Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over de thuiswerken en wegverkeer
Vragen van het lid Remco Dijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Thuiswerken doen we blijkbaar nog steeds niet: het is onverminderd druk op de weg» (ingezonden 2 november 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
18 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel van het Algemeen Dagblad van 29 oktober getiteld: «Thuiswerken
doen we blijkbaar nog steeds niet: het is onverminderd druk op de weg»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben hiermee bekend.
Vraag 2
Herkent u het probleem dat het artikel schetst dat het nog steeds onverminderd druk
op de weg is? Klopt het dat het, ondanks de stijgende aantallen coronabesmettingen,
druk blijft op de weg?
Antwoord 2
Het Ministerie van IenW monitort de ontwikkeling van mobiliteit nauwgezet. Tijdens
de intelligente lockdown dit voorjaar was het wegverkeer gedaald tot een bijzonder
laag niveau, circa 35 tot 50% ten opzichte van 2019. In de zomer is de verkeersintensiteit
weer sterk hersteld tot dichtbij het niveau van 2019. Met de ingang van de aangescherpte
maatregelen dit najaar is de verkeersintensiteit weer enigszins gedaald. Gedurende
de maanden oktober, november en de eerste helft van december was de verkeersintensiteit
circa 70–80% van het oude niveau. Bovengenoemde cijfers laten zien dat de drukte op
het wegennet in de eerste maanden na de lockdown weliswaar sterk is hersteld, maar
nog steeds lager ligt dan het niveau van voor de crisis. Vooralsnog heeft het gedeeltelijke
herstel van het wegverkeer niet geleid tot een sterk herstel van de congestie (filedruk);
de piekdrukte tijdens de ochtend- en avondspits ligt nog onder het niveau van 2019.
Vraag 3
Wat is volgens u de reden dat het onverminderd druk is op de weg, ondanks de oproep
van het kabinet om zo veel mogelijk thuis te werken?
Antwoord 3
Thuiswerken is zonder meer een belangrijke factor in de drukte op het wegennet en
heeft bijgedragen aan de sterke afname van de filedruk sinds het begin van de coronacrisis.
Een belangrijke kanttekening hierbij is echter dat de oproep zoveel mogelijk thuis
te werken niet van toepassing is op alle werkenden. Het deel van de beroepsbevolking
met een beroep dat niet vanuit huis kan worden beoefend, of waarbij reizen onderdeel
van het werk is, zal gebruik blijven maken van het wegennet. Daarbij wordt de verkeersintensiteit
beïnvloed door meer factoren dan thuiswerken alleen. De verkeersdrukte kan bijvoorbeeld
ook toenemen wanneer er vaker met de auto wordt gereisd voor andere doeleinden, zoals
een familiebezoek of recreatie. Ook kan substitutie tussen modaliteiten leiden tot
extra drukte, bijvoorbeeld wanneer reizigers voor bepaalde verplaatsingen het OV verruilen
voor de auto. Verder is de hoeveelheid vrachtverkeer op de weg na de eerste lockdown
dit voorjaar snel hersteld richting het oude niveau en sindsdien betrekkelijk stabiel
gebleven.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de uitspraak uit het artikel dat we met het grootste verkeersexperiment
ooit bezig zijn? Maakt vaker thuiswerken of betere spreiding het mogelijk dat de fileproblematiek
verminderd wordt of misschien wel opgelost wordt?
Antwoord 4
De coronacrisis heeft zonder meer geleid tot een ongekende situatie, waarin een groot
deel van de werknemers in Nederland in korte tijd en op grote schaal is gaan thuiswerken.
Het effect hiervan op mobiliteit en congestie is groot, zoals de cijfers laten zien
(zie de beantwoording van vraag 2). Thuiswerken en spreiding worden door IenW al langer
ingezet als instrument om congestie te beperken. Met de coronacrisis zijn de ontwikkelingen
op dit gebied echter in een stroomversnelling geraakt.
Vraag 5
Welke voortgang wordt er geboekt met werkgevers die meer ruimte bieden aan hun medewerkers
om flexibeler te werken?
Antwoord 5
IenW zet samen met provincies en gemeenten in op een regionale werkgeversaanpak als
onderdeel van de MIRT-afspraken. Doel van deze aanpak is, onder meer, om werkgevers
te stimuleren en te helpen het nieuwe reisgedrag tijdens de coronacrisis waar mogelijk
te bestendigen. Denk hierbij aan meer thuiswerken en een betere spreiding over dag
en week. Aanvullend op de regionale werkgeversaanpak zijn met VNO-NCW en MKB-Nederland
afspraken gemaakt over communicatie richting werkgevers. Deze communicatie omvat onder
meer het delen van best practices en het stimuleren van het bedrijfsleven om deel te nemen aan de regionale gesprekken
om zo te komen tot een gebiedsgerichte aanpak. Hiervoor wordt onder andere gebruik
gemaakt van «zowerkthet.nl», een platform met tools, tips & tricks over thuiswerken
en slim reizen. Voor een nadere toelichting verwijs ik naar de Kamerbrief over de
invulling van motie-Postma c.s. (Kamerstuk 35 570 XII nr.27) inz. werkgeversafspraken over thuiswerken en flexibel werken, die gelijktijdig met
deze brief is verstuurd.
Vraag 6
Als het druk op de weg blijft en COVID-19 de wens van individueel vervoer alleen maar
laat stijgen, wat betekent dit dan voor de noodzaak om te blijven investeren in asfalt
en het slimmer gebruik daarvan?
Antwoord 6
Op dit moment bevinden we ons nog midden in de coronacrisis, hiermee is het nog te
vroeg om de balans op te maken en voorspellingen te doen over reisgedrag en de drukte
op het wegennet op de lange termijn.
Vraag 7
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het notaoverleg MIRT dat 7 december gepland staat?
Antwoord 7
Dit is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.