Schriftelijke vragen : Maatschappelijk verantwoord investeren en wapenproductie
Vragen van de leden Alkaya en Karabulut (beiden SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over maatschappelijk verantwoord investeren en wapenproductie (ingezonden 16 december 2020).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het rapport «Controversial arms trade and investments of
insurers»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de conclusies van de Eerlijke Verzekeringswijzer in het licht van
het gesprek dat u in februari 2019 voerde met de verzekeraars over dit onderwerp?2 Kunt u dat toelichten?
Vraag 3
Hoe zorgt u voor verbetering van de naleving van de afspraken van het verzekeringsconvenant?3
Vraag 4
Hebt u in het afgelopen jaar contact met Allianz, Aegon en NN Group gehad over het
feit dat zij beleggen in bedrijven die militaire goederen verkopen aan Saoedi-Arabië
en de Verenigde Arabische Emiraten (er was immers een presumption of denial)? Zo nee, bent u voornemens dat te doen? Waarom hebt u het niet gedaan of waarom
zult u het niet doen? Zo ja, wat was hun reactie?
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe de beleggingen van de verzekeraars zich verhouden tot de uitvoering
van een aantal afspraken voor een convenant voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (IMVO) die zijn gemaakt voor bedrijven met betrokkenheid bij wapenhandel
met zogeheten hoog-risicogebieden?4
Vraag 6
Wat is uw inzet geweest bij de totstandkoming van deze afspraken? Kunt u aangeven
hoe de overheid bij totstandkoming van dit afsprakenkader de toepassing van de richtlijnen
voor multinationale ondernemen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO) op dit onderwerp heeft uitgewerkt?
Vraag 7
Hoe benut u het themakader wapenhandel van het IMVO-convenant voor de verzekeringssector
en hoe controleert u dat?
Vraag 8
Vindt u het toelaatbaar dat verzekeraars, die allemaal de OESO-richtlijnen en UN Guiding Principles on Business and Human Rights onderschrijven, al jarenlang investeren in bedrijven die wapens leveren aan Saoedi-Arabië
en VAE, zonder dat er in hun publieke rapportage aandacht wordt besteed aan hun inspanningen
om de risico’s van deze investeringen te vermijden? Zo ja, waarom? Zo nee, wat doet
u ertegen?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het onderscheid dat het Verbond van Verzekeraars aanbrengt tussen
de opvatting dat «de bedragen die de onderzoekers noemen geen betrekking hebben op
premies van Nederlandse verzekerden» en de verschillende geldstromen in het licht
van de OESO-richtlijnen? Deelt u de opvatting dat deze twee stellingen slecht rijmen?
Zo nee, waarom niet? Kunt u dat toelichten?
Vraag 10
Deelt u de conclusie dat er verderstrekkende maatregelen nodig zijn dan afspraken
in convenanten? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
S. Karabulut, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.