Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over de BIG-registratie van alternatieve artsen
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de BIG-registratie van alternatieve artsen (ingezonden 14 oktober 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 11 november 2020). Zie ook
Aanhangsel Handedelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 642.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van de Vereniging tegen de Kwakzalverij naar
de BIG-herregistraties van alternatieve artsen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
De conclusie van het onderzoek is dat waarschijnlijk veel alternatieve artsen onterecht
worden geherregistreerd omdat het CIBG slechts steekproefsgewijs dossieronderzoek
doet naar de aangedragen gronden tot herregistratie, wat vindt u daarvan?
Antwoord 2
Voor de BIG-geregistreerde zorgverleners geldt het systeem van periodieke registratie
(hierna: herregistratie). Dit systeem is ingesteld om de kwaliteit van deze BIG-geregistreerde
zorgverleners op peil te houden en zo ook de patiëntveiligheid te borgen. Een basisarts
kan zich laten herregistreren door te voldoen aan de werkervaringseis van 2.080 uur
of door een specifiek scholingsprogramma met goed gevolg af te ronden.
Een basisarts die werkzaam is binnen de niet-reguliere zorg kan alleen werkzaamheden
mee laten tellen voor de werkervaringseis zolang die vallen binnen de reguliere zorg.
Voorbeelden hiervan zijn het afnemen van de anamnese, het stellen van een diagnose,
het opstellen van een behandelplan en/ of het consulteren van specialisten. Werkzaamheden
die onder de niet-reguliere zorg vallen tellen dus niet mee. Artsen binnen de niet-reguliere
zorg moeten op verzoek van het CIBG bewijsstukken overleggen inzake hun werkzaamheden,
bijvoorbeeld een werkgeversverklaring als zij in loondienst werken of een accountantsverklaring
als zij zelfstandige zijn.
Ik herken niet dat veel artsen die geen reguliere zorg verlenen onterecht worden geherregistreerd.
Het CIBG ontvangt zeer sporadisch signalen van fraude door deze artsen. Indien het
CIBG signalen ontvangt, bekijken zij de aanvraag opnieuw en worden er indien nodig
(aanvullende) bewijsstukken opgevraagd. Dit kan alsnog leiden tot het doorhalen van
de registratie in het BIG-register, maar dit komt nauwelijks voor.
Om fraude te voorkomen zijn er verschillende waarborgen in de herregistratie ingebouwd.
Voor zelfstandigen is het bijvoorbeeld een eis dat de verklaring wordt afgegeven door
een bij de Kamer van Koophandel geregistreerde accountant of boekhouder. Daarnaast
controleert het CIBG de aanvragen tot herregistratie via een steekproef. De reële
kans om in de steekproef te vallen, verkleint de kans dat artsen hun aanvraag niet
waarheidsgetrouw invullen. Bovendien doet het CIBG risicogestuurd onderzoek indien
er gerede twijfels zijn bij de betrouwbaarheid van een aanvraag tot herregistratie.
Bij een vermoeden van titelmisbruik of fraude met bewijsstukken maakt het CIBG altijd
een melding bij de IGJ, maar het is te verwaarlozen hoe vaak dit voorkomt.
Vraag 3
Wat vindt u van de suggestie van de Vereniging tegen de Kwakzalverij om bij herregistratie-aanvragen
van alternatieve artsen altijd dossier-onderzoek te doen en deze aanvragen niet, zoals
nu het geval is, veelal alleen administratief af te handelen?
Antwoord 3
Ik ben er geen voorstander van om 100% controle te doen bij artsen die niet reguliere
zorg verlenen, omdat ik het van belang vind dat alle beroepen gelijk worden behandeld.
Met de eerder genoemde waarborgen in mijn antwoord op vraag 2 en de verwaarloosbare
aantallen waarbij sprake is van fraude acht ik het niet gerechtvaardigd een bepaalde
groep zorgverleners bij voorbaat extra streng te controleren.
Vraag 4
Zouden de zeer fraudegevoelige eisen zoals geformuleerd in het Beoordelingskader algemeen
deel, versie 4, Bijlage 2b Artsen, versie 1.3. niet aangescherpt moeten worden? Zo
ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Ik herken niet dat de eisen uit het beoordelingskader zeer fraudegevoelig zijn en
vind het niet nodig om deze aan te passen. Het is niet gebleken dat artsen die geen
reguliere zorg verlenen veelvuldig onterecht worden geherregistreerd. Zie mijn antwoord
op vraag 2.
Vraag 5
Bent u bereid om aan de eisen van het thans vigerende Beoordelingsbeleid toe te voegen
dat ook basisartsen – net als huisartsen, specialisten en dergelijke – eens in de
vijf jaar een kwaliteitsvisitatie moeten ondergaan en ook net als die reguliere artsen
elk jaar 80 uur verplichte reguliere nascholing moeten volgen?
Antwoord 5
Op 2 november jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het traject Toekomstbestendigheid
BIG2. In het kader van dit traject ben ik van plan om dialoogtafels over deskundigheidsbevordering
te organiseren. Een kwaliteitsvisitatie is een voorbeeld van een deskundigheidsbevorderende
activiteit die hierbij wordt meegenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.