Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Beschermenswaardige partijen: bescherming van het daderdier’
Vragen van de leden Van Wijngaarden en Weverling (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Beschermenswaardige partijen: bescherming van het daderdier» (ingezonden 16 november 2020).
Vraag 1
            
Kent u het artikel «Beschermenswaardige partijen: bescherming van het daderdier»?1
Vraag 2
            
Klopt het dat slachtoffers de aanval door een vechthond niet kunnen voorkomen of afweren,
               tenzij zij over een wapen beschikken, omdat zij uit het niets geconfronteerd worden
               met een hond die de intentie en het vermogen heeft om zijn slachtoffer te doden? Wat
               vindt u van het feit dat het bezit van vechthonden zonder enige restricties is toegestaan?
            
Vraag 3
            
Heeft u een kostenoverzicht van de medische hulp, ambulance- en politie-inzet die
               verband houden met de aanwezigheid van vechthonden? Wordt er onderzoek verricht onder
               chirurgen naar de veroorzakers van ernstige aanvallen? Zo nee, waarom niet? Zitten
               er slachtoffers in de overlegstructuren over dit probleem? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Bent u bereid de regelgeving rondom vechthonden uit te breiden zodat bijvoorbeeld
               de burgermeester of het college van burgmeester en wethouders sneller en doeltreffender
               kunnen ingrijpen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u daarnaast kijken naar de mogelijkheid
               een plicht op te leggen die landelijk geldt en niet (zoals een muilkorfplicht) slechts
               binnen de gemeentegrenzen? Hoe krijgen gemeenten ondersteuning, nu voormalig Minister
               van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Verburg deze taak uitdrukkelijk aan hen heeft
               toegewezen?
            
Vraag 5
            
Welke mogelijkheden zijn er om dierenasiels aan te pakken indien zij een vechthond
               plaatsen in een onveilige omgeving zonder zich ervan te vergewissen dat de nieuwe
               eigenaar voldoende maatregelen heeft getroffen c.q. zal treffen om te voorkomen dat
               de betreffende hond schade zal aanrichten?
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat vechthonden die letsel veroorzaken niet herplaatst mogen worden
               in een andere gemeente omdat dit niets afdoet aan het feit dat ze nog steeds gevaarlijk
               zijn?
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat de bestaande maatregelen opgelegd tegen een vechthond beter
               moeten worden gehandhaafd? Zo ja, kunt u dit wettelijk beter regelen?
            
Vraag 8
            
Klopt het dat sinds 1 januari 2009 het bezit van ieder soort, ras of type vechthond
               zonder enige restrictie toegestaan is en dat iedereen deze honden in soorten en maten
               mag fokken, importeren, kopen, verkopen en houden, en zowel het straatbeeld als de
               representatie in asielhonden tonen aan dat dat ook gebeurt? Bent u voornemens te bewerkstelligen
               dat een regeling tot stand wordt gebracht waardoor eisen worden gesteld aan het fokken,
               importeren, verkopen en houden van bepaalde typen vechthonden?
            
Vraag 9
            
Hoe beoordeelt u uw antwoord op bovenstaande vraag in het licht van de uitspraak van
               het Gerechtshof Amsterdam van 5 juni 2018, waar geen verwijtbaarheid werd aangenomen
               mede omdat het Hof wees op wisselende of zelfs ontbrekende wet- en regelgeving hetgeen
               tot gevolg had dat schadeverhaal voor het slachtoffer via het strafrecht onmogelijk
               werd?2
Vraag 10
            
Hoe weegt u, gelet op voorkoming van minderjarige slachtoffers, het belang van het
               kind zoals geformuleerd in het Internationaal verdrag van de rechten van het kind
               bij het gebruik van de mogelijkheid die de Wet Dieren biedt om soorten of categorieën
               van dieren die aantoonbaar gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid te verbieden?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J. van Wijngaarden, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
A. Weverling, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.