Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Alkaya en Leijten over het bericht dat Oeganda 21 miljoen misloopt door Nederland
Vragen van de leden Alkaya en Leijten (beiden SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat Oeganda 21 miljoen misloopt door Nederland (ingezonden 7 december 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen
16 december 2020).
Vraag 1, 2, 3
Wat is uw mening over het bericht dat Oeganda 21 miljoen misloopt door Nederland?1
Klopt het dat het Indiase bedrijf Airtel door het belastingverdrag tussen Nederland
en Oeganda via Nederland 25 miljoen dollar aan belasting in Oeganda kon ontwijken?
Klopt het dat het Chinese staatsoliebedrijf CNOOC ook via dit belastingverdrag Oegandese
belasting ontwijkt? Hoeveel inkomsten loopt de Oegandese staat daardoor mis?
Antwoord 1, 2, 3
In het artikel van de Volkskrant worden specifieke belastingplichtigen genoemd en
wordt het bedrag aan belastingontwijking van € 21 miljoen gekoppeld aan een specifiek
bedrijf.2 Op grond van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kan ik niet ingaan
op de fiscale positie van een individuele belastingplichtige.
Daarnaast gaat het artikel van de Volkskrant in meer algemene zin in op de rol van
het belastingverdrag tussen Nederland en Oeganda bij belastingontwijking. Het huidige
belastingverdrag tussen Nederland en Oeganda bevat geen antimisbruikmaatregelen waardoor
het onbedoeld kan leiden tot belastingontwijking. Nederland zet zich in om het belastingverdrag
(op onder meer dit punt) snel aan te passen. In de beantwoording bij vraag 5, 6 en
8 ga ik verder in op de actie(s) die het kabinet ten aanzien van het belastingverdrag
met Oeganda onderneemt.
Verder staat in het artikel van de Volkskrant vermeld dat Nederlandse bedrijven in
Oeganda geen winstbelasting zouden hoeven te betalen op grond van het belastingverdrag.
Dat is onjuist. Het belastingverdrag met Nederland verhindert Oeganda niet om winstbelasting
te heffen over de winsten die bedrijven in Oeganda maken. Oeganda loopt daarom geen
winstbelasting mis vanwege het belastingverdrag met Nederland. In de tweede plaats
vermeldt het artikel dat Oeganda vanwege het verdrag geen belasting heft op dividenden
die vennootschappen in Oeganda uitkeren aan vennootschappen in Nederland. Onder bepaalde
voorwaarden blijft onder het belastingverdrag Nederland – Oeganda bronbelasting op
dividenden achterwege. Dit betekent echter niet dat dan automatisch sprake is van
belastingontwijking en daarmee van «misgelopen belastingopbrengsten» voor Oeganda.
De achtergrond van de bepaling in het belastingverdrag ligt besloten in de deelnemingsvrijstelling
in de vennootschapsbelasting om (economisch) dubbele belasting op concernniveau te
voorkomen. Omdat uit het buitenland ontvangen deelnemingsdividenden door toepassing
van de deelnemingsvrijstelling in Nederland geheel buiten de heffing blijven, kan
de ingehouden buitenlandse belasting op dividenden uit Oeganda in Nederland niet worden
verrekend. Deze additionele buitenlandse belasting heeft tot gevolg dat het verwerven
of opzetten van buitenlandse deelnemingen minder aantrekkelijk wordt. Het is echter
onwenselijk dat belastingplichtigen die zelf niet gerechtigd zijn tot (vergelijkbare)
verdragsvoordelen in relatie tot Oeganda, zich de toegang tot het belastingverdrag
tussen Nederland en Oeganda verschaffen met als één van de hoofddoelen het verkrijgen
van (gunstigere) verdragsvoordelen. Ik wil dit tegengaan door spoedig antimisbruikbepalingen
in het verdrag op te nemen. Verder is Nederland conform de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid
2020 bereid een hogere bronbelasting op deelnemingsdividenden met Oeganda overeen
te komen.
Vraag 4
Hoeveel bedrijven maken gebruik van de belastingvoordelen die voortkomen uit het belastingverdrag
tussen Nederland en Oeganda? Hoeveel belastinggeld loopt Oeganda hierdoor mis?
Antwoord 4
De mate waarin belastingplichtigen gebruikmaken van Nederlandse belastingverdragen,
en de daarin toegekende verdragsvoordelen, wordt niet geregistreerd. Dergelijke gegevens
zijn daarom niet beschikbaar.
Het kabinet heeft in de monitoringsbrief van 29 mei 2020 aangegeven dat het schatten
van de omvang van belastingontwijking erg lastig is. In de eerste plaats ontbreekt
een eenduidige definitie van belastingontwijking. Daarnaast ontbreekt het aan betrouwbare
gegevens. Desalniettemin vindt het kabinet het van belang om zo goed mogelijk in beeld
te brengen of de maatregelen tegen belastingontwijking effectief zijn. Het kabinet
heeft daarom in de monitoringsbrief beschreven op welke manier het de effecten van
de maatregelen tegen belastingontwijking zal monitoren en hoe het uw Kamer daarover
zal informeren. Daarbij zullen in het bijzonder ook de inkomensstromen van en naar
ontwikkelingslanden worden gemonitord.
Onderzoek naar de omvang van belastingontwijking staat overigens niet stil. In OESO-werkgroepverband
wordt verder gewerkt aan verschillende indicatoren van belastingontwijking, onder
meer door de geanonimiseerde gegevens uit landenrapporten in het kader van Country-by-Country
Reporting te verzamelen en te analyseren.3Hoewel die gegevens nog belangrijke beperkingen kennen, werken we zo toe naar meer
transparantie van multinationals en een waardevolle databron om activiteiten van multinationals
en belastingontwijking wereldwijd te analyseren.
Vraag 5
Sinds wanneer is de regering op de hoogte van de grootschalige belastingontwijking
via Nederland, die mogelijk wordt gemaakt door dit verdrag? Hoeveel verdient Nederland
via onder andere de vennootschaps- en dividendbelasting aan deze belastingontwijking?
Antwoord 5
Het kabinet maakt zelf geen schattingen van misgelopen belastinginkomsten in andere
landen, waaronder Oeganda. Zoals aangegeven in de beantwoording bij vraag 4, is het
ingewikkeld om een betrouwbare maatstaf voor de omvang van belastingontwijking vast
te stellen. De vennootschaps- en dividendbelastingopbrengsten voor Nederland over
financiële stromen vanuit Oeganda via bijzondere financiële instellingen in Nederland
zijn naar de aard van deze structuren naar verwachting verwaarloosbaar.
Daarnaast merk ik op dat uit een onderzoek van het IBFD uit 2013, is gebleken dat
de belastingverdragen die Nederland heeft gesloten met ontwikkelingslanden weinig
antimisbruikbepalingen bevatten (net als andere verdragen van deze ontwikkelingslanden).4 Vanaf het najaar van 2013 is daarom aan 23 ontwikkelingslanden, waaronder Oeganda,
voorgesteld om antimisbruikbepalingen op te nemen in de desbetreffende belastingverdragen.5 Het huidige belastingverdrag tussen Nederland en Oeganda bevat geen antimisbruikmaatregelen.
Hierdoor kan het verdrag onbedoeld leiden tot belastingontwijking. Tijdens de onderhandelingen
over het nieuwe belastingverdrag is dan ook mijn inzet om mogelijkheden voor belastingontwijking
weg te nemen door de opname van antimisbruikbepalingen. Nederlandse belastingverdragen
dienen te voldoen aan de minimumstandaard tegen verdragsmisbruik. Daarbij zet Nederland
primair in op een zogenoemde Principal Purposes Test (PPT) omdat een PPT het meest
aangewezen middel is om verschillende vormen van verdragsmisbruik nu en in de toekomst
op een effectieve wijze te bestrijden. Daarbovenop is de inzet om waar nodig aanvullende
antimisbruikmaatregelen overeen te komen. Ook in relatie tot Oeganda geldt deze Nederlandse
verdragsinzet uiteraard ten volle. Hiervoor wordt ook verwezen naar het antwoord op
de vragen 6 en 8.
Vraag 6, 8
Waarom heeft Nederland het sinds 2004 bestaande belastingverdrag met Oeganda niet
gewijzigd of opgezegd, toen duidelijk werd dat deze grootschalige belastingontwijking
faciliteerde? Deelt u de mening dat de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid aangevuld dient
te worden met voorwaarden om te heronderhandelen indien Nederland het laagbelastende
land blijkt te zijn?
Wat is de Nederlandse inzet bij de besprekingen over een nieuw verdrag met Oeganda?
Is het doel hierbij om belastingontwijking vanuit Oeganda via Nederland volledig uit
te sluiten? Zo ja, kunt u toelichten hoe u dit wilt bereiken?
Antwoord 6, 8
Mede naar aanleiding van het voornoemde onderzoek van het IBFD, heeft Nederland Oeganda
al in 2013 in het kader van het 23-ontwikkelingslandenproject aangeboden om het belastingverdrag
aan te passen. Het doel was (en is nog steeds) om het huidige belastingverdrag met
Oeganda te voorzien van antimisbruikbepalingen zodat belastingontwijking zoveel mogelijk
wordt tegengegaan. Nederland heeft meermaals contact opgenomen met Oeganda, maar een
reactie bleef lange tijd uit.
In 2019 is voor de eerste keer met Oeganda gesproken over een aanpassing van het huidige
belastingverdrag. Daarbij is de Nederlandse inzet erop gericht om het belastingverdrag
snel aan te passen. De onderhandelingen konden echter nog niet worden afgerond en
daarom heeft Nederland Oeganda in het afgelopen jaar (wederom) verschillende keren
aangeboden om de onderhandelingen voort te zetten. De Notitie Fiscaal Verdragsbeleid
2020 (NFV 2020) geeft het kader van die onderhandelingen. Dat betekent dat naast de
wens antimisbruikbepalingen in het belastingverdrag op te nemen jegens Oeganda ook
de bereidheid bestaat meer heffingsrechten voor het bronland overeen te komen.
Overigens heeft Nederland het belastingverdrag met Oeganda aangemeld voor het Multilateraal
Instrument (MLI). Het is via die route mogelijk om antimisbruikmaatregelen van toepassing
te laten worden zonder dat bilaterale onderhandelingen noodzakelijk zijn. Oeganda
doet helaas (vooralsnog) niet mee met het MLI.
Voorts deel ik niet de mening dat Nederland een laagbelastend land zou zijn.
Vraag 7
Hoe verhoudt de facilitering van belastingontwijking vanuit Oeganda zich tot de circa
98 miljoen euro die in 2021 vanuit de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
aan de ontwikkeling van Oeganda wordt uitgegeven?6 Wat is de toegevoegde waarde van deze uitgaven, als het Nederlandse belastingbeleid
ervoor zorgt dat Oeganda miljoenen euro’s aan inkomsten mist?
Antwoord 7
Het kabinet ziet geen verband tussen ongewenst gebruik van het bilaterale belastingverdrag
met Oeganda en de toegevoegde waarde van de Nederlandse uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking
met Oeganda. De aanpak van belastingontwijking is een speerpunt van dit kabinet. Het
kabinet heeft daarom al vele maatregelen genomen en nieuwe maatregelen aangekondigd
tegen belastingontwijking. Het kabinet zet zich in om belastingontwijking tegen te
gaan, zowel in nationaal als in internationaal verband, en heeft daarbij aandacht
voor de bijzondere positie van ontwikkelingslanden.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het Nederlandse netwerk van fiscale verdragen enkel en alleen
tot grootschalige ontwijking kan leiden en dat Nederland hiermee de grootste spil
in een netwerk van semicriminele bedrijfsactiviteiten is die de armste landen berooft
van de vruchten van hun arbeid en grondstoffen? Zo nee, hoe duidt u de conclusies
van het Centraal Planbureau uit hun netwerkanalyse over het Nederlandse verdragsnetwerk
dan?7
Antwoord 9
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft door middel van een simulatiemodel onderzocht
welke belastingbesparende «routes» mogelijk zijn als belastingplichtigen onbelemmerd
gebruik zouden kunnen maken van belastingverdragen. Het CPB concludeert op grond daarvan
dat een aantal ontwikkelingslanden potentieel belastinginkomsten misloopt door het
belastingverdrag dat deze landen met Nederland hebben gesloten. Het is van belang
om op te merken dat het CPB geen onderzoek heeft gedaan naar feitelijke geldstromen
en het onderzoek daarom geen inzichten geeft in daadwerkelijk misbruik van de desbetreffende
Nederlandse belastingverdragen. Daarnaast concludeert het CPB dat Nederland niet zou
worden gebruikt in belastingontwijkende constructies, indien de antimisbruikbepalingen
in de Nederlandse belastingverdragen volkomen effectief zouden zijn. Het CPB gaat
niet in op de effectiviteit van de antimisbruikbepalingen die momenteel zijn opgenomen
in de Nederlandse belastingverdragen.
Uit het CPB-onderzoek komt wel naar voren dat belastingverdragen onbedoeld kunnen
leiden tot belastingontwijking, ook in ontwikkelingslanden. Dit vindt het kabinet
ongewenst en Nederland neemt daarom diverse maatregelen om oneigenlijk gebruik van
belastingverdragen tegen te gaan. In beginsel zet Nederland in op het opnemen van
antimisbruikbepalingen in belastingverdragen, juist ook wanneer het gaat om belastingverdragen
met ontwikkelingslanden. Bovendien zal oneigenlijk gebruik van belastingverdragen
zich met name voordoen indien de financiële stromen vanuit (ontwikkelings)landen uiteindelijk
terechtkomen in laagbelastende jurisdicties. Om stromen naar laagbelastende jurisdicties
tegen te gaan, voert Nederland met ingang van 1 januari 2021 een conditionele bronbelasting
in op renten en royalty’s naar laagbelastende jurisdicties en heeft het kabinet een
conditionele bronbelasting op dividenden aangekondigd naar laagbelastende jurisdicties
vanaf 1 januari 2024. Het kabinet verwacht dat de maatregelen tot gevolg hebben dat
Nederland onaantrekkelijk wordt voor bepaalde structuren waarmee belasting wordt ontweken.
In dit kader vindt het kabinet het belangrijk om zo goed mogelijk te monitoren of
de maatregelen tegen belastingontwijking effectief zijn.8
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.