Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over aanvullende maatregelen voor de Tweede Kamerverkiezing in verband met covid-19
35 590 Tijdelijke regels omtrent verkiezingen in verband met covid-19 (Tijdelijke wet verkiezingen covid-19)
Nr. 24
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 2 december 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief
van 9 oktober 2020 over aanvullende maatregelen voor de Tweede Kamerverkiezing in
verband met covid-19 (Kamerstuk 35 590, nr. 22).
De vragen en opmerkingen zijn op 19 november 2020 aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 30 november 2020 zijn de vragen
beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
1.
Inleiding
2
2.
Briefstemmen
3
3.
Vervroegd stemmen
7
4.
Indiening tweede spoedwetsvoorstel
8
5.
Stemlokalen
9
6.
Uitvoerbaarheid voor gemeenten
10
7.
Overige aandachtspunten
10
II
Reactie van de bewindspersoon
11
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief Aanvullende
maatregelen voor de Tweede Kamerverkiezing in verband met covid-19 (Kamerstuk 35 590, nr. 22). Deze leden vinden het van groot belang dat ook in deze tijd zo veel mogelijk mensen
gebruik kunnen maken van het democratische recht om te stemmen, op een veilige wijze
gefaciliteerd. Zij hebben nog een aantal vragen en opmerkingen naar aanleiding van
de brief.
Allereerst vragen de leden van de VVD-fractie zich af of er een afschalingsmodel is
van de maatregelen die getroffenen worden voor de komende verkiezingen. Voorgestelde
maatregelen gaan immers uit van de huidige situatie met covid-19. Kunnen (bepaalde)
maatregelen op een later moment nog worden afgeschaald, bijvoorbeeld door het aantal
volmachten terug te brengen naar twee per kiezer, dan wel de mogelijkheid tot briefstemmen
te beperken of in te trekken? De leden van de VVD-fractie hebben begrip voor de voorgestelde
noodmaatregelen, maar zijn van mening dat deze ook louter in nood gebruikt moeten
worden. Graag ontvangen zij een reactie van de Minister.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister over de aanvullende maatregelen voor de Tweede Kamerverkiezing in verband
met covid-19. Over de voorgestelde maatregelen hebben deze leden enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 oktober 2020 over tijdelijke regels
omtrent verkiezingen in verband met covid-19.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
brief van de Minister over het verkiezingsproces in coronatijd. Deze leden zien uit
naar de behandeling van de tweede spoedwet en zullen specifieke vragen bij die behandeling
inbrengen. Voor nu hebben deze leden nog enkele vragen die zij graag aan de Minister
voorleggen.
De leden van de SP-fractie hebben de brief over aanvullende maatregelen voor de verkiezingen
gelezen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief
van de Minister van BZK met betrekking tot aanvullende maatregelen voor de Tweede
Kamerverkiezing. Zij hebben daarover enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben onder dankzegging kennisgenomen van de
toegezonden stukken. Zij hebben behoefte aan het stellen van een aantal vragen.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de voornemens
van de Minister inzake de verkiezingen. Zij hebben enkele vragen over briefstemmen.
De leden van 50PLUS danken voor de toezending van de brief «Aanvullende maatregelen
voor de Tweede Kamerverkiezing in verband met covid-19». Zij hebben hierover nog wel
enkele vragen en opmerkingen.
2. Briefstemmen
De leden van de VVD-fractie steunen de mogelijkheid om kwetsbare kiezers per post
hun stem te laten uitbrengen. Zij lezen dat kiezers van 70 jaar en ouder volgens het
RIVM generiek kwetsbaar zijn voor het coronavirus. Tegelijkertijd geldt dit thans
ook voor volwassenen boven de 18 jaar met onderliggende ziekten. De leden van de VVD-fractie
zijn van mening dat de groep kiezers die per post kan stemmen niet te groot moet zijn,
maar vragen zich wel af waarom ervoor gekozen is om de ene groep wel en de andere
niet de mogelijkheid te geven tot briefstemmen. Zij vragen de Minister hierop in te
gaan.
Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie zich af waarom het stemmen per post,
een voor Nederland nieuw middel, in één keer mogelijk gemaakt wordt voor een grote
groep kiezers, te weten 2,4 miljoen kiesgerechtigden, ofschoon de maatregelen in stemlokalen
voldoende geacht moeten worden om zonder risico een stem uit te kunnen brengen. Bovendien
delen zij de door de Minister benoemde minpunten van het briefstemmen. De leden van
de VVD-fractie hechten zeer aan het stemgeheim en de mogelijkheid voor eenieder om
in volledige vrijheid zijn of haar stem uit te brengen. Zou het een mogelijkheid zijn
om louter op aanvraag van de kiezer boven de 70 jaar, in plaats van allen behorende
tot deze groep, de mogelijkheid te bieden tot briefstemmen? Op deze wijze hebben gemeenten
zicht op het aantal briefstemmers en wordt dit niet breed uitgezet. Deze mogelijkheid
kan gerealiseerd worden bij de verzending van de stempas. De leden van de VVD-fractie
vragen de Minister hierop in te gaan. Daarnaast vragen zij om hierbij de kritiek van
de Kiesraad op briefstemmen te betrekken. 1
Ook lezen de leden van de VVD-fractie in de brief dat briefstemmen op bepaalde locaties
kunnen worden afgegeven. Wat zijn dit voor locaties, zo vragen zij aan de Minister.
Ook vragen zij hoe veel van dit soort locaties er per gemeente komen. Tevens zijn
zij benieuwd of het afgeven van briefstemmen beperkt blijft tot de verkiezingsdag,
al dan niet inclusief de twee extra verkiezingsdagen op maandag 15 en dinsdag 16 maart
2021. Waar worden deze afgegeven briefstemmen vervolgens bewaard? Zij vragen de Minister
hierop in te gaan.
Tot slot vragen zij of gemeenten een richtsnoer wordt geboden om de uitgebrachte stemmen
per brief veilig te bewaren tot het moment van tellen (op de verkiezingsdag na 21.00
uur). Gaan deze briefstemmen bijvoorbeeld naar één centrale locatie?
Naar aanleiding van de keuze om kiezers van 70 jaar en ouder de gelegenheid te bieden
per post te stemmen ontvangen de leden van de CDA-fractie signalen dat de groep chronisch
zieken, personen die wachten op een transplantatie en gehandicapten, die ook tot een
herkenbare risicogroep behoren, een beroep zouden willen doen om per brief een stem
uit te brengen. Ziet de Minister mogelijkheden om deze groep per brief te laten stemmen?
Zo nee, welke praktische bezwaren leiden tot dit standpunt?
De leden van de CDA-fractie vragen welke voorzorgsmaatregelen worden getroffen om
het stemmen per brief veilig en vertrouwelijk te laten verlopen? Regelt de Minister
het proces van briefstemmen centraal of laat de Minister deze taak over aan individuele
gemeenten die hun inwoners van 70 jaar en ouder dienen te benaderen?
De leden van de CDA-fractie onderkennen dat briefstemmen ten opzichte van het stemmen
in het stemlokaal belangrijke minpunten heeft. Met de Minister onderschrijven deze
leden dat er bij deze verkiezingen sprake is van dringende noodzaak, geval vanwege
de risico’s die het coronavirus generiek heeft voor de kiezers die 70 jaar en ouder
zijn.
De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de briefstemmen worden geteld. Vindt de
telling direct plaats als de briefstemmen binnenkomen of worden de briefstemmen net
als de in een stemlokaal uitgebrachte stemmen geteld op woensdag 17 maart?
In elke gemeente wordt een briefstembureau ingesteld. De leden van de CDA-fractie
vragen op welke wijze de Minister zorg draagt voor een gestandaardiseerde stemwijze.
Deze leden vragen wat de stand van zaken is van de experimenten met nieuwe stembiljetten
en centraal tellen. Deze leden vragen of het ook mogelijk is een experiment te laten
plaats vinden met het elektronisch tellen van de bestaande stembiljetten.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister «de integriteit [bij briefstemmen
...] niet volledig verzekerd» acht. Daarnaast lezen deze leden dat briefstemmen «belangrijke
minpunten» heeft. Deze leden vinden dat de Minister zich in de brief zeer negatief
uitdrukt over brief-stemmen. Dat is bijzonder, want veel risicogroepen, waaronder
de 70-plussers, kunnen erg gebaat zijn in de uitoefening van hun kiesrecht met briefstemmen.
Is de Minister het met deze leden eens dat briefstemmen ook juist positieve gevolgen
heeft voor de uitoefening van het stemrecht?
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister voornemens is dat oudere kiezers,
die de leeftijd van 70 jaar hebben bereikt, kunnen stemmen per brief. Deze leden kunnen
zich zo voorstellen dat meer kwetsbare groepen graag van de mogelijkheid tot briefstemmen
gebruik zouden willen maken, of in ieder geval dezelfde afweging zouden willen kunnen
maken als de oudere kiezers van 70 jaar en ouder. De RIVM website, waar de Minister
naar verwijst, laat immers zien dat ook mensen jonger dan 70 en ouder dan 18 met bijvoorbeeld
suikerziekte, een nierziekte of mensen die herstellende zijn van chemotherapie «een
groter risico op een ernstig beloop van COVID-19» hebben. Ook onder deze groep kiezers
kan, net als bij de 70-plussers, de situatie voordoen dat zij uit gezondheidsoverwegingen
de deur niet uit gaan om de drukte op te zoeken. Daarnaast is het geen vanzelfsprekendheid
dat deze groep kan terugvallen op familie en vrienden om te volmachten. Het gevoel
van eenzaamheid komt immers in alle lagen en leeftijdsgroepen van de bevolking voor.
De Minister geeft in haar brief aan dat kiezers van 70 jaar en ouder niet verplicht
zijn om te briefstemmen, maar zelf kunnen beslissen of zij per brief stemmen of in
persoon gaan stemmen. Eenzelfde afweging wordt de andere risicogroep, de 70-minners
met verhoogd risico, in de huidige plannen van de Minister niet geboden. Kan de Minister
het beschreven verschil in uitoefening van het kiesrecht bij verschillende risicogroepen
nader toelichten.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister om expliciet nader in te gaan
op de zorgen die de Kiesraad heeft over de fraudegevoeligheid van de coronamaatregelen
in het stemproces en die o.a. bij monde van het lid van de Kiesraad, Andeweg, op 17 november
via EenVandaag werden geventileerd.
De leden van de SP-fractie benadrukken dat het essentieel is voor het democratisch
proces dat mensen zo makkelijk en veilig mogelijk kunnen stemmen. Ze begrijpen ook
dat de Minister met voorstellen komt gezien de bijzondere omstandigheden waaronder
de aankomende Tweede Kamerverkiezingen plaatsvinden. Zij hebben nog wel enkele zorgen.
Zo lezen de genoemde lezen dat briefstemmen alleen beschikbaar is voor mensen van
70 jaar en ouder. De genoemde leden begrijpen de wens om briefstemmen in te voeren
maar hebben nog wel enkele vragen over de veiligheid en de uitvoering. Genoemde leden
vragen zich met name af waarom briefstemmen alleen wordt ingevoerd voor mensen van
70 jaar en ouder. Er zijn immers ook kwetsbare mensen die misschien niet naar een
stembureau durven te gaan die jonger zijn dan 70. Daarnaast maken de genoemde leden
zich zorgen over dat de regels verwarrend zijn omdat eronder andere in de media gecommuniceerd
wordt dat briefstemmen mogelijk wordt gemaakt. Als er briefstemmen wordt ingevoerd
dan zouden de leden van de fractie van de SP graag zien dat dit voor iedereen gaat
gelden. Uit onderzoek blijkt wel dat mensen briefstemmen het meest onveilig vinden.2 Hoe verhoudt zich de invoering van briefstemmen met de kritiek van onder andere
de OVSE op machtigingen? Bij briefstemmen kan immers ook druk uitgeoefend worden om
een bepaalde keuze te maken. Hoe voorkomt de Minister dat er wantrouwen ontstaat over
de veiligheid van de verkiezingen? Maakt de Minister afspraken met postbezorgers over
dat briefstemmen die op 16 maart voor 17.00 op de brievenbus zijn gedaan per definitie
meegeteld worden? Hoe noodzakelijk is het uitbreiding van het aantal machtigingen
nog als zowel briefstemmen als vervroegd stemmen mogelijk wordt gemaakt? Hoe noodzakelijk
is het om briefstemmen bij een gemeentehuis mogelijk te maken als stembureaus ook
vervroegd open gaan?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de mogelijkheid tot het stemmen per post alleen
opengesteld wordt voor kiezers van 70 jaar of ouder. Er wordt gesteld dat deze mogelijkheid
beperkt moet blijven tot deze risicogroep omdat de controleerbaarheid van het stemmen
per post niet voor alle onderdelen van het proces gewaarborgd kan worden waardoor
de integriteit ook niet volledig verzekerd is. De leden van de PvdA-fractie vragen
of dit gebrek aan controleerbaarheid niet ook geldt ten aanzien van stemmen vanuit
het buitenland. Wat is de ervaring met deze manier van per brief stemmen ten aanzien
van de integriteit van het stemproces? Deelt u de mening dat de controleerbaarheid
van het vanuit het buitenland per post stemmen waarbij buitenlandse postbedrijven
betrokken zijn niet optimaal zal zijn en wellicht zelfs moeilijker controleerbaar
dan in het geval dat de post alleen binnen Nederland wordt verzonden?
Acht u het met het oog op het voorkomen van verspreiding van het coronavirus en het
voorkomen van te veel mensen in een stemlokaal enerzijds en de controleerbaarheid
van het stemmen per post niet toch mogelijk om het stemmen per post ook voor andere
kiezers dan alleen 70-plussers mogelijk te maken? Acht de Minister het mogelijk dat
er bij grotere hoeveelheden poststemmen dan u nu voorziet dat er problemen bij de
postbedrijven ontstaan ten aanzien van de verwerking van de poststemmen? Of ziet u
problemen bij het tellen van de stemmen?
Kunt u nader ingaan op mogelijkheid om het per post stemmen voor grotere groepen kiezers
of wellicht alle kiezers mogelijk te maken?
Acht u het mogelijk en nodig dat kiezers die per brief wensen te stemmen dit van tevoren
kenbaar moeten maken? Zou hierdoor de kans op fraude verkleind kunnen worden?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben begrip voor de wens om kwetsbare groepen
per brief te laten stemmen. Zij hebben vragen bij de keuze om dit echter enkel mogelijk
te maken voor kiezers vanaf 70 jaar. Hoe verhoudt het feit dat een 71-jarige persoon
wél per brief kan stemmen en een 68-jarige níet zich tot art. 4 GW, waarin staat dat
iedereen gelijkelijk recht heeft te kiezen?
De Minister beroept zich hierbij op het RIVM. Uit het advies van het RIVM blijkt echter
ook dat personen onder de 70 jaar met onderliggende ziekten tot de risicogroep behoren.
Waarom kan deze groep niet gebruik maken van het stemmen per post? Wat rechtvaardigt
hier exact het onderscheid tussen mensen met een kwetsbare gezondheid onder de 70
jaar en mensen vanaf 70 jaar? Staat ook dit niet op gespannen voet met art. 4 GW?
Heeft de Minister overwogen om in plaats van een generieke mogelijkheid voor mensen
van 70 jaar en ouder, een mogelijkheid te creëren voor alle kiezers om op aanvraag
een briefstem uit te brengen? Eventueel zou dit kunnen worden beperkt tot alle kiezers
uit risicogroepen. Zou dit niet een doeltreffendere, eerlijkere en veiligere route
zijn? De leden van de ChristenUnie-fractie zien dat dit ook een voorstel is dat de
Kiesraad doet.
Naast vragen over de reikwijdte van het briefstemmen, hebben de leden van de ChristenUnie-fractie
ook een aantal vragen over de precieze werking hiervan. Hoe kan worden voorkomen dat
stembiljetten worden onderschept, zowel voor als na retourzending door de kiezer?
Op welke manier vindt communicatie plaats naar mensen, bijvoorbeeld met een verstandelijke
beperking, voor wie stemmen per post extra complex zal zijn? Is er in iedere gemeente
telefonische hulp beschikbaar bij dit soort vragen? Op welke manier zal de inrichting
van briefstembureaus plaatsvinden? Gebeurt dit op een vast aantal plekken of bestaat
de kans dat hier onevenredige verschillen tussen gemeenten / wijken ontstaan?
Verder vragen de leden van de ChristenUnie-fractie wanneer de kiezers de biljetten
ontvangen, en vanaf wanneer zij deze kunnen opsturen. Is het mogelijk om in het weekend
voorafgaand aan 17 maart, op extra dagen de post op te halen, om zo risico’s zo veel
mogelijk te reduceren? Is het juist dat wanneer kiezers op vrijdag 12 maart constateren
dat zij geen bescheiden hebben ontvangen, zij geen mogelijkheid hebben om nieuwe aan
te vragen? Kan de Minister ook ingaan op het advies van de Kiesraad om de brieven
separaat van elkaar te versturen naar de kiezer, zodat onderscheppen minder snel zal
plaatsvinden?
De leden van de SGP-fractie constateren dat er ook burgers onder de leeftijd van 70
jaar zijn die wegens ernstige gezondheidsproblemen niet uit huis kunnen en die slechts
een beperkt netwerk hebben. Deze leden vragen waarom voor deze groep het briefstemmen
niet onder voorwaarden mogelijk gemaakt wordt, bijvoorbeeld op basis van een indicatie
van een huisarts? Zij vragen een toelichting op de gemaakte keuzes.
De leden van de SGP-fractie vragen voorts welke lessen zijn geleerd uit andere landen
als het gaat om het tellen van de briefstemmen. Deze leden vragen waarom er niet voor
gekozen wordt om ten aanzien van de briefstemmen een eerdere datum te hanteren, mede
in het licht van de voorgestelde mogelijkheid van vervroegd stemmen. Op deze manier
kan de druk op het proces beter worden verdeeld, terwijl burgers er vanwege de mogelijkheid
van vervroegd stemmen mee bekend zijn dat 17 maart niet langer de exclusieve verkiezingsdatum
is.
De leden van de SGP-fractie vragen waarom de Minister ten aanzien van de poststemmen
gekozen heeft voor de datum van binnenkomst, in plaats van de datum van verzending
en in hoeverre in het gekozen model nog een bandbreedte wordt aangehouden om rekening
te hou-den met problemen in de postbezorging? Worden burgers geïnformeerd wanneer
hun brief uiterlijk verzonden moet worden om in beginel tijdig binnen te zijn? Worden
afspraken gemaakt over een voor-rangspositie van verkiezingspost bij de postbezorging?
De leden van de 50PLUS-fractie lezen met instemming dat er een mogelijkheid tot briefstemmen
zal worden gecreëerd voor 70-plussers. Deze mogelijkheid geeft een goede balans tussen
keuzevrijheid en veiligheid. Zij zijn positief over de mogelijkheid tot afgeven van
het stembiljet bij gemeenten. Hoe ziet de Minister dit voor zich? Het gaat hier toch
ook om een groep kiezers die relatief vaak minder mobiel zal zijn. Wordt er ook een
mogelijkheid gecreëerd om de stem te laten ophalen? Op hoeveel plaatsen zal vroegtijdig
inleveren mogelijk zijn? En is het wellicht een idee om ook dat naar grootte van gemeente
in te richten, net als de openstelling van de stemlokalen op maandag en dinsdag? Voorts
stelt de Minister dat met name het transport per post van de briefstem zich buiten
controle van de stemmer en van de overheid afspeelt. Op welk manier zijn de postbedrijven
betrokken bij dit proces? Is met hen afgesproken dat de herkenbare stem-envelop-pen
prioritair worden behandeld, zoals rouwpost?
3. Vervroegd stemmen
De leden van de VVD-fractie steunen het voorstel van de Minister om beperkt vroegtijdig
stemmen mogelijk te maken. Wel vragen zij of het mogelijk is deze optie in een later
stadium nog te beperken dan wel in te trekken, al naar gelang de ontwikkeling van
het coronavirus. Zou de Minister daarnaast uiterlijk één maand voorafgaand aan de
Tweede Kamerverkiezingen een laatste stand van zaken aan de Kamer te doen toekomen,
opdat de Kamer de mogelijkheid wordt geboden om de dan voorgestelde maatregelen in
het licht te bezien van de dan geldende situatie rondom het coronavirus? Gaarne ontvangen
zij hierop een reactie.
De Minister geeft aan in de voorlichting de mogelijkheid van vervroegd stemmen nadrukkelijk
en specifiek te richten op kiezers uit risicogroepen. De leden van de VVD-fractie
zijn benieuwd naar de ideeën van de Minister hieromtrent en vragen naar de wijze waarop
deze boodschap zal worden overgebracht. Daarnaast vragen zij of en op welke manier
er gehandeld zal worden wanneer de toestroom in de vervroegd stemlokalen te groot
blijkt te worden. Worden kiezers dan bijvoorbeeld nog gewezen op andere dagen en mogelijkheden
om hun stem uit te brengen, zo vragen zij de Minister. Ook vragen zij de Minister
welke openingstijden gehanteerd worden op stembureaus waar vervroegd stemmen mogelijk
is. Tot slot vragen zij de Minister wat er gedaan wordt om een lage opkomst te voorkomen,
een probleem dat speelde rond de recent gehouden herindelingsverkiezingen op 18 november
2020.
Ook voor vervroegd uitgebrachte stemmen vragen zij hoe de vervroegd uitgebrachte stemmen
veilig worden bewaard tot het moment van tellen (op de verkiezingsdag na 21.00 uur).
Graag ontvangen zij een reactie van de Minister.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de keuze van de Minister mogelijk te maken
dat kiezers op maandag 15 en dinsdag 16 maart in hun gemeente op een beperkt aantal
locaties hun stem vervroegd kunnen uitbrengen, zodat de drukte in stemlokalen beter
gespreid wordt. Wel vragen deze leden op welke wijze bepaald wordt op welke locaties
de stembureaus vroeger opengaan (bij gemeenten met meer dan één stembureau op maandag
en dinsdag). Onderkent de Minister dat spreiding van stembureaus ook een politieke
keuze kan zijn? In dorpen of wijken kunnen kiezers met een bepaalde voorkeur immers
over- of ondervertegenwoordigd zijn. Zijn er adviezen vertrekt aan gemeenten over
de locatiekeuze?
De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de stemmen worden geteld die op maandag
en dinsdag zijn uitgebracht.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister zich kan voorstellen dat het wellicht
extra druk wordt bij de locaties waar vroegtijdig gestemd kan worden. Deze leden lezen
dat de Minister in de voorlichting van de mogelijkheid van vervroegd stemmen zich
«nadrukkelijk en specifiek» gaat richten op kiezers uit risicogroepen. Wat gaat de
Minister precies «nadrukkelijk en specifiek» communiceren naar de risicogroepen? Wat
is volgens de Minister het beoogd effect hiervan? Het is deze leden niet helemaal
duidelijk hoe de risicogroepen met deze voorlichting nu precies geholpen zijn. Graag
een reactie van de Minister
De leden van de D66-fractie zouden de Minister in verband met het vroegtijdig openen
van enkele locaties voor het vroegstemmen willen vragen in hoeverre zij innovatieve
online oplossingen heeft bekeken om kiezers inzage te verschaffen in de drukte bij
een stemlokaal. Provincies hebben deze zomer druktemonitoren in het leven geroepen
voor toeristische plekken, zodat mensen thuis vooraf een afweging konden maken of
zij risico wilden lopen met een bezoek. Eenzelfde soort druktemonitor zou kunnen helpen
met de spreiding van kiezers over de drie verkiezingsdagen. Graag een reactie van
de Minister.
De leden van de SP-fractie begrijpen de noodzakelijkheid van vervroegd stemmen. Zij
vragen echter of het niet erg onduidelijk is en het extra drukte oplevert als dit
maar voor een aantal stembureaus geldt. Waarom wordt er niet gekozen voor het vervroegd
openstellen van alle stembureaus?
Ten aanzien van het vervroegd stemmen lezen de leden van de PvdA-fractie dat dit mogelijk
wordt op de twee dagen voorafgaand aan de verkiezingsdag. Deze mogelijkheid tot vervroegd
stemmen wordt tot twee dagen beperkt omdat er dat er tijd genoeg moet zijn tussen
de dag van kandidaatstelling en de eerste dag van stemming om alle stembescheiden
te drukken, omdat de stembiljetten op de eerste dag in de stemlokalen aanwezig moeten
zijn. Naar de leden van de PvdA-fractie aannemen, is het stemmen per brief al wel
eerder mogelijk dan twee dagen voor de eigenlijke verkiezingsdatum namelijk vanaf
het moment dat de kiezers het briefstembiljet hebben ontvangen. Zien deze leden dat
goed? Zo ja, waarom kunnen briefstemmen wel eerder dan twee dagen voor de verkiezingsdatum
worden opgestuurd en kan het fysiek stemmen pas twee dagen van tevoren? Geldt voor
brief-stemmen niet dat er tijd genoeg moet zijn tussen de dag van kandidaatstelling
en de eerste dag van stemming? Zo nee, waarom niet?
4. Indiening tweede spoedwetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie hechten eraan dat de evaluatie van de herindelingsverkiezingen,
welke conform de aanvaarde motie van de leden Snoeren en Terpstra (Kamerstuk 35 590, nr. 12) voor het kerstreces naar de Kamer wordt gezonden, betrokken wordt bij het tweede
spoedwets-voorstel. Zij lezen echter dat de Minister ernaar streeft om dit wetsvoorstel
rond dezelfde tijd als de evaluatie aan de Kamer te doen toekomen. Graag horen zij
of en op welke wijze de evaluatie betrokken wordt bij dit wetsvoorstel.
De leden van de VVD-fractie lezen dat briefstemmen van kiezers die vanuit het buitenland
stemmen tot maandag na de stemming om 17.00 uur kunnen worden ontvangen door het briefstembureau
van de gemeente Den Haag. Waarom wordt hier niet voor de verkiezingsdag als uiterste
dag gekozen? Is het door dit voorstel mogelijk dat bijvoorbeeld kiezers per briefstem
vanuit België op de dag na de verkiezingen hun stem uitbrengen, wanneer de voorlopige
uitslag van de verkiezingen reeds bekend is? Zij vragen de Minister hierop in te gaan.
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie dat er voor aanvullende wettelijke maatregelen
geen tijd meer zal zijn na behandeling van dit tweede spoedwetsvoorstel. Graag krijgen
zij uiteen gezet op welke uiterste termijn alle maatregelen wettelijk verankerd dienen
te zijn om de verkiezingen op 17 maart goed uit te kunnen voeren.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of zij het goed begrepen hebben uit de brief
dat de termijn van de huidige Tweede Kamer via de nog in te dienen wet met enkele
dagen wordt verlengd omdat er meer tijd nodig is om stemmen te tellen en om de uitslag
vast te stellen? Zo ja, kan de Minister hiervan dan een tijdpad geven. Op welke dag
worden de uitslagen door de hoofdstembureaus vastgesteld, op welk moment door het
centraal stembureau, op welk moment kan de Kamer in oude samenstelling de geloofsbrieven
goedkeuren en voor het laatst bij elkaar komen en op welke dag wordt de nieuwe Kamer
beëdigd? Graag ontvangen deze leden dit in een schematisch overzicht.
Tot slot zijn de leden van de GroenLinks-fractie benieuwd naar de eerste evaluatie
van de deze week gehouden herindelingsverkiezingen. Kan de Minister aangeven welke,
eventueel aan corona gerelateerde, problemen zich hebben voorgedaan en welke eerste
lessen getrokken kunnen worden?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister in de evaluatie van de herindelingsverkiezingen
nadrukkelijk in te gaan en inzichtelijk te maken hoe artikel 9, tweede lid, van de
Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 is beleefd.
5. Stemlokalen
De leden van de fractie van de SP willen de Minister vragen of zij zich vooral willen
inzetten om het aantal stemlokalen en een goede spreiding ervan te waarborgen. Zij
krijgen signalen dat in een aantal gemeenten dit niet gebeurt. Dat verhoudt zich slecht
met de aangenomen motie-Van Raak dat er niet minder maar meer stembureaus moeten komen.
Wat onderneemt de Minister hierop? Ondersteunt het ministerie gemeenten die het aantal
locaties niet rond kan krijgen? Heeft de Minister gemeenten actief erop gewezen dat
ook stemmen in de buitenlucht, bijvoorbeeld in evenementententen of in drive-through
stemlocaties, mogelijk is? Zo nee, is zij daartoe bereid?
De leden van de fractie van de SP zien in de plannen van de Minister nog steeds geen
oplossing voor mensen die op de verkiezingsdag zelf wakker worden met verkoudheidsklachten
of bijvoorbeeld een kind met koorts hebben. De enige optie is dan een machtigingsstem
wat zowel vereist dat er iemand in de omgeving bereid is (met een eventueel besmettingsrisico)
de machtiging op te halen waarbij de stemmer ook nog eens een kopie van het identiteitsbewijs
moet overhandigen wat bijvoorbeeld niet kan als iemand geen scanner/printer heeft.
Deze hobbels zijn wel erg hoog. De leden van de fractie van de SP vragen dus nogmaals
waarom de Minister niet kiest om op z’n minst 1 coronaproof stemlocatie per gemeente
in te richten waar mensen met coronaklachten kunnen stemmen. Dat kan bijvoorbeeld
in een drive-through stemlocatie. Zo wordt volgens genoemde leden ook voorkomen dat
mensen met lichte klachten toch het risico nemen om naar een regulier stembureau te
gaan. Kan de Minister nogmaals ingaan op waarom zij hiervoor niet kiest?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben eveneens begrip voor de keuze om vroeg
stemmen beperkt mogelijk te maken op 15 en 16 maart. De leden van de ChristenUnie-fractie
vragen een nadere duiding rondom het minimumaantal vervroegd stemlokalen dat gemeenten
zullen inrichten. Waarom kijkt de Minister hier enkel naar het aantal kiesgerechtigden?
Is het niet logisch ook te kijken naar de oppervlakte van een gemeente? Zo moet met
voorliggend voorstel gemeente Súdwest Fryslân tenminste 8 stembureaus plaatsen en
gemeente Leiden tenminste 10. Dit terwijl de eerste gemeente bijna veertig maal groter
is in oppervlakte. Kan de Minister de keuze nader onderbouwen? Indien gemeente om
dit soort redenen extra stembureaus plaatsen, ontvangen zij daar dan ook de middelen
voor?
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat gemeenten druk doende zijn met het werven
van voldoende vrijwilligers. Meer informatie daarover komt later, maar kan de Minister
al een doorkijkje geven van de voortgang?
Wat denkt de Minister van het idee een niet-verplichte coronatest aan te bieden aan
vrijwilligers die de stemlokalen gaan bemensen?
6. Uitvoerbaarheid voor gemeenten
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat gemeenten betrokken worden bij
de aanvullende maatregelen die voor de komende verkiezingen genomen worden. Zij zijn
benieuwd of alle nu aangekondigde maatregelen passen binnen de beschikbare budgetten
van gemeenten en vragen de Minister hierop in te gaan.
Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie zich af wat er wordt gedaan met aanbiedingen
van private instellingen, zoals evenementenlocaties, bioscopen en theaters, om tijdens
de verkiezingen te helpen als stemlokaal of anderszins. Hoe wordt daarmee omgegaan,
zo vragen zij de Minister.
De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is met de praktische uitvoering
van de intensieve communicatiecampagne aan gemeenten en aan kiezers over de maatregelen
en procedures. Houdt men bij de communicatiecampagne rekening met alle relevante doelgroepen,
zoals bijvoorbeeld blinden en slechtzienden, doven en slechthorenden?
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat de Minister gemeenten reële compensatie geeft
voor de gemaakte kosten. Deze leden vragen wat zij daaronder moeten verstaan. Dekt
deze reële compensatie de gemaakte kosten volledig? Zo niet, wie bepaalt wat reëel
is?
7. Overige aandachtspunten
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief d.d. 16 november jl.
van de Minister over maatregelen om desinformatie richting de Tweede Kamerverkiezingen
tegen te gaan. Zij achten het een goede zaak dat er een Nederlandse gedragscode transparantie
politieke advertenties wordt opgesteld. Kan er al iets over de inhoud van die gedragscode
worden gemeld?
De leden van de CDA-fractie begrijpen het zo dat de Minister niet voornemens is nieuwe
regels te introduceren voor het houden van opiniepeilingen en campagneactiviteiten
in de aanloop naar en tijdens de verkiezingen. Wel gaat zij in gesprek met opiniepeilers
en media om te vernemen hoe zij in het licht van vervroegd stemmen aankijken tegen
de in Nederland ontstane gebruiken. De leden van de CDA-fractie vragen wat de inzet
van de Minister in deze gesprekken zal zijn. Neemt zij het op voor een stembusgang
die zo ongestoord mogelijk verloopt?
De leden van de SP-fractie maken zich ook grote zorgen over beïnvloeding van de verkiezingen
terwijl de termijn om te stemmen nog niet voorbij is. Waarom kiest de Minister er
niet voor om bijvoorbeeld peilingen een paar dagen voor de verkiezingen te verbieden?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister aan te geven wat het vervroegd
stemmen, maar ook de mogelijkheid van het stemmen per brief, betekent voor de verkiezingscampagnes.
Expliciet vragen zij dit waar het campagne-activiteiten rondom stembureaus betreft.
Ook vragen zij of er aanvullende regels kunnen gelden voor exit-polls op deze dagen.
Met de Kiesraad achten genoemde leden het onwenselijk wanneer uitslagen van exit-polls
naar buiten komen, voor sluiting van alle stembussen.
Een zorg van de leden van de ChristenUnie-fractie is de omgang met kiezers die bijstand
verlangen. Bij amendement-Van der Graaf/Bruins (Kamerstuk 35 590, nr. 20) is vastgesteld dat niet bij kiezers in het stembureau zelf de gezondheidscheck moet
worden afgenomen. Er is enkel een kanbepaling voor het stembureaulid om een vooraf
ingevulde gezondheidscheck te overleggen. Ook is de bepaling uit de wet gehaald dat
wanneer de kiezer niet aan de gezondheidscheck voldoet, deze zijn stembescheiden terugkrijgt
en het stemlokaal dient te verlaten. Deze leden vragen zich af waarom in de instructie
aan de leden van het stembureau is opgenomen dat de gezondheidscheck wel een verplichting
is en dat het wegsturen uit het stemlokaal als consequentie nog wel is opgenomen?
3 Zij vragen hoe dit zich verhoudt naar de letter en geest van de geamendeerd aangenomen
wet. Is de Minister het met de leden van de ChristenUnie-fractie eens dat er aanpassing
nodig is op dit punt?
De leden van de ChristenUnie-fractie zien in de voorlopige uitslagen van de herindelingsverkiezingen
dat er een zeer lage opkomst was bij de meeste mobiele stembureaus in verpleeghuizen.
Welke oorzaken liggen hieraan ten grondslag? Hoe is het verschil te verklaren met
verpleeghuizen waar de opkomst wel rond of zelfs boven het gemiddelde lag? De leden
van de ChristenUnie-fractie vragen ook wat de gevolgen zijn voor het stemgeheim wanneer
slechts acht of negen stemmen zijn uitgebracht in een stembureau.
II Reactie van de bewindspersoon
1. Inleiding
Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen en de opmerkingen van de
leden van verschillende fracties in het verslag van het schriftelijk overleg over
mijn Kamerbrief van 30 oktober 20204 over aanvullende maatregelen voor de komende Tweede Kamerverkiezing in verband met
covid-19. Hierbij reageer ik op de gestelde vragen en de geplaatste opmerkingen. Ik
doe dat waar mogelijk per onderwerp, en heb voor het overige zo veel mogelijk de indeling
en volgorde van het verslag aangehouden.
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of er een afschalingsmodel is van de maatregelen
die getroffen worden voor de komende verkiezingen. Voorgestelde maatregelen gaan immers
uit van de huidige situatie met covid-19. Kunnen (bepaalde) maatregelen op een later
moment nog worden afgeschaald, bijvoorbeeld door het aantal volmachten terug te brengen
naar twee per kiezer, dan wel de mogelijkheid tot briefstemmen te beperken of in te
trekken? De leden van de VVD-fractie hebben begrip voor de voorgestelde noodmaatregelen,
maar zijn van mening dat deze ook louter in nood gebruikt moeten worden.
De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (verder: Tijdelijke wet) voorziet niet in de mogelijkheid dat de maatregelen voor
de komende verkiezingen na inwerkingtreding van de wet kunnen worden afgeschaald.
Bedacht moet worden dat de voorbereiding en de organisatie van Tweede Kamerverkiezingen
al maanden voor de dag van stemming moet starten. Gemeenten de verkiezingen laten
organiseren waarbij rekening moet worden gehouden met uiteenlopende scenario’s is
niet uitvoerbaar. Gemeenten hebben daar ook uitdrukkelijk op gewezen. Daarenboven
moet rekening worden gehouden met de termijnen en deadlines die voortvloeien uit de
Kieswet. Zo moeten kiezers uiterlijk twee weken voor de dag van stemming de stempas
ontvangen. Om dat te kunnen realiseren begint al begin februari het personaliseren
van de stempassen. Dat betekent dat dan ook de selectie zal moeten worden gemaakt
tussen de kiezers die per brief mogen stemmen en de kiezers die dat niet kunnen. De
kiezers die per brief mogen stemmen krijgen namelijk een andere stempas dan de andere
kiezers. Ook de voorlichtingscampagne begint onder normale omstandigheden zes weken
voor de dag van stemming, dus rond 1 februari. Later met de voorlichting beginnen
is, zeker onder de huidige omstandigheden, niet wenselijk. Kiezers moeten immers goed
worden voorgelicht over de wijze waarop zij kunnen stemmen.
Het is wel mogelijk om de hygiënevoorschriften en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
in verband met de bestrijding van het coronavirus die in de ministeriele regeling
onder de Tijdelijke wet zijn opgenomen, nog op een later moment dan 1 februari aan
te passen. Ook hiervoor geldt echter dat verwacht mag worden dat tijdige en eenduidige
communicatie over de regels in het stemlokaal aan kiezers bijdraagt aan een goed verloop
van de verkiezing, dus dat veranderingen kort voor de dag van de stemming onwenselijk
zijn.
2. Briefstemmen
De leden van de VVD-fractie steunen de mogelijkheid om kwetsbare kiezers per post
hun stem te laten uitbrengen. Zij lezen dat kiezers van 70 jaar en ouder volgens het
RIVM generiek kwetsbaar zijn voor het coronavirus. Tegelijkertijd geldt dit thans
ook voor volwassenen boven de 18 jaar met onderliggende ziekten. Genoemde leden zijn
van mening dat de groep kiezers die per post kan stemmen niet te groot moet zijn,
maar vragen zich wel af waarom ervoor gekozen is om de ene groep wel en de andere
niet de mogelijkheid te geven tot briefstemmen. Ook de leden van de CDA-fractie en
de D66-fractie vragen of ik mogelijkheden zie om andere groepen die tot een herkenbare
risicogroep behoren, per brief te kunnen laten stemmen. De leden van de D66-fractie
wijzen erop dat het ook voor kwetsbare groepen onder de 70 geen vanzelfsprekendheid
is dat zij kunnen terugvallen op familie en vrienden om bij volmacht te stemmen. Zij
lezen in mijn brief dat kiezers van 70 jaar en ouder niet verplicht zijn om te briefstemmen,
maar zelf kunnen beslissen of zij per brief stemmen of in persoon gaan stemmen, en
vragen waarom eenzelfde afweging niet wordt geboden voor 70-minners. De leden van
de SP-fractie wijzen op mogelijke verwarring als in de media gecommuniceerd wordt
dat briefstemmen mogelijk wordt gemaakt. Zij zouden graag zien dat briefstemmen voor
iedereen gaat gelden. Ook de leden van de PvdA-fractie vragen of het mogelijk is om
het stemmen per post ook voor andere kiezers dan alleen 70-plussers mogelijk te maken.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe het feit dat een 71-jarige wél en
een 68-jarige niet per brief kan stemmen, zich verhoudt tot artikel 4 van de Grondwet,
waarin staat dat iedereen gelijkelijk het recht heeft te kiezen. Ook de leden van
de SGP-fractie vragen waarom voor burgers onder de 70 niet briefstemmen onder bepaalde
voorwaarden mogelijk wordt gemaakt, bijvoorbeeld op basis van een indicatie van een
huisarts.
Gemeenten houden geen registratie bij van personen met een kwetsbare gezondheid. Het
is daardoor voor gemeenten niet vast te stellen of een kiezer extra kwetsbaar is voor
het coronavirus. De kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder zijn als enige af te bakenen
groep generiek kwetsbaar voor het coronavirus. Daarom heeft het kabinet de keuze gemaakt
om die kiezers de mogelijkheid te geven om per brief te stemmen. Anders zou de facto
aan alle kiezers de mogelijkheid moeten worden geboden om per brief te stemmen. Dat
is een stap die het kabinet niet wil nemen, omdat briefstemmen nieuwe risico’s introduceert
en de dringende noodzaak ontbreekt om briefstemmen voor alle kiezers mogelijk te maken.
Daarbij wordt aangetekend dat binnen de wettelijke termijnen (in casu de tijd tussen
de dag van kandidaatstelling en de dag van stemming) het niet mogelijk is om alle
kiesgerechtigden de stembescheiden te kunnen toesturen, zodat de kiezer de briefstembescheiden
nog op tijd heeft om de briefstem uit te brengen. Er zijn bovendien voor alle kiezers
alternatieve manieren om hun stem uit te brengen, te weten in persoon in het stemlokaal,
of door middel van een volmacht. Kiezers, met name ook zij die een hoog gezondheidsrisico
hebben, krijgen daarnaast de extra mogelijkheid om hun stem vervroegd uit te brengen
in een stemlokaal op maandag of dinsdag. Het uitoefenen van het kiesrecht in de zin
van artikel 4 van de Grondwet is daarmee voor alle kiesgerechtigden gewaarborgd. Bij
de wet kunnen beperkingen en uitzonderingen worden gesteld aan het kiesrecht, maar
daarvan is hier geen sprake. Ik merk daarbij op dat de aangekondigde tijdelijke wettelijke
maatregel om briefstemmen voor kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder mogelijk te maken
geen beperking van hun kiesrecht inhoudt, maar hen een extra manier geeft om hun kiesrecht
uit te oefenen. Die maatregel is ook niet in strijd met artikel 4 van de Grondwet,
dat het kiesrecht «gelijkelijk» toekent aan iedere Nederlander. Uit de grondwetsgeschiedenis
van 1983 blijkt dat hiermee uitdrukking wordt gegeven aan het beginsel van «one man
one vote».5 Dat betekent dat de stem van elke kiezer evenveel gewicht moet hebben en het niet
mogelijk is om aan bepaalde personen een zwaarder wegende stem of meer stemmen toe
te kennen dan aan andere.6 Van dat laatste is hier geen sprake.
De leden van de VVD-fractie vragen waarom het stemmen per post, een voor Nederland
nieuw middel, in één keer mogelijk gemaakt wordt voor een grote groep kiezers, te
weten 2,4 miljoen kiesgerechtigden, ofschoon de maatregelen in stemlokalen voldoende
geacht moeten worden om zonder risico een stem uit te kunnen brengen. Bovendien delen
zij de door mij benoemde minpunten van het briefstemmen. Zij merken op zeer te hechten
aan het stemgeheim en de mogelijkheid voor eenieder om in volledige vrijheid zijn
of haar stem uit te brengen. Is het mogelijk om louter op aanvraag van de kiezer boven
de 70 jaar, in plaats van allen behorende tot deze groep, de mogelijkheid te bieden
tot briefstemmen? Deze leden vragen mij om bij het antwoord de kritiek van de Kiesraad
op briefstemmen te betrekken. Ook de leden van de GroenLinks-fractie vragen om expliciet
nader in te gaan op de zorgen die de Kiesraad heeft over de fraudegevoeligheid van
de coronamaatregelen in het stemproces en die o.a. bij monde van het lid Andeweg op
17 november via EenVandaag werden geventileerd. De leden van de SP-fractie wijzen
erop dat uit onderzoek blijkt dat mensen briefstemmen het meest onveilig vinden.7 Zij vragen hoe de invoering van briefstemmen zich verhoudt met de kritiek van onder
andere de OVSE op machtigingen. Bij briefstemmen kan immers ook druk uitgeoefend worden
om een bepaalde keuze te maken. Deze leden vragen hoe ik voorkom dat er wantrouwen
ontstaat over de veiligheid van de verkiezingen. De leden van de PvdA-fractie vragen
om nader in te gaan op de mogelijkheid om het per post stemmen voor grotere groepen
kiezers of wellicht alle kiezers mogelijk te maken? Ook vragen zij of het mogelijk
en nodig is om te regelen dat kiezers die per brief willen stemmen, dit van tevoren
kenbaar moeten maken. Zou hierdoor de kans op fraude verkleind kunnen worden? Ook
de leden van de ChristenUnie-fractie vragen of ik heb overwogen om een mogelijkheid
te creëren voor alle kiezers om op aanvraag een briefstem uit te brengen. Ook vragen
deze leden hoe kan worden voorkomen dat stembiljetten worden onderschept, zowel voor
als na retourzending door de kiezer.
Verder vragen de leden van de ChristenUnie-fractie wanneer de kiezers de biljetten
ontvangen, en vanaf wanneer zij deze kunnen opsturen. Is het mogelijk om in het weekend
voorafgaand aan 17 maart, op extra dagen de post op te halen, om zo risico’s zo veel
mogelijk te reduceren? Is het juist dat wanneer kiezers op vrijdag 12 maart constateren
dat zij geen bescheiden hebben ontvangen, zij geen mogelijkheid hebben om nieuwe aan
te vragen? Deze leden vragen om ook in te gaan op het advies van de Kiesraad om de
brieven separaat van elkaar te versturen naar de kiezer, zodat onderscheppen minder
snel zal plaatsvinden.
Bij alle vormen van stemmen waarbij de kiezer zijn stem niet in het stemlokaal uitbrengt,
kunnen het stemgeheim en de stemvrijheid niet in dezelfde mate worden gewaarborgd
als in het stemlokaal. Alleen in het stemlokaal kan het stembureau er immers op toezien
dat de kiezer alleen in het stemhokje zijn stem uitbrengt.
Regelen dat briefstemmen alleen op aanvraag mogelijk is, garandeert niet dat de stemvrijheid
en het stemgeheim zijn gewaarborgd zoals dat het geval is in het stemlokaal. De kiezer
kan immers onder druk worden gezet om de aanvraag te doen om per brief te kunnen stemmen
en het is niet uit te sluiten dat de kiezer niet in alle vrijheid zijn stem op het
stembiljet maakt. In wezen is dit niet anders dan de situatie bij het geven van een
volmacht. Ook daarbij is niet uit te sluiten dat de kiezer onder druk wordt gezet
om iemand anders te machtigen en dat degene die de volmacht krijgt zelf, en dus niet
de kiezer, bepaalt wat er gestemd wordt. Tot slot zou een aanvraagprocedure voor de
doelgroep een extra belasting en drempel betekenen. Er is een risico dat door deze
drempel een deel van de kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder eerder zullen beslissen
om niet aan de stemming deel te nemen. Ook voor gemeenten zou een aanvraagprocedure
een forse verzwaring van de uitvoeringslast inhouden.
In het komende voorstel tot wijziging van de Tijdelijke wet wordt geregeld dat de
kiezers van 70 jaar en ouder de briefstembescheiden in twee zendingen ontvangen. In
de eerste zending, die uiterlijk twee weken voor de dag van stemming (dat is 3 maart
2021) bij de kiezer moet arriveren, krijgen deze kiezers de stempluspas8. Ook de kiezers die niet per brief stemmen, krijgen uiterlijk dan hun stempas.
In de tweede zending krijgt de kiezer de overige stembescheiden, zijnde:
• het briefstembiljet;
• twee enveloppen (de retourenveloppe en de enveloppe voor het stembiljet;
• uitleg over het briefstemmen.
De definitieve productie van het stembiljet is pas mogelijk als de kandidatenlijsten
onherroepelijk vaststaan (dat is voor de Tweede Kamerverkiezing uiterlijk 15 februari
20219). Er is hiervoor met leveranciers van de gemeenten nagegaan wat haalbaar zou kunnen
zijn ten aanzien van de productie van de stembescheiden en de verzending daarvan in
combinatie met het voorschrift dat de gemeenten daags na de dag van kandidaatstelling
de gegevens beschikbaar stellen voor het kunnen personaliseren van de stempassen.
Dat wijst uit dat naar alle waarschijnlijkheid met de tweede zending met stembescheiden
op 22/23 februari kan beginnen. In die planning zullen de allerlaatste briefstembescheiden
op 11 maart bij de kiezers worden bezorgd.
Een gescheiden verzending, zoals eerder was geadviseerd door de Kiesraad, is in combinatie
met het voorschrift dat daags na de dag van de kandidaatstelling de gegevens beschikbaar
worden gesteld voor het personaliseren van de stempassen dus mogelijk. Het gescheiden
versturen van de stempluspas en de overige briefstembescheiden heeft het bijkomende
voordeel dat het niet mogelijk is om door een zending te onderscheppen in bezit te
komen van alle stembescheiden om te kunnen stemmen. De Kiesraad heeft in zijn advies
op dit risico gewezen.
De leden van de CDA-fractie onderkennen dat briefstemmen ten opzichte van het stemmen
in het stemlokaal belangrijke minpunten heeft. Zij onderschrijven dat er bij deze
verkiezingen sprake is van dringende noodzaak, vanwege de risico’s die het coronavirus
generiek heeft voor de kiezers die 70 jaar en ouder zijn. De leden van de D66-fractie
lezen dat ik «de integriteit [bij briefstemmen] niet volledig verzekerd» acht. Daarnaast
lezen deze leden dat briefstemmen «belangrijke minpunten» heeft. Zij vinden dat ik
mij in mijn brief zeer negatief uitdruk over briefstemmen. Dat is bijzonder, want
veel risicogroepen, waaronder de 70-plussers, kunnen erg gebaat zijn in de uitoefening
van hun kiesrecht met briefstemmen. Zij vragen of ik het met hen eens ben dat briefstemmen
ook juist positieve gevolgen heeft voor de uitoefening van het stemrecht.
Het mogelijk maken dat (een deel van de kiezers) per brief kan stemmen moet, gelet
op de risico’s voor het stemgeheim en de stemvrijheid, een dringende noodzaak hebben.
Dat is voor de komende Tweede Kamerverkiezing het geval vanwege de gevolgen die het
coronavirus generiek kan hebben voor de kiezers die 70 jaar en ouder zijn. Ik heb
gelet op die noodzaak een afweging gemaakt tussen de risico’s die stemmen per met
zich mee kan brengen en de voordelen die deze extra mogelijkheid biedt voor de toegankelijkheid
van de verkiezing voor kiezers die in generieke zin kwetsbaar zijn voor het coronavirus.
De leden van de VVD-fractie lezen dat briefstemmen op bepaalde locaties kunnen worden
afgegeven. Zij vragen wat dit voor locaties zijn, en hoe veel van dit soort locaties
er per gemeente komen.
Het is aan de gemeenten om locaties aan te wijzen waar kiezers kun briefstem kunnen
afgeven. Van belang is dat deze locaties fysiek goed toegankelijk zijn. Aangenomen
mag worden dat er afgiftepunten zullen komen op bijvoorbeeld het gemeentehuis.
Ook vragen de leden van de VVD-fractie of het afgeven van briefstemmen beperkt blijft
tot de verkiezingsdag, al dan niet inclusief de twee extra verkiezingsdagen op maandag
15 en dinsdag 16 maart 2021. Waar worden deze afgegeven briefstemmen vervolgens bewaard?
Verder ragen zij of gemeenten een richtsnoer wordt geboden om de uitgebrachte stemmen
per brief veilig te bewaren tot het moment van tellen (op de verkiezingsdag na 21.00
uur). Gaan deze briefstemmen bijvoorbeeld naar één centrale locatie?
Het is mijn voornemen om het mogelijk te maken dat vanaf 10 maart 2021 de briefstemmen
op afgiftepunten kunnen worden afgegeven. De briefstemmen die de gemeente voor de
verkiezingsdag ontvangt, op de afgiftepunten of via de post, zal de gemeente beveiligd
moeten bewaren op een bewaakte locatie tot het moment dat het briefstembureau begint
met de stemopneming voor deze stemmen. In het voorstel tot wijziging van de Tijdelijke
wet wordt een grondslag opgenomen om bij ministeriële regeling nadere regels te kunnen
stellen over de ontvangst, het transport en de opslag van de retourenveloppen.
De leden van de CDA-fractie vragen welke voorzorgsmaatregelen worden getroffen om
het stemmen per brief veilig en vertrouwelijk te laten verlopen. Zij vragen of het
proces van briefstemmen centraal wordt geregeld, of dat ik deze taak overlaat aan
individuele gemeenten die hun inwoners van 70 jaar en ouder dienen te benaderen.
Het is de bedoeling dat het proces voor het stemmen per brief een uniform proces wordt.
Dat zal zo ook worden geregeld in het wetsvoorstel tot wijziging van de Tijdelijke
wet, naar het voorbeeld van hoe dit nu in de Kieswet is geregeld voor kiezers buiten
Nederland, zij het dat de procedure wordt toegespitst op de binnenlandse situatie.
De verzending van de stembescheiden aan kiesgerechtigden geschiedt, net als dat nu
het geval is bij de verzending van de stempas en van het overzicht van kandidaten,
in opdracht van de gemeenten.
De voorlichting voor kiezers die per brief mogen stemmen zal landelijk worden opgezet
waarbij de gemeenten uiteraard de beschikking krijgen over het voorlichtingsmateriaal.
De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de briefstemmen worden geteld. Vindt de
telling direct plaats als de briefstemmen binnenkomen of worden de briefstemmen net
als de in een stemlokaal uitgebrachte stemmen geteld op woensdag 17 maart?
De stemopneming bij briefstemmen bestaat uit twee fasen. In de eerste fase, de zogenoemde
vooropening, controleert het briefstembureau de echtheid van de stempas en gaat het
na of het nummer van de pas voorkomt in het register van ongeldige stempassen. Blijkt
alles in orde, dan doet het briefstemstembureau de gesloten enveloppe met het stembiljet
in een stembus. Met de vooropening kunnen de briefstembureaus beginnen zodra de gemeente
het register van ongeldige stempassen heeft opgemaakt, na vrijdag 12 maart 2021. Het
is dus mogelijk dat in een aantal gemeenten al op zaterdag 13 maart 2021 met de vooropening
wordt begonnen.
De tweede fase van de stemopneming, zijnde het tellen van de briefstemmen, zal op
grond van het wetsvoorstel tot wijziging van de Tijdelijke wet op woensdag 17 maart
vanaf 7.30 uur kunnen starten. Dat geldt ook voor het tellen van de stemmen die op
maandag 15 en dinsdag 16 maart zijn uitgebracht bij de stembureaus voor vervroegd
stemmen. De uitslag van de telling zal in alle gevallen pas na 21.00 uur openbaar
worden gemaakt, dus nadat het stemmen op de verkiezingsdag is geëindigd.
In elke gemeente wordt een briefstembureau ingesteld. De leden van de CDA-fractie
vragen hoe wordt gezorgd voor een gestandaardiseerde stemwijze. Zij vragen ook naar
de stand van zaken van de experimenten met nieuwe stembiljetten en centraal tellen,
en of het mogelijk is een experiment te laten plaats vinden met het elektronisch tellen
van de bestaande stembiljetten.
In de wijziging van de Tijdelijke wet wordt op uniforme wijze het stemmen per brief
geregeld. Voor de briefstembescheiden zullen modellen worden vastgelegd zodat standaardisatie
gewaarborgd is. Dat geldt ook voor de uitleg die de kiezer krijgt over het stemmen
per brief. Voor de briefstembureaus zal ik een separate instructie laten opstellen
zodat de leden van deze stembureaus weten hoe de stemopneming van de briefstemmen
dient plaats te vinden. Er zijn voor de komende Tweede Kamerverkiezing geen experimenten
voorzien met nieuwe stembiljetten (een wetsvoorstel dat deze experimenten mogelijk
maakt is thans in behandeling bij uw Kamer10, maar dat wetsvoorstel zal nog niet in werking treden voor de komende verkiezing),
of met het elektronisch tellen van de stembiljetten. Experimenten met het centraal
tellen van de stembiljetten zijn wel mogelijk op basis van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming.
De leden van de SP-fractie willen weten of ik afspraken maak met postbezorgers over
dat briefstemmen die op 16 maart voor 17.00 op de brievenbus zijn gedaan per definitie
meegeteld worden. Deze leden vragen verder hoe de postbedrijven betrokken zijn bij
dit proces? Is met hen afgesproken dat de herkenbare stemenveloppen prioritair worden
behandeld, zoals rouwpost?
De leden van de PvdA-fractie vragen of ik het mogelijk acht dat er bij grotere hoeveelheden
poststemmen dan nu problemen bij de postbedrijven kunnen ontstaan ten aanzien van
de verwerking van de poststemmen, of bij het tellen van de stemmen.
Bij het toetsen van de haalbaarheid van de mogelijkheid dat kiezers van 70 jaar en
ouder per brief kunnen stemmen, wordt naar alle onderdelen van de keten gekeken, dus
ook naar de doorlooptijd voor de productie van de stembescheiden en naar de bezorging
daarvan. Uit deze toets is gebleken dat kiezers die op vrijdag 12 maart hun briefstem
op de bus doen er zeker op kunnen rekenen dat de briefstem op tijd wordt bezorgd11. Kiezers die tot (kort voor) de verkiezingsdag willen wachten met het uitbrengen
van de briefstem hebben tot en met 17 maart, 21.00 uur de mogelijkheid om de briefstem
af te geven bij afgiftepunten van de gemeenten.
Ik voorzie geen problemen bij het tellen van de stemmen. Er worden aparte briefstembureaus
ingesteld om die stemmen te tellen. Het totaalaantal uitgebrachte stemmen dat moet
worden geteld voor het vaststellen van de verkiezingsuitslag wordt bovendien niet
anders door de manier waarop kiezers kun stem uitbrengen, in het stemlokaal of per
brief. Alle stemmen worden handmatig geteld. Briefstemmen kunnen, zoals eerder aangegeven,
op woensdag vanaf 7.30 uur al geteld worden.
De leden van de SGP-fractie vragen welke lessen zijn geleerd uit andere landen als
het gaat om het tellen van de briefstemmen. Zij vragen waarom er niet voor gekozen
wordt om ten aanzien van de briefstemmen een eerdere datum te hanteren, mede in het
licht van de voorgestelde mogelijkheid van vervroegd stemmen. Op deze manier kan de
druk op het proces beter worden verdeeld, terwijl burgers er vanwege de mogelijkheid
van vervroegd stemmen mee bekend zijn dat 17 maart niet langer de exclusieve verkiezingsdatum
is.
Kiezers in Nederland die hun stem per brief willen uitbrengen, kunnen dat doen vanaf
het moment dat zij de briefstembescheiden hebben ontvangen tot en met 17 maart om
21.00 uur. Op de dag van de stemming kunnen briefstemmen nog worden afgegeven bij
afgiftepunten. Voorgesteld zal worden dat deze afgiftepunten open zijn vanaf 10 maart.
Wat betreft het tellen van de briefstemmen verwijs ik naar het hiervóór gegeven antwoord
op de vragen hierover van de leden van de PvdA. Ik voorzie hier geen problemen mee.
De leden van de SP-fractie vragen hoe noodzakelijk de uitbreiding van het aantal machtigingen
nog is als zowel briefstemmen als vervroegd stemmen mogelijk wordt gemaakt.
Ik vind het van groot belang dat eenieder gebruik kan maken van zijn stemrecht. Daarom
wil ik bij de Tweede Kamerverkiezing kiezers zo veel als mogelijk faciliteren om hun
stem uit te brengen. Voor kiezers die in quarantaine zitten, die klachten hebben of
voor kiezers die zelf de gang naar het stemlokaal niet kunnen maken, kan het geven
van een volmacht een uitkomst zijn. Gelet daarop vind ik het gegeven de bijzondere
coronaomstandigheden acceptabel om het maximumaantal uit te brengen volmachten te
verhogen naar drie.
De leden van de SP-fractie vragen hoe noodzakelijk het is het om briefstemmen bij
een gemeentehuis mogelijk te maken als er ook stembureaus voor vervroegd opengaan.
De afgiftepunten zijn enerzijds bedoeld voor kiezers die tot (kort voor) de verkiezingsdag
willen wachten met het uitbrengen van de briefstem en anderzijds voor kiezers die
eraan hechten om zelf hun briefstem af te geven bij de gemeente en op die manier zelf
kunnen vaststellen dat de briefstem in ontvangst is genomen. Een dergelijke faciliteit
is gangbaar in landen waar briefstemmen mogelijk is. Ook voor Nederlanders die vanuit
het buitenland stemmen bestaat de mogelijkheid om de briefstem in persoon af te geven
bij Nederlandse ambassades en bij de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao
en Sint Maarten. Verder bieden de afgiftepunten de briefstemmers de mogelijkheid om
hun briefstem zelfs op de verkiezingsdag zelf uit te brengen.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de mogelijkheid tot het stemmen per post alleen
opengesteld wordt voor kiezers van 70 jaar of ouder. Er wordt gesteld dat deze mogelijkheid
beperkt moet blijven tot deze risicogroep omdat de controleerbaarheid van het stemmen
per post niet voor alle onderdelen van het proces gewaarborgd kan worden waardoor
de integriteit ook niet volledig verzekerd is. Deze leden vragen of dit gebrek aan
controleerbaarheid niet ook geldt ten aanzien van stemmen vanuit het buitenland. Wat
is de ervaring met deze manier van per brief stemmen ten aanzien van de integriteit
van het stemproces? Zij vragen of ik hun mening deel dat de controleerbaarheid van
het vanuit het buitenland per post stemmen, waarbij buitenlandse postbedrijven betrokken
zijn, niet optimaal zal zijn en wellicht zelfs moeilijker is dan in het geval dat
de post alleen binnen Nederland wordt verzonden. De leden van de 50Plus-fractie lezen
dat met name het transport per post van de briefstem zich buiten controle van de stemmer
en van de overheid afspeelt.
Een kiezer die in het stemlokaal stemt, kan zelf zijn stem in de stembus doen en desgewenst
in dat stemlokaal blijven om het vervolg van de stemming waar te nemen. De kiezer
kan op die manier zelf vaststellen dat de stembus ongeopend blijft tot 21.00 uur en
dat daarna de stemmen in de stembus worden geteld. Bij andere vormen van stemmen is
deze mate van controleerbaarheid voor de kiezers niet mogelijk.
De leden van de fractie van de CU vragen op welke manier communicatie plaatsvindt
naar mensen, bijvoorbeeld met een verstandelijke beperking, voor wie stemmen per post
extra complex zal zijn. Is er in iedere gemeente telefonische hulp beschikbaar bij
dit soort vragen?
Over het stemmen per brief zal uitleg worden gegeven die begrijpelijk dient te zijn
is voor zoveel mogelijk kiezers. In het kader van de voorlichting wordt bezien of
het geven van telefonische informatie mogelijk is.
De leden van de fractie van de CU vragen hoe de inrichting van briefstembureaus zal
plaatsvinden. Gebeurt dit op een vast aantal plekken of bestaat de kans dat hier onevenredige
verschillen tussen gemeenten / wijken ontstaan?
De briefstembureaus verrichten alleen de stemopneming voor de briefstemmen. Kiezers
komen dus, anders dan om de stemopneming te kunnen waarnemen, niet bij de briefstembureaus.
Naar verwachting zullen de gemeenten de stemopneming door de briefstembureaus op een
centrale locatie laten verrichten.
De leden van de SGP-fractie vragen waarom ik ten aanzien van de poststemmen gekozen
heb voor de datum van binnenkomst, in plaats van de datum van verzending, en in hoeverre
in het gekozen model nog een bandbreedte wordt aangehouden om rekening te houden met
problemen in de postbezorging. Worden burgers geïnformeerd wanneer hun brief uiterlijk
verzonden moet worden om in beginsel tijdig binnen te zijn? Worden afspraken gemaakt
over een voorrangspositie van verkiezingspost bij de postbezorging?
Gekozen is voor de datum van binnenkomst vanwege de eenduidigheid. Uitgaan van de
datum van verzending vergt dat op alle retourenveloppen de verzenddatum staat en de
briefstembureaus die verzenddatum kunnen lezen. In de wijziging van de Tijdelijke
wet wordt het mogelijk gemaakt om de briefstem af te geven bij gemeentelijke afgiftepunten.
Dit biedt de kiezer de mogelijkheid om zijn briefstem zelf af te geven of door iemand
anders af te laten geven. Uiteraard zal in de voorlichting aan briefstemmers worden
uitgelegd tot wanneer de briefstem op de post kan worden gedaan en tot wanneer de
briefstem bij de gemeentelijke afgiftepunten kan worden afgegeven.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen met instemming dat er een mogelijkheid tot briefstemmen
zal worden gecreëerd voor 70-plussers. Zij zijn positief over de mogelijkheid tot
afgeven van het stembiljet bij gemeenten. Zij merken op dat het hier gaat om een groep
kiezers die relatief vaak minder mobiel zal zijn. Wordt er ook een mogelijkheid gecreëerd
om de stem te laten ophalen? Op hoeveel plaatsen zal vroegtijdig inleveren mogelijk
zijn? En is het wellicht een idee om ook dat naar grootte van gemeente in te richten,
net als de openstelling van de stemlokalen op maandag en dinsdag?
In de komende wijziging van de Tijdelijke wet zal worden geregeld dat elke gemeente
minimaal één afgiftepunt moet inrichten. Ik ga ervan uit dat in grotere gemeenten
er meerdere afgiftepunten zullen zijn op voor deze kiezers toegankelijke locaties.
Voorgesteld wordt dat de afgiftepunten vanaf woensdag 10 maart 2021 open zijn.
3. Vervroegd stemmen
De leden van de VVD-fractie steunen het voorstel om beperkt vroegtijdig stemmen mogelijk
te maken. Wel vragen zij of het mogelijk is deze optie in een later stadium nog te
beperken dan wel in te trekken, al naar gelang de ontwikkeling van het coronavirus.
Ook vragen zij om uiterlijk één maand voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezing een
laatste stand van zaken aan de Kamer te doen toekomen, opdat de Kamer de mogelijkheid
wordt geboden om de dan voorgestelde maatregelen in het licht te bezien van de dan
geldende situatie rondom het coronavirus.
Ik ben gaarne bereid om medio februari 2021 de Tweede Kamer te informeren over de
stand van zaken op dat moment. Wat betreft de mogelijkheid om de voorgestelde maatregelen
afhankelijk van de ontwikkeling van het coronavirus in een later stadium nog te beperken
dan wel in te trekken, verwijs ik naar het antwoord op de eerste vraag van deze leden
(paragraaf 1).
De leden van de VVD-fractie lezen dat ik in de voorlichting de mogelijkheid van vervroegd
stemmen nadrukkelijk en specifiek richt op kiezers uit risicogroepen. Zij vragen hoe
deze boodschap zal worden overgebracht. Ook vragen zij hoe er gehandeld zal worden
wanneer de toestroom in de stemlokalen voor vervroegd stemmen te groot blijkt te worden.
Worden kiezers dan bijvoorbeeld nog gewezen op andere dagen en mogelijkheden om hun
stem uit te brengen? Ook vragen zij naar de openingstijden van stembureaus waar vervroegd
stemmen mogelijk is. De leden van de D66-fractie vragen wat ik precies in de voorlichting
aan risicogroepen «nadrukkelijk en specifiek» ga communiceren. Wat is het beoogd effect
hiervan?
Het voornemen is om in de voorlichting, algemeen en specifiek, te benadrukken dat
de mogelijkheid om op maandag en dinsdag te stemmen met name is bedoeld voor de kiezers
in de risicogroepen. Zou het druk zijn bij de stemlokalen voor vervroegd stemmen,
dan zal daar zeker tegen de kiezers worden gezegd op welke dagen er nog gestemd kan
worden. Ik zal dat toevoegen aan de posters die in de stemlokalen hangen met de regels
die gelden in de stemlokalen. In het wetvoorstel wordt geregeld dat de stemlokalen
op de dagen waarop vervroegd kan worden gestemd open zullen zijn van 7.30 uur tot
21.00 uur.
De leden van de VVD-fractie vragen wat er gedaan wordt om een lage opkomst te voorkomen,
een probleem dat speelde rond de herindelingsverkiezingen op 18 november 2020.
De opkomst bij de herindelingsverkiezingen van 18 november jl. was ondanks de coronasituatie
niet veel anders dan bij herindelingsverkiezingen in voorafgaande jaren. Kiezers zijn
dus bereid om ook in de huidige omstandigheden te gaan stemmen en vertrouwen op de
maatregelen die zijn getroffen om het stemmen veilig te laten verlopen. Voorafgaand
aan de Tweede Kamerverkiezing wordt een doelgroepgerichte landelijke voorlichtingscampagne
uitgevoerd. Centraal daarbij zal staan dat de overheid in verband met het coronavirus
(tijdelijke) maatregelen treft om de verkiezingen goed te laten verlopen, zodat alle
stemgerechtigden in staat zijn om te stemmen.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de vervroegd uitgebrachte stemmen veilig worden
bewaard tot het moment van tellen.
De gemeenten zullen de stemmen in een beveiligde en bewaakte locatie moeten bewaren
totdat de stemmen kunnen worden geteld. In het voorstel tot wijziging van de Tijdelijke
wet wordt een grondslag opgenomen om bij ministeriële regeling nadere regels te kunnen
stellen over de ontvangst, het transport en de opslag van vervroegd uitgebrachte stemmen.
De leden van de CDA-fractie vragen hoe bepaald wordt waar de stembureaus vroeger opengaan.
Zij vragen of ik onderken dat spreiding van stembureaus ook een politieke keuze kan
zijn. In dorpen of wijken kunnen kiezers met een bepaalde voorkeur immers over- of
ondervertegenwoordigd zijn. Zijn er adviezen verstrekt aan gemeenten over de locatiekeuze?
Burgemeester en wethouders bepalen op grond van de Kieswet waar de stemlokalen in
hun gemeente zullen worden ingericht. Dat zal in het aangekondigde wetsvoorstel tot
wijziging van de Tijdelijke wet ook gelden voor de stemlokalen waar vervroegd kan
worden gestemd. De gemeenten zijn het beste in staat om daar de keuzes in te maken.
Ik heb er alle vertrouwen in dat gemeenten daarbij alle relevante aspecten zorgvuldig
zullen afwegen.
De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de stemmen worden geteld die op maandag
en dinsdag zijn uitgebracht.
De vervroegd uitgebrachte stemmen zullen op woensdag 17 maart 2021 vanaf 7.30 uur
kunnen worden geteld. De uitkomst van de telling wordt pas na 21.00 uur bekendgemaakt,
als de stemming op de verkiezingsdag is gesloten.
De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre ik innovatieve online oplossingen heb
bekeken om kiezers inzage te verschaffen in de drukte bij een stemlokaal. Provincies
hebben deze zomer druktemonitoren in het leven geroepen voor toeristische plekken,
zodat mensen thuis vooraf een afweging konden maken of zij risico wilden lopen met
een bezoek. Eenzelfde soort druktemonitor zou kunnen helpen met de spreiding van kiezers
over de drie verkiezingsdagen.
Gemeenten zijn bezig om te kijken naar methoden om kiezers te informeren over de drukte
in een stemlokaal. Voor gemeenten is dit een belangrijk aandachtspunt, ook om te voorkomen
dat er wachtrijen ontstaan waarbij het aanhouden van de 1,5 m afstand moeilijk is
na te leven.
De leden van de SP-fractie begrijpen de noodzakelijkheid van vervroegd stemmen. Zij
vragen echter of het niet erg onduidelijk is en het extra drukte oplevert als dit
maar voor een aantal stembureaus geldt. Waarom wordt er niet gekozen voor het vervroegd
openstellen van alle stembureaus?
Het openstellen op maandag en dinsdag van de meer dan 9.000 stembureaus die op de
verkiezingsdag beschikbaar zijn, is voor gemeenten onuitvoerbaar. De gemeenten kunnen
onmogelijk drie volledige verkiezingsdagen organiseren.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de mogelijkheid voor vervroegd stemmen wordt
beperkt tot twee dagen omdat er tijd genoeg moet zijn tussen de dag van kandidaatstelling
en de eerste dag waarop gestemd kan worden om alle stembescheiden te drukken. Zij
vragen of het klopt dat het stemmen per brief al wel eerder mogelijk is dan twee dagen
voor de eigenlijke verkiezingsdatum. Zo ja, waarom kunnen briefstemmen wel eerder
dan twee dagen voor de verkiezingsdatum worden opgestuurd en kan het fysiek stemmen
pas twee dagen van tevoren? Geldt voor briefstemmen niet dat er ook tijd genoeg moet
zijn tussen de dag van kandidaatstelling en de eerste dag waarop gestemd kan worden?
Zo nee, waarom niet?
Een kiezer kan een briefstem inderdaad uitbrengen vanaf het moment dat hij zijn briefstembescheiden
heeft ontvangen. Voor het stemmen in het stemlokaal zijn circa 13 miljoen gedrukte
stembiljetten nodig. Er is tijd nodig om deze stembiljetten te produceren, te vouwen
en te distribueren naar de gemeenten.
4. Indiening tweede spoedwetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie hechten eraan dat de evaluatie van de herindelings-verkiezingen,
welke conform de aanvaarde motie van de leden Snoeren en Terpstra (Kamerstuk
35 590, nr. 12
) voor het kerstreces naar de Kamer wordt gezonden, betrokken wordt bij het tweede
spoedwetsvoorstel. Zij lezen echter dat de Minister ernaar streeft om dit wetsvoorstel
rond dezelfde tijd als de evaluatie aan de Kamer te doen toekomen. Graag horen zij
of en op welke wijze de evaluatie betrokken wordt bij dit wetsvoorstel. De leden van
de GroenLinks-fractie vragen welke, eventueel aan corona gerelateerde problemen zich
hebben voorgedaan bij de afgelopen herindelingsverkiezingen, en welke eerste lessen
getrokken kunnen worden. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in de evaluatie
van de herindelingsverkiezingen inzichtelijk te maken hoe artikel 9, tweede lid, van
de Tijdelijke wet is beleefd. Zij zien in de voorlopige uitslagen van de herindelingsverkiezingen
dat er een zeer lage opkomst was bij de meeste mobiele stembureaus in verpleeghuizen.
Welke oorzaken liggen hieraan ten grondslag? Hoe is het verschil te verklaren met
verpleeghuizen waar de opkomst wel rond of zelfs boven het gemiddelde lag? En wat
zijn de gevolgen voor het stemgeheim als slechts acht of negen stemmen zijn uitgebracht
in een stembureau?
Voor zover mogelijk worden relevante ervaringen bij de herindelingsverkiezingen meegenomen
in de wijziging van de Tijdelijke wet. De regering wil echter niet wachten met indiening
van het wetsvoorstel tot na afronding van de evaluatie van de herindelingsverkiezingen,
gelet op het streven om het wetsvoorstel per 1 februari (de dag van kandidaatstelling)
in werking te laten treden met het oog op de goede voorbereiding en uitvoering van
de Tweede Kamerverkiezing. Indiening bij uw Kamer is daarom begin december voorzien.
Overigens zal de wijziging van de Tijdelijke wet in hoofdzaak nieuwe aanvullende elementen
bevatten, zoals het stemmen per brief en het vervroegd stemmen. Er is aan de zijde
van de regering niet voorzien in ingrijpende inhoudelijke wijzigingen van bestaande
bepalingen in de reeds aangenomen Tijdelijke wet. Ik heb eerder al toegezegd dat de
evaluatie van de herindelingsverkiezingen voor het Kerstreces naar de Tweede Kamer
wordt gezonden. In de evaluatie zal ook worden ingegaan op de ervaringen van kiezers
met de vragen van de zogenoemde gezondheidscheck en op de ervaringen met de (mobiele)
stembureaus met beperkte toegang.
De leden van de VVD-fractie lezen dat briefstemmen van kiezers die vanuit het buitenland
stemmen tot maandag na de stemming om 17.00 uur kunnen worden ontvangen door het briefstembureau
van de gemeente Den Haag. Waarom wordt hier niet voor de verkiezingsdag als uiterste
dag gekozen? Is het door dit voorstel mogelijk dat bijvoorbeeld kiezers per briefstem
vanuit België op de dag na de verkiezingen hun stem uitbrengen, wanneer de voorlopige
uitslag van de verkiezingen reeds bekend is?
Conform de Kieswet wordt het briefstembewijs (dat is de stempas voor de kiezer die
vanuit het buitenland mogen stemmen) 12 weken voor de dag van stemming naar de kiezers
gezonden die geregistreerd zijn in de permanente kiezersregistratie niet-ingezetenen.
De gemeente Den Haag zal voor de Tweede Kamerverkiezing de briefstembewijzen dus nog
dit kalenderjaar gaan versturen, gebaseerd op de nu geldende regelgeving. Op de briefstembewijzen
staat de huidige termijn die geldt voor het uitbrengen van de briefstem, zijnde 17 maart
2021, 15.00 uur lokale tijd. In de communicatie naar de kiezer blijft dus de huidige
termijn van de Kieswet gelden. In de wijziging van de Tijdelijke wet zal worden voorgesteld
dat, vanwege mogelijke vertragingen in de buitenlandse post als gevolg van corona,
briefstemmen die door de post tot maandag 22 maart 2021, 16.00 uur zijn ontvangen
door de burgemeester en overhandigd aan het briefstembureau Den Haag, nog meetellen
bij de uitslag van de verkiezing.
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie dat er voor aanvullende wettelijke maatregelen
geen tijd meer zal zijn na behandeling van dit tweede spoedwetsvoorstel. Graag krijgen
zij uiteengezet op welke uiterste termijn alle maatregelen wettelijk verankerd dienen
te zijn om de verkiezingen op 17 maart goed uit te kunnen voeren.
Er resteert nog zeer weinig tijd tot de dag van de Tweede Kamerverkiezing. De voorbereiding
van de implementatie van de maatregelen die worden voorgesteld in de wijziging van
de Tijdelijke wet kan niet wachten totdat het wetsvoorstel door de Tweede en de Eerste
Kamer is behandeld. Enkele voorbereidingen worden dus al in gang gezet, in afwachting
van behandeling van het wetsvoorstel door het parlement. Zo moeten de modellen (met
de teksten) voor de stem(plus)passen, voor de processen-verbaal, etc. al begin december
gereed zijn, zodat drukkers op tijd alles gereed kunnen hebben voor verzending aan
de kiezers in februari en maart. Gemeenten maken gebruik van systemen voor bijvoorbeeld
het proces van het aanvragen van de vervangende stempassen. In dergelijke systemen
moeten wijzigingen worden aangebracht. Ook dat werk moet al in gang gezet worden om
nog op tijd nieuwe releases op te kunnen leveren. Een en ander betekent dat een behandeling
door de Tweede Kamer van het wetsvoorstel vóór het Kerstreces heel erg belangrijk
is voor de uitvoering. Uiteraard worden richting de kiezer geen onomkeerbare stappen
in gang gezet zolang het parlement zich nog niet over de wetgeving heeft gebogen.
Het betreft enkel voorbereidende handelingen. De regering streeft naar inwerkingtreding
van de wijziging van de Tijdelijke wet per 1 februari 2021.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of zij het goed begrepen hebben uit de brief
dat de termijn van de huidige Tweede Kamer via de nog in te dienen wet met enkele
dagen wordt verlengd omdat er meer tijd nodig is om stemmen te tellen en om de uitslag
vast te stellen. Zij vragen om een tijdpad. Op welke dag worden de uitslagen door
de hoofdstembureaus vastgesteld, op welk moment door het centraal stembureau, op welk
moment kan de Kamer in oude samenstelling de geloofsbrieven goedkeuren en voor het
laatst bij elkaar komen en op welke dag wordt de nieuwe Kamer beëdigd?
In de komende wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 wordt inderdaad
voorgesteld om de termijn tussen de stemming en het aftreden van de zittende leden
van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, te verlengen
van de huidige 8 dagen (waar de huidige Kieswet van uitgaat) naar 13 dagen. Daarmee
worden de actoren die een rol hebben in het proces van uitslagvaststelling beter in
staat gesteld om dit proces uit te voeren met inachtneming van de corona-maatregelen,
zoals de krachtens de Wet tijdelijke maatregelen covid-19 vastgestelde veilige afstand.
Ik heb een bijlage bij deze antwoorden gevoegd met daarin het tijdpad voor de termijn
tussen de dag van de stemming en het aftreden van de zittende Tweede Kamerleden12.
5. Stemlokalen
De leden van de fractie van de SP vragen of ik mij wil inzetten om het aantal stemlokalen
en een goede spreiding ervan te waarborgen. Zij krijgen signalen dat dit in een aantal
gemeenten niet gebeurt. Dat verhoudt zich slecht met de aangenomen motie-Van Raak
dat er niet minder maar meer stembureaus moeten komen. Zij vragen of ik de gemeenten
er actief op heb gewezen dat ook stemmen in de buitenlucht, bijvoorbeeld in evenementententen
of in drive-through stemlocaties, mogelijk is. Ondersteunt het ministerie gemeenten
die het aantal locaties niet rond kunnen krijgen?
Mijn inzet is erop gericht dat het aantal stemlokalen bij de Tweede Kamerverkiezing
op peil blijft. Het TK-lid Van Raak (SP) heeft hierover schriftelijke vragen gesteld
die ik zeer binnenkort zal beantwoorden. In dat antwoord ga ik in op de ondersteuning
die het Ministerie van BZK de gemeenten biedt.
De leden van de fractie van de SP zien in de plannen van de Minister nog steeds geen
oplossing voor mensen die op de verkiezingsdag zelf wakker worden met verkoudheidsklachten
of bijvoorbeeld een kind met koorts hebben. De enige optie is dan een machtigingsstem,
wat vereist dat er iemand in de omgeving bereid is (met een eventueel besmettingsrisico)
de machtiging op te halen, en waarbij de stemmer ook nog eens een kopie van het identiteitsbewijs
moet overhandigen, wat bijvoorbeeld niet kan als iemand geen scanner/printer heeft.
Deze hobbels zijn wel erg hoog, aldus deze leden. Zij vragen nogmaals waarom ik er
niet voor kies om ten minste één coronaproof stemlocatie per gemeente in te richten
waar mensen met coronaklachten kunnen stemmen. Dat kan bijvoorbeeld in een drive-through
stemlocatie. Zo wordt volgens genoemde leden ook voorkomen dat mensen met lichte klachten
toch het risico nemen om naar een regulier stembureau te gaan.
Het algemene coronabeleid is dat mensen met klachten thuis moeten blijven en niet
naar buiten moeten gaan. Dat is nodig om verspreiding van het coronavirus te voorkomen.
Gelet daarop vind ik niet dat er stemlokalen moeten worden ingericht voor kiezers
die covid-klachten hebben.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben begrip voor de keuze om vroeg stemmen
beperkt mogelijk te maken op 15 en 16 maart. Zij vragen een nadere duiding rondom
het minimumaantal vervroegd stemlokalen dat gemeenten zullen inrichten. Waarom wordt
hier enkel gekeken naar het aantal kiesgerechtigden? Is het niet logisch ook te kijken
naar de oppervlakte van een gemeente? Zo moet met voorliggend voorstel gemeente Súdwest
Fryslân tenminste 8 stembureaus plaatsen en gemeente Leiden tenminste 10. Dit terwijl
de eerste gemeente bijna veertig maal groter is in oppervlakte
Er is bij het aantal vervroegd stemlokalen uitgegaan van het aantal kiesgerechtigden
omdat het vervroegd stemmen bedoeld is als een extra stemoptie voor kiezers die extra
kwetsbaar zijn voor het coronavirus.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat gemeenten drukdoende zijn met het werven
van voldoende vrijwilligers. Zij vragen of ik al iets kan zeggen over de voortgang.
Ook vragen zij wat ik vind van het idee om een niet-verplichte coronatest aan te bieden
aan vrijwilligers die de stemlokalen gaan bemensen.
Op 30 november gaat de landelijke wervingscampagne stembureauleden van start. Doel
van deze campagne is om nieuwe stembureauleden te werven voor de Tweede Kamerverkiezing.
Ik zal de Tweede Kamer in mijn brief over de evaluatie van de herindelingsverkiezingen
een allereerste beeld geven over de respons op deze campagne voor zover ik dit kan
overzien. In januari zal ik dit breder peilen bij de gemeenten. Zoals ik bij de behandeling
van de Tijdelijke wet al heb geantwoord op vragen van de leden van de 50PLUS-fractie
over het testen van stembureauleden, kan en wil ik stembureauleden niet verplichten
tot een coronatest. Ik volg uiteraard de ontwikkelingen rond het sneltesten en bezie
of hier zich nieuwe mogelijkheden voordoen waar stembureauleden vrijwillig gebruik
van zouden kunnen maken. Bij alle stembureauleden zal actief de gezondheidscheck worden
uitgevoerd door de gemeente. In het stemlokaal gelden bovendien gepaste maatregelen
om het risico op overdracht van het virus maximaal te beperken.
6. Uitvoerbaarheid voor gemeenten
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat gemeenten betrokken worden bij
de aanvullende maatregelen. Zij vragen of alle nu aangekondigde maatregelen passen
binnen de beschikbare budgetten van gemeenten. De leden van de 50PLUS-fractie vragen
wat zij moeten verstaan onder reële compensatie voor gemeenten. Dekt deze reële compensatie
de gemaakte kosten volledig? Zo niet, wie bepaalt wat reëel is?
De leden van de CU-fractie vragen of Indien gemeenten extra vervroegde stemlokalen
instellen, de gemeenten daar ook de middelen voor ontvangen?
Om gemeenten te compenseren voor de extra kosten bij de herindelingsverkiezingen in
november 2020 en de Tweede Kamerverkiezing in 2021 als gevolg van de coronamaatregelen
heeft het kabinet € 30 miljoen ter beschikking gesteld.13 De maatregelen die aanvullend noodzakelijk zijn voor de Tweede Kamerverkiezing op
basis van dit wetsvoorstel brengen ook kosten voor de gemeenten mee. In overleg met
de VNG is besloten tot een aanvullende compensatie van € 26,9 miljoen, waarvan € 22
miljoen wordt uitgekeerd als compensatie voor gemeenten via het Gemeentefonds. Deze
compensatie is bedoeld voor gemeenten voor onder meer de extra organisatie, het inrichten
van stemlokalen en instellen van stembureaus voor vervroegd stemmen, het drukken,
opslaan en beveiligen van stembescheiden, de portokosten van briefstembescheiden,
het instellen van afgiftepunten en van briefstembureaus. Daarnaast is het resterende
bedrag van € 4,9 miljoen bestemd voor activiteiten met betrekking tot communicatie/voorlichting,
ondersteuning voor gemeenten en evaluatie.
De leden van de VVD-fractie vragen wat er wordt gedaan met aanbiedingen van private
instellingen, zoals evenementenlocaties, bioscopen en theaters, om tijdens de verkiezingen
te helpen als stemlokaal of anderszins.
Ik heb een «Ondersteuningsteam stemlokalen» gevormd, om gemeenten te helpen bij het
vinden van geschikte stemlokalen voor de Tweede Kamerverkiezing. Dit ondersteuningsteam
legt onder andere contacten met private partijen, waaronder de evenementenbranche,
om na te gaan of er mogelijkheden zijn voor het inrichten van stemlokalen.
De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken van de praktische uitvoering
van de intensieve communicatiecampagne aan gemeenten en aan kiezers over de maatregelen
en procedures. Houdt men bij de communicatiecampagne rekening met alle relevante doelgroepen,
zoals blinden en slechtzienden, doven en slechthorenden?
Er wordt nu gewerkt aan de campagnestrategie, zodat begin december de uitwerking en
operationalisering daarvan ter hand kan worden genomen. Ik zal de Tweede Kamer in
mijn brief over de evaluatie van de herindelingsverkiezingen hier nader over informeren.
7. Overige aandachtspunten
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief d.d. 16 november jl.
over maatregelen om desinformatie richting de Tweede Kamerverkiezing tegen te gaan.
Zij achten het een goede zaak dat er een Nederlandse gedragscode transparantie politieke
advertenties wordt opgesteld. Kan er al iets over de inhoud van die gedragscode worden
gemeld?
Ik laat een onafhankelijke partij deze Nederlandse gedragscode opstellen. Dat gebeurt
in samenwerking met de internetdiensten en politieke partijen. Ik hecht eraan dat
het opstellen van deze gedragscode op een onafhankelijke manier gebeurt. De politieke
partijen die deel uitmaken van het kabinet zijn immers ook afzenders van politieke
advertenties.
De leden van de CDA-fractie begrijpen dat ik niet voornemens ben nieuwe regels te
introduceren voor het houden van opiniepeilingen en campagneactiviteiten in de aanloop
naar en tijdens de verkiezingen, maar dat ik in gesprek ga met opiniepeilers en media
om te vernemen hoe zij in het licht van vervroegd stemmen aankijken tegen de in Nederland
ontstane gebruiken. Deze leden vragen naar mijn inzet in die gesprekken. Zij vragen
of ik het opneem voor een stembusgang die zo ongestoord mogelijk verloopt. De leden
van de SP-fractie maken zich grote zorgen over beïnvloeding van de verkiezingen terwijl
de termijn om te stemmen nog niet voorbij is. Zij vragen waarom ik er niet voor kies
om peilingen een paar dagen voor de verkiezingen te verbieden. De leden van de ChristenUnie-fractie
vragen wat het vervroegd stemmen, maar ook de mogelijkheid van het stemmen per brief,
betekent voor de verkiezingscampagnes. Expliciet vragen zij dit waar het campagne-activiteiten
rondom stembureaus betreft. Ook vragen zij of er aanvullende regels kunnen gelden
voor exit-polls op deze dagen. Met de Kiesraad achten genoemde leden het onwenselijk
wanneer uitslagen van exit-polls naar buiten komen, voor sluiting van alle stembussen.
Mijn inzet voor het gesprek met opiniepeilers is erop gericht dat de uitkomst van
peilingen niet eerder dan op woensdag 17 maart om 21.00 uur bekend worden gemaakt,
dus nadat het stemmen voor de Tweede Kamerverkiezing is geëindigd. De regels in de
Kieswet over campagne-activiteiten in het stemlokaal op de dag van stemming gelden
ook voor de dagen dat vervroegd stemmen mogelijk is. De Kieswet regelt concreet dat
in het stemlokaal geen activiteiten mogen plaatsvinden die erop zijn gericht de kiezers
in hun keuze te beïnvloeden (artikel J 36 van de Kieswet).
Een zorg van de leden van de ChristenUnie-fractie is de omgang met kiezers die bijstand
verlangen. Bij amendement van de leden Van der Graaf en Bruins (Kamerstuk 35 590, nr. 20) is vastgesteld dat niet bij kiezers in het stembureau zelf de gezondheidscheck moet
worden afgenomen. Er is enkel een kan-bepaling voor het stembureaulid om een vooraf
ingevulde gezondheidscheck over te leggen. Ook is de bepaling uit de wet gehaald dat
wanneer de kiezer niet aan de gezondheidscheck voldoet, deze zijn stembescheiden terugkrijgt
en het stemlokaal dient te verlaten. Deze leden vragen zich af waarom in de instructie
aan de leden van het stembureau is opgenomen dat de gezondheidscheck wel een verplichting
is en dat het wegsturen uit het stemlokaal als consequentie nog wel is opgenomen?14 Zij vragen hoe dit zich verhoudt naar de letter en geest van de geamendeerd aangenomen
wet. Zij vragen of ik het met hen eens ben dat er aanpassing nodig is op dit punt?
In het «Overzicht maatregelen Tijdelijke wet verkiezingen covid-19» staat dat als
een kiezer vanwege een fysieke beperking aan het stembureau om hulp vraagt bij het
stemmen, het stembureaulid dat de hulp zal geven aan deze kiezer kan vragen om een
gezondheidscheck over te leggen. Dat kan door een van tevoren ingevuld formulier te
overhandigen aan het stembureaulid dat de hulp geeft, zoals mogelijk is gemaakt in
het door deze leden bedoelde amendement. In de instructie voor stembureauleden zal
dit worden verduidelijkt. Anders dan de leden van de ChristenUnie-fractie veronderstellen,
staat in het genoemde overzicht niet dat een kiezer die een of meer vragen uit de
gezondheidscheck met «Ja» heeft beantwoord, het stemlokaal moet verlaten. Die consequentie
is immers door bedoeld amendement juist uit de wettekst geschrapt. Wel is toegevoegd
dat het stembureau deze kiezer moet uitleggen waarom de hulp in een voorkomend geval
niet kan worden geboden, en dat hij, nadat hij het stemlokaal heeft verlaten, een
andere kiezer nog een onderhandse volmacht kan geven. Die laatste toevoeging is nodig,
omdat artikel L 15, eerste lid, van de Kieswet eraan in de weg staat dat de kiezer
in het stemlokaal een volmacht verleent.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier