Schriftelijke vragen : Kinderen die “onterecht uit huis worden geplaatst door slecht feitenonderzoek”
Vragen van de leden Peters en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over kinderen die «onterecht uit huis worden geplaatst door slecht feitenonderzoek» (ingezonden 21 december 2020).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat kinderen onterecht uit huis worden geplaatst
door slecht feitenonderzoek?1
Vraag 2
Herkent u het beeld dat jeugdzorgwerkers hun rapporten vooral baseren op aannames
en er nauwelijks tot geen waarheidsvinding plaatsvindt?
Vraag 3
Herkent u het beeld dat vervolgens de Raad voor de Kinderbescherming en de kinderrechter
besluiten nemen gebaseerd op aannames, die niet altijd overeenkomen met de feiten?
Vraag 4
Bent u het met de mening eens dat het risico hierdoor groot is dat kinderen onterecht
en onnodig uit huis worden geplaatst en dat dit grote impact en onomkeerbare schade
kan toebrengen aan gezinnen?
Vraag 5
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat jeugdzorgwerkers niet meer
alleen uitgaan van aannames, maar ook aan waarheidsvinding gaan doen, zodat onterechte
uithuisplaatsingen worden voorkomen?
Vraag 6
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat de Raad voor de Kinderbescherming
de aannames van Jeugdzorg niet als feiten beschouwt en bij twijfel zelf meer feitenonderzoek
gaat doen, zodat kinderen niet onnodig uit huis worden geplaatst?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Madeleine van Toorenburg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.