Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van de leden Van der Lee en Snels ter vervanging van nr. 5 over het laten verlopen van alle uit het Nationaal Groeifonds vloeiende gelden via de andere begrotingen
35 570 XIX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds (XIX) voor het jaar 2021
Nr. 6
                   AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER LEE EN SNELS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
               NR. 51
Ontvangen 2 december 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Aan artikel 1 wordt toegevoegd «De daarin vermelde uitgaven worden steeds tevens als
                     uitgaven en ontvangsten opgenomen in de betrokken departementale begrotingen».
                  
Toelichting
               
Dit amendement strekt ertoe te regelen dat alle uit het Nationaal Groeifonds vloeiende
                  gelden verlopen via de andere begrotingen.
               
Investeringen uit het Nationaal Groeifonds zullen in de huidige opzet budgettair aan
                  andere begrotingen overgeheveld worden op het moment dat er een inhoudelijke aansluiting
                  is tussen deze investeringen en reeds bestaande onder deze andere begrotingen vallende
                  begrotingsartikelen. In dat geval wordt op de ontvangende begroting een ontvangst
                  vanuit het Nationaal Groeifonds zichtbaar, waar de daadwerkelijke investeringsuitgave
                  tegenover staat. Als deze route gevolgd wordt, bestaat het budgetrecht van de Kamer
                  niet alleen uit een oordeel vooraf ten aanzien van de drie plafonds van verplichtingen
                  en (eventuele) wijzigingen van deze plafonds, maar ook het oordeel «achteraf», dat
                  betrekking heeft op het al dan niet budgettair goedkeuren van reeds aangewezen projecten
                  waarin vanuit het Groeifonds via andere begrotingen geïnvesteerd wordt.
               
In andere gevallen zullen uitgaven volgens de regering direct uit de non-departementale
                  begroting van het Nationaal Groeifonds vloeien. In dat geval is het budgetrecht van
                  de Kamer beperkt tot het vooraf goedkeuring geven op de begrotingsartikelen van het
                  Nationaal Groeifonds en het (eventueel) goedkeuren van plafondwijzigingen van deze
                  drie artikelen. De Kamer heeft dus niet bij alle uit het Nationaal Groeifonds voortvloeiende
                  gelden hetzelfde budgetrecht. De fondsbeheerders (de Ministers van EZK en Financiën)
                  bezien per geval welke budgettaire route het meest voor de hand ligt.
               
Wat de ondergetekenden betreft ontstaat er door de gekozen opzet een onwenselijke
                  situatie. Deze onwenselijkheid is primair gelegen in het beperkte budgetrecht van
                  de Kamer als gelden direct uit de begroting van het Nationale Groeifonds naar projecten
                  vloeien. Het is goed mogelijk dat relatief grote bedragen op deze wijze geïnvesteerd
                  zullen worden. Binnen de kaders van de hoofdlijnen die de Kamer in dat geval goedkeurt
                  zijn allerlei politiek gekleurde keuzes mogelijk waarover de Kamer geen budgetrecht
                  meer heeft.
               
Het belang van het te allen tijde borgen van voldoende budgetrecht voor de Kamer overstijgt
                  het belang van de eventuele uitvoeringstechnische vraag die zouden kunnen ontstaan
                  als besloten dient te worden via welke begrotingsartikelen van andere begrotingen
                  investeringen gedesaldeerd dienen te worden.
               
Dit amendement zal er daarmee voor zorgen dat alle Groeifonds-investeringen, nadat
                  ze door de regering op basis van adviezen zijn uitgekozen, ter goedkeuring in incidentele
                  suppletoire begrotingen aan de Kamer worden voorgelegd. Zo wordt geborgd dat de Kamer
                  in alle gevallen, en niet enkel als de fondsbeheerders dit inhoudelijk passend vinden,
                  een gedegen verankerd budgetrecht heeft.
               
Tot slot hechten de ondergetekenden er belang aan te benadrukken dat de voorgestelde
                  wijziging niets af doet aan de gehanteerde systematiek ten aanzien van de 100% eindejaarsmarge.
                  Alle nog niet aan projecten toegekende gelden blijven immers op de non-departementale
                  begroting van het Nationaal Groeifonds staan.
               
Van der Lee Snels
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Tom van der Lee, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
B.A.W. Snels, Tweede Kamerlid