Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over een verzoek aan de Nederlandse ambassade in Turkije aangaande het bloedbad van Sivas
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een verzoek aan de Nederlandse ambassade in Turkije aangaande het bloedbad van Sivas (ingezonden 23 september 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 december 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 385.
Vraag 1
Kunt u zich nog herinneren het bloedbad van Sivas op 2 juli 1993 waarbij door een
aanval van islamitisch fundamentalisten 37 mensen, voornamelijk Alevieten, waaronder
de Nederlandse studente culturele antropologie Carina J. Th. Thuijs uit Doetinchem,
door brandstichting om het leven zijn gebracht?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe staat het met de strafprocessen tegen verdachten in deze zaak? Volgt u, of heeft
de Nederlandse ambassade de processen gevolgd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Op dit moment loopt er nog een rechtszaak tegen drie verdachten in deze zaak. De laatste
zitting was op 9 september jl. De volgende zitting is gepland voor 20 januari 2021.
De ambassade heeft aandacht voor deze rechtszaak, en beziet per zitting of en op welke
wijze deze wordt gevolgd. Daarbij worden ook de op dat moment geldende COVID-19 maatregelen
meegewogen.
Vraag 3, 4 en 5
Wat is uw reactie op het recente verzoek van een familielid van een van de slachtoffers
en de Democratische Alevitische Verenigingen (DAD), aan de Nederlandse staat om te
onderzoeken de mogelijkheden zich te voegen in de rechtszaak tegen drie voortvluchtige
verdachten, die in 2023 dreigt te verjaren? Bent u bereid dit verzoek te honoreren,
mede tegen de achtergrond dat de Turkse Orde van Advocaten deze zaak ziet als een
misdaad tegen de menselijkheid waarbij ook een Nederlandse om het leven is gebracht?1
Klopt het dat de Pir Sultan Abdal Kültür Derneği (PSAKD), eveneens een Alevitische
vereniging, de afgelopen jaren – net als 4 september 2020, voorafgaand aan het Sivasproces
tegen de drie voortvluchtige verdachten dat op 9 september 2020 heeft plaatsgevonden
– samen met de familie van een van de slachtoffers in Turkije, via de Nederlandse
ambassade de Minister heeft verzocht zich te bemoeien met deze zaak, vanwege de misdaad
tegen Carina Thuijs? Wat is uw reactie op dit verzoek (geweest)?2
Klopt het dat het verzoek aan de Nederlandse ambassade in Ankara van 4 september 2020
om een brief aan Koning Willem-Alexander aangaande deze zaak te overhandigen, is afgewezen?3
Antwoord 3, 4 en 5
De ambassade heeft de afgelopen jaren meermaals gesprekken gevoerd met genoemde organisatie
en personen. Bij deze gesprekken is geen verzoek aan Nederland gedaan om zich bij
een rechtszaak te voegen.
Op 4 september jl. meldde zich een aantal personen onaangekondigd bij de ambassade,
die voor het ambassadegebouw een krans neerzetten en een aantal spandoeken plaatsten.
Op hun verzoek om tot de ambassade te worden toegelaten deelde de bewaking mede dat
hiervoor een afspraak noodzakelijk is, maar dat de bewaking gaarne bereid was de petitie
die zie ze bij zich hadden in ontvangst te nemen. De groep heeft daarop de petitie
niet afgegeven. De ambassade kan de inhoud van de petitie en een eventuele brief dan
ook niet bevestigen. De ambassade blijft uiteraard graag bereid om af te spreken en
een brief of petitie in ontvangst te nemen.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat negen veroordeelden in de Sivas-zaak naar Duitsland zijn gevlucht?
Bent u bereid samen met Duitsland mogelijkheden voor internationale berechting te
onderzoeken?4
Antwoord 6
Ik verwijs u naar de reactie van de Duitse regering in antwoord op vragen uit de Bondsdag
over deze kwestie5. Volgens de beantwoording in juli 2006 bevonden zich op basis van verscheidene verblijfstitels
in totaal 11 personen in Duitsland, die naar verluidt, betrokken waren geweest bij
de aanslag in Sivas. Daarbij werd ook aangegeven dat in totaal 24 personen die naar
verluidt, betrokken waren bij de aanslag in Sivas zich (mogelijk) in Duitsland bevonden
of hadden bevonden. In 2019 werd de Duitse regering gevraagd hoeveel personen die
in Turkije waren veroordeeld in de Sivas-zaak op dat moment in Duitsland woonden.
De Duitse regering antwoordde in april 2019 dat ze daar geen informatie over had en
gaf desgevraagd tevens aan dat de kwestie niet aan de orde is gesteld in bilaterale
gesprekken tussen Duitsland en Turkije. Ook gaf de Duitse regering in die beantwoording
aan dat ze, op één uitleveringsverzoek na, geen informatie had over nieuwe uitleveringsverzoeken
door Turkije sinds 2013. Uit antwoorden op vragen uit de Bondsdag van juli jl. valt
op te maken dat er nog geen besluit was genomen over het betreffende uitleveringsverzoek.
Mede gezien de antwoorden van de Duitse regering op Bondsdagvragen hierover ziet het
kabinet op dit moment geen aanleiding om hierin stappen te ondernemen richting Duitsland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.