Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over problemen met naturalisatie
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over problemen met naturalisatie (ingezonden 24 november 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 december
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1103.
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoord op mijn Kamervragen op 11 juli 2020: «Naturalisatie onmogelijk
ondanks ruim 13 jaar legaal verblijf»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat bedoelde u met «gegronde redenen» waardoor een vreemdeling met een reguliere verblijfsvergunning
toch genaturaliseerd kan worden terwijl geen identiteits- of nationaliteitsdocument
getoond kan worden? Kunt u voorbeelden noemen?
Antwoord 2
Onder «gegronde redenen» worden redenen verstaan die zijn genoemd en aangetoond door
de vreemdeling of objectief zijn komen vast te staan. In het individuele geval leiden
deze redenen tot het oordeel dat van het overleggen van een buitenlands geboortebewijsstuk
of van een geldig buitenlands paspoort dan wel van beide documenten kan worden afgezien.
In het algemeen is denkbaar dat bijvoorbeeld door oorlog, natuurgeweld of brand een
ooit bijgehouden register is vernietigd en er geen dubbel register bestaat van hetgeen
verloren is gegaan. Voor concrete voorbeelden verwijs ik naar www.ind.nl/Nederlanderschap/ik heb geen paspoort/geboorteakte (bewijsnood).
Vraag 3 en 4
Is de weigering van het verstrekken van deze gegevens door een ambassade van het herkomstland
voldoende reden om de documenteis te laten vervallen?
U schreef tevens dat er «van jongvolwassenen een inspanning wordt verwacht om aan
documenten te komen», wat verstaat u onder deze inspanning? Is het aanvragen van de
documenten bij de ambassade van het herkomstland voldoende inspanning om in aanmerking
te komen voor naturalisatie? Zo nee, wat is wel voldoende inspanning?
Antwoord 3 en 4
Ambassades zijn in de regel wel bevoegd om een nationaal paspoort af te geven. Het
bezit door de paspoorthouder van de nationaliteit van het land dat het paspoort heeft
verstrekt, wordt daarmee gewoonlijk aangenomen. Bij de meeste landen zijn ambassades
niet de bevoegde instantie waar gegevens uit het brondocument omtrent de geboorte
(het oorspronkelijke bewijsstuk omtrent geboorte, persoonsgegevens en afstamming)
kan worden verkregen. Van elke vreemdeling met een regulier verblijfsrecht wordt verwacht
dat hij of een door hem gemachtigde derde zich ten minste heeft gewend tot een tot
verstrekken van het bewuste bewijsstuk van geboorte (bijvoorbeeld een uittreksel van
een geboorteakte) bevoegde instantie. Bovendien is noodzakelijk om een toelichting
te hebben waarom een tot verstrekken bevoegde instantie aan betrokkene niet het gevraagde
document verstrekt. Wat in een concrete situatie geldt als voldoende inspanning is
afhankelijk van de wijze waarop in het desbetreffende land de procedures zijn ingericht
om een geboorteakte (of ander geboortebewijs) en een geldig nationaal paspoort te
krijgen. Als handreiking daarvoor staat op de IND-website informatie over identiteits-
en nationaliteitsdocumenten uit Afghanistan, Azerbeidzjan, China, Eritrea, Irak, Iran,
Rusland, Rwanda, Sierra Leone, Somalië, Syrië en van door Nederland niet-erkende staten.
Vraag 5
Waarom is er tijdens het verstrekken van het generaal pardon voor gekozen vreemdelingen
aan te wijzen als reguliere migrant in plaats van als asielmigrant?
Antwoord 5
Aanwijzing van vreemdelingen als reguliere migrant dan wel als asielmigrant is binnen
de Regeling ter afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet (Ranov-
of Generaal Pardonregeling) uit 2007 niet aan de orde. De verblijfsvergunning die
op grond van de Regeling werd verleend, was een reguliere verblijfsvergunning en geen
verblijfsvergunning asiel. De reden daarvoor was dat de grond voor de vergunning niet
gelegen was in de vaststelling dat de betrokken vreemdeling asielbescherming nodig
had, maar – onder andere voorwaarden – in het langdurig verblijf in Nederland.
Vraag 6
Is tijdens het aanscherpen van de bewijsnood in 2009 rekening gehouden met de mensen
die in aanmerking kwamen voor het generaal pardon?
Antwoord 6
Ja, bij de hier bedoelde aanpassing van het naturalisatiebeleid, die mede zag op het
doen van afstand van de oorspronkelijke nationaliteit als voorwaarde voor naturalisatie,
is de situatie meegewogen van alle vreemdelingen met een regulier verblijfsrecht die
voor het verkrijgen en behouden van het verblijfsrecht ontheffing hadden van de voorwaarde
om een geldig buitenlands paspoort te bezitten.
Vraag 7
Bent u nog altijd van mening dat naar uw mening geen enkele groep wordt uitgesloten
van naturalisatie door de documenteis? Hoe rijmt u dat met de mensen voor wie dit
evident niet opgaat?2
Antwoord 7
In een individueel geval kan bij een vreemdeling, die in het bezit is van een reguliere
verblijfsvergunning, aanleiding bestaan om de voorwaarden voor het overleggen van
identiteits- en/of nationaliteitsdocumenten niet te handhaven. Daartoe overgaan is
mogelijk na het hebben vernomen en hebben gewogen van de reden(en) waarom betrokkene
niet in het bezit is van het gevraagde document. Het is aan betrokkene om deze reden(en)
naar voren te brengen. In de naturalisatieprocedure zijn asielgerechtigden ontheven
van de documenteneis. Naar mijn mening sluit het beleid voor identiteits- en nationaliteitsdocumenten
geen groepen vergunninghouders uit van naturalisatie. Enkel een verwijzing door een
Ranov-vergunninghouder naar zijn vlucht uit het herkomstland en/of het verder niet
gespecificeerd stellen van «verschillende redenen om zich niet te hoeven wenden tot
de autoriteiten van het herkomstland», zoals plaatsvindt in de meegestuurde noodkreet,
wordt niet aangemerkt als gegronde reden om af te zien van identiteits- en nationaliteitsdocumenten.
Er is immers toentertijd geen asielvergunning verleend noch wordt iets gezegd over
wat de verschillende redenen dan inhouden.
Vraag 8
Begrijpt u dat het ondraaglijk is voor altijd staatloos door het leven te gaan? Wat
onderneemt u opdat de mensen uit de generaal pardonregeling, ondanks een gebrek aan
documenten, alsnog aanspraak kunnen maken op naturalisatie?
Antwoord 8
Over het algemeen zijn Ranov-vergunninghouders niet staatloos, maar bezitten zij een
vreemde nationaliteit. Een aanpassing van het beleid wordt niet overwogen. Het beleid
borgt dat in de naturalisatieprocedure zo goed als mogelijk de persoonsgegevens en
het actueel bezit van de vreemde nationaliteit vaststaan van vreemdelingen met een
regulier verblijfrecht. Als gevolg hiervan kan, indien nodig, aan de verplichting
tot het doen van afstand van de oorspronkelijke nationaliteit worden voldaan en bestaat
zekerheid over de persoonsgegevens die op het Koninklijk Besluit tot naturalisatie
worden opgenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.