Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Westerveld en Van den Berge over de berichten 'Docent Rotterdams college bedreigd om spotprent' en 'Docent duikt onder om cartoon in de klas'
Vragen van de leden Westerveld en Van den Berge (beiden GroenLinks) aan de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de berichten «Docent Rotterdams college bedreigd om spotprent» en «Docent duikt onder om cartoon in de klas» (ingezonden 6 november 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 7 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Docent Rotterdams college bedreigd om spotprent»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Docent duikt onder om cartoon in klas»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Heeft de regering contact gehad met de docent in kwestie – indien door hem gewenst
– en het bevoegd gezag?
Antwoord 3
Ja. Het is uiteraard enorm heftig om zoiets mee te moeten maken als leraar. Ik heb
daarom direct contact gezocht met de desbetreffende school om mijn steun over te brengen
en mij ervan te verzekeren dat zij alle benodigde hulp krijgen. Ik heb toen aangegeven
graag met de desbetreffende leraar te spreken, indien ook door hem gewenst. Dit bleek
het geval en zodoende heb ik mijn steun, waardering en medeleven persoonlijk over
kunnen brengen. Ook in de weken daarna heb ik geregeld contact met hem gehad.
Vraag 4
Kunt u toezeggen dat de regering alles doet wat binnen haar macht ligt om de veiligheid
van deze en andere docenten te garanderen?
Antwoord 4
Ja. Het is van groot belang dat leraren in alle vrijheid en veiligheid hun werk kunnen
doen. Daarvoor is het enerzijds noodzakelijk dat scholen en leraren op structurele
wijze goed worden ondersteund. Anderzijds moet adequaat worden opgetreden in concrete
situaties waar de veiligheid van leraren in het geding is, waarbij een goede samenwerking
tussen het onderwijs en de politie belangrijk is. Dit is gelukkig ook gebeurd na de
bedreigingen in Rotterdam. De politie, een ondersteuningsteam van Stichting School
en Veiligheid en de Inspectie van het Onderwijs hebben resoluut gehandeld. Zij hebben
de desbetreffende school en leraar van alle benodigde steun voorzien. Er zijn inmiddels
aanhoudingen verricht in deze zaak en het strafrechtelijk onderzoek is gaande. Indien
zich opnieuw een dergelijke situatie voordoet kan de desbetreffende school en hun
personeel rekenen op dezelfde inzet en ondersteuning.
De regering werkt op diverse manieren aan het verbeteren van de veiligheid op en rondom
de school. Momenteel wordt de Wet veiligheid op school geëvalueerd. Daarbij wordt
gekeken op welke manier de (sociale) veiligheid verbeterd kan worden. Ook de veiligheidssituatie
van het onderwijspersoneel is hier onderdeel van, zoals is verzocht in de motie van
de leden Van Meenen en Kwint.3 Uw Kamer ontvangt het onderzoeksrapport en de beleidsreactie hierop in het voorjaar
van 2021. Een ander voorbeeld van een aanpak die de veiligheidssituatie op en rondom
scholen moet verbeteren is het actieplan Wapens en Jongeren.4
Vraag 5
Deelt u de mening dat bedreiging en intimidatie van onderwijspersoneel te allen tijde
onacceptabel is?
Antwoord 5
Ja. Het is volstrekt onacceptabel dat leraren bedreigd worden. Het is belangrijk pal
achter leraren te staan, zeker op de momenten dat hun vrijheid, veiligheid en autonomie
onder druk staat. Het is van groot belang dat zij in volledige veiligheid hun werk
kunnen doen en zich op geen enkele wijze beperkt voelen om daarbij de vorm te kiezen
die zij passend achten. Het is wrang dat een leraar die de waarde van het vrije woord
overbracht en daarmee intolerantie bestreed, nog altijd thuis zit vanwege intolerantie
en intimidatie. Ik wil scholen bij dezen nogmaals oproepen om altijd aangifte te doen
wanneer personeelsleden worden bedreigd. Ik wil dat het bevoegd gezag deze verantwoordelijkheid
neemt en achter haar personeel gaat staan en het niet aan de leraar zelf laat om aangifte
te doen. Als een leraar wordt bedreigd of geïntimideerd is dit per definitie een kwestie
die de hele school aangaat en waarbij ook de vrijheid en veiligheid van de andere
medewerkers onder druk komt te staan.
Vraag 6 en 7
Kunt u toelichten op welke manier u docenten, die gevoelige onderwerpen in de klas
bespreekbaar moeten maken, ondersteunt zodat zij in vrijheid en veiligheid hun werk
kunnen blijven doen? Bent u hierover in gesprek met onderwijsinstellingen?
Op welke manier ondersteunt u initiatieven of organisaties die zich reeds inzetten
voor een sociaal veilig klimaat op school en het bespreekbaar maken van maatschappelijke
moeilijke thema’s in de klas?
Antwoord 6 en 7
Er is een breed aanbod beschikbaar om leraren en scholen te ondersteunen bij het voeren
van gesprekken over onderwerpen die gevoelig kunnen liggen in de klas. Het belang
van een goede ondersteuning is daarbij groot. In de brief die ik uw Kamer heb gestuurd
naar aanleiding van de aanslag op Samuel Paty en de bedreigingen in Rotterdam en Den
Bosch, heb ik uiteengezet op welke wijze leraren en scholen op dit gebied worden ondersteund.5
Ondanks dit uitgebreide ondersteuningsaanbod, is het van belang om permanent te blijven
kijken of het aanbod voldoende toegankelijk is en of eventuele aanscherpingen nodig
zijn. Ik ben hierover met diverse partijen in gesprek. Zo heb ik de afgelopen weken
gesproken met de Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer, verschillende
lerarenbonden, de sectorraden, TerInfo, Voion, en de Stichting School en Veiligheid.
Ik zal uw Kamer op korte termijn informeren over de uitkomsten en mogelijke aanscherpingen,
zoals ook toegezegd door de premier tijdens het debat over de vrijheid van meningsuiting
op donderdag 12 november.
Vraag 8
Deelt u de mening dat een goede afstemming en samenwerking tussen scholen en gemeenten
essentieel zijn, zodat bij dergelijke gebeurtenissen er snel geschakeld kan worden?
Zo ja, kunt u uiteenzetten op welke manier wordt geïnvesteerd in structurele samenwerking
tussen gemeenten, het onderwijsveld en de veiligheidsdriehoek?
Antwoord 8
Ja. Een goede afstemming en samenwerking tussen gemeenten, jeugdzorg, de veiligheidsdriehoek
en de scholen is belangrijk voor een (sociaal) veilige school(omgeving). Zij werken
op structurele wijze samen en de regering benadert het veiligheidsvraagstuk integraal.
Dit blijkt onder andere uit de multidisciplinaire aanpak van het actieplan Wapens
en Jongeren. Hier wordt ingezet op het versterken van de verbinding tussen scholen,
politie en gemeenten.
Ook bij het brede offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit (BOTOC)
wordt een integrale aanpak gehanteerd. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft
dit brede offensief samen met de ambtscollega’s van BZK, OCW, VWS en SZW vormgegeven.
In de preventieve aanpak wordt gebiedsgericht gewerkt langs de sporen onderwijs, werken,
wonen en veiligheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.