Schriftelijke vragen : Het bijtekenen van tienduizenden hectares stikstof gevoelige natuur in rekenmodel Aerius
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bijtekenen van tienduizenden hectares stikstof gevoelige natuur in rekenmodel Aerius (ingezonden 11 november 2020).
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het rapport van Stichting Agrifacts over het bijtekenen
               van stikstofgevoelige natuur in AERIUS?1
Vraag 2
            
Deelt u de constatering dat in de afgelopen vijf jaar 80.000 hectare stikstofgevoelige
               natuur is bijgetekend in de habitatkaart van AERIUS?
            
Vraag 3
            
Is de analyse juist dat terreinbeherende organisaties de facto vrije ruimte hebben
               om habitats als stikstofgevoelig leefgebied aan te merken en in te tekenen?
            
Vraag 4
            
Kunt u nader duiden hoe het kan dat leefgebieden van soorten de afgelopen jaren opeens
               als stikstofgevoelig aangemerkt worden, terwijl dat eerder niet het geval was?
            
Vraag 5
            
Wie is bestuurlijk verantwoordelijk voor de habitatkaart die in AERIUS gebruikt wordt?
Vraag 6
            
Hoe wordt toegezien op het intekenen van stikstofgevoelige leefgebieden en op welke
               wijze vindt daarbij ecologische en bestuurlijke toetsing plaats?
            
Vraag 7
            
Bent u bereid te zorgen voor een meer transparant besluitvormingsproces rond het intekenen
               van stikstofgevoelige leefgebieden, inclusief ecologische en bestuurlijke toetsing
               ervan?
            
Vraag 8
            
In hoeverre ziet de voorgestelde omgevingswaarde voor 2030 dat de depositie op minimaal
               50% van het areaal stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden onder de kritische
               depositiewaarde uit moet komen ook op het areaal stikstofgevoelige leefgebieden? Wat
               betekent dat voor de haalbaarheid van de omgevingswaarde?
            
Vraag 9
            
Kunt u de juridische status van leefgebieden van soorten ten opzichte van habitats
               van Natura 2000-habitattypen nader duiden?
            
Vraag 10
            
Wordt bij de passende beoordeling en de toetsing van vergunningaanvragen wat betreft
               stikstofdepositie verschil gemaakt tussen depositie op habitats van stikstofgevoelige
               habitattypen (potentieel direct effect) en depositie op stikstofgevoelige leefgebieden
               van beschermde soorten (potentieel indirect effect)? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Bent u bereid ervoor te zorgen dat terughoudend omgegaan wordt met het aanwijzen en
               intekenen van stikstofgevoelige leefgebieden van beschermde soorten en dat bij de
               passende beoordeling en toetsing minder zwaar getild wordt aan depositie op stikstofgevoelige
               leefgebieden van soorten?
            
Toelichting:
            
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Madlener (PVV),
               ingezonden 11 november 2020 (vraagnummer 2020Z21231).
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Indiener
R. Bisschop, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.