Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bergkamp en Jetten over 'Wouter wilde bloedplasma doneren voor middel tegen corona, maar werd geweigerd'
Vragen van de leden Bergkamp en Jetten (beiden D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Wouter wilde bloedplasma doneren voor middel tegen corona, maar werd geweigerd» (ingezonden 8 oktober 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 16 november 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 505.
Vraag 1
Bent u bekend met de regels omtrent het doneren van bloedplasma met antistoffen tegen
COVID-19 bij bloedbank Sanquin?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het uw inzet om de mogelijkheid voor het doneren van bloedplasma voor een zo breed
mogelijke groep mogelijk te maken en daarbij onnodige obstakels uit de weg te nemen?
Ziet u hierbij de noodzaak van tempo in?
Antwoord 2
Het uitgangspunt in de bloedvoorziening is dat de veiligheid van ontvangers van bloedproducten
te allen tijde voorop staat. In de gesprekken tussen de patiëntenvereniging, het COC
en Sanquin met het ministerie wordt dit uitgangspunt door iedereen onderschreven.
Er is mij en Sanquin veel aan gelegen om (potentiële) donors niet onnodig uit te sluiten.
Donors hebben immers een cruciale rol in de bloedvoorziening en daar moeten we zuinig
op zijn.
Sanquin onderzoekt regelmatig of het donorselectiebeleid gewijzigd kan worden zonder
dat dit ten koste gaat van de veiligheid van de bloedvoorziening. Sanquin houdt mij
hierover op de hoogte. Sanquin heeft mij laten weten dat het huidige selectiecriterium
voor het doneren van volbloed door mannen die seks hebben gehad met andere mannen
(MSM) binnenkort ook van toepassing zal zijn voor plasmadonaties. Dit betekent dat
MSM ook plasma voor de bereiding van plasmageneesmiddelen kunnen doneren mits een
wachttijd van ten minste 4 maanden na het laatste MSM-contact in acht wordt genomen.
De wijziging zal geen nadelig effect hebben op de veiligheid van plasmageneesmiddelen.
Sanquin verwacht begin volgend jaar het gewijzigde beleid in te kunnen voeren.
Vraag 3 en 4
Kunt u toelichten wat nu precies de criteria zijn om andere regels te hanteren bij
het doneren van bloed en bloedplasma bij homo-en biseksuele mannen dan bij heteroseksuelen?
Hoe verhouden deze criteria zich volgens u tot de regels bij heteroseksuelen?
Antwoord 3 en 4
Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer vaker het beleid van Sanquin toegelicht waarom
er een specifiek selectiebeleid is voor MSM. Waar het op neer komt: voor groepen waarbij
aangetoond is dat sprake is van een verhoogd risico op bloed overdraagbare infectieziektes
zijn maatregelen van toepassing. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om overdracht
van deze ziektes aan patiënten via transfusie te voorkomen. Aangegeven is dat de huidige
laboratoriumtesten nog steeds geen vroege infecties op kunnen sporen, terwijl deze
donaties deze ziektes wel via transfusies kunnen overdragen.2
Uit Europese epidemiologische gegevens blijkt dat het aantal hiv-diagnoses sinds 1984
is toegenomen.3 De epidemie treft vooral hoog risicogroepen, in het bijzonder MSM. Wanneer het risico
op hiv-infectie in Nederland voor MSM wordt vergeleken met heteroseksuelen, ligt het
jaarlijkse aantal nieuwe hiv-diagnoses bij MSM ongeveer honderd maal hoger dan bij
heteroseksuelen. Verder is sinds de jaren 80 van de vorige eeuw onder MSM een sterk
verhoogd risico op infecties met hepatitis B-virus en syfilis gevonden. Ook zien we
bij MSM sinds enkele jaren een verhoogd risico op infectie met het hepatitis C-virus.4
Donorselectiecriteria zijn gericht op zowel donor- als patiëntveiligheid. In de criteria
ten behoeve van veilige bloedtransfusies aan patiënten wordt bijvoorbeeld rekening
gehouden met reisgedrag, medicatiegebruik en seksueel risicogedrag van donors. Ook
bij heteroseksuelen kan sprake zijn van seksueel risicogedrag5, waarna zij – net als MSM – een wachttijd van 4 maanden in acht dienen te nemen voordat
zij bloed kunnen doneren. Ik wil toe naar een situatie waarin niet de geaardheid maar
het gedrag de toegang bepaalt.
Vraag 5
Zijn er andere criteria denkbaar die ervoor zorgen dat meer personen in aanmerking
komen voor het doneren, die tegelijkertijd risico’s uitsluiten?
Antwoord 5
Voor zover bekend zijn er geen andere donorselectiecriteria voor MSM bekend bij Sanquin
die de veiligheid van de bloedvoorziening waarborgen. Leidend voor het donorselectiebeleid
zijn de Europese richtlijnen en de aanbevelingen van de Raad van Europa. En mocht
uit onderzoek aangetoond zijn dat andere selectiecriteria geen nadelig invloed heeft
op de veiligheid van de bloedvoorziening dan heeft Sanquin laten weten deze nader
te overwegen. Verder heeft mijn ambtsvoorganger, voor de uitvoering van motie Ellemeet
c.s.6, eind vorig jaar het RIVM gevraagd naar de haalbaarheid van het doen van een onderzoek
naar het hanteren van seksueel risicogedrag als selectiecriterium zonder dat daarbij
de veiligheid van de bloedvoorziening in het geding komt. Door de coronacrisis heeft
dit onderzoek vertraging opgelopen. Ik zal het RIVM vragen dit onderzoek nu voortvarend
ter hand te nemen. De vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
heeft mij inmiddels om een voortgang verzocht over de uitvoering van motie Ellemeet
c.s. Ik zal in mijn reactie op dit verzoek ingaan op waar het onderzoek nu staat.
Vraag 6
Op welke wijze worden homoseksuele mannen op voorhand geïnformeerd over de huidige
richtlijnen, zodat zij niet onnodig naar de bloedbank komen?
Antwoord 6
Sanquin gebruikt meerdere manieren en instrumenten om te voorkomen dat (potentiële)
donors onnodig naar de bloedbank komen. Zo is er een online formulier dat (potentiële)
donors kunnen invullen om te bepalen of er redenen voor uitstel zijn en kunnen (potentiële)
donors vooraf bellen met de bloedbank om mogelijke risico’s te bespreken. Daarnaast
staat in informatiefolders en op de website van Sanquin duidelijke informatie over
het donorselectiebeleid rond MSM.
Vraag 7
Wat is de voortgang van het onderzoek naar de mogelijkheid voor homo- en biseksuele
mannen om bloedplasma te doneren? Wat zijn de afwegingen die in dit onderzoek naar
voren komen?
Antwoord 7
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.