Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Aukje de Vries en Lodders over het bericht 'Vergoeding lekke mestkelder ‘lachertje’
Vragen van de leden Aukje de Vries en Lodders (beiden VVD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Vergoeding lekke mestkelder «lachertje»» (ingezonden 26 oktober 2020).
Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 24 november
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vergoeding lekke mestkelder «lachertje»»? Wat vindt
u van het bericht?1
Vraag 2
Klopt het dat wordt geadviseerd om bij schade aan mestkelders door aardbevingen niet
de daadwerkelijke, maar de economische schade te vergoeden? Zo nee, hoe zit het dan?
Zo ja, wat is daarvoor de reden en wat zijn daarvan de gevolgen voor de agrarische
ondernemers?2
Vraag 3
Wat wordt verstaan onder economische schade en wat is het verschil met daadwerkelijke
schade?
Vraag 4
In hoeverre vindt u het redelijk en rechtvaardig dat niet de daadwerkelijke schade,
maar de economische schade wordt vergoed? Vindt u dit passen in de lijn van het ruimhartig
vergoeden van aardbevingsschade? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, wat verstaat
u onder een ruimhartige vergoeding?
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat het Rijksvastgoedbedrijf in de jaren »90 de mestkelders
van pachthoeves in Zuid-Flevoland hersteld heeft? Kunt u een overzicht geven van de
inspectiekosten (kosten voorafgaand aan herstel zoals het in beeld brengen van locatie,
aard en omvang), voorbereidende kosten (zoals het leeghalen van mestkelders) en uitvoerende
kosten (herstelwerkzaamheden inclusief de extra veiligheidsmaatregelen die genomen
moeten worden als gevolg van de Arbeidsomstandighedenwet) van een tiental pachthoeves
(verschillend qua omvang en ligging) waar herstel heeft plaatsgevonden? Kunt u daarnaast
inzicht geven in de gemiddelde kosten die het Rijksvastgoedbedrijf destijds heeft
uitgegeven per hoeve?
Vraag 6
Hoe zijn de leden van het adviespanel geselecteerd en op basis van welke criteria?
Hoe zijn de deskundigen tot dit advies gekomen? In hoeverre heeft er overleg plaats
gevonden met de agrarische ondernemers, de agrarische tafel, LTO-Noord, et cetera?
Vraag 7
Wanneer wordt definitief duidelijk hoe het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)
met het advies van het adviespanel en het advies van TNO en de Technische Universiteit
(TU) Delft omgaat? Wanneer wordt het advies van TNO en TU Delft verwacht waarbij wordt
ingegaan op de kans op schade aan mestkelders door diepe bodemdaling en -stijging?
Wat betekent dit voor de termijn waarbinnen agrariërs duidelijkheid krijgen over vergoeding
van schades als gevolg van gaswinning?
Vraag 8
Welke maatschappelijke organisaties worden in het vervolgtraject voor het advies Mestkelders
betrokken?
Vraag 9
Wanneer komt het IMG met een algemene beleidslijn voor de vergoedingen van de schade
bij lekke mestkelders en andere schade als gevolg van aardbevingen bij agrarische
bedrijven in Groningen?
Vraag 10
Hoeveel agrarische ondernemers in Groningen hebben te maken met schade als gevolg
van de aardbevingen? Voor hoeveel ondernemers is er inmiddels een (passende/acceptabele)
oplossing? Voor hoeveel nog niet? Hoe lang wachten ondernemers inmiddels al op een
oplossing?
Vraag 11
Wat is de stand van zaken van de uitvoering van het akkoord op hoofdlijnen van 18 maart
2020 van de agrarische tafel? Hoe is of wordt dit akkoord omgezet in een effectief
programma voor de agrarische sector? Kan de uitwerking worden gedeeld met de Tweede
Kamer? Welke ministeries zijn betrokken bij het akkoord en welk ministerie is daarvan
de trekker?
Vraag 12
Kunnen de vragen vóór het wetgevingsoverleg Mijnbouw/Groningen van 12 november aanstaande
worden beantwoord?
Mededeling
Op 26 oktober jl. hebben de leden Aukje de Vries en Lodders (beiden VVD) vragen gesteld
inzake het bericht «Vergoeding lekke mestkelder «lachertje»». In verband met de afstemming
met betrokken partijen kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van
drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar de antwoorden u zo spoedig mogelijk
te doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.