Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Regterschot over de petitie-aanbieding van De Nederlandse Vereniging van Anesthesiemedewerkers m.b.t. niet erkennen beroep van anesthesiemedewerker in artikel 3 van Wet BIG
Vragen van het lid Regterschot (VVD) aan de Minister voor Medische Zorg over de petitie-aanbieding van De Nederlandse Vereniging van Anesthesiemedewerkers m.b.t. niet erkennen beroep van anesthesiemedewerker in artikel 3 van Wet BIG (ingezonden 11 november 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 1 december 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat de Nederlandse Vereniging van Anesthesiemedewerkers
(NVAM), en daarmee de grote achterban van anesthesiemedewerkers, zich niet kan vinden
in het advies van Zorginstituut Nederland over de BIG (Beroepen in de Individuele
Gezondheidszorg)-registratie van anesthesiemedewerkers?1 2
Antwoord 1
Ja. Geen BIG-registratie voor de anesthesiemedewerkers neemt niet weg dat de anesthesiemedewerkers
een belangrijke schakel zijn in ons zorgsysteem van zorgprofessionals die effectieve,
efficiënte en hoogstaande operatieve zorg leveren aan patiënten. Deze bijdrage en
mijn waardering voor hun werkzaamheden staat los van de vraag of er sprake dient te
zijn van opname in de Wet BIG. De Wet BIG is een kwaliteitswet ter bescherming van
patiënten, maar laat de beroepsmatige uitoefening van de individuele gezondheidszorg
in principe vrij. Het uitgangspunt van de Wet BIG is dat beroepen niet worden opgenomen
in de wet, tenzij dit noodzakelijk is om patiënten te beschermen tegen onzorgvuldig
of ondeskundig handelen. Dit is het «nee, tenzij»-principe en is gericht op een zo
min mogelijke beperking van de werkwijze in de gezondheidszorg en vrije beroepsuitoefening.
Het zorgt tevens voor maximale flexibiliteit op de arbeidsmarkt en inzet van zorgpersoneel.
Vraag 2
In hoeverre bent u met de beroepsgroep van anesthesiemedewerkers in gesprek naar aanleiding
van het advies van het Zorginstituut Nederland? Indien dit niet het geval is, bent
u bereid om hierover op korte termijn het gesprek aan te gaan met de beroepsgroep?
Antwoord 2
Voorafgaand aan de adviesaanvraag bij het Zorginstituut heeft VWS vanaf het verzoek
tot regulering in 2016 meerdere gesprekken gevoerd met de NVAM over hun aanvraag tot
beroepenregulering in de Wet BIG.
Vervolgens heeft het Zorginstituut grondig, objectief en onafhankelijk onderzoek gedaan
waarbij onder andere gesprekken met de NVAM en aanpalende beroepsorganisaties/stakeholders
zijn gevoerd. Ook waren er werkbezoeken en heeft een consultatieronde plaatsgevonden
op het conceptadvies waarop de NVAM haar zienswijze heeft gegeven. Naar aanleiding
van deze zienswijze is het Zorginstituut nogmaals met de NVAM in gesprek gegaan om
een toelichting te geven op de verwerking van de consultatiereactie van de NVAM. Ik
zie daarom geen aanleiding om opnieuw met de NVAM in gesprek te gaan wat betreft de
beroepsregulering.
Vraag 3
Ziet u mogelijkheden om van de anesthesiemedewerker weer, zoals vóór 1976, een verpleegkundige
specialisatie te maken door middel van een algemene maatregel van bestuur (amvb)?
Bent u bereid om deze optie samen met de NVAM verder uit te werken?
Antwoord 3
Het is belangrijk om de flexibele en brede inzet van zorgverleners op de arbeidsmarkt
zo veel als mogelijk in stand te houden, zodat er voldoende hulpverleners voor de
patiënten beschikbaar zijn. Om deze flexibiliteit te faciliteren is het belangrijk
om de zorgverlening in principe vrij te laten en een beroep alleen te reguleren, ook
via een amvb, als dat vanuit patiëntveiligheid strikt noodzakelijk is. Dit is ook
het uitganspunt van de Wet BIG. Voor regulering van een beroep in de Wet BIG gelden
beleidscriteria. Het Zorginstituut heeft ook in het geval van de anesthesiemedewerker
het beroep aan deze criteria getoetst. Het Zorginstituut is tot de conclusie gekomen
dat niet aan alle criteria is voldaan en heeft derhalve geadviseerd de anesthesiemedewerker
niet in de Wet BIG op te nemen. Dit advies heb ik overgenomen.
Vraag 4
Bent u op de hoogte van het feit dat de NVAM, samen met vijf hogescholen, al stappen
heeft gezet om het beroep van anesthesiemedewerker weer aantrekkelijk te maken door
het beroep een verpleegkundige basis te geven door middel van hbo-vt (voltijds) opleidingen?
Bent u ermee bekend dat deze opleiding in vier jaar af te ronden is, waardoor opgeleide
en bekwame verpleegkundigen sneller zelfstandig aan het werk kunnen dan in de huidige
praktijk waarbij eerst een beroepsopleiding en vervolgens een vervolgopleiding nodig
is? Kunt u uw visie op deze opleiding geven?
Antwoord 4
Ik juich van harte toe dat de NVAM de opleiding tot anesthesiemedewerker verder wil
professionaliseren. Bij brief van 10 november jl. (Kamerstuk 29 282 nr. 420) heb ik in het kader van vernieuwend en flexibel opleiden aangegeven dat ik samen
met de NFU, de NVZ, de Vereniging Hogescholen en de beroepsverenigingen ga verkennen
wat er nodig is om ook opleidingen voor medisch ondersteunende beroepen te flexibiliseren,
in het bijzonder de opleidingen tot operatieassistent en anesthesiemedewerker. Het
Ministerie van VWS zet zich in voor breed opleiden. Voor nieuwe instroom in de functie
van anesthesiemedewerker zie ik de weg via de hbo-vt (verpleegkunde technische stroom)
of de Bachelor Medische Hulpverlening (BMH) als mogelijkheid. Ik wil onderzoeken of
deze routes in meer regio’s aangeboden kunnen worden. Hierdoor worden studenten breed
opgeleid op hbo-niveau. Voor anesthesiemedewerkers zonder verpleegkundige vooropleiding,
die hun kennis willen verbreden, wil ik samen met bovengenoemde partijen verkennen
of er verkorte hbo-v of BMH-trajecten aangeboden kunnen worden. Ik zal hierover met
de bovengenoemde partijen in overleg treden.
Met de opleiding tot verpleegkundige of de opleiding tot BMH kan de anesthesiemedewerker
zich registreren in het BIG-register als zijnde verpleegkundige dan wel, in het kader
van het momenteel lopende experimenteerartikel van artikel 36a Wet BIG, tijdelijk
als bachelor medisch hulpverlener.
Vraag 5
Bent u op de hoogte van het feit dat de anesthesiemedewerkers zich niet vertegenwoordigd
voelen door de Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)? Bent u ook van mening
dat de anesthesiemedewerkers als onafhankelijke beroepsgroep aan overlegtafels zouden
moeten zitten, zodat zij hun bijdrage kunnen leveren als het gaat om onderwerpen die
hen als beroepsgroep raken?
Antwoord 5
Ja, ik ben ervan op de hoogte dat de anesthesiemedewerkers een eigen beroepsvereniging
hebben en de NVAM de beroepsvereniging is die hen vertegenwoordigt.
Ook ben ik van mening dat de anesthesiemedewerkers als onafhankelijke beroepsgroep
betrokken moeten worden over onderwerpen die hen aangaan, zoals bij antwoord op vraag
4 is aangegeven. Dit staat los van het feit of ze wel of niet zijn opgenomen in de
Wet BIG.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.