Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Karabulut en Van den Hul over een ten onrechte ontslagen klokkenluider op de ambassade in Nigeria
Vragen van de leden Karabulut (SP) en Van den Hul (PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een ten onrechte ontslagen klokkenluider op de ambassade in Nigeria (ingezonden 28 september 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 13 november 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Rechter: klokkenluider Buitenlandse Zaken onterecht ontslagen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Bent u voornemens op grond van het oordeel van de rechtbank Den Haag dat er ten onrechte
een klokkenluider is ontslagen die misstanden op de ambassade in de in de Nigeriaanse
hoofdstad Abuja aankaartte de wijze waarop het ministerie omgaat met klokkenluiders
te herzien? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Gaat u in reactie op het oordeel van de rechtbank Den Haag dat er ten onrechte een
klokkenluider is ontslagen die misstanden op de ambassade in de in de Nigeriaanse
hoofdstad Abuja aankaartte, uit (laten) zoeken hoe en waarom dit heeft kunnen gebeuren?
Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden 2 en 3
Helaas is BZ er niet in geslaagd de rechter ervan te overtuigen dat het ontslag van
de medewerker niet het gevolg was van de integriteitsmelding die zij had gedaan. We
vinden het belangrijk lessen te trekken uit deze zaak door vanuit de verschillende
perspectieven deze zaak nog een keer goed tegen het licht te houden. Zodat we weten
wat we in de toekomst beter en anders moeten doen.
Alle BZ-medewerkers, zowel op het departement als op de posten, lokaal en uitgezonden,
moeten zich vrij en veilig voelen om een vermoedelijke integriteitsschending te melden
of dat nu gaat om een leidinggevende of een naaste collega. Dat een melder nooit nadeel
mag ondervinden van het doen van een melding is van groot belang en daar wordt ook
op toegezien. In elke fase van melding, onderzoek en afronding moet BZ zorgvuldig
omgaan met de belangen van iedereen die op enigerlei wijze bij het proces betrokken
is. Dat geldt in het bijzonder voor de melder (of klager) en de betrokkene (beklaagde).
De impact van een onderzoek op deze medewerkers en op hun werkomgeving is vaak groot.
Dat betekent dat het in alle fases belangrijk is om oog te hebben voor het welbevinden
van de medewerkers, goede communicatie en informatievoorziening. Over de coördinatie
daarvan zijn duidelijke afspraken met alle betrokken functionarissen die daarin een
rol hebben.
De uitspraak heeft impact gehad op de BZ-organisatie en zal negatieve effecten kunnen
hebben op de meldingsbereidheid, zeker van lokaal personeel. Het verhogen van meldingsbereidheid
is belangrijk. De afgelopen jaren is het aantal meldingen toegenomen. Er is binnen
het ministerie al de nodige aandacht voor het belang van melden, tot op het hoogste
niveau van de organisatie. Hier zal in de komende periode extra nadruk op komen te
liggen.
Vraag 4
Wat zijn de gevolgen van het vonnis van de rechter voor de omgang met het personeel
op de ambassade in Nigeria? Is daarbij aandacht voor respectvolle omgangsvormen?
Antwoord 4
Er wordt in het kader van preventie en bewustwording veel aandacht besteed aan respectvolle
omgangsvormen tussen collega’s en aan het creëren van een veilige werkomgeving. Leidinggevenden
in Den Haag en op de posten worden gestimuleerd om regelmatig met hun teams in gesprek
te gaan en te blijven over integriteit en een veilige werkomgeving. Deze gesprekken
vinden plaats – en hebben naar aanleiding van deze zaak plaatsgevonden – ook op de
ambassade in Nigeria.
Vraag 5
Heeft u in reactie op het vonnis inmiddels excuses aangeboden aan de klokkenluider?
Zo nee, wilt u dat dan alsnog doen?
Antwoord 5
Het vonnis van de rechter maakt duidelijk dat in deze zaak niet alles goed is gedaan.
Dit betreuren wij. Er is besloten niet in hoger beroep te gaan vanwege de impact die
deze zaak heeft op alle betrokkenen. We willen de zaak voor hen achter ons laten.
Dit hebben we aan mevrouw laten weten. Gelijktijdig moeten en willen we hier wel van
leren.
Vraag 6
Wordt ook financiële compensatie van de klokkenluider voor gemaakte juridische kosten
overwogen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het ministerie is door de rechter tot de proceskosten veroordeeld en zal deze voldoen.
Verder is BZ veroordeeld tot het betalen van 12 maanden salaris, plus 30% inkomensterugval
voor de rest van de duur van het arbeidscontract.
Vraag 7
Klopt het dat de klokkenluider geen lid van een vakbond mocht zijn? Zo ja, waarom
was dat het geval? Zo nee, wat was dan het beleid?
Antwoord 7
Er is geen bezwaar tegen vakbondslidmaatschap van medewerkers. Er is ook geen beleid
dat dat zou verhinderen.
Vraag 8
Kunt u aangeven waarom, terwijl de klokkenluider werd ontslagen, de ambassadeur niet
ontslagen is?
Antwoord 8
Beide beslissingen zijn gebaseerd op verschillend onderzoek en afwegingen daarop.
Deze dragen een persoonsvertrouwelijk karakter, reden waarom daar geen mededelingen
over worden gedaan.
Vraag 9, 10 en 11
Heeft u redenen om aan te nemen dat er sprake is geweest van het lekken van geheime
informatie aan Shell over een strafrechtelijk onderzoek naar corruptie bij het oliebedrijf
door de ambassadeur? Zo nee, waarom niet?
Heeft u zelfstandig onderzoek gedaan naar het lekken geheime informatie aan Shell
over een strafrechtelijk onderzoek naar corruptie bij het oliebedrijf van door de
ambassadeur? Zo ja, wat is de uitkomst hiervan? Zo nee, waarom niet?
Bent u er (inmiddels) van op de hoogte of informatie over een naderend bezoek aan
Nigeria van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) door de ambassadeur
is doorgespeeld aan de lokale Shell-directeur? Zo nee, bent u bereid hier onderzoek
te (laten) verrichten of vindt u dit voldoende bewezen?
Antwoorden 9, 10 en 11
In 2018 is een melding ontvangen aangaande mogelijke integriteitsschendingen door
de toenmalig ambassadeur. Er is hierop een feitenonderzoek in opdracht van de departementsleiding
uitgevoerd. Het onderzoek en de gevolgen daarvan zijn personeelsvertrouwelijk. Uw
Kamer is hier op 26 juni 2020 met een vertrouwelijke brief behorende bij de antwoorden
op de Kamervragen van 5 juni 2020 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 785) over geïnformeerd.
Vraag 12 en 13
Bent u geschrokken van de het beeld dat in de uitspraak is bevestigd dat de Nederlandse
overheid doorschiet in haar wens om Shell en andere multinationals te faciliteren?
Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om nieuwe richtlijnen voor de ambassade in Nigeria te formuleren, waarin
een grotere afstand tot zakelijke belangen wordt gehanteerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden 12 en 13
Het is de taak van de overheid om via de ambassades van het Koninkrijk der Nederlanden
alle verschillende Nederlandse belangen te dienen, inclusief die van het bedrijfsleven.
Het komt voor dat die belangen soms gedeeltelijk of geheel tegengesteld zijn. Het
is dan aan onze professionele diplomatieke dienst om daarin de juiste balans te vinden
en de goede afwegingen te maken en daarbij ieders belangen zo goed mogelijk te dienen.
Helaas is het in dat soort gevallen niet altijd mogelijk om iedereen volledig tevreden
te stellen. Dat in de beeldvorming door bepaalde partijen het ene belang of een bepaalde
activiteit soms wat meer belicht wordt dan een andere is hun goed recht. De Nederlandse
overheid ondersteunt vanzelfsprekend geen belangen of activiteiten die niet in lijn
zijn met het Nederlands beleid of met de Nederlandse – of lokale – wet- en regelgeving.
Nieuwe richtlijnen voor de Nederlandse ambassade in Abuja zijn niet noodzakelijk.
Het huidige beleid – inclusief de in het verleden geleerde lessen – is duidelijk,
de belangentegenstellingen in de complexe context eveneens. De ambassadestaf weet
als geen ander dat van hen wordt verwacht dat zij hierin de juiste balans vinden en
de goede afwegingen maken. Uiteraard zullen wij de dialoog over de vraag of de richtlijnen
aanpassingen behoeven blijven voeren en zullen wij waar nodig sturing geven in uiterst
complexe kwesties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.