Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over de mogelijkheid voor raadsleden in Boxmeer om in coronatijd te kunnen stemmen
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de mogelijkheid voor raadsleden in Boxmeer om in coronatijd te kunnen stemmen (ingezonden 26 oktober 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
16 november 2020)
Vraag 1
Deelt u de opvatting dat gekozen raadsleden in Boxmeer de mogelijkheid moeten hebben
om te stemmen, ook in coronatijd?1
Antwoord 1
Het deelnemen aan een beraadslaging en aan een stemming zijn essentiële rechten van
een raadslid. Deze horen ook in coronatijd geborgd te zijn. Tegelijkertijd kunnen
er, ook buiten coronatijd, redenen zijn dat een individueel lid geen gebruik kan maken
van deze rechten.
Met de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming is een mogelijkheid
gecreëerd voor gemeenteraden om digitaal te vergaderen, maar geen verplichting. Het
is aan de gemeenteraad zelf om te bepalen op welke wijze vergaderd wordt. Dit past
bij de lokale autonomie. Met de keuze over hoe te vergaderen wordt op zichzelf geen
recht van een raadslid aangetast. Elk lid heeft toegang tot de vergadering en heeft
daarmee dezelfde rechten. De afweging om niet deel te nemen aan een fysieke vergadering
wordt door het lid zelf gemaakt en niet door de gemeenteraad, hoewel dit in deze tijden
niet altijd een volledig vrije afweging zal zijn. Navraag bij de gemeente Boxmeer
heeft geleerd dat de raad heeft besloten de beraadslaging in een fysieke vergadering
vorm te geven, maar de stemming in een digitale vergadering te laten plaatsvinden.
De raad is daarmee tot een werkwijze gekomen die ieder raadslid de mogelijkheid geeft
om deel te nemen aan de stemmingen.
Vraag 2
Kent u voorbeelden van andere gemeenten waar raadsleden vanwege hun gezondheid niet
in staat zijn in deze coronatijd fysiek te stemmen? Zo ja, welke oplossingen zijn
hier gevonden?
Antwoord 2
De evaluatiecommissie is nog bezig met de uitvraag voor de derde rapportage. Op dit
moment zijn de commissie geen gevallen bekend waarbij een fractie stelt dat leden
uitgesloten worden van deelname aan de beraadslaging en stemming. De vraag hoe groot
een minderheid mag zijn die een voorkeur heeft voor digitaal vergaderen speelt breder.
Op dit punt wil ik de derde rapportage afwachten die naar verwachting rond 1 december
wordt opgeleverd. Deze rapportage zal, zoals reeds is toegezegd, ook aan Uw Kamer
gestuurd worden.
Vraag 3
Welke oplossing ziet u om ervoor te zorgen dat alle raadsleden in coronatijd kunnen
voldoen aan hun democratisch recht om te stemmen?
Antwoord 3
De gemeenteraad beschikt over een aantal mogelijkheden om de raadsvergadering vorm
te geven zolang de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming geldt.
Er kan volledig fysiek of volledig digitaal vergaderd worden, waarbij zowel de beraadslaging
als de stemming in dezelfde vergadering plaatsvindt. Er kan ook een onderscheid gemaakt
worden tussen beraadslaging in een fysieke vergadering en stemming in een digitale
vergadering, zolang dit maar twee afzonderlijke vergaderingen betreft. Er zijn ook
andere keuzes mogelijk, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van commissievergaderingen
voor de beraadslaging. Zolang dit geen bestuurscommissies zijn (commissies op grond
van artikel 83 van de Gemeentewet) en er geen sprake is van formele besluitvorming
in deze commissies, is er meer vrijheid om vergaderingen van deze commissies in te
richten.
Een verdergaande optie is dat het voor enkele raadsleden mogelijk wordt gemaakt langs
digitale weg inbreng te leveren bij de beraadslaging in een fysieke vergadering. Volwaardige
deelname langs digitale weg is bij een fysieke vergadering niet mogelijk, omdat deze
leden formeel gezien niet aanwezig zijn in de vergadering (zij hebben de presentielijst
niet getekend en tellen derhalve niet mee voor het quorum) en daarmee ook niet over
de rechten van een raadslid beschikken dat aanwezig is in een vergadering. De Gemeentewet
staat er op zichzelf niet aan in de weg dat deze leden digitaal meeluisteren of door
de voorzitter worden uitgenodigd hun opvatting kenbaar te maken door inbreng te leveren,
al zal voor de vergaderorde wel moeten worden bepaald op welke wijze de voorzitter
dit toestaat. Van deelname van deze leden aan de stemming kan echter geen sprake zijn,
aangezien zij zoals gezegd formeel niet in de vergadering aanwezig zijn en dus niet
over alle aan het raadslidmaatschap verbonden rechten beschikken. Deze invulling van
een raadsvergadering kan in elk geval niet leiden tot problemen met de rechtmatigheid
van besluiten omdat niet langs digitale weg wordt deelgenomen aan een stemming in
een fysieke vergadering. Daardoor ontstaan er geen bevoegdheidsgebreken bij besluiten.
Het is aan de gemeenteraad om hier keuzes in te maken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.