Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lodders en Van Wijngaarden over het bericht 'Nederlandse sekteleider (58) verdacht van gijzeling en misbruik kinderen'
Vragen van de leden Lodders en Van Wijngaarden (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Nederlandse sekteleider (58) verdacht van gijzeling en misbruik kinderen». (ingezonden 28 oktober 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën), mede namens de mede namens de
Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 17 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederlandse sekteleider (58) verdacht van gijzeling
en misbruik kinderen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich het Vragenuur van 13 oktober 2020, waarin het lid Lodders (VVD) de
Staatssecretaris van Financiën vroeg om de status als algemeen nut beogende instelling
(de ANBI-status) af te pakken van organisaties die walgelijke homogenezingstherapieën
aanbieden?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Herinnert u zich dat de Staatssecretaris van Financiën in zijn reactie aangaf zich
«niet te kunnen voorstellen op welke manier deze praktijken het algemeen nut dienen»
en daarbij aankondigde «voor het einde van het jaar» een extra controle te zullen
laten uitvoeren met betrekking tot de ANBI-status van deze organisaties, alsmede aankondigde
dat hij, als die onderzoeken aanleiding geven tot actie, nader zal bezien wat de Belastingdienst
kan doen met het intrekken van de ANBI-status en of daarvoor zelfs wetswijziging nodig
zou zijn?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Bent u op de hoogte van de ANBI-status van de Orde der Transformanten?
Antwoord 4
Ja, daarmee ben ik bekend.
Vraag 5
Kunt u toelichten welk algemeen nut volgens u de Orde der Transformanten dient?
Antwoord 5
Deze instelling kwalificeert onder een van de wettelijke categorieën van algemeen
nut, namelijk «religie, levensbeschouwing en spiritualiteit».
Vraag 6
Kunt u toezeggen dat de Belastingdienst ook deze club nader onderzoekt en de Kamer
nog voor het einde van het jaar informeert over de mogelijkheden tot het intrekken
van de ANBI-status? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
In het antwoord op vraag 8 ga ik in op toezicht en handhaving door de Belastingdienst
bij ANBI’s, waaronder ook deze instelling.
Vraag 7
Hoe kan het dat er veel organisaties lijken te zijn die, hoewel zij niet het algemeen
belang behartigen, toch een ANBI-status hebben?
Antwoord 7
Als een instelling qua doelstellingen en activiteiten onder een van de categorieën
van algemeen nut opgesomd in artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
(AWR) valt, zoals religie, en deze instelling aan de overige voorwaarden voldoet,
heeft deze instelling recht op de ANBI-status. De Belastingdienst toetst het criterium
algemeen nut op basis van de door de Hoge Raad in 2012 geïntroduceerde tweetrapstoets
die ook verweven zit in de wettelijke criteria. Die toets is meerdere malen bevestigd
door de Hoge Raad en bestaat uit een kwalitatieve en een kwantitatieve toets. De kwalitatieve
toets houdt in dat uit de regelgeving en feitelijke werkzaamheden van een instelling
blijkt dat primair en rechtstreeks een (voldoende concreet bepaald) algemeen nuttig
doel wordt beoogd. De kwantitatieve toets houdt in dat de werkzaamheden feitelijk
ook uitsluitend of nagenoeg uitsluitend dit algemeen belang moeten dienen. De nadruk
hierbij ligt op de uitgaven en op de bestedingen van een instelling. Als een instelling
voor meer dan 10% activiteiten kent die een privaat belang nastreven of anderszins
niet het algemeen belang dienen, kan op deze grond ook de ANBI-status worden ingetrokken.
Vraag 8
Hoe is de handhaving op het begrip «algemeen nut»? Heeft de Belastingdienst genoeg
capaciteit en informatie om hier überhaupt zinvol op te controleren? Kan geborgd worden
dat bij een veroordeling de ANBI-status automatisch kan worden afgenomen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
Het toezicht op de ANBI-instellingen volgt de lijn van de uitvoerings- en toezichtstrategie
van de Belastingdienst.3 In de uitoefening van het toezicht wordt risicogericht gewerkt. Bij constatering
van niet-naleving aan formele vereisten, geldt dat de ANBI-status niet meteen wordt
ingetrokken maar de Belastingdienst de ANBI de gelegenheid geeft alsnog aan deze formele
verplichtingen te voldoen. Bij constatering van niet-naleving aan materiële vereisten,
geldt dat de ANBI-status in de meeste gevallen wordt ingetrokken, in voorkomende gevallen
zelfs met terugwerkende kracht. In het antwoord op vraag 10 ga ik uitgebreider in
op de integriteitstoets.
Vraag 9
Is het begrip «algemeen nut» nu te ruim geïnterpreteerd, bijvoorbeeld in artikel 5B
van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (Awr)? Welke precieze betekenis geeft
de wetsgeschiedenis aan «algemeen nut»?
Antwoord 9
Nee, van een te ruime interpretatie van het begrip «algemeen nut» is gelet op de wetsgeschiedenis
geen sprake. Artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) bevat een
limitatieve opsomming van wat onder «algemeen nut» in de zin van de ANBI-regelgeving
wordt verstaan. Het begrip «algemeen nut» is in de wet neutraal vormgegeven en wordt
ook blijkens de jurisprudentie neutraal getoetst. Mensen hebben vanuit hun levensbeschouwelijke
of politieke overtuiging verschillende opvattingen over wat als algemeen nut zou moeten
worden beschouwd. Dit valt ook terug te zien in de verschillende doelen die ANBI’s
nastreven en in het verlengde daarvan hun feitelijke activiteiten.
Vraag 10
Hoe bent u voornemens dit begrip beter te richten, zodat organisaties die claimen
het algemeen belang te bevorderen maar dat evident niet doen, voortaan niet meer binnen
deze definitie vallen?
Antwoord 10
Uit uw vragen blijken zorgen over gedragingen en uitlatingen door een aantal ANBI’s
of direct daarbij betrokkenen, die door velen worden afgewezen. Die zorgen deel ik.
Zoals bekend, is intrekking op basis van de al bestaande integriteitstoets op dit
moment mogelijk na een onherroepelijke veroordeling van de instelling of een bestuurder,
feitelijk leidinggevende of gezichtsbepalende persoon door de rechter.4 Deze veroordeling moet, kort gezegd, bovendien de ANBI zijn aan te rekenen. Dat betekent
dat de bestuurder, feitelijk leidinggevende of gezichtsbepalende persoon van de instelling
het strafbare feit moet hebben gepleegd in die hoedanigheid. Als een strafbaar feit
niet in die hoedanigheid is gepleegd, maar bijvoorbeeld in de privésfeer, kan dit
de ANBI immers niet worden aangerekend. Naar aanleiding van een motie van de leden
Omtzigt en Lodders heb ik in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021 een uitbreiding
van de integriteitstoets voorgesteld.5 Deze uitbreiding houdt in dat indien de Belastingdienst gerede twijfel heeft over
de integriteit van een ANBI, bestuurder, feitelijk leidinggevende of gezichtsbepalend
persoon van de ANBI, deze (rechts)persoon kan worden verzocht om een verklaring omtrent
het gedrag (VOG) te overleggen. Dit wetsvoorstel is inmiddels ook door de Eerste Kamer
aanvaard en treedt per 1 januari 2021 in werking. Dat betekent dat als blijkt dat
een persoon wordt vervolgd voor ernstige misdrijven, zoals in het geval van het genoemde
krantenbericht, dat reden vormt voor de inspecteur om deze persoon te verzoeken een
VOG te overleggen. Als er niet tijdig een VOG wordt overgelegd, zal de inspecteur
de ANBI-beschikking intrekken tenzij de betreffende persoon inmiddels niet meer behoort
tot de bestuurders, feitelijk leidinggevenden of gezichtsbepalende personen van die
instelling of een andere functie en een ander takenpakket binnen de instelling heeft
gekregen. Het is een nieuw instrument waarmee de Belastingdienst nog ervaring moet
opdoen en dat zal zorgvuldig moeten gebeuren.
Uit het krantenbericht begrijp ik dat bij de desbetreffende ANBI de sekteleider wordt
verdacht van seksueel misbruik (van kinderen). Dit zijn serieuze aantijgingen ten
aanzien van deze persoon waarbij het Openbaar Ministerie als eerste verantwoordelijk
is om dit te onderzoeken en eventueel voor de rechter te brengen. Ik zal naar aanleiding
van dergelijke specifieke casussen kijken wat we kunnen doen in de fiscale sfeer,
zie ook mijn antwoord op vraag 11.
Vraag 11
Bent u voornemens de door u toegezegde wijziging (zie ook vraag 3) nog voor het einde
van deze kabinetsperiode in te dienen/openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Naar aanleiding van de vraag van het lid Lodders (VVD) tijdens het Vragenuur van 13 oktober
jl. over organisaties die homogenezingstherapieën aanbieden, heb ik verzocht om nader
te bezien of en wat de Belastingdienst kan doen met de ANBI-status van dergelijke
organisaties en of daarvoor wetswijziging nodig zou zijn. Ik streef ernaar de Kamer
begin 2021 over de uitkomsten te informeren.
Vraag 12
Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.