Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ziengs en Von Martels over de berichten Plasticafval: hoe een Nederlands dropzakje kon eindigen in een Turkse berm en Nederlands plastic illegaal gestort in Turkije
Vragen van de leden Ziengs (VVD) en Von Martels (CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten Plasticafval: hoe een Nederlands dropzakje kon eindigen in een Turkse berm en Nederlands plastic illegaal gestort in Turkije. (ingezonden 20 oktober 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 17 november 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten Plasticafval: hoe een Nederlands dropzakje kon eindigen
in een Turkse berm1 en Nederlands plastic illegaal gestort in Turkije?2
Antwoord 1
Ja. Uiteraard betreur ik de door de NRC in beeld gebrachte situatie zeer en vind ik
het onacceptabel dat Nederlands plastic eindigt in een Turkse berm. De berichtgeving
van de NRC toont het belang van minder plastic gebruiken, het beter ontwerpen van
verpakkingen en het zoveel mogelijk hergebruiken en recyclen van ons eigen afval.
Daar werkt dit kabinet hard aan middels het Nederlandse en Europese Plastic Pact,
de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen en de verbreding
daarvan naar bedrijfsafval vanaf 2023 en het invoeren van statiegeld. Ik ga daar ook
mee door. Totdat het een gewoonte is dat ons plastic weer in nieuwe producten komt
of hergebruikt kan worden. Ik ben van mening dat wij binnen de EU zelf in staat moeten
zijn ons eigen afval op een hoogwaardige manier te verwerken. De berichtgeving van
de NRC over de zeer onwenselijke situatie in Turkije sterkt mij hierin.
Vraag 2
Is het bij u bekend dat de export van plastic naar Turkije enorm is toegenomen (in
de laatste twee jaar verzesvoudigd) nadat China in 2018 zijn grenzen voor westers
afval heeft gesloten en hoe verhoudt zich dat met de huidige importheffing die wij
opleggen voor afval vanuit het buitenland om verantwoordelijkheden bij de vervuiler
zelf te leggen?
Antwoord 2
De toename van de export van plastic naar Turkije is mij bekend en is bijvoorbeeld
opgenomen in de Kamerbrief van 9 oktober 20193. Deze toename was voor Nederland een belangrijke reden om in te zetten op het aanscherpen
van de bestaande indeling van plastic afval op de groene lijst 4 van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de OESO, overeenkomstig
de recente aanscherping binnen het Verdrag van Bazel. Ik heb me samen met andere EU-Lidstaten
ingezet om deze aanscherping voor elkaar te krijgen en ik ben verheugd u te kunnen
berichten dat ook de OESO-regels per 1 januari 2021 worden aangescherpt. Mijn inzet
is om ons eigen afval zelf zo hoogwaardig mogelijk te verwerken. Door de aanscherping
van het Verdrag van Bazel wordt verder voorkomen dat plastic afval uit de EU gedumpt
wordt in ontwikkelingslanden.
In de vraagstelling wordt tevens verwezen naar een bestaande importheffing op afval,
waarbij ik er van uit ga dat hier wordt gedoeld op de afvalstoffenbelasting waar sinds
2020 ook het verbranden en storten van buitenlands afval in Nederland in de heffing
wordt betrokken, net zoals dat voor Nederlands afval al het geval was. Deze maatregel
is genomen naar aanleiding van het Urgenda-vonnis en heeft als doel CO2 besparing in Nederland. De afvalstoffenbelasting stuurt op het duurder maken van
verbranden en storten van afval ten opzichte van recycling. De afvalstoffenbelasting
zorgt daarmee voor een prikkel om afval zoveel mogelijk te recyclen en voorkomt dat
afval dat eigenlijk kan worden gerecycled, in de verbrandingsoven eindigt.
Vraag 3
Sinds wanneer bent u op de hoogte van het feit dat Nederlands niet-recyclebaar plastic
afval in grote hoeveelheden wordt geëxporteerd naar Turkije?
Antwoord 3
Van de gestegen omvang van de export van plastic afval naar Turkije ben ik op de hoogte
en dit is opgenomen in de Kamerbrief van 9 oktober 20195. De groeiende export naar Turkije is een gevolg van de Chinese importbeperkingen
die gelden sinds 1 januari 2018. De geconstateerde toename van de export naar Turkije
was voor Nederland een belangrijke reden om in te zetten op het aanscherpen van de
bestaande definitie van plastic afval op de groene-lijst van de OESO, zodat we zoveel
mogelijk grip krijgen op de export uit de EU van plastic afval, ook naar Turkije.
Totale hoeveelheid export plastic afval van Nederland naar Turkije:
2016
2017
2018
2019
Export plastic afval naar Turkije (kton)
1,5
5
16
34
De in de vraagstelling gebruikte term «niet-recyclebaar afval» is echter onvoldoende
specifiek om daar vanuit de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen, de EVOA,
conclusies aan te kunnen verbinden. De wijze waarop het afval verwerkt zal worden,
is binnen de EVOA een belangrijk gegeven bij het bepalen welk grensoverschrijdend
afvaltransport wel en welk transport niet is toegestaan. De EVOA volgt daarbij een
tweedeling tussen verwijderingshandeling en nuttige toepassing. Storten is ingedeeld
als een «verwijderingshandeling», net als verbranding zonder energieterugwinning.
Voor verwijderingshandelingen kent de bestaande EVOA nu al een expliciet exportverbod
naar «derde landen». «Derde landen» zijn landen buiten de EU plus de Europese Vrijhandelsassociatie,
waaronder Turkije.
Turkije is een lid van de OESO en dat betekent dat vanuit de EU transport van plastic
afval uitsluitend is toegestaan ten behoeve van een «handeling van nuttige toepassing»,
zijnde recycling of verbranding met energieterugwinning. Ongevaarlijke afvaltransport
van schoon, goed verwerkbaar, ongevaarlijk plastic afval dat bestemd is voor «nuttige
toepassing» mogen zonder EVOA-kennisgeving de grens over. Voor deze transporten is
dan vooraf geen toestemming vereist. Wel moet bij deze transporten een internationaal
gestandaardiseerd «EVOA Bijlage 7»-formulier aanwezig zijn met daarop o.a. gegevens
van verzender, ontvanger en wijze waarop het afval door de ontvanger zal worden verwerkt.
Voor deze transporten wordt in principe alleen bij de Douane aangifte gedaan. Voor
gevaarlijke of vervuilde stromen is wel een EVOA-kennisgeving vereist. Dit houdt o.a.
in dat de bevoegde gezagen van alle betrokken landen vooraf in moeten stemmen met
dit transport. De gegevens voor EVOA- kennisgevingsplichtigafval zijn daarmee bij
de ILT bekend.
Het overgrote gedeelte van het plastic dat naar Turkije is vervoerd is niet EVOA-kennisgevingsplichtig.
De hoeveelheid plastic die met een EVOA-kennisgeving naar Turkije is verscheept, is
zeer beperkt en de ILT zal voor beide stromen de export naar Turkije nader in kaart
brengen. Tevens is er contact tussen de ILT en de Turkse autoriteiten om in samenwerking
te bezien hoe risico’s kunnen worden teruggedrongen. Ook in Turkije scherpt men de
regels aan. Zo is recent door de Turkse overheid het percentage afval dat een bedrijf
mag importeren ter recycling verlaagd van 80% naar 50% en moeten bedrijven een geschikte
afvalvergunning hebben.
De NRC heeft Nederlands plastic in Turkije in beeld gebracht dat daar overduidelijk
niet gerecycled wordt noch op een andere manier nuttig wordt toepast. Uiteraard betreur
ik de door de NRC in beeld gebrachte situatie zeer en vind ik het onacceptabel dat
Nederlands plastic eindigt in een Turkse berm. Zoals uit bovenstaande volgt is de
export van plastic naar Turkije enkel toegestaan als het daar nuttig wordt toegepast.
De ILT verifieert risicogericht bij de autoriteit in het land van bestemming of de
ontvanger/verwerker over de vereiste vergunningen beschikt. Nederland heeft echter
geen mogelijkheden in Turkije toezicht te houden op de daadwerkelijke nuttige toepassing.
Vraag 4
Wat vindt u van de geschetste situatie over de export en verwerking van Nederlands
niet-recyclebaar plastic afval naar en in Turkije?
Antwoord 4
Uiteraard betreur ik de door de NRC in beeld gebrachte situatie zeer en vind ik het
onacceptabel dat Nederlands plastic eindigt in een Turkse berm. De berichtgeving van
de NRC toont het belang van minder plastic gebruiken, het beter ontwerpen van verpakkingen
en het zoveel mogelijk hergebruiken en recyclen van ons eigen afval. Daar werkt dit
kabinet hard aan middels het Nederlandse en Europese Plastic Pact, de uitgebreide
producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen en de verbreding daarvan naar bedrijfsafval
vanaf 2023 en het invoeren van statiegeld. Ik ga daar ook mee door. Totdat het een
gewoonte is dat ons plastic weer in nieuwe producten komt of hergebruikt kan worden.
Ik ben van mening dat wij binnen de EU zelf in staat moeten zijn ons eigen afval op
een hoogwaardige manier te verwerken. De berichtgeving van de NRC over de zeer onwenselijke
situatie in Turkije sterkt mij hierin.
Vraag 5
Klopt het dat uit de productiecijfers van de Turkse plasticverwerkingsindustrie niet
blijkt dat er sprake is van een enorme toename, terwijl de export van plastic vanuit
EU-landen naar Turkije in de laatste drie jaar is vertwaalfvoudigd? Hoe is dat te
verklaren?
Antwoord 5
De Nederlandse overheid monitort niet de productiecijfers van de Turkse plasticverwerkingsindustrie,
noch heeft het daar de bevoegdheid of mogelijkheden voor.
Vraag 6
Gaat het hier om bedrijfsafval of gaat het hier ook om afval dat via gemeentes wordt
ingezameld?
Antwoord 6
Bij de export van plastic afval en het toezicht daarop wordt geen onderscheid gemaakt
tussen bedrijfsafval en via gemeentes ingezameld afval.
De NRC heeft getracht de herkomst van het materiaal te achterhalen en is daarbij tot
de conclusie gekomen dat het waarschijnlijk om bedrijfsmatig afval gaat. Op basis
van de beschikbare informatie, deel ik die analyse.
Vraag 7
Welke mogelijkheden zijn er om de Inspectie Leefomgeving en Transport meer overzicht
te laten krijgen over de uitvoer van plastic afval?
Antwoord 7
Voor internationale transporten van gevaarlijk afval stelt de Europese Verordening
Overbrenging Afvalstoffen, de EVOA, een kennisgeving verplicht. Voordat een dergelijk
transport mag vertrekken, moeten de bevoegde gezagen van het land van vertrek, van
de doorvoerlanden en van het land van bestemming dit transport hebben goedgekeurd.
De gevaarlijke afvaltransporten zijn bij de bevoegde gezagen dus al bekend en de EVOA
biedt aan het bevoegd gezag ook de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen deze transporten.
Ongevaarlijke afvaltransporten die zijn bestemd voor een zogenaamde «nuttige toepassing»
– zijnde recycling of verbranding met energieterugwinning – mogen zonder EVOA-kennisgeving
de grens over. Wel moet er een internationaal gestandaardiseerd «EVOA Bijlage 7»-formulier
bij deze transporten aanwezig zijn met daarop o.a. gegevens van verzender, ontvanger
en wijze waarop het afval door de ontvanger zal worden verwerkt. De ILT en Douane
werken goed samen in het toezicht op deze ongevaarlijke afvaltransporten. Een verplichting
om dit «Bijlage 7»-formulier, dat toch al moet worden ingevuld, meteen ook (digitaal)
op te sturen naar het bevoegd gezag van het land van verzending zou het zicht houden
op deze transporten aanzienlijk vergemakkelijken. Nederland heeft dit ingebracht in
de nu lopende voorbereiding voor de herziening van de EVOA.
Het toezicht op deze stromen geschiedt risicogericht. Daarbij werkt de ILT samen met
de inspectiediensten van de betreffende landen en binnen de EU worden ervaringen gedeeld
via platforms als het European Union Network for the Implementation and Enforcement
of Environmental Law, IMPEL. Primair controleren de Douane en de ILT de aard van de
lading en of de partij voldoet aan de eisen die aan schoon, goed verwerkbaar, ongevaarlijk
afval worden gesteld. Daarnaast verifieert de ILT risicogericht bij de autoriteit
in het land van bestemming of de ontvanger/verwerker over de vereiste vergunningen
beschikt. Momenteel onderzoekt de ILT de export van kunststof en heeft met de bestemmingslanden
Turkije, Maleisië en Vietnam hiervoor gegevens uitgewisseld. Ik verwacht de uitkomsten
hiervan begin 2021.
Vraag 8
Is er tussen import- en exportlanden ook een controle om te verifiëren dat het materiaal
conform opgave is?
Antwoord 8
Primair controleren de Douane en de ILT de aard van de lading en of de partij voldoet
aan de eisen die aan schoon, goed verwerkbaar, ongevaarlijk groene lijst afval worden
gesteld. Daarnaast verifieert de ILT risicogericht bij de autoriteit in het land van
bestemming of de ontvanger/verwerker over de vereiste vergunningen beschikt. Momenteel
onderzoekt de ILT de export van kunststof en heeft met de bestemmingslanden Turkije,
Maleisië en Vietnam hiervoor gegevens uitgewisseld.
In dit kader kan ook worden genoemd dat de Europese bevoegde gezagen in het kader
van de EVOA op dit moment onderling al veel informatie uitwisselen over hun ervaringen,
ook met de verwerking van afval in niet-EU-landen. Naar aanleiding van de komende
herziening van de EVOA is binnen Europa een discussie gestart om deze samenwerking
te intensiveren.
Vraag 9
Zijn er ook mogelijkheden om overzicht te creëren die niet direct zien op het invoeren
van een Europese meldplicht?
Antwoord 9
In het NRC-artikel wordt dat ontbreken van een meldplicht genoemd bij de uitvoer van
niet-schadelijk plastic binnen Europa. Waarschijnlijk wordt het ontbreken van een
verplichting voor het doen van een EVOA-kennisgeving bedoeld.
Ongevaarlijke afvaltransporten die zijn bestemd voor een zogenaamde «nuttige toepassing»,
mogen inderdaad zonder EVOA-kennisgeving de grens over, ook de EU-buitengrens, tenzij
het ontvangende land het expliciet heeft verboden. Wel moet er een internationaal
gestandaardiseerd «EVOA Bijlage 7»-formulier bij deze transporten aanwezig zijn met
daarop o.a. gegevens van verzender, ontvanger en wijze waarop het afval door de ontvanger
zal worden verwerkt. Een verplichting om dit «Bijlage 7»-formulier, dat toch al moet
worden ingevuld, meteen ook (digitaal) op te sturen naar bevoegd gezag van het land
van verzending zou het zicht houden op deze transporten aanzienlijk vereenvoudigen.
Nederland heeft dit ingebracht in de nu lopende voorbereiding voor de herziening van
de EVOA.
Verder geldt in Nederland nu al een producentenverantwoordelijkheid voor (plastic)
verpakkingen. In dit systeem organiseren en betalen bedrijven die verpakkingen op
de Nederlandse markt brengen, een vergoeding voor het inzamelen, sorteren en verwerken
van deze verpakkingen die bij huishoudens worden afgedankt. Daarover wordt jaarlijks
verslag gedaan. Voor de verwerking van plastic verpakkingen uit Nederlandse huishoudens
is met het Afvalfonds en andere ketenpartijen afgesproken dat deze binnen de EU worden
gerecycled en niet naar buiten de EU worden geëxporteerd.
Plastic verpakkingen die vrijkomen bij bedrijven, vallen op dit moment nog buiten
de vergoedingenstructuur van de producentenverantwoordelijkheid. Ik ga de uitgebreide
producentenverantwoordelijkheid van verpakkingen met ingang van 2023 verbreden met
verpakkingen die bij bedrijven vrijkomen. Daarmee wordt het de verantwoordelijkheid
van de producenten om een gesloten en transparante keten te organiseren en jaarlijks
verslag te doen over de wijze waarop de verpakkingen gerecycled of hergebruikt zijn.
Ook voor deze afvalstromen spreek ik met het Afvalfonds en andere ketenpartijen af
dat deze binnen de EU worden gerecycled en niet naar buiten de EU worden geëxporteerd.
Ik zal dit ook in de verslagleggingsregelgeving opnemen. Ik zie het verbreden van
de producentenverantwoordelijkheid als een deel van de oplossing om deze bedrijfsmatige
afvalstroom beter in het zicht te krijgen.
Vraag 10
Welke betaalbare alternatieven zijn er voor het verwerken van het Nederlandse niet-recyclebare
plastic afval dat nu naar Turkije geëxporteerd wordt?
Antwoord 10
Zoals in het antwoord op vraag 3 uiteengezet is alleen het exporteren van recyclebaar
plastic afval toegestaan met bestemming «nuttige toepassing». Niet-recyclebaar afval
kan efficiënt en met energieterugwinning in Nederlandse afvalverbrandingsinstallaties
worden verbrand.
Vraag 11
Welke maatregelen gaat u nemen om nieuwe exportladingen met Nederlands niet-recyclebaar
plastic afval naar Turkije te voorkomen?
Antwoord 11
Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 2 zal per 1 januari 2021 als gevolg van
de implementatie binnen de OESO van de aanscherping van de regels voor internationale
transporten van plastic afval onder het Verdrag van Bazel, alleen nog schoon en eenvoudig
te recyclen plastic afval als groene lijst afval, dus zonder EVOA-kennisgeving, uit
de EU mogen worden geëxporteerd. Voor al het plastic afval dat niet op de OESO groene
lijst staat, is een EVOA-kennisgeving verplicht, wat betekent dat bevoegd gezag van
het land van verzending daar bezwaar tegen kan maken.
In het antwoord bij vraag 3 ben ik ingegaan op het bijbehorende toezicht.
Vraag 12
Wat gaat u eraan doen om voldoende capaciteit in Europa te creëren om plastic te recyclen?
Antwoord 12
Producenten zijn verantwoordelijk om de inzameling en recycling van verpakkingen te
organiseren en de kosten daarvan te dekken. Onrendabele toppen in de recycling van
plastic verpakkingen komen daarmee voor rekening van diegenen die de verpakkingen
op de markt brengen en daarmee worden investeringen gestimuleerd. Met producenten
zet ik erop in om de verpakkingen binnen de EU te kunnen recyclen. Dat vraagt om een
stevige uitbreiding van de capaciteit de komende jaren. Ik roep in EU-verband op tot
de noodzaak om hierin gezamenlijk te investeren.
Daarnaast heeft het kabinet de afgelopen jaren investeringen in hoogwaardige recyclingcapaciteit
voor plastics ondersteund via onder meer de subsidieregeling DEI+ en de MIA/Vamil.
Hierdoor wordt op dit moment op meerdere plekken in Nederland mechanische en chemische
plasticrecyclingcapaciteit gerealiseerd.
Vraag 13
Wat vindt u van de uitspraak uit het artikel Plasticafval: hoe een Nederlands dropzakje kon eindigen in een Turkse berm: «Mocht het nut tegenvallen, dan is dat in de praktijk vooral een probleem van de
Turken»?
Antwoord 13
Zoals in voorgaande antwoorden uiteen is gezet, is het exporteren van recyclebaar
plastic afval naar Turkije toegestaan, maar het is vanzelfsprekend niet de bedoeling
dat hierdoor elders milieuproblemen ontstaan. Ik ben van mening dat wij binnen de
EU zelf in staat moeten zijn ons eigen afval op een hoogwaardige manier te verwerken.
De berichtgeving van de NRC over de zeer onwenselijke situatie in Turkije sterkt mij
hierin. Daarom werk ik in de breedte aan het aanpakken van de plastic soep, door minder
plastic te gebruiken, het beter ontwerpen van verpakkingen en het zoveel mogelijk
hergebruiken en recyclen van ons eigen afval. Daar werkt dit kabinet hard aan middels
het Nederlandse en Europese Plastic Pact, de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
voor verpakkingen en de verbreding daarvan naar bedrijfsafval vanaf 2023 en het invoeren
van statiegeld. Ik ga daar ook mee door. Totdat het een gewoonte is dat ons plastic
weer in nieuwe producten komt of hergebruikt kan worden.
Vraag 14
Waarom kent Nederland geen rekenregels als het gaat om het minimale percentage dat
gerecycled moet worden om iets als «nuttige toepassing' aan te kunnen merken? Vindt
er wel controle op plaats?
Antwoord 14
De export van afval uit de EU is uitsluitend toegestaan ten behoeve van een «handeling
van nuttige toepassing». Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 2 zal per 1 januari
2021 als gevolg van de implementatie binnen de OESO van de aanscherping van de regels
voor internationale transporten van plastic afval onder het Verdrag van Bazel, alleen
nog schoon en eenvoudig te recyclen plastic afval als groene lijst afval uit de EU
mogen worden geëxporteerd.
Export uit de EU voor een «verwijderingshandeling» is verboden. In het verleden was
een dergelijke rekenregel opgenomen in het Landelijk afvalbeheerplan, het LAP. In
een rechterlijke uitspraak is deze benadering verworpen en op basis daarvan is Nederland
afgestapt van het voor dit doel gebruiken van rekenregels.
Vraag 15
Is de Harmonized System(HS)-code 3915 te algemeen en leidt dit tot misbruik? Zou het
een optie kunnen zijn om meerdere codes in te stellen? Zijn er gevallen van misbruik
bekend? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het?
Antwoord 15
De HS-code 3915 is de code die binnen de geharmoniseerde systematiek van de World
Customs Organization (WCO) wordt gebruikt voor het declareren van grensoverschrijdende
transporten en het bepalen van verschuldigde heffingen. Deze codes worden zo goed
mogelijk gesynchroniseerd met de codes die binnen het Verdrag van Bazel worden vastgesteld
voor het classificeren van afval. De HS-codes zijn dus niet primair bedoeld om afval
te sturen naar een zo verantwoord mogelijke verwerking.
De afspraken binnen het Verdrag van Bazel en de implementatie daarvan in de EVOA bepalen
of een afvaltransport wel of niet is toegestaan. Een vracht die onder HS 3915 uit
de EU wordt geëxporteerd, moet daarom altijd ook vergezeld gaan van òf een EVOA-kennisgeving
voor «gevaarlijk afval» òf een «EVOA Bijlage 7»-formulier voor «groene lijst afval».
Vraag 16
Hoe wordt voorkomen dat plastic «per ongeluk de verkeerde afslag neemt»?
Antwoord 16
In het antwoord op vraag 2 heb ik aangegeven dat, als gevolg van de aanscherping van
de regels voor internationale transporten van plastic afval, per 1 januari 2021 alleen
nog schoon en eenvoudig te recyclen plastic afval zonder toestemming vooraf uit de
EU mag worden geëxporteerd. In het antwoord op vraag 3 zijn het toezicht op de export
beschreven. Ook zal de ILT de export naar Turkije nader in kaart te brengen. In het
antwoord op vraag 9 heb ik aangegeven dat ik de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
van verpakkingen ga verbreden met verpakkingen die bij bedrijven vrijkomen.
Vraag 17
Hoe denkt u de stroom plastic verpakkingen, metalen verpakkingen, drankkartons
(pmd-stroom) en «de meest ongrijpbare afvalstroom' bedrijfsafval te kunnen reguleren
zonder onevenredige lastenverzwaring voor bedrijven en huishoudens?
Antwoord 17
Zoals ik aan heb gegeven in de Kamerbrief Beleidsmaatregelen voor een circulaire verpakkingsketen
(Kamerstuk 28 694, nr. 136) ga ik de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van verpakkingen verbreden
met verpakkingen die bij bedrijven vrijkomen. Daarmee wordt het de verantwoordelijkheid
van de producenten om een gesloten en transparante keten te organiseren en jaarlijks
verslag te doen over de wijze waarop de verpakkingen gerecycled of hergebruikt zijn.
Ik zie het verbreden van de producentenverantwoordelijkheid als een deel van de oplossing
om deze bedrijfsmatige afvalstroom beter in het zicht te krijgen.
Daarnaast worden de regels voor internationale transporten van plastic afval, per
1 januari 2021 aangescherpt zodat alleen nog schoon en eenvoudig te recyclen plastic
afval zonder toestemming vooraf uit de EU mag worden geëxporteerd.
Vraag 18
Wilt u deze vragen één voor één en voor het algemeen overleg (AO) Circulaire Economie
van 2 december 2020 beantwoorden?
Antwoord 18
Bij deze heb ik aan uw verzoek voldaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.