Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over het bericht 'Deze beruchte militie uit Soedan krijgt «veiligheidstraining» betaald door de EU'
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Deze beruchte militie uit Soedan krijgt «veiligheidstraining» betaald door de EU» (ingezonden 2 november 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
1 december 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Deze beruchte militie uit Soedan krijgt «veiligheidstraining»
betaald door de EU»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kan het dat de Rapid Support Forces (RSF), waarvan een aantal deelnemers afkomstig
is uit Darfur, training krijgen gefinancierd door de EU?
Antwoord 2
De berichtgeving klopt niet. De EU geeft geen financiële ondersteuning aan genoemde
veiligheidstrainingtraining en is ook niet van plan dit in de toekomst te doen.
Wel steunt de EU via het EU Emergency Trust Fund for Africa (EUTF) de democratische
transitie in Soedan. Als onderdeel hiervan wordt momenteel de laatste hand gelegd
aan een overeenkomst ter waarde van EUR 4,95 miljoen met het bureau van de VN Hoge
Commissaris voor de Rechten van de Mens (OHCHR), bedoeld voor het kantoor in Soedan.
Doel van het OHCHR programma is het ondersteunen van duurzame vrede, het verbeteren
van de rechtsstaat en het vergroten van respect voor mensenrechten tijdens de democratische
transitie en in aanloop naar de verkiezingen in Soedan. OHCHR heeft bevestigd dat
de RSF geen onderdeel is van het door de EU gefinancierde programma voor de periode
van 2021–2022.
Vraag 3
Hoe verhoudt zich dit tot de eerdere toezegging dat de RSF geen directe of indirecte
steun van de EU zou ontvangen, vanwege de betrokkenheid bij oorlogsmisdaden in Darfur?
Antwoord 3
De RSF behoort niet tot de doelgroep van de OHCHR activiteiten, ook niet aan activiteiten
waar de EU een bijdrage aan levert.
Vraag 4
Is het de bedoeling dat de RSF zich gaat inzetten om irreguliere migratie tegen te
gaan? Zo ja, bent u op de hoogte van de betrokkenheid van de RSF bij mensensmokkel?
Zo nee, welk doel heeft deze training?
Antwoord 4
Zie antwoord vraag 2. Het OHCHR programma is niet gericht op het tegengaan van irreguliere
migratie en er zullen geen RSF-leden deelnemen aan activiteiten van OHCHR.
Vraag 5
Heeft u, of gaat u, contact opnemen met Kenneth Roth van Human Rights Watch over de
kritiek op deze training? Zo ja, hoe was dat contact? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Met Human Rights Watch en met andere mensenrechtenorganisaties is regelmatig contact
over de situatie in Soedan. Tijdens het eerstvolgende reguliere contact zal dit misverstand
worden opgehelderd.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het onwenselijk is om oorlogmisdadigers te trainen met Europees
geld? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Deze mening deel ik. Om deze reden past OHCHR de VN Human Rights Due Diligence Policy
(HRDDP) toe. In lijn met de HRDDP zullen alle individuen die getraind worden een screening
ondergaan door OHCHR en de United Nations Integrated Transition Assistance Mission
in Sudan (UNITAMS), om te voorkomen dat er mensenrechtenschenders of oorlogsmisdadigers
participeren in hun activiteiten.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat milities ingezet worden voor grensbewaking?
Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Deze mening deel ik, onder andere omdat in dit geval de RSF tegelijkertijd wordt verdacht
van mensensmokkel. Echter, met het constitutioneel akkoord van 17 augustus 2019 is
de RSF formeel onderdeel uit gaan maken van de strijdkrachten van Soedan. De RSF wordt
aangestuurd door de vicevoorzitter van de Soevereine Raad, Hemedti. Ter achtergrond
is het belangrijk te weten dat de RSF voortkomt uit de paramilitaire Janjaweed milities.
Deze Janjaweed milities zijn op etnische grondslag geformeerd en waren in Darfur en
daarbuiten verantwoordelijk voor vele mensenrechtenschendingen. Omdat Al-Bashir zijn
positie niet alleen maar afhankelijk wilde laten zijn van de leiders van het Soedanese
leger, de Sudanese Armed Forces (SAF), financierde Al-Bashir ook de Janjaweed milities, die toen ook al werden aangevoerd
door zijn vertrouweling Hemedti. Na de maandenlange burgerprotesten in 2018 en 2019
werd Al-Bashir uiteindelijk afgezet. Hemedti en generaal Burhan (een van de vooraanstaande
officieren van de SAF en huidig voorzitter van de Soevereine Raad) keerden zich uiteindelijk
tegen Al-Bashir en speelden een beslissende rol in zijn afzetting. Het constitutioneel
akkoord van 17 augustus 2019 kan worden gezien als een machtsdeling tussen de drie
belangrijkste machten in Soedan, dat wil zeggen de civiele oppositie, de SAF en de
RSF. Een voorwaarde van Hemedti zou zijn dat de RSF gelegitimeerd zou worden en dezelfde
status zou krijgen als de SAF. In de praktijk bestaat de RSF echter parallel aan het
Soedanese leger en is er nog geen sprake van daadwerkelijke integratie van de RSF
in de SAF.
Onderdeel van de taken van de RSF zijn grensbewaking en het tegengaan van irreguliere
migratie, hierbij werkt de RSF samen met de SAF en politie. De berichten over betrokkenheid
van de RSF bij mensensmokkel baart het kabinet ernstig zorgen. Mede om deze reden
is het essentieel dat de veiligheidssector in Soedan snel wordt hervormd. Het kabinet
heeft hiervoor in het verleden gepleit en zal dit blijven doen. Om dezelfde redenen
is het onwenselijk dat de RSF trainingen krijgt die voor repressieve doelen ingezet
kunnen worden.
Vraag 8
Kunt u toelichten wat de rol van het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten (OHCHR)
in deze is?
Antwoord 8
De OHCHR heeft als doel het ondersteunen van duurzame vrede, het verbeteren van de
rechtsstaat en het vergroten van respect voor mensenrechten tijdens de democratische
transitie en in aanloop naar de verkiezingen in Soedan. In dit kader zullen er geen
trainingen aan RSF-leden worden gegeven door OHCHR. Zie ook het antwoord op vraag
2.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de tweede termijn van de begrotingsbehandeling
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.