Schriftelijke vragen : Het bericht ‘ Nauwelijks coronasteun voor startende ondernemers: 'Ik hou het nog drie maanden vol'’
Vragen van de leden Amhaouch en Palland (beiden CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Nauwelijks coronasteun voor startende ondernemers: «Ik hou het nog drie maanden vol»» (ingezonden 21 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nauwelijks coronasteun voor startende ondernemers:
«Ik hou het nog drie maanden vol»»?1
Vraag 2
Kunt u nog eens voor zowel de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid
(NOW) als de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) uiteenzetten waarom het niet mogelijk
is in 2020 gestarte bedrijven tot deze steunmaatregelen toe te laten? Kunt u hierbij
onderscheid maken tussen (juridisch-)technische en organisatorische aspecten?
Vraag 3
a. Hoeveel ondernemers zijn in 2020 een bedrijf gestart?
b. Van hoeveel van deze bedrijven kan worden aangenomen dat zij een omzetverlies hebben
geleden vanwege COVID-19, omdat zij op enig moment van overheidswege tijdelijk moesten
sluiten (zoals horecaondernemingen)?
c. Hoeveel van deze (horeca)bedrijven hebben naar schatting in het derde kwartaal van
2020, toen zij open waren, omzet gedraaid?
Vraag 4
a. Klopt het dat wanneer er sprake is van een omzethistorie er tot een (meer of minder
representatieve) referentieomzet kan worden gekomen waarop compensatie voor omzetverlies
kan worden gebaseerd?
b. Zou het derde kwartaal van 2020, waarin (horeca)bedrijven open waren en omzet hebben
kunnen draaien, een basis kunnen bieden voor een vorm van compensatie aan startende
bedrijven (waarbij altijd sprake zal zijn van over- dan wel ondercompensatie)?
c. Zouden op grond van het gelijkheidsbeginsel (gelijke gevallen worden gelijk behandelen)
in 2020 gestarte bedrijven met aantoonbaar omzetverlies vanwege COVID-19 vanaf het
vierde kwartaal van 2020 moeten worden toegelaten tot reguliere steunmaatregelen?
Vraag 5
a. Zou een oplossing als onder vraag 4b binnen de huidige NOW of TVL kunnen worden gevonden,
of juist daarbuiten in de vorm van een aparte regeling (zoals een TVL speciaal voor
starters)?
b. Welke andere oplossingen, zowel binnen als buiten de NOW of TVL, zijn door u met uitvoeringsorganisaties
en sociale partners verkend, refererend aan uw brief van 9 december jl. waarin u schrijft
dat «het kabinet hier in overleg met de uitvoeringsorganisaties en sociale partners
serieus naar heeft gekeken» maar «het uiteindelijk niet is gelukt om binnen de NOW-regeling
en de TVL-regeling tot een uitvoerbare oplossing te komen»?2
c. Kunt u de dilemma’s onder vraag 5b schetsen zodat wij inzicht krijgen in de afweging
die u heeft gemaakt?
Vraag 6
In hoeverre zouden risico’s op misbruik of oneigenlijk gebruik kunnen worden gemitigeerd
door een verklaring van een accountant, overheid of andere partij?
Vraag 7
Hoezeer zouden provincies of gemeenten, die voor wat betreft dienstverlening het dichtst
bij ondernemers staan, bij de uitvoering van een startersregeling een rol kunnen spelen,
zoals zij dat ook doen bij de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemer
(Tozo) en de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)?
Vraag 8
Kunt u, met de opgedane kennis uit de NOW en TVL, een ruwe schatting geven van het
budget en de uitvoeringscapaciteit die nodig zouden zijn om voor startende ondernemers
een voorziening zoals de NOW of TVL te treffen?
Vraag 9
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Amhaouch, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.M. Palland, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.