Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Nieuwenhuijzen en Kuik over het bericht dat de Soedanese paramilitaire groep RSF steun krijgt van de Europese Unie
Vragen van de leden Van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks) en Kuik (CDA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat de Soedanese paramilitaire groep RSF steun krijgt van de Europese Unie. (ingezonden 3 november 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
1 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Deze beruchte militie uit Soedan krijgt «veiligheidstraining»
betaald door de EU»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een overzicht geven van recente politieke en economische ontwikkelingen in
Soedan?
Antwoord 2
In december 2018 begon een geweldloze volksopstand in Soedan, die heeft geleid tot
het afzetten van toenmalig president Al-Bashir op 11 april 2019. Op 17 augustus 2019
ondertekenden de Militaire Overgangsraad (TMC) en de civiele oppositie een historisch
constitutioneel akkoord. Dit akkoord maakte de weg vrij voor een democratische transitie
in Soedan. Tijdens de overgangsperiode van 39 maanden (deze periode is met het tekenen
van het vredesakkoord opnieuw ingegaan, zie onder) wordt het land geregeerd door een
civiel geleide transitieregering. Alleen de ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie
zijn militairen. De Soevereine Raad neemt daarnaast de positie van staatshoofd in.
Deze elfkoppige raad bestaat uit zes burgers en vijf militairen en staat momenteel
onder leiding van generaal Burhan (RSF-leider Mohamed Hamdan Dagolo, ook wel Hemedti
genoemd, is vicevoorzitter).
Op 3 oktober jl. werd in Juba het vredesakkoord getekend tussen de Soedanese overgangsregering
en elf rebellengroeperingen verenigd in de Sudan Revolutionary Front (SRF) en de Sudan
Liberation Movement (SLM). Dit omvangrijke akkoord bevat o.a. afspraken over het vormen
en de samenstelling van een parlement en heeft ook uitgebreide passages over accountability. Momenteel wordt er nog onderhandeld met de rebellenleiders Al-Nur en El-Hilu, respectievelijk
leiders van Sudan Liberation Movement-Al Nur (SLM-A) en Sudan People Liberation Movement
North (SPLM-N). Het is belangrijk dat alle rebellen hun wapens neerleggen om tot duurzame
en inclusieve vrede te komen.
In oktober jl. heeft aanklaagster Bensouda van het Internationaal Strafhof (ICC) een
historisch bezoek gebracht aan Soedan. Sinds het aftreden van Al-Bashir is er sprake
van toenadering tussen het civiele deel van de transitieregering en het ICC. Het kabinet
heeft het belang van samenwerking met het ICC herhaaldelijk opgebracht. In Soedan
was er veel aandacht voor het bezoek van aanklaagster Bensouda. De Soedanezen zijn
echter verdeeld: een deel van de bevolking vindt dat Al-Bashir en de drie anderen
tegen wie een arrestatiebevel openstaat zo snel mogelijk naar Den Haag moeten voor
berechting, anderen zijn voorstander van lokale berechting.
Economisch gezien is het een uiterst zwaar jaar voor Soedan geweest. In september
jl. is de noodtoestand uitgeroepen vanwege zware regenval en een buiten haar oevers
tredende Nijl. Meer dan 875.000 mensen verkeerden in nood, 100.000 huizen zijn vernield
en meer dan 150 mensen verloren het leven. Deze overstromingen kwamen bovenop een
sprinkhanenplaag en Covid-19.
In het afgelopen jaar is de economische situatie dan ook zo nijpend geworden in Soedan,
dat inmiddels 20% van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Het kabinet heeft
gedurende het jaar EUR 29,5 miljoen aan noodhulp gedoneerd (via Central Emergency
Response Fund, Rode Kruis, Dutch Relief Alliance, Sudan Humanitarian Fund en het Family
Support Program) om de negatieve gevolgen van deze rampen voor de bevolking te beperken.
Voor 2021 gloort er echter iets van hoop aan de economische horizon van Soedan. President
Trump heeft aangegeven dat Soedan van de US State Sponsors of Terrorismlijst wordt gehaald, wat o.a. zou betekenen dat het internationale betalingsverkeer
wordt gerehabiliteerd, nieuwe kansen worden geboden voor internationale handel en
investeringen en Soedan in aanmerking komt voor schuldverlichting. Het Congres van
de Verenigde Staten dient nog actie te ondernemen voordat delisting een feit is. Bovendien
is Soedan, met o.a. de steun van de EU, het IMF en de Wereldbank, begonnen met aanzienlijke
en broodnodige economische hervormingen.
Vraag 3
Wat is de huidige verhouding van de Rapid Support Forces (RSF) met de regering van premier Hamdok en het Soedanese leger?
Antwoord 3
Met het constitutioneel akkoord van 17 augustus 2019 is de RSF formeel onderdeel uit
gaan maken van de strijdkrachten van Soedan. De RSF wordt aangestuurd door de vicevoorzitter
van de Soevereine Raad, Hemedti. Ter achtergrond is het belangrijk te weten dat de
RSF voortkomt uit de paramilitaire Janjaweed milities. Deze Janjaweed milities zijn
op etnische grondslag geformeerd en waren in Darfur en daarbuiten verantwoordelijk
voor vele mensenrechtenschendingen. Omdat Al-Bashir zijn positie niet alleen maar
afhankelijk wilde laten zijn van de leiders van het Soedanese leger, de Sudanese Armed Forces (SAF), financierde Al-Bashir ook de Janjaweed milities, die toen ook al werden aangevoerd
door zijn vertrouweling Hemedti. Na de maandenlange burgerprotesten in 2018 en 2019
werd Al-Bashir uiteindelijk afgezet. Hemedti en generaal Burhan (een van de vooraanstaande
officieren van de SAF en huidig voorzitter van de Soevereine Raad) keerden zich uiteindelijk
tegen Al-Bashir en speelden een beslissende rol in zijn afzetting. Het constitutioneel
akkoord van 17 augustus 2019 kan worden gezien als een machtsdeling tussen de drie
belangrijkste machten in Soedan, dat wil zeggen de civiele oppositie, de SAF en de
RSF. Een voorwaarde voor Hemedti zou zijn dat de RSF gelegitimeerd zou worden en dezelfde
status zou krijgen als de SAF. In de praktijk bestaat de RSF echter parallel aan het
Soedanese leger en is er nog geen sprake van daadwerkelijke integratie van de RSF
in de SAF.
Vraag 4 en 5
Klopt de stelling van het Trouw-artikel dat de EU van plan is om trainingen te financieren,
of al financiert, waar ook leden van de RSF aan deel kunnen nemen?
Klopt de stelling van hetzelfde artikel dat de trainingen niet alleen gaan over mensenrechten,
maar ook over het identificeren van illegale migranten en het bedienen van vuurwapens?
Antwoord 4 en 5
Beide stellingen kloppen niet. De EU geeft geen financiële ondersteuning aan genoemde
trainingen en is ook niet van plan dit in de toekomst te doen. Wel steunt de EU via
het EU Emergency Trust Fund for Africa (EUTF) de democratische transitie in Soedan.
Als onderdeel hiervan wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een overeenkomst
ter waarde van EUR 4,95 miljoen met het bureau van de VN Hoge Commissaris voor de
Rechten van de Mens (OHCHR), bedoeld voor het kantoor in Soedan. Doel van de OHCHR-activiteiten
is het ondersteunen van duurzame vrede, het verbeteren van de rechtsstaat en het vergroten
van respect voor mensenrechten tijdens de democratische transitie en in aanloop naar
de verkiezingen in Soedan. De OHCHR heeft bevestigd dat de RSF niet deelneemt aan
de door de EU gefinancierde activiteiten voor de periode van 2021–2022.
Vraag 6
Wat is het doel van deze trainingen? Vinden deze trainingen plaats binnen het Better Migration Management programma, of in de context van een ander programma?
Antwoord 6
De ondersteuning van de activiteiten van OHCHR betreft andere activiteiten dan het
Better Migration Management programma. Beide worden wel vanuit het EUTF gefinancierd.
Doel van de OHCHR-activiteiten is het ondersteunen van duurzame vrede, het verbeteren
van de rechtsstaat en het vergroten van respect voor mensenrechten tijdens de democratische
transitie en in aanloop naar de verkiezingen in Soedan
Vraag 7
Klopt het dat EU-landen, waaronder Nederland, in juli expliciete toestemming hebben
gegeven voor dit trainingsproject? Zo ja, waarom heeft Nederland die toestemming gegeven
en welke voorwaarden zijn eraan verbonden?
Antwoord 7
Het klopt dat Nederland toestemming heeft gegeven voor de financiering van de OHCHR-activiteiten.
Deze toestemming heeft Nederland, net als andere EU lidstaten, gegeven omdat Nederland
de rol van OHCHR in Soedan van groot belang acht. Zoals bij ieder programma of activiteit
dat opereert op een gevoelig onderwerp als mensenrechten zijn er risico’s aan de ondersteuning
verbonden. Daarom zijn er mitigerende maatregelen aan het programma verbonden. Zo
past OHCHR de VN Human Rights Due diligence policy (HRDDP) toe. In lijn met de HRDDP
zullen alle individuen die training ontvangen een screening ondergaan van OHCHR en
de United Nations Integrated Transitions Assistance Mission in Sudan (UNITAMS) om
te voorkomen dat mensenrechtenschenders of oorlogsmisdadigers participeren in hun
activiteiten.
Vraag 8 en 9
Hoe verhoudt de steun van de EU aan deze trainingsprogramma’s zich tot eerdere garanties
van het kabinet dat de RSF «in geen geval» tot de doelgroep van door de EU gefinancierde
trainingen behoort?2
Hoe beoordeelt u de uitlatingen van Kenneth Roth, directeur van Human Rights Watch,
dat het trainen van de RSF kortzichtig is?
Antwoord 8 en 9
De RSF behoort niet tot de doelgroep van de door OHCHR uitgevoerde activiteiten waar
de EU een bijdrage aan levert. De reactie van de heer Kenneth Roth is gebaseerd op
onjuiste berichtgeving over aard en doelgroep van door de EU te ondersteunen activiteiten
van OHCHR.
Vraag 10
Bent u bereid om de EU op te roepen om strikte richtlijnen voor deelname aan de trainingen
te hanteren om te voorkomen dat RSF-leden kunnen deelnemen, zeker zonder verantwoording
te hebben afgelegd over misdaden begaan in het verleden?
Antwoord 10
Dit acht ik niet noodzakelijk, omdat de EU en OHCHR reeds strikte richtlijnen hiervoor
hebben opgesteld en toepassen zoals in antwoord op vraag 7 wordt toegelicht.
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van den Hul
(PvdA), ingezonden op 2 november 2020, vraagnummer 2020Z20249.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.