Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Belhaj en Sjoerdsma over het bericht dat Australische militairen 39 burgers en gevangenen executeerden in Afghanistan
Vragen van de leden Belhaj en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het bericht dat Australische militairen 39 burgers en gevangenen executeerden in Afghanistan. (ingezonden 24 november 2020).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 15 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van «Australische militairen executeerden 39 burgers
en gevangenen in Afghanistan»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Wat was over het onderzoek bekend bij uw ministeries? Sinds wanneer?
Voor wat voor incidenten zijn Nederlandse militairen verhoord? Wat zijn de exacte
data van deze incidenten?
Antwoord 2, 3
De Australische onderzoekscommissie heeft voorafgaand aan het verschijnen van het
rapport op 19 november 2020 geen informatie aan Nederland verstrekt over de misstanden
die in het rapport aan de orde komen. Wel hebben de Australische Minister van Defensie
en Commandant der Strijdkrachten kort voor de verschijning van het rapport hun Nederlandse
collega’s laten weten dat er uit het onderzoek geen Nederlandse betrokkenheid bij
de misstanden naar voren is gekomen.
In juli 2017 werd in de Australische media een aantal documenten over misstanden tijdens
operaties van Australische speciale eenheden in Afghanistan gelekt, de Afghan Files. Naar aanleiding van deze publicaties werd in de media genoemd dat de Inspector Generalvan de Australische krijgsmacht de vermeende misdragingen van de speciale eenheden
onderzocht. Voor zover bekend nam het kabinet via deze berichten in de Australische
media voor de eerste maal kennis van het onderzoek van de Inspector General.
In februari 2018 gaf de Australische onderzoekscommissie te kennen naar Nederland
te willen komen om interviews af te nemen met militairen die in de periode 2006–2010
het commando voerden over de missie ISAF in Zuid-Afghanistan, of commandant waren
van de Task Force Uruzgan. Defensie heeft de onderzoekscommissie gefaciliteerd bij het tot stand komen van
vier interviews, die in mei 2018 plaatsvonden. Het verslag van deze vertrouwelijke
interviews is niet door de Australische onderzoekscommissie aan het kabinet of aan
de geïnterviewde militairen ter beschikking gesteld. In maart 2018 werd door Australië
een publieke oproep gedaan voor het melden van relevante informatie voor het onderzoek
van de Inspector General.
Vraag 4
Hebben Nederlandse militairen intensief samengewerkt met het Australische leger (ADF)
tijdens deze missie?
Antwoord 4
Australië was voor de Nederlandse militaire inzet in Uruzgan in de periode 2006–2010
een belangrijke partner. Vanaf het regeringsbesluit in 2005 om deel te nemen aan de
NAVO-missie in Zuid-Afghanistan heeft Nederland aansluiting gezocht bij Australië.
Overeengekomen werd dat beide landen onder Nederlandse leiding een gezamenlijke taakeenheid
zouden vormen, de Task Force Uruzgan. Het Australische deel van de taakeenheid bestond uit ongeveer 400 militairen die
vooral zijn ingezet voor infrastructurele projecten. Ook maakten Australische militairen
deel uit van de staf van de taakeenheid.
De Australische speciale eenheden in Uruzgan maakten geen deel uit van de gezamenlijke
taakeenheid. Nederland heeft in de periode 2006–2010 op bepaalde momenten wel samengewerkt
met Australische speciale eenheden in Uruzgan, of hun operaties ondersteund. Dit betrof
zowel speciale als conventionele Nederlandse eenheden.
Vraag 5, 6
Welke informatie over de executies als genoemd in dit rapport waren al bij Nederland
bekend?
Waren er Nederlandse militairen op de hoogte of bekend met de verhalen van deze speciale
eenheden van Australië (bijvoorbeeld over het ontgroeningsritueel)? Zo ja, is daar
destijds melding van gemaakt? Heeft deze melding de hogere legerleiding dan wel de
Minister bereikt?2
Antwoord 5, 6
Zie hiervoor de antwoorden op de vragen 2 en 3 en eveneens de antwoorden op de schriftelijke
vragen 2 en 3 die door het lid Karabulut (SP) zijn gesteld. (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 1111)
Vraag 7
Is er destijds door de Nederlandse krijgsmacht of een andere krijgsmacht in de NAVO-coalitie
onderzoek gedaan naar mogelijke oorlogsmisdaden van Australische militairen?
Antwoord 7
Nederland heeft destijds geen onderzoek gedaan naar mogelijke oorlogsmisdaden van
Australische militairen. Het kabinet doet geen uitspraken over eventuele onderzoeken
van (NAVO-)bondgenoten naar andere (NAVO-)bondgenoten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.