook bij oliehandelaar Vitol zoals duidelijk
wordt uit de vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Financiën over
oliehandelaren, corruptie en de financiële sector?10
Vraag 13
Erkent u dat financiële instellingen, gelet op het gebrek aan inzichtelijkheid en
transparantie van sommige bedrijven, mogelijk onvoldoende «in control» zijn van hun klimaatimpact en hun impact op biodiversiteit en de duurzaamheidsrisico’s
van hun investeringen en beleggingen, iets waarvan u in uw reactie op de initiatiefnota
«Verduurzaming van de financiële sector» stelt dat dit van belang is?11
Vraag 14
Erkent u dat financiële instellingen door een gebrek aan inzichtelijkheid en transparantie
potentieel meer risico lopen, bijvoorbeeld op stranded assets, dan zij denken? Zo
nee, hoe is dit geborgd? En hoe garandeert u dat er geen doorwerking daarvan plaatsvindt
met negatieve effecten voor bijvoorbeeld onze pensioenen?
Vraag 15
Op welke manier kan de kwaliteit van klimaatrapportages geborgd worden bij een gebrek
aan transparantie en inzichtelijkheid? Kunt u bevestigen dat een gebrek aan transparantie
bij bedrijven zoals ForFarmers en oliehandelaar Vitol, de kwaliteit van de klimaatrapportages
van financiële instellingen kan beïnvloeden? Zo ja, op welke manieren kan een gebrek
aan transparantie en inzichtelijkheid de kwaliteit van klimaatrapportages beïnvloeden
volgens u? Zo nee, op welke manier is de kwaliteit bij onvolledige informatie geborgd?
Vraag 16
Erkent u dat het gebrek aan inzichtelijkheid en transparantie bij bedrijven en productieketens
effectieve sturing op verduurzaming in de weg zit, en hoe verhoudt uw zienswijze hierop
zich tot de in de iniatiefnota «Verduurzaming van de financiële sector» bepleite inzichtelijkheid
en transparantie, die worden gezien als voorwaarde voor het effectief sturen op verduurzaming?
Vraag 17
Bent u het ermee eens dat naast vrijwillige commitments vanuit de financiële sector
zelf en dwingender wet- en regelgeving, zoals verplichte due diligence-wetgeving,
ook het strafbaar stellen van ecocide kan helpen om financiering van schadelijke en
vervuilende activiteiten te stoppen?
Vraag 18
Bent u bereid om – nu steeds weer blijkt, zoals uit de hier genoemde voorbeelden,
maar ook uit het gebrek aan de bereidheid om de investeringen en beleggingen in olie
en gas uit te faseren, dat zelfregulering niet voldoende is voor de financiële sector
om verder te verduurzamen – onderzoek te doen naar manieren waarop wet- en regelgeving
ondersteuning kunnen bieden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 19
Kunt u deze vragen ook beantwoorden in het licht van de onlangs aangenomen motie-Sjoerdsma/Van
Ojik12 en de tweede doelstelling die genoemd wordt in de iniatiefnota «Verduurzaming van
de financiële sector» dat naast het aanjagen van groen veel aandacht uit moet gaan
naar het reduceren van vervuilende activa, die veruit het grootste in omvang zijn
en de meeste relatieve impact genereren als zij verduurzamen?
Vraag 20
Op welke manieren spoort u financiële instellingen aan om gerichte actie te ondernemen
tegen specifieke misstanden zoals m.b.t. mensenrechten en milieu, en bent u bereid
om dit proactiever te gaan doen?
Vraag 21
Op welke manier vindt u dat Nederland moet optreden tegen het grootschalig beschadigen
en vernietigen van de leefomgeving (ecocide)? Vindt u dat er genoeg gedaan wordt?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.