Schriftelijke vragen : De uitspraak van de Hoge Raad inzake het inreisverbod
Vragen van de leden Becker en Van Wijngaarden (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming over de uitspraak van de Hoge Raad inzake het inreisverbod (ingezonden 15Â december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het arrest van de Hoge Raad van 1 december 2020 over de gevolgen
van het inreisverbod wanneer een illegaal persoon na uitvaardiging daarvan nog niet
was uitgereisd?1
Vraag 2
Welke gevolgen heeft de prejudiciële vraag van de Hoge Raad eerder gehad voor de inzet
van artikel 197 Strafrecht (Sr) (strafbaarstelling bij negeren inreisverbod) voor
personen die in weerwil van het inreisverbod nog in Nederland verbleven?2
Vraag 3
Hoeveel illegalen met een inreisverbod verblijven, in weerwil van hun inreisverbod,
nu nog in Nederland? Tegen hoeveel van hen is het openbaar ministerie (OM) reeds tot
vervolging overgegaan op basis van artikel 197 Sr? Hoeveel van hen zitten op dit moment
op basis van artikel 197 Sr in detentie?
Vraag 4
Hoeveel tijd krijgen illegaal in Nederland aanwezige personen gemiddeld om, na uitvaardiging
van een terugkeerbesluit, vrijwillig terug te keren? Hoe vaak wordt deze termijn verlengd
wanneer deze persoon niet is teruggekeerd? Hoe vaak wordt na overschrijding van deze
termijn een inreisverbod uitgevaardigd? Welk beleid ligt ten grondslag aan de keuze
voor verlenging, dan wel de keuze voor het uitvaardigen van een inreisverbod?
Vraag 5
Hoeveel illegalen verblijven, in weerwil van hun inreisverbod, in de landelijke vreemdelingenvoorziening
of gemeentelijke opvang? Is het mogelijk hen te vervolgen op basis van artikel 197
Sr? Is het OM naar uw weten ook voornemens dit te doen? Is hen het recht op opvang
inmiddels ontzegd?
Vraag 6
Hoe verhoudt het inreisverbod zich tot de ongewenstverklaring? In welke situatie is
het uitvaardigen van een inreisverbod mogelijk en wanneer het uitvaardigen van een
ongewenstverklaring?
Vraag 7
Klopt het dat bij de implementatie van de terugkeerrichtlijn de strafbaarstelling
gekoppeld is aan het (zwaar)inreisverbod en niet langer aan de ongewenstverklaring?
Waarom is hier toen voor gekozen? Welke effecten heeft dit op de inzet van artikel
197 Sr voor de aanpak van overlastgevende illegalen?
Vraag 8
Hoe hebben andere EU-lidstaten het niet terugkeren, na afronding van het terugkeertraject,
gesanctioneerd? Hoe verhoudt dit zich tot Europese jurisprudentie?
Vraag 9
Deelt u de mening dat overlastgevende en criminele asielzoekers moeten worden aangepakt?
Zo ja, welke ruimte ziet u om hiervoor artikel 197 Sr effectiever in te zetten?
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg vreemdelingen- en asielbeleid
op 21 januari 2021?
Indieners
-
Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Bente Becker, Kamerlid -
Medeindiener
J. van Wijngaarden, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.