Schriftelijke vragen : De razendsnelle verspreiding van het vogelgriepvirus en de politieke verantwoordelijkheid voor het ontstaan van een nieuwe zoönose in de Nederlandse veehouderij
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister voor Medische Zorg over de razendsnelle verspreiding van het vogelgriepvirus en de politieke verantwoordelijkheid voor het ontstaan van een nieuwe zoönose in de Nederlandse veehouderij (ingezonden 20 november 2020).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat op dit moment drie verschillende, zeer besmettelijke (hoogpathogene)
vogelgriepvarianten zich razendsnel verspreiden door Europa, waarvan er in ieder geval
twee in Nederland rondgaan: H5N8 en H5N1?
Vraag 2
Hoe worden de wetenschappelijke inzichten over het ontstaan en de risico’s van dierziekten
en zoönosen bijgehouden door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS)? Houdt uw ministerie dit zelf bij, of bent u afhankelijk van het doorgeven van
informatie door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)?
Vraag 3
Is het u bekend dat zeer gevaarlijke vogelgriepvarianten vrijwel uitsluitend ontstaan
door mutaties in de pluimveehouderij?1
Vraag 4
Sinds wanneer is het onderzoek van het Erasmus MC bij u bekend waaruit bleek dat vogelgriep
via vijf mutaties kan uitgroeien tot een zeer besmettelijke variant, die via de lucht
van mens op mens overdraagbaar is?2
Vraag 5
Op welke manier bent u betrokken bij het beleid van het Ministerie van LNV om de verspreiding
van de vogelgriep tegen te gaan – te weten het ophokken van dieren, hygiënemaatregelen,
het vergassen van alle dieren in een stal als er een besmetting is vastgesteld en
het preventief vergassen van alle kippen en eenden in stallen binnen een straal van
een kilometer rond het besmette bedrijf?
Vraag 6
Is het u bekend dat alle uitbraken van hoogpathogene vogelgriep in de Nederlandse
pluimveehouderij tussen 2014 en 2018 plaatsvonden op bedrijven zonder vrije uitloop
en dat ook de uitbraken van de afgelopen weken allemaal plaatsvonden in stallen met
dieren die in hun hele leven nooit buiten komen?3 4
Vraag 7
Is het u bekend dat in drie weken tijd al 318.700 kippen en eenden zijn vergast vanwege
vogelgriepuitbraken bij pluimveebedrijven, terwijl er nog altijd vele nieuwe vogelgriepgevallen
worden ontdekt?
Vraag 8
Heeft u gezien dat de pluimveesector zeer verbaasd en bezorgd reageerde op de uitbraak
van vogelgriep bij het pluimveebedrijf in Altforst, omdat bij dat bedrijf hoge hygiënestandaarden
zouden gelden?5
. Erkent u dat het staande beleid van het Ministerie van LNV, de verspreiding van
de vogelgriep dus niet tegenhoudt?
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat hierdoor het risico blijft voortduren dat er een voor de mens
gevaarlijke mutatie ontstaat?
Vraag 11
Hoe houdt u zicht op mutaties van de verschillende virusvarianten, gelet op het feit
dat vogelgriepvirussen een hoge mutatiesnelheid hebben?
Vraag 12
Kunnen we u politiek verantwoordelijk houden als er een nieuwe voor de mens gevaarlijke
infectieziekte (zoönose) ontstaat in de Nederlandse veehouderij? Zo nee, welke bewindspersoon
dan wel?
Vraag 13
Kunt u bevestigen dat er wel een handleiding is voor het omgaan met dood gevonden
vogels met verdachte vogelgriepverschijnselen, maar dat er geen landelijke richtlijn
is voor het omgaan met levende vogels die mogelijk zijn besmet met vogelgriep?6 Kunt u zich voorstellen dat bijvoorbeeld opvangcentra en dierenambulances, maar ook
gemeenten, provincies, de (dieren)politie en het meldpunt 144 hier veel behoefte aan
hebben? Zo ja, bent u bereid deze te laten ontwikkelen?
Vraag 14
Kunt u deze vragen afzonderlijk en voorafgaand aan het debat over de VWS-begroting
beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Indiener
Esther Ouwehand, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.