Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Molen, Van Helvert en Paternotte over het bericht ’Internationale steun voor Einstein Telescope groeit; 'Toponderzoeksproject met een wereldwijde impact'
Vragen van de leden Van der Molen, Van Helvert (beiden CDA) en Paternotte (D66) aan de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht 'Internationale steun voor Einstein Telescope groeit; «Toponderzoeksproject met een wereldwijde impact»« (ingezonden 23 november 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
14 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Internationale steun voor Einstein Telescope groeit;
«Toponderzoeksproject met een wereldwijde impact»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het parlement van Noordrijn-Westfalen een motie heeft aangenomen om
de zaak in Berlijn in een stroomversnelling te brengen? Heeft u, mede naar aanleiding
van deze motie, al van uw Duitse ambtsgenoot vernomen of Duitsland formeel politieke
steun gaat geven?
Antwoord 2
Ja, dat klopt. Het parlement van Noordrijn-Westfalen heeft inderdaad een motie aangenomen
met betrekking tot de Einstein Telescoop. Ik heb een gesprek gehad op 25 november
jl. met de Minister van Wetenschap in Noordrijn-Westfalen, mevrouw Pfeiffer-Poensgen,
over de Einstein Telescoop. Dit gesprek was gepland in het kader van de regeringsconsultaties
tussen Nederland en Noordrijn-Westfalen. Wij spraken af nauw contact met elkaar te
houden over de Einstein Telescoop.
Vraag 3
Klopt het dat Italië reeds € 17 miljoen beschikbaar heeft gesteld om Sardinië geschikt
te maken als potentiële locatie voor Einstein Telescoop en dat ze dit hebben gedaan
door de staatsschuld verder te vergroten?
Antwoord 3
Het is mij bekend dat op beide locaties, zowel in Italië als de Euregio, middelen
ter beschikking worden gesteld voor het onderzoek naar de geschiktheid van de locatie.
Mij is op dit moment niets bekend over de dekking van de Italiaanse middelen. Dit
behoort ook tot de begrotingsautonomie van een land.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat Italië de staatsschuld bereid is op te laten
lopen om de Einstein telescoop als wetenschappelijke infrastructuur binnen te halen?
Antwoord 4
Zie antwoord bij vraag 3.
Vraag 5
Hoe verhoudt het voornemen van de Italiaanse overheid naar uw mening zich tot de Nederlandse
bijdrage aan het Europees Herstelfonds? Bent u bereid in overleg te treden met uw
Italiaanse ambtsgenoot over deze zaak?
Antwoord 5
Lidstaten hebben tijdens de Europese Raad van 21 juli jl. een akkoord bereikt over
de oprichting van de Europees Recovery and Resilicence Facility, en over de wijze
waarop dit fonds gefinancierd wordt. De voorwaarden voor hoe lidstaten middelen uit
de RRF mogen inzetten, worden vastgelegd in een verordening. De onderhandelingen over
deze verordening met het Europees parlement zijn op moment van schrijven nog niet
afgerond. De lidstaten zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het opstellen
van de herstelplannen bestaande uit hervormingen en publieke investeringsprojecten,
binnen de geldende juridische kaders uit de verordening. Het is in eerste instantie
aan de Commissie om te beoordelen of de plannen aan de voorwaarden voldoen. Ik ben
daarom niet voornemens in overleg te gaan met mijn Italiaanse ambtsgenoot over deze
zaak.
Vraag 6
In hoeverre zorgt dit volgens u voor een ongelijk speelveld voor de Euregio in vergelijking
met die van Sardinië?
Antwoord 6
Het Herstelfonds is opgericht om met name de zwaarst getroffen landen in de EU te
ondersteunen in het herstel. Daar is de EU als geheel bij gebaat. Het speelveld van
de Einstein Telescoop beperkt zich vooral tot de kwaliteit van het bod bij de keuze
voor de locatie van de Einstein Telescoop. De criteria daarvoor moeten nog worden
opgesteld.
Vraag 7
In hoeverre heeft het nu al beschikbaar stellen van middelen invloed op het gunningsproces
of is dit pas relevant als in 2023 door beide regio’s een bid ingeleverd moet worden?
Antwoord 7
Het gunningsproces moet nog worden ontworpen. Het door de wetenschappers voorgestelde
tijdpad in de ESFRI-aanvraag gaat ervan uit dat de bidbooks in het eerste kwartaal
van 2024 ingediend moeten worden, met een besluit in het najaar van 2024. In de aanloop
naar het indienen van de bidbooks moet helderheid komen over de noodzakelijke middelen.
Hierover wordt de Kamer tegen die tijd over geïnformeerd.
Vraag 8
Klopt het dat ministeries in de eerste tranche van het Groeifonds projecten voor mogen
dragen? Overweegt u om de Einstein Telescoop hiervoor voor te dragen?
Antwoord 8
Om alle ruimte te bieden voor de Kamerbehandeling van het Nationaal Groeifonds is
besloten om de projectvoorstellen uiterlijk 1 januari 2021 naar de beoordelingscommissie
door te geleiden. Tot die tijd worden er geen mededelingen gedaan over ingediende
projecten. Dat geeft de indieners ook meer tijd om hun voorstel te vervolmaken. De
voorstellen worden voorafgaand aan deze doorgeleiding getoetst aan de toegangspoortcriteria,
zoals beschreven in de brief aan uw Kamer betreffende het Groeifonds van 7 september
jl.2 Het kabinet streeft ernaar om deze kabinetsperiode, indien mogelijk, een eerste aantal
concrete projectvoorstellen te honoreren. In het voorjaar van 2021 zal de volgende
ronde van start gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.