Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Geurts, Amhaouch en Postma over het bericht 'Onbegrip bij provincie over weigering Rijk om informatie voor stikstofaanpak te delen'
Vragen van de leden Geurts, Amhaouch en Postma (allen CDA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Infrastructuur en Waterstaat en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Onbegrip bij provincie over weigering Rijk om informatie voor stikstofaanpak te delen» (ingezonden 26 november 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 17 december
2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Onbegrip bij provincie over weigering Rijk om informatie voor
stikstofaanpak te delen: «Te gek voor woorden»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten waar in de Wet natuurbescherming staat dat deze data niet gedeeld
mogen worden met andere overheden vanwege privacy-redenen?
Antwoord 2
Het delen van data door de overheid is aan verschillende juridische kaders gebonden.
De betreffende data omvat gegevens die te herleiden zijn tot de persoon. Als sprake
is van persoonsgegevens is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing
en gelden er regels voor het verwerken van persoonsgegevens, ter bescherming van de
persoonlijke levenssfeer van degene op wie het persoonsgegeven betrekking heeft. Onder
verwerken valt ook het verstrekken van gegevens. Voor het verwerken en verstrekken
van persoonsgegevens door de Minister moet er een toereikende wettelijke grondslag
zijn. Op dit moment hebben provincies hebben zelf reeds inzicht in een aanzienlijk
gedeelte van de betreffende informatie vanuit hun rol als bevoegd gezag. Ik werk samen
met RVO en BIJ12 (namens de provincies) aan een alternatieve oplossing om het laatste
deel van de relevante informatie toegankelijk te maken voor de provincies. Hierbij
wordt te allen tijde rekening gehouden met de privacy-gevoeligheid van de data.
Vraag 3
Klopt het dat het proces van de stikstofanalyses vertraagd is door het ontbreken van
data?
Antwoord 3
Het proces van de eerste stikstofanalyses is niet vertraagd door ontbrekende data.
Voor deze analyses is geen privacygevoelige informatie benodigd. Provincies maken
gebruik van de informatie vanuit AERIUS voor analyses ten behoeve van hun eigen gebiedsgerichte
aanpak. Daarnaast bezie ik hoe de door hen gewenste data ontsloten kan worden.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het klopt dat informatie die aan provincies wordt geweigerd
vanwege privacy-redenen of die zij vanwege diezelfde reden niet mogen gebruiken voor
de gebiedsgerichte aanpak stikstof, wél voor dat doel verstrekt is of gaat worden
aan of gebruikt wordt door andere overheidsorganisaties (zoals het Kadaster), al dan
niet tegen betaling? Zo ja, kunt u dan gemotiveerd toelichten waarom de eerder genoemde
privacy-redenen hier niet gelden?
Antwoord 4
Het Kadaster krijgt niet meer informatie dan de provincies. Wel krijgen het Kadaster
en de provincies informatie over agrarische bedrijven voor de uitvoering van de WILG
(Wet Inrichting Landelijk Gebied). Deze informatie is overigens niet geschikt voor
de toepassing in het kader van de stikstofopgave.
Vraag 5
Klopt het dat de gebiedsgerichte aanpak van provincies vertraagd wordt en dat hierdoor
grote economische ontwikkelingen stil kunnen komen te liggen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het niet delen van de privacygevoelige informatie vertraagt de gebiedsgerichte aanpak
niet. Provincies hebben zelf reeds inzicht in een aanzienlijk gedeelte van de betreffende
informatie vanuit hun rol als bevoegd gezag. Zij hebben tenslotte zelf de vergunningen
verleend waarbij ook door aanvragers op grond van AERIUS-berekeningen inzicht moest
worden geboden in de stikstofuitstoot.
Vraag 6
Wat betekent het volgens u dat de gebiedsgerichte aanpak van provincies vertraagd
wordt en dat hierdoor mogelijk ook grote infrastructurele projecten vertraging oplopen?
Antwoord 6
De gebiedsgerichte aanpak wordt niet vertraagd door het niet delen van de privacygevoelige
data. Ik zie derhalve ook geen link tussen deze vermeende vertraging en de mogelijkheid
dat infrastructurele projecten vertraging op lopen.
Vraag 7
Erkent u, indien de data daadwerkelijk niet gedeeld mogen worden, dat er een alternatieve
oplossing moet komen, waardoor de provincie meer inzicht krijgt over mogelijke stikstofveroorzakers
in een gebied, dit om geen onnodige vertraging op te lopen in de uitvoering? Zo ja,
wat gaat u doen om hiertoe te komen?
Antwoord 7
De beschikbaarheid van deze data is niet essentieel om tot een goed gebiedsgericht
proces te komen. Het maakt de uitvoering door de provincies wel iets eenvoudiger en
ook voor toekomstige, verdiepende stikstofanalyses is deze data gewild. Zoals ook
in de beantwoording van vraag 1 aangegeven werk ik samen met RVO en BIJ12 (namens
de provincies) aan een alternatieve oplossing om de relevante informatie toegankelijk
te maken voor de provincies. Hierbij wordt te allen tijde rekening gehouden met de
privacy-gevoeligheid van de data.
Vraag 8
Kunt u aangeven waar het delen van soortgelijke informatie tussen verschillende (decentrale)
overheden stuit op bezwaren naar aanleiding van «privacy-redenen»?
Antwoord 8
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 9
Kent u het bericht «Handvol agrarische bedrijven houdt Nederland op slot»?2
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Deelt u de mening dat het onderzoek, waarvan als werkwijze is gekozen om boerenbedrijven
te gaan saneren, een onderzoek is waarbij de keuzes die je maakt, de uitkomsten van
je onderzoek bepalen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Het onderzoek van Investico waarover dit artikel bericht heeft onder meer gekeken
naar de mate van piekbelasting door boerenbedrijven op nabijgelegen Natura 2000-gebieden.
Ik constateer dat dit onderzoek een analyse geeft van het stikstofprobleem waar de
focus ligt op de piekbelasters. Het kabinet beziet de problematiek in een breder verband,
en vindt dat dit slechts een van de onderdelen is die bij de aanpak van de problematiek
relevant is. In het programma met (bron)maatregelen van de structurele aanpak zitten
maatregelen die zich richten op alle sectoren en daarmee ook expliciet op piekbelasters.
Via deze weg zet ook het kabinet in op het reduceren van de depositie van de piekbelasters.
Daarnaast neemt het kabinet maatregelen om stikstofreductie te bereiken met maatregelen
voor boeren die door willen met hun bedrijf. Er zijn wat betreft het kabinet dus meerdere
oplossingen. Welke maatregel het beste past op welke plek is zeer gebiedsafhankelijk
en wordt als zodanig ook benaderd.
Vraag 11
Wat waren volgens u de uitkomsten geweest als in het onderzoek gekozen was voor het
doorrekenen van industriële stikstofbronnen rondom natuurgebieden in de westelijke
helft van Nederland?
Antwoord 11
Een dergelijke verandering zou een grote aanpassing van het onderzoek zijn. Ik kan
niet aangeven wat de conclusies van het onderzoek zouden zijn bij deze andere onderzoeksopzet.
Dat heeft onder meer te maken met het gegeven dat industriële bedrijven vooral NOx uitstoten in plaats van NH3, en het bijbehorende depositiepatroon dus significant anders is.
Vraag 12
Kunt u de antwoorden op deze vragen voor de behandeling van de Wijziging van de Wet
natuurbescherming en de Omgevingswet (stikstofreductie en natuurverbetering) (Kamerstuk
35 600) naar de Kamer sturen?
Antwoord 12
Het is helaas niet gelukt de beantwoording voor de behandeling van de Wijziging van
de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet uit te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.