Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker en Ziengs over het bericht “Treinterreur door asielzoekers op de Vechtdallijn”
Vragen van de leden Becker en Ziengs (beiden VVD) aan de Staatssecretarissen van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Treinterreur door asielzoekers op de Vechtdallijn» (ingezonden 4 november 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
            de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 9 december 2020).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Treinterreur door asielzoekers op de Vechtdallijn»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat het volstrekt onacceptabel is dat asielzoekers, die hier in
               Nederland worden opgevangen, zowel mentaal als fysiek geweld gebruiken tegen treinpersoneel
               van de Vechtdallijn tussen Zwolle en Emmen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 2
            
Ja. Dit gedrag overschrijdt alle grenzen en is volstrekt onacceptabel. Overlastgevend
               gedrag in het openbaar vervoer wordt, ongeacht de verblijfsstatus van de betrokkene,
               niet getolereerd en leidt tot lik-op-stuk maatregelen. Zoals aangegeven in mijn brief
               van 10 november 2020 zet ik in op een stevige aanpak van overlastgevende en criminele
               asielzoekers.2
Vraag 3 en 5
            
Klopt het dat de asielzoekers die betrokken zijn bij de incidenten zogenoemde «veiligelanders»
               zijn, oftewel asielzoekers uit veilige landen die veelal geen recht hebben op een
               verblijfsvergunning? Kunt u een uitsplitsing geven om welke landen van herkomst het
               voornamelijk gaat?
            
Kunt u een overzicht geven van de aard van de gepleegde misdrijven en in hoeveel van
               de geconstateerde gevallen de (spoorweg)politie overgegaan is tot aanhouding en het
               openbaar ministerie tot vervolging?
            
Antwoord 3 en 5
            
De aard van de overlast in het openbaar vervoer betreft agressief gedrag bij de controle
               van het vervoersbewijs. De politie en vervoerders registreren niet op verblijfsstatus
               van personen die betrokken zijn bij incidenten. Er valt dan ook niet te zeggen of
               de personen die betrokken zijn geweest bij de incidenten op de Vechtdallijn asielzoekers
               uit veilige landen van herkomst zijn. Het meest recente overzicht van de gepleegde
               misdrijven door bewoners van COA-locaties is terug te vinden in het incidentenoverzicht
               2019, dat ik op 13 mei 2020 aan uw Kamer heb aangeboden.3 Ik hecht eraan om het belang van het doen van aangifte in het geval van crimineel
               gedrag te benadrukken.
            
Vraag 4
            
Is het bekend uit welke azc's deze «veiligelanders» afkomstig zijn? Zo nee, kunt u
               dit onderzoeken? Zo ja, om welke azc's gaat het en welke sancties hebben de betreffende
               azc's genomen tegen «hun» «veiligelanders» die zich hebben misdragen op de Vechtdallijn?
            
Antwoord 4
            
Zoals u weet ga ik niet in op individuele zaken. In het algemeen kan ik u zeggen dat
               alle overlast onacceptabel is en dat personen altijd verantwoordelijk zijn voor hun
               eigen gedrag. Afhankelijk van de locatie waar de overlast of criminaliteit zich voordoet,
               zijn verschillende partijen aan zet om maatregelen te treffen. Voor de aanpak van
               de groep overlastgevende en criminele asielzoekers is een specifiek palet aan maatregelen
               beschikbaar. Hierbij valt te denken aan overplaatsing door het COA naar de Handhaving-
               en Toezichtlocatie (htl), waar een gebiedsbeperking wordt opgelegd. In het openbaar
               vervoer worden door vervoerders maatregelen getroffen zoals het opleggen van reis-
               of verblijfsverboden en/of inzet van extra toezichthoudend personeel op de betreffende
               lijnen. Middels de landelijke Top-X lijst wordt door het Ministerie van Justitie en
               Veiligheid maandelijks in kaart gebracht wie de meest hardnekkige overlastgevende
               en criminele asielzoekers zijn. Zij kunnen rekenen op een individuele aanpak en staan
               onder verscherpt toezicht van betrokken partijen. Momenteel wordt verkend of en hoe
               gegevens van de vervoerders van invloed kunnen zijn op plaatsing op de Top-X lijst.
            
Al deze maatregelen zijn gebundeld in een toolbox. Deze heb ik samen met eerdergenoemde
               brief van 10 november 2020 met uw Kamer gedeeld.1 Wanneer aangifte wordt gedaan van crimineel gedrag, kunnen de politie en het OM strafrechtelijke
               maatregelen treffen.
            
Vraag 6
            
Klopt het dat met name vrouwelijke conducteurs doelwit zijn en dat zij zich door de
               vele incidenten niet veilig voelen? Zo ja, wat kunt u specifiek voor deze vrouwelijke
               conducteurs doen?
            
Antwoord 6
            
Medewerkers die toezicht houden in het openbaar vervoer, zo ook de vrouwelijke conducteurs,
               gaan zo goed mogelijk met incidenten om, wetende dat incidenten bij hun werk horen.
               Deze overlast wordt dan ook niet getolereerd. Het algemene gevoel van onveiligheid
               neemt toe naarmate er meer incidenten plaatsvinden, laat vervoerder Arriva weten.
               Om de veiligheid voor medewerkers in het openbaar vervoer, inclusief vrouwelijke conducteurs,
               te waarborgen, kunnen maatregelen getroffen worden zoals het reeds genoemde reisverbod
               of het doen van aangifte zodat politie en het OM gerichter keuzes maken over vervolghandelingen
               en inzet capaciteit.
            
Vraag 7
            
Heeft u reeds contact opgenomen met het vervoersbedrijf, de betreffende vakbonden,
               de politie en de omliggende gemeentes over deze incidenten op de Vechtdallijn? Zo
               nee, bent u bereid dit alsnog te doen?
            
Antwoord 7
            
In het kader van de aanpak van overlastgevende asielzoekers zijn inmiddels vier ketenmariniers
               aangesteld. Zij hebben de taak aan te sturen op een gezamenlijkezero-toleranceaanpak van overlastgevende en criminele asielzoekers en een goede samenwerking tussen
               alle betrokken partijen. De ketenmariniers zijn en blijven in gesprek met vertegenwoordigers
               van de gemeente, politie en openbaar vervoerders om overlast op de Vechtdallijn aan
               te pakken. Daarnaast vindt regelmatig ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen
               betrokken vervoerders, vakbonden, de politie, gemeente Emmen en opdrachtgevers van
               de Provincie Overijssel en de Provincie Drenthe. Om de samenwerking tussen partijen
               op sociale veiligheid in het openbaar vervoer in zijn algemeen te borgen is een «Landelijk
               Convenant Sociale Veiligheid» opgesteld met als doel samenwerking, kennisuitwisseling,
               informatiedeling en innovatie. Overleggen vinden regulier plaats, waarbij alle vervoerders,
               politie, ProRail, decentrale overheden, het Ministerie van Justitie en Veiligheid,
               het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en vakbonden zijn vertegenwoordigd.
            
Vraag 8
            
Welke maatregelen bent u voornemens te nemen, al dan niet in overleg met de plaatselijke
               autoriteiten, om dit geweld in het openbaar vervoer een halt toe te roepen? Bent u
               bijvoorbeeld bereid te onderzoeken of het mogelijk is om deze veiligelanders een reisverbod
               op te leggen indien zij zich schuldig hebben gemaakt aan dergelijk gedrag in het openbaar
               vervoer, zoals ook is verzocht in de aangenomen motie-Becker (Kamerstuk 19 637, nr. 2572)?
            
Antwoord 8
            
Om effectief op te kunnen treden tegen overlastgevende reizigers, kunnen vervoerders
               een reisverbod opleggen. Bij het opleggen van reisverboden gaat het om situaties waarin
               (ernstig) geweld tegen personeel van de vervoerder wordt gepleegd en/of wanneer sprake
               is van structurele of ernstige overlast die de sociale veiligheid van de reizigers
               in het gedrang brengt. Bij een overtreding van een reisverbod wordt de verdachte staande
               gehouden en overgedragen aan de politie. De zaak wordt vervolgens doorgeleid naar
               het OM. Naargelang de ernst van het onderliggend gepleegde feit, wordt een zaak voorgedragen
               aan de rechter. De rechter is bevoegd om een oordeel te geven over het opgelegde reisverbod.
            
Op dit moment onderzoekt Arriva het opleggen van een reisverbod aan frequente overtreders
               op de Vechtdallijn. Daarnaast zet Arriva toezichthoudende medewerkers als duo’s in
               op de Vechtdallijn. Deze medewerkers zijn voorzien van bodycams. Ook onderzoekt Arriva
               om aan een deel van de toezichthoudende medewerkers beperkte geweldsbevoegdheid te
               geven.
            
Om invulling te geven aan de motie Van Aalst4 worden momenteel tussen het OM, openbaar vervoerders, de politie en het Ministerie
               van Infrastructuur en Waterstaat gesprekken gevoerd over de mogelijkheden om een reisverbod
               op te leggen op basis van een samenwerking tussen meerdere vervoerders voor een ruimer
               gebied dan een enkele OV-lijn. In dat kader bestaat het voornemen om via een pilot
               met een regionaal reisverbod in Oost-Nederland situaties aan te pakken waarin geweldsmisdrijven
               worden gepleegd in het openbaar vervoer. De verschillende vervoerders in Oost-Nederland
               hebben daartoe een plan van aanpak opgesteld. Het plan van aanpak wordt binnenkort
               besproken met alle betrokken partijen. Op basis van de uitkomsten zullen verdere stappen
               worden gezet.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.