Schriftelijke vragen : Het lopende onderzoek naar knikkebolziekte in Oost-Afrika
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het lopende onderzoek naar knikkebolziekte in Oost-Afrika (ingezonden 13Â november 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de stand van zaken in het onderzoek naar de oorzaak, verloop
en omvang van de knikkebolziekte in Oost-Afrika, uitgevoerd in Zuid-Soedan met financiële
steun uit Nederland?1
Vraag 2
Heeft u ook signalen ontvangen dat het onderzoek naar de knikkebolziekte bemoeilijkt
is door onveilige situaties en zelfs uitbraken van geweld in Zuid-Soedan, waardoor
het onderzoek tijdelijk moest worden stilgelegd? Zo ja, heeft u begrip voor het feit
dat de onrust in Zuid-Soedan de afgelopen jaren heeft gezorgd voor vertraging van
het onderzoek en er sprake was van overmacht?
Vraag 3
Heeft u tevens begrip voor het feit dat om de ziekte goed in kaart te brengen, te
kunnen bestrijden en voorkomen, het lopende onderzoek afgerond moet kunnen worden
door de komende twee jaar getroffen kinderen te volgen vanwege het verloop van het
ziektebeeld en de verdere verspreiding in Oost-Afrika?
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze zeer ernstige kinderziekte onderzoek behoeft, dat deze
urgentie niet is afgenomen sinds de uitbraak van de COVID-19-pandemie en het belang
van onderzoek naar onverklaarbare ziekten zelfs is toegenomen in het licht van de
immense repercussies van gezondheidscrises? Zo ja, bent u bereid de afronding van
het onderzoek financieel te ondersteunen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Zou u deze Kamervragen kunnen beantwoorden voor de voortzetting van de begrotingsbehandeling
van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.