Schriftelijke vragen : Oliehandelaren, corruptie en de financiële sector
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Financiën over oliehandelaren, corruptie en de financiële sector (ingezonden 17 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Oliehandelaar Vitol ging tot juli 2020 door met omkoping»1, met hierin melding van corruptie en belastingontwijking door Vitol, het grootste
Nederlandse bedrijf ter wereld op Shell na?
Vraag 2
Wat is uw reactie op de aantijgingen tegen de bedrijven in het artikel, waarin onder
meer staat dat Vitol heeft toegegeven dat het zich tussen 2005 en 2020 op grote schaal
heeft beziggehouden met het omkopen van Braziliaanse overheidsfunctionarissen, en
melding wordt gemaakt van corruptie door SBM Offshore, en verdenkingen van corruptie
door grondstoffenhandelaren Trafigura en Glencore?
Vraag 3
Bent u bekend met het rapport «Big Business, Low Profile. Shedding light on oil trader
Vitol’s operations in Nigeria»2 , dat aantoont dat Vitol nauwelijks communiceert over hoe het bedrijf omgaat met
mensenrechten-, milieu en corruptierisico’s in de landen waar Vitol opereert, en concludeert
dat Vitol, een van de grootste oliehandelaren ter wereld, zich onvoldoende houdt aan
de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
voor multinationale ondernemingen, in het bijzonder in Nigeria?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het gebrek aan transparantie van Vitol in het licht van de oliesector
in Nigeria, die regelmatig in het nieuws is vanwege milieuvervuiling en mensenrechtenschendingen?
Vraag 5
Bent u bereid om het van oorsprong Nederlandse Vitol aan te sporen om zich actief
en volledig aan de OESO-richtlijnen te houden en formeel en proactief te rapporteren
over hoe het bedrijf omgaat met mensenrechten-, milieu en corruptierisico’s in de
landen waarin het opereert, zeker als deze gekenmerkt worden door fragiliteit en conflict?
Zo niet, waarom niet?
Vraag 6
Heeft u, sinds het Ministerie van Buitenlandse Zaken in april de olie- en gassector
heeft aangesproken op de weigering om een plan van aanpak op te stellen ondanks het
verzoek hiertoe van de Minister3, stappen ondernomen richting deze sector om de naleving van de OESO-richtlijnen te
bevorderen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Welke stappen zet het kabinet om de naleving van internationale normen voor maatschappelijk
verantwoord ondernemen, met inbegrip van het voorkomen en tegengaan van corruptie
en belastingontwijking door bedrijven in de olie- en gassector, te bevorderen in de
periode tot de invoering van due diligence-wetgeving?
Vraag 8
Bent u bekend met het feit dat drie Nederlandse banken, ABN AMRO, ING en de Rabobank,
al jarenlang Vitol financieren, en volgens publieke bronnen, opgenomen in het rapport
«Big Business, Low Profile. Shedding light on oil trader Vitol’s operations in Nigeria»4 tussen 2015 en 2019, gesyndiceerde leningen hebben verstrekt aan Vitol?
Vraag 9
Bent u bereid om deze drie banken aan te sporen om de OESO-richtlijnen volledig en
met inbegrip van de zes due diligence-stappen actief toe te passen op hun financiering
van Vitol en andere oliehandelaren die werkzaam zijn in hoog-risicolanden ten aanzien
van conflicten, mensenrechten, milieu en corruptie? Zo niet, waarom niet?
Vraag 10
Bent u van mening dat Nederlandse banken die oliehandelaren fors financieren, deze
financieringen dienen mee te nemen in hun klimaatrapportages als gevolg van hun «commitment
van de financiële sector» aan het Klimaatakkoord van de regering? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat een gebrek aan transparantie bij oliehandelaren zoals Vitol,
de kwaliteit van de klimaatrapportages van financiële instellingen kan beïnvloeden?
Op welke manieren kan een gebrek aan transparantie en inzichtelijkheid de kwaliteit
van klimaatrapportages beïnvloeden volgens u?
Vraag 12
Hoe is het volgens u op dit moment gesteld met de inzichtelijkheid en transparantie
van andere niet-beursgenoteerde bedrijven op het gebied van internationaal maatschappelijk
verantwoord ondernemen (IMVO) en duurzaamheid?
Vraag 13
Kent u het rapport «Research note on Dutch banks and corruption»5 waaruit blijkt dat ABN AMRO, ING en Rabobank tussen 2014 en 2017 8,9 miljard dollar
leenden aan vier bedrijven (Gunvor, Odebrecht, Shell en SBM Offshore) die langjarig
betrokken zijn geweest bij corruptieschandalen in de mijnbouw-, bouw- en oliesector
en bent u bekend met nieuwe ontwikkelingen en aantijgingen van corruptie tegen deze
bedrijven in het afgelopen jaar?6
Vraag 14
Bent u ermee bekend dat volgens dit rapport deze banken in voor- en najaar 2018 zijn
benaderd met de vraag of zij deze klanten hebben aangesproken (engagement) op het
voorkomen van corruptie, maar dat geen van deze banken bereid was om openheid te geven
aan onderzoekers hierover en geen van deze banken hierover via publieke kanalen openheid
heeft gegeven?
Vraag 15
Heeft u al kennisgenomen van de inhoud van het rapport «Corruption in the Great Lakes
Region and Possible Ties to the Dutch Financial System», in opdracht van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken, dat duidelijk aangeeft dat er risico’s zijn dat de Nederlandse
financiële sector betrokken raakt bij corruptie, belastingontduiking en het witwassen
van geld afkomstig uit onder meer de olie- en mijnbouwsector in het Grote Meren-gebied
in Afrika?7
Vraag 16
Heeft u kennisgenomen van het dringende advies van The Sentry om een aantal urgente
stappen te nemen ter voorkoming van misbruik van het Nederlandse financiële en bedrijfssysteem
door corrupte actoren en politiek prominente personen (PEP's) te identificeren, te
verstoren en te voorkomen?
Vraag 17
Kunt u aangeven welke stappen de regering concreet gaat ondernemen naar aanleiding
van de dringende aanbevelingen van The Sentry aan de Nederlandse regering, en de dringende
aanbevelingen aan Nederlandse banken?
Vraag 18
Bent u van mening dat banken de OESO-richtlijnen volledig moeten toepassen voor al
hun financieringen? Zo ja, geldt dit ook voor de OESO-richtlijn over corruptie en
de zes due diligence-stappen van de OESO-richtlijnen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 19
Bent u bereid om de banken aan te sporen om de OESO-richtlijn over corruptie en de
zes due diligence-stappen van de OESO-richtlijnen actief na te leven ten aanzien van
al hun klanten en in het bijzonder zakelijke klanten die al jaren betrokken zijn bij
corruptieschandalen, en hierover te communiceren naar stakeholders en maatschappij
volgens tenminste één van de drie opties zoals genoemd in het advies8 van NautaDutilh? Zo nee, waarom niet?
Vraag 20
Bent u van mening dat alle bovenstaande bedrijven die betrokken zijn bij corruptieschandalen
en/of belastingontwijking aanvullende maatregelen dienen te nemen om corruptie en
belastingontwijking actief tegen te gaan en te voorkomen, de OESO-richtlijnen over
corruptie en belastingen, en de zes due diligence-stappen van de OESO-richtlijnen
actief moeten naleven, en volledig mee dienen te werken met alle lopende en eventueel
nog te volgen rechtszaken tegen corruptiepraktijken en belastingontwijking? Zo niet,
waarom niet?
Vraag 21
Deelt u de opvatting dat bovenstaande voorbeelden aangeven dat verplichte due diligence-wetgeving,
gebaseerd op de volledige OESO-richtlijnen, in Nederland en indien mogelijk Europa
wenselijk is? Waarom wel of niet?
Vraag 22
Kunt u de vraag beantwoorden of verplichte wet- en regelgeving, zoals verplichte due
diligence-wetgeving, nodig is in het licht van de initiatiefnota «Verduurzaming van
de financiële sector»9 waarin geconstateerd wordt dat op belangrijke onderdelen sturend beleid afwezig is?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.