Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Laan-Geselschap over de monitor Langer Thuis 2020 van het RIVM
Vragen van het lid Laan-Geselschap (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de monitor Langer Thuis 2020 van het RIVM. (ingezonden 6 oktober 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 november
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de Monitor Langer Thuis 2020 van het RIVM?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ook van mening dat de Kamer een controlerende functie heeft als het gaat om
het uitgevoerde beleid van het kabinet?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat de getoonde resultaten in de monitor van 2020 van een
significant aantal indicatoren niet een representatief beeld tonen van de huidige
situatie, omdat tussentijdse gegevens ontbreken, of de resultaten verouderd zijn?2
Antwoord 3
Op pagina 7 van de monitor wordt toegelicht dat niet voor alle indicatoren nieuwe
cijfers voor 2020 beschikbaar zijn: «Er is een aantal indicatoren waar het cijfer
hetzelfde is». Dit heeft verschillende oorzaken. Het kan zijn dat het cijfer nog geldig
is, omdat de looptijd van een programma nog niet is afgelopen. Een ongewijzigd cijfer
kan ook komen doordat (nog) geen nieuwe cijfers beschikbaar zijn. In de uitwerking
wordt expliciet genoemd als indicatoren ongewijzigd zijn. Ook wordt expliciet vermeld
als het cijfer ongewijzigd is, maar de uitwerking en de verdieping wel is aangepast.
Ik zal op de door u aangegeven indicatoren ingaan.
– Indicator 5 Het aantal investeringen in maatschappelijke initiatieven gericht op ouderen door
gemeenten, Rijk en lokale partners binnen het programma Sociaal Domein: Het aantal
pilots is in het tweede jaar niet gewijzigd. Het afgelopen jaar zijn opbrengsten en
inzichten door het programma Sociaal Domein gepubliceerd. Een korte samenvatting hiervan
is in de toelichting bij deze indicator weergegeven.
– Indicator 9 Het percentage regionale coördinatiefuncties met vier werkende functionaliteiten
voor zorgvormen met tijdelijk verblijf: nieuwe cijfers waren ten tijde van de publicatie
van de monitor niet voorhanden. Daarom is het beeld van 2019 van deze indicator ongewijzigd.
In de volgende voortgangsrapportage geef ik een geactualiseerd beeld.
– Indicator 15 Het percentage mantelzorgers dat aangeeft goed geïnformeerd te zijn over het ondersteuningsaanbod:
ten opzichte van de eerste monitor zijn de cijfer en de uitwerking ongewijzigd. Nieuwe
cijfers zijn eind 2020 beschikbaar.
– Indicator 16 Het percentage mantelzorgers dat goede afstemming met de formele zorg ervaart: ten
opzicht van de eerste monitor zijn het cijfer en de uitwerking ongewijzigd. Nieuwe
cijfers zijn aan het einde van 2020 beschikbaar.
– Indicator 21 Het aantal pilots logeerzorg dat is opgezet door VWS, gemeenten en zorgaanbieders:
ten opzichte van de eerste monitor – de 10 pilots die liepen zijn afgerond in april
2020. Movisie heeft een eindrapport opgeleverd dat ook naar uw Kamer is gestuurd.
In drie van de tien pilots vindt een vervolg plaats specifiek gericht op mantelzorgers
die iemand met (zware) dementie ondersteuning
– Indicator 22 Het aantal pilots sociale benadering dementie (SBD) door VWS, gemeenten, zorgaanbieders:
het aantal pilots is in het tweede jaar niet gewijzigd. Wel is via ZonMW nu een traject
gestart voor verbreding van het aantal pilots om zo het gedachtegoed van de SBD als
ook de implementatie bij gemeenten verder te faciliteren. Hierover zal in de derde
monitor over gerapporteerd worden.
– Indicator 24 Het aantal bewonersinitiatieven in het domein Zorg en Welzijn: ten opzichte van de
eerste monitor is dit cijfer nog steeds geldig. In de derde monitor in 2021 zal een
nieuw cijfer beschikbaar zijn voor deze indicator.
Vraag 4, 5, 6 en 7
Bent u het ermee eens dat het voor de Kamer heel moeilijk is om de voortgang van het
programma Langer Thuis te controleren als van een significant aantal indicatoren nog
niet duidelijk is wat de tussentijdse resultaten zijn?
Bent u bekend met het feit dat volgens de monitor van 2020 pas in de volgende monitor
(in de zomer van 2021) kan worden getoond wat de uitkomsten zijn van deze indicatoren?
Bent u ook van mening dat om de controlerende taak goed te kunnen uitvoeren, zie vraag
2, de Kamer nog in 2020 tussentijdse resultaten van het programma Langer Thuis nodig
heeft?
Bent u bereid om nog in 2020 een tussenrapportage op te stellen met de tot dan toe
bekende resultaten en uitkomsten van elke indicator? Zo ja, wanneer zou de Kamer dat
dan kunnen verwachten? Zo niet, hoe zorgt u ervoor dat de Kamer haar controlerende
taak op een gedegen manier kan uitvoeren, zodat zij waar nodig bij kan sturen?
Antwoord 4, 5, 6 en 7
Ik deel uw belang om een goed beeld te hebben van de voortgang van het programma Langer
Thuis. In de monitor staat de meest actuele data ten aanzien van de indicatoren. Voor
een aantal indicatoren is geen nieuwe informatie ten opzichte van de eerste monitor
weergegeven. Pilots zijn bijvoorbeeld niet altijd in aantal gegroeid of onderzoeksresultaten
worden nog gedurende het jaar verwacht. Dit is in de verdieping van de monitor kort
uitgewerkt. Naast de monitor ontvangt u vandaag de inhoudelijke beleidsrapportage
over de voortgang in het programma Langer Thuis. In de Kamerbrief van 3 juli heb ik
deze beleidsrapportage, de tweede voortgangsrapportage, reeds aangekondigd (Kamerstuk
34 104, nr. 299). Hierin zal ook ingegaan worden op, de door uw gewenste, meest recente resultaten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.