Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Nieuwenhuijzen en Bromet over het artikel 'NAM wil productiewater Schoonebeek injecteren in Drentse gasvelden'
Vragen van de leden Van den Nieuwenhuijzen en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «NAM wil productiewater Schoonebeek injecteren in Drentse gasvelden» (ingezonden 16 oktober 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 24 november 2020)
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «NAM wil productiewater Schoonebeek injecteren in Drentse
gasvelden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het voornemen om verontreinigd productiewater in de Drentse lege
gasvelden rondom Schoonebeek te injecteren?
Antwoord 2
Ja, ik ben bekend met het voornemen om productiewater in de regio Schoonebeek te injecteren.
Afgelopen juli heb ik de Kamer per brief2 geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom de verwerking van het productiewater van
de oliewinning in Schoonebeek. NAM injecteert dit water in uitgeproduceerde gasvelden
in Twente. In de brief heb ik ook vooruitgeblikt op het voornemen van NAM om de injectie
uit te breiden naar de regio Schoonebeek.
Ook heb ik de Kamer al eerder geïnformeerd3 over de samenstelling van het injectiewater. Het injectiewater bestaat uit formatiewater4, gecondenseerde stoom en naar verhouding zeer kleine hoeveelheden mijnbouwhulpstoffen.
De samenstelling van het injectiewater is getoetst aan de Euralnormen5 en op basis hiervan aangemerkt als «niet gevaarlijke afvalstof».
Vraag 3
Bent u zich ervan bewust dat het injecteren van verontreinigd productiewater rondom
Schoonebeek een grensoverschrijdend risico is?
Antwoord 3
In de Mededeling voornemen voor waterinjectie in de regio Schoonebeek6 zijn de risico’s op hoofdlijnen in kaart gebracht. De volgende stap is het opstellen
van een milieueffectrapportage (hierna: MER). In de MER worden de risico’s in meer
detail onderzocht. Op dit moment worden er geen grensoverschrijdende risico’s verwacht.
De locaties die NAM op het oog heeft voor injectie zijn de gasvelden bij Dalen, Oosterhesselen
en Schoonebeek. Ik ben mij ervan bewust dat een deel van het Schoonebeek gasveld zich
uitstrekt over de grens met Duitsland. In dit gasveld wordt er reeds productiewater
geïnjecteerd en op dit moment zijn er geen grensoverschrijdende risico’s.
Vraag 4
Waarom wordt de gemeente Emlichheim hierin niet actief geïnformeerd?
Antwoord 4
In Europa zijn afspraken gemaakt over hoe en wanneer buurlanden elkaar informeren
bij mogelijke grensoverschrijdende milieugevolgen. Dit is vastgelegd in het verdrag
van Espoo. Daarbovenop zijn er specifieke bilaterale uitvoeringsafspraken tussen Nederland
en de buurlanden België en Duitsland. In de gezamenlijke verklaring tussen Duitsland
en Nederland7 zijn afspraken gemaakt over de te ondernemen stappen, inclusief de verantwoordelijkheden
en de rolverdeling hierbij, als er sprake is van een project met mogelijk belangrijke
grensoverschrijdende milieugevolgen waarvoor een MER wordt uitgevoerd. Bij de voorgenomen
injectie in de regio Schoonebeek is er op dit moment geen sprake van grensoverschrijdende
milieugevolgen (zie ook mijn antwoord op vraag8. Conform de werkafspraken tussen Duitsland en Nederland is de gemeente Emlichheim
daarom niet actief betrokken bij het MER. De stukken die ten behoeve van de MER zijn
opgesteld zijn wel ter informatie naar de gemeente Emlichheim gestuurd. Indien uit
de MER of anderszins blijkt dat er toch sprake is van een grensoverschrijdend risico,
dan zal de gemeente Emlichheim alsnog, conform de afspraken tussen Nederland en Duitsland
en het verdrag van Espoo, actief worden betrokken bij de besluitvorming.
Vraag 5
Bent u bekend met de zorgen van de gemeente Eimlichheim en de wens van de gemeente
om gedetailleerde grensoverschrijdende informatie te krijgen?
Antwoord 5
De gemeente Emlichheim heeft haar zorgen met mij gedeeld en ik zal NAM vragen deze
te adresseren in de MER. De informatie die tot nu toe over het project bekend is,
is gedeeld met de gemeente Emlichheim.
Vraag 6 en 7
Kunt u ingaan op hoe we goed kunnen samenwerken binnen grensoverschrijdende regio’s
als het gaat om zaken waar zorgen over kunnen zijn?
Bent u voornemens meer rekening te houden met de grensoverschrijdende zorgen? Zo ja,
hoe wilt u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6 en 7
Samenwerking betreffende grensoverschrijdende risico’s is vastgelegd in het verdrag
van Espoo en de specifieke bilaterale afspraken gemaakt tussen buurlanden (zie ook
mijn antwoord op vraag9. Naast dit verdrag geldt ook dat we gewoon buurlanden van elkaar zijn. Er zijn goede
relaties en contacten op verschillende niveaus. Zoals ik al aangaf in mijn antwoord
op vraag 5 zal ik NAM vragen rekening te houden met de zorgen van de gemeente Emlichheim.
Daarnaast kan de Duitse gemeente ook contact met mij, de gemeente Emmen, de provincie
Drenthe of het Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) opnemen.
Vraag 8 en 9
Kunt u ingaan op welke risico’s u ziet bij het injecteren van het productiewater in
de gasvelden? Kunt u hierbij ingaan op de risico’s nu en in de toekomst?
Wat wordt door welke partij ondernomen om deze risico’s te beperken en/of weg te nemen?
Indien er geen stappen worden ondernomen, waarom niet?
Antwoord 8 en 9
Zowel de korte- als lange termijn risico’s van injectie in uitgeproduceerde gasvelden
zijn geanalyseerd en beschreven in de meeste recente evaluatie van de injectie in
Twente10. De geïdentificeerde risico’s zijn kans op aardbevingen, lekkage van injectiewater
en oplossen van afdekkende zoutlagen. De mate waarin deze generieke risico’s voor
een specifiek gasveld relevant zijn, kan per gasveld verschillen en wordt daarom ook
per gasveld vooraf onderzocht. Deze onderzoeken zijn onderdeel van de iedere vergunningaanvraag
voor injectie, zo ook voor de voorgenomen injectie in de regio Schoonebeek.
Voordat een vergunning wordt afgegeven moeten de risico’s onderzocht worden. Daarbij
worden specifieke beheersmaatregelen per risico opgesteld waarmee de risico’s beperkt
of weggenomen worden. Alleen als de risico’s goed beheersbaar zijn en de injectie
veilig kan, wordt een vergunning verleend. SodM wordt betrokken bij dit besluit. Daarnaast
stelt een mijnbouwonderneming vooraf een waterinjectie managementplan op om de injectie
veilig uit te voeren. Dit plan wordt door SodM beoordeeld en SodM houdt toezicht op
de uitvoering ervan.
De risico’s van injectie in de Twentse gasvelden wordt met regelmaat opnieuw belicht
conform de voorwaarden gesteld in de vergunning voor de injectie. Iedere zes jaar
dient NAM de injectie en mogelijke alternatieven voor de verwerking van het productiewater
te evalueren volgens de CE-afwegingsmethodiek11 of een gelijkwaardige methode. Hierin worden zowel de korte als lange termijn risico’s
meegewogen. De aanstaande evaluatie is op verzoek van de Kamer12 vervroegd en zal in 2021 worden uitgevoerd. SodM houdt toezicht op het uitvoeren
van de evaluatie. Ook is de Commissie m.e.r. hierbij betrokken. Inzichten uit deze
evaluatie worden meegenomen in de MER van injectie in de regio Schoonebeek. Daarnaast
neemt SodM de uitkomsten van de evaluatie, en de uitkomsten van andere rapportageverplichtingen
en onderzoeken, mee in het toezicht om te bezien in hoeverre de risicobeheersmaatregelen
en -systemen voor een veilige injectieoperatie op orde zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.