Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Van Weyenberg over het bericht “Ophef over lokale quota voor huisvesting arbeidsmigranten”
Vragen van de leden Groothuizen en Van Weyenberg (beiden D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Ophef over lokale quota voor huisvesting arbeidsmigranten» (ingezonden 27 oktober 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (ontvangen 26 november 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ophef over lokale quota voor huisvesting arbeidsmigranten»?1
Antwoord 1
Ja, het bericht is mij bekend.
Vraag 2 en 3
Wat vindt u ervan dat gemeenten eigen regels maken, waaronder het instellen van quota,
om de huisvesting van arbeidsmigranten te beperken?
Wat vindt u van de lezing van jurist en immigratierecht onderzoeker Gerrie Lodder
en hoogleraar Europees Migratierecht Tesseltje de Lange van de Radboud Universiteit
dat dit in strijd is met Europees recht, omdat volgens de Europese Verordening voor
het vrije verkeer van werknemers «alle rechten en voordelen van nationale werknemers
inzake huisvesting» voor alle werknemers in de EU gelden», en specifiek beleid gericht
op de beperking van huisvesting van arbeidsmigranten daarmee dus in strijd is? Kunt
u in uw antwoord toelichten waarom u het hiermee eens of oneens bent? Gaat u de gemeenten
aanspreken op hun beleid? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt dit lokale beleid zich
in bredere zin tot het Europese recht op gelijke behandeling van alle werknemers en
zelfstandigen in de Europese Unie?
Antwoord 2 en 3
Gemeenten mogen hun eigen beleid maken en eigen regels formuleren. Vanzelfsprekend
moeten ook gemeenten zich houden aan de Europeesrechtelijke kaders. De huisvesting
van arbeidsmigranten beperken door middel van het instellen van quota die specifiek
op deze groep gericht zijn, staat op gespannen voet met het vrij verkeer van Unieburgers
dat geen onderscheid naar nationaliteit toestaat. Daarnaast geniet een werknemer die
onderdaan is van een lidstaat en die op het grondgebied van een andere lidstaat is
tewerkgesteld, alle rechten en alle voordelen die aan de nationale werknemers inzake
huisvesting zijn toegekend2. Vanuit de ministeries van SZW en BZK zal contact opgenomen worden met de VNG.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de problemen omtrent de huisvesting van arbeidsmigranten die
wel degelijk bestaan, op deze manier niet fatsoenlijk worden opgelost en een andere
manier hiervoor gevonden moet worden? Wat kan u nog meer doen om bestaande problemen
op te lossen, zonder de mogelijkheden voor arbeidsmigranten en hun werkgevers onnodig
te beperken wanneer zij zich netjes aan de regels houden?
Antwoord 4
Ik ben van mening dat de door gemeente gebruikte vorm van een quotum voor arbeidsmigranten
niet de oplossing biedt voor de problematiek rondom de huisvesting. Deze aanpak zal
een tekort daarin alleen maar in hand werken en kan bovendien ook zorgen voor waterbedeffecten.
Om het tekort in huisvesting aan te pakken, zet de Minister van BZK in op regionale
afspraken en regionaal beleid voor de huisvesting van arbeidsmigranten.
Met provincies wordt samen gekeken hoe zij hun coördinerende rol kunnen pakken. Hiernaast
zet de Minister van BZK in op het realiseren en stimuleren van meer huisvesting voor
arbeidsmigranten via de woondeals en regiodeals, de stimuleringsaanpak flexwonen,
korting op de verhuurderheffing voor tijdelijke woningen en de 50 miljoen euro voor
de huisvesting van kwetsbare doelgroepen die deze zomer beschikbaar is gesteld in
het kader van het doorbouwplan. Voor arbeidsmigranten worden met de 50 miljoen euro
ca. 4.700 woningen/woonplekken gerealiseerd.3 Voor 2021 wordt opnieuw 50 miljoen euro vrijgemaakt.4
Vraag 5
Welke rol kan de Commissie Roemer, die advies geeft over de werk- en leefomstandigheden
van arbeidsmigranten, nog spelen om de bestaande problematiek op een verstandige manier
op te lossen, zonder de mensen die zich aan de regels houden te belemmeren?
Antwoord 5
Het advies van het Aanjaagteam van 30 oktober jl. geeft ook een aantal aanbevelingen
voor meer en betere huisvesting voor arbeidsmigranten. Daarbij worden ook een aantal
partijen aangesproken. Ook in het eerste advies van het Aanjaagteam zijn op dit punt
een aantal aanbevelingen gedaan. Het kabinet is hiermee aan de slag en zal medio december
daarover de TK informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.